Nummer 53.
Donderdag 4 Juli 1901.
24e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
IOHOPOL THEE
I BB
lp den Drempel van het Paradijs,
De Zuid-Affikaansche oorlog.
ANTOON TIELEN,
Theod. WESSELS,
Uitgever:
zuiver, lekker, goedkoop,
WAALWIJK.
De Pers over de Kamer
verkiezing.
FEUILLETON.
■e-
WAALWIJK.
ROTTERDAM
Verkrijgbaar by den Seer
WAAROM?
De Echo van het Zuiden,
IVaalw(jksclie en Laigslraalstlt Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0.75.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advertentie* 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
Uiteraard is het oordeel der Pers over
n einduitslag der kamerverkiezing niet
Ker verschillend met hetgeen na den 14
Juni geschreven werd. Vele hoofdpunten
fi!1 toen worden ook nu weder in herinne
ring gebracht.
De Tijd vindt in den uitslag geen feit
dit groote geestdrift wekt, wel reden tot
bevrediging. Over de houding der antire-
Tolutionairen spreekt het blad met waar
kring.
„Voor het liberalisme zijn de verkiezingen
teil nederlaag geweest. Duidelijk is uitge
komen, dat de meerderheid der tegenwoor-
ige kiezers van het liberalisme als regeerings-
ivsteem niet langer gediend belieft.
Over den uitslag der stemming voor de
socialisten is het blad thans ook heel wat
lomberder gestemd dan voor 14 dagen.
„Een donkere schaduw echter werpt op
de herstemmingen de keuze van niet min
der dan zeven socialisten, terwijl in drie
andere districten de socialistische candidaten
niet ver van de meerderheid verwijderd
bleven. Vooral in Friesland en Groningen,
doch ook in andere streken van ons land,
lien wij op bedenkelijke wijze de macht van
bet socialisme onder het kiezerspersoneel
toenemen. Het zou dwaasheid zijn, de oogen
Toor dit feit hoe treurig ook te
sluiten. Meer en meer ook zien wij de
mannen van den uitersten Linkervleugel der
Liberalen, zien wij zelfs enkelen, die zich
Diet tot de Liberalen rekenen, naar den
kant der socialisten opschuiven.
Dit en het wegsmelten van de groep der
oud-liberalen in de Kamer moet de taak
der Rechterzijde dadr in niet geringe mate
verzwaren.'
*Wel is het een zware taak, die de
overwinning, bij de stembus behaald, op de
schouders legt dergenen, welke alt leden
der christelijke partijen gekozen werden.
Hoe meer het liberalisme afbrokkelt, des
te meer ook gaat op hen en op hen alleen
de verdediging neerkomen van hetgeen er
goeds en blijvends in de maatschappelijke
orde gevonden wordtde hervorming en
ombouw tevens van hetgeen in op sociaal
en politiek gebied hervorming en ombouw
behoeft.
Niet gering daarom zal de persoonlijke
veiantwoordelijkheid wezen van ieder onzer
gekozen mannen, die in September a.s. naar
de Tweede Kamer opgaat.
Hopen en bidden wij, dat hun het besef
dier verantwoordelijkheid en de kracht om
deze naar behooreu te dragen, in ruime
mate geschonken worden.
Dubbel zwaar echter zal die verantwoor
delijkheid drukken op de schouders van hen,
die in de gegeven omstandigheden geroepen
worden, om de raadslieden te zijn der
Kroon en om den weg of te bakenen, langs
welken zich de staatkunde gedurende een
volgend tijdperk zal te bewegen hebben/'
De Residentiebode toont zich zeer tevreden
over de verkregen meerderheid
Grooter zouden wij die zelfs niet ver
langen zegt zij daar we in het al
gemeen aan een niet te talrijke meerderheid
in het belang eener gezonde staatkunde,
in het belang eener gezonde staatkunde,
die ook met minderheden rekening moet
houden, de voorkeur geven.
n En onze meerderheid is thans sterk
genoeg. Zoo sterk, dat zij zelfs een stootje
velen kan, als een der noodzakelijk gewor
den nieuwe veikiezingen een zetel mocht
doen verschuiven.*
De Maasbode constateert, dat de Christ.-
Historischen een harde les hebben gekregen.
Ten slotte zegt het blad
Thans alzoo dient de rechterzijde aan 't
werk te gaan.
Zij zal het doen met vertrouwen en zelf
bewustzijn, in alle eerlijkheid, en trachtende
te mijden de fouten, welke zij als oppositie
zoo terecht aan de liberale overheersching
verweet.
Het parool zij thanseendracht en een
heid. Geen beschouwingen meer over het
meerdere of mindere, wat misschien den een
of den ander volgens wiskunstig recht had
behooren toe te komen. De tegenstander
zal vooral zijne kracht zoeken in het zaaien
42.
Manon was op het idéé van de arme vrouw
iogegaan, in de hoop haar gemakkelijk te bewe
gen om hare kamer op te zoeken. «Ik zal het
a cuorgen zeggen, wanneer u nu stil naar bed
nat.'
«Neen, neen, ik wil op het oogenblik weten
waar Helene ia I*
«Morgen zult u alles hooren,' Manon trok de
ilecht6 zwak weerstrevend# vrouw naar haar ka
mer. Daar aangekomen, vatte deze Manon bij
den arm en herhaalde hare vraag.
«Morgen I' suste Manon haar.
Het gelukte haar werkelijk mevrouw Burk-
hardt te kalmeeren en met een zoet praatje naar
bad te krijgen. Eerst, toen zij de regelmatige
iderahaling van de arme zieke hoorde, verliet
lij de kamer.
Den volgenden morgen in de vroegte zat Ma-
•on bij de koffie, die vrouw Heinemann haar
lid gebracht, toen plotseling mevrouw Burk-
brdt onaangemeld, binnenkwam. Er lag een
geheel andere uitdrukking over haar gelaat ver
breid en ïij scheen in tegenstelling met gisteren,
utr terneergeslagen. «Ik wilde u komen halen,
ooi mij wat voor te lezen, mijne oogen zijn niet
te best meer en wilde, openlijk gezegd, ver
nemen, of ik gisteren ook wartaal heb gespro
ken. Je moet je niet anstig maken, mijn kind,
'ls ik soms opgewonden ben en begin te ba
lden.* De oude vrouw zuchtte, maar luisterde
ternauwernood naar de geruststellende verzeke
ringen.
Manon lette, bij liet gaan naar de vertrekken
\an de zieke, aandachtig op hare gebaren meer
en meer kwam zij tot de overtuiging, dat zij
Onder een bitter leed moest gebukt gaan. Be-
reidwillig nam zij bij het open balkon plaats
•n greep naar de couranten, die Jaques heden
'n den vroegen morgen had gebracht.
Het was een groot pakket en, zooals zij dade-
van verdeeldheid onder de rechterzijde.
Moge geen onzer gehoor leenen aan die
inblazingen en niet, door degenen in de
hand te werken, die 'a nachts onkruid op
den akker zaaien, bederf helpen brengen
onder hetgeen met zooveel zorg en voorbe
reiding is tot stand gebracht.
God zegene de nieuwe Christelijk arëa,
die over Nederland is aangelicht.'
Het Centrum besluit zijne beschouwing
aldus
Alles te zamen genomen, kunnen wij dus
herhalen, wat wij schreven na den eersten
strijd op 14 Junide dag van gisteren
stemt tot vreugde.
Het volk heeft met onmiskenbare dui
delijkheid zijn wenschen uitgesproken.
Eu om die wenschen in vervulling te
doen gaan, is thans noodig ee'n Kabinet,
bestaande uit christelijk-geziude, maar tevens,
overeenkomstig de behoeften van onzen tijd,
uit democratisch-aangelegde, en niet minder
bekwameter zake kundige mannen.'
De Nieuwe Courant schrijft
Een ramp voor ons land achten wij den
uitslag dezer verkiezingen niet. Wat ons
daarin verschrikt, is het element van on
zekerheid, dat zij in het leven riepen,
vooral wegens de al te groote achakeering
in de deelen der meerderheid die behalve
door meer geavanceerde of conservatieve
gezindheid ook door geloofsverschil en in
staatsrechtelijke beschouwing verdeeld zijn.
Er staat ons dus weer een coalitie-regeering
te wachten, homogeen slechts op een vast
gesteld program. Dat zulk een regeering
voor het vaderland goeds zal kunnen uit
werken, is niet buitengesloten. Ook van de
liberalen hangt dit teu deele af.
Het Handelsblad vreest, dat die antire
volutionairen en katholieken, die hart heb
ben voor sociale nooden, de meerderheid
niet zullen bezielen, en het vreest daarom
vooral voor ingrijpende veranderingen in ons
schoolwezen en ons handelsstelsel. Op de
vrijzinnigen van alle gading rust nu de
dure plicht, zooveel in hun macht is te
waken tegen daden van reactie, en met in
spanning van alle krachten de oogen te
openen van de groote menigte die nog
blind is voor de behoeften van onzen tijd.
De Standaard schrijft
Onze conclusie is, dat de strijd ditmaal
liep over de vraag, of het christelijk dan
wel het revolutionnaire deel van ons volk
de meerderheid onder de kiezers had, en
dat op die vraag thans het stembus-antwoord
voor ons ligt: De meerderheid is aan het
lijk zag, waren het meest plaatselijke bladen
uit verschillende streken en steden van Duitech-
land.
,Lees eerst de ongelukken, zelfmoorden en
misdaden in al het andere stel ik niet het
minste belang." Mevrouw Burkhardt zette zich
in haren 6toel op haar gemak en keek, vol
spanning, naar Manon.
«Zou de inhoud er van u niet al te zeer op
winden bracht Manon bezorgd in bet midden.
„Ik hoop op deze wijze iets van Helena tc
vernemenik ben reeds sedert lang bevreesd,
dat haar een ongeluk is overkomen. Maar begin
na toch te- lezen, ik brand van ongeduld en
koester steeds de hoop, ten slotte toch een Bpoor
te ontdekken."
Mevrouw Burkhardt sprak te samenhangend
en verstandig, en wanneer de naam «Helena*
niet door haar was genoemd, die Manou voor
eeu denkbeeldige persoon, een idéé fixe van de
zieke hield, dan zou niemand een teeken van
verstandsverbijstering van haar hebben kunnen
ontdekken."
In den voormiddag verscheen de jonge barones,
elegant gekleed en met een glimlach op de
lippen. Zij omhelsde hare moeder hartelijk en
gaf Manon de hand. «Nu, zou het gaan, hebt
u reeds kennis met elkaar gemaakt?" vroeg zij,
op hare betooverende wijze.
Mevrouw Burkhardt zeide niets, maar Manon
antwoordde bevestigend.
«Ik kom persoonlijk om u heden avond voor
de thee uit te noodigen. Wij zullen, helaas,
slechts onder ons beidjes zijnmijne moeder
komt nooit in het slot en miss Brown heeft eene
razende hoofdpijn. Mama zoudt u voor heden
niet een» een uitzondering willen maken wend
de zij zich liefkozend tot de oude vrouw, die
met eeu onbeweeglijk gezicht was blijven zitten.
«Heb je nog niets over Helena vernomen
vroeg dese, in plaats van te antwoorden.
«Hoe zou ik tijd kunnen vinden, om naar
Helena te zoeken... ik heb heel andere dingen
in het- hoofd, want ik ben het meest beklagens
waardige schepsel ter wereld. Wijlen mijn man
heelt mij, zoolang als hij leefde, alle mogelijke
onaangenaamheden bespaard en mij roet niets
op de hoogte gebracht, wat maar eenigszins
den naam van «zaken* kon dragen en nu, na
zijn dood rust op mijne schouders het geheele
christelijk volksdeel.
Daarover verblijden we ons, geheel af
gezien van de gevolgen die hieruit zullen
voortvloeien.
ar Voor die uitkomst brengen we dank aan
onze plaatselijke leiders. Dank aan onze
nog veel te kleine pers. Dank aan de
mannen van het woord, die op tal en tal
van meetingen voor de christelijke beginselen
in de bres stonden. Dank aan onze mede
standers. Maar dank bovenal aan den God
der vaderen, die na een eeuw van heer
schappij der revolutie, toch^ het volk van
Nederland nog niet verliet/'
Waarom toch bij alles, wat onze aandacht
telkensvraagt.de Boeren—oorlog voortdurend
ons medevoeleu opwekt?
Om twee redeuen. Vooreerst, omdat zel
den een oorlog is gevoerd, waar zoo beslist eu
volkomen het recht aan de éene, het onrecht
aan de andere zijde was. En niet enkel iu den
aanvaDg in de aanleiding, maar ook in het
verloop, in de praktijken vau den oor
log is bijna steeds de edelmoedigheid
aan de zijde der Boeren, de wreede ou—
meuschelijkheid aan die der Engelschen. Men
behoeft het volgend bericht in al zijn eenvoud
maar te lezen, om geroerd te worden.
Een Engelsche dame die uit Pretoria in
Engeland is terug gekeerd, bevestigd alles
wat mejuffrouw Hobhouse over de coucentra
tic—kampen heeft meegedeeld. Toen zij van
Pretoria vertrok, op 23 Mei, waren er in hel
kamp te Irene bij Pretoria 5000 mannen,
vrouwen en kinderen,en daarvan waren er
1000 ziek. De sterfte onder de kinderen blijft
ontzettend groot. Nog altijd krijgen de vrouwen
van Boeren die doorvechten, halve rantsoe
nen eu geen vleesch. Met het verbranden
van hoeven wordt onverdroten voortgegaan.
Toen mevrouw Botha haar man ging spreken
bracht zij in verschillende hoeven den nacht
door; maar bij haren terugkeer stond er
geen enkele var. die hoeyen meer, alle
waren verbrand.
De tweede reden van voortdurende be
langstelling in den krijg, die in Zuid-Afrika
wordt gevoerd, is gelegen in 't merkwaardig
feit, dat een paar kleine, wijd verspreide
volken, bijna zonder militaire leiding, met
zeer weining hulpmiddelen, een leger van
250000 man, dat over onuitputtelijke fondsen
kan beschikken, en voorzien is van 't nieuwste
wat er op technisch gebied bestaat, vrijwel
schaakmat heeft gezet.
De „Manchester Guardian" b. v. schrijft
beheer on ik weet van toeten noch blazen.'
«Heb je dan geen vertrouwde raadgevers, die
j# terzijde staan Mevrouw Burkhardt keek
eenigsiine minachtend op hare schoone dochter
neer.
«Die heb ik in overvloed, maar er er geen
een bij, die met vaste hand toegrijpt en mij van
mijne zorgen ontheft.'
De bekoorlijke jonge barones scheen seer ont
stemd, zij liet haar schoon hoofdje op de hand
rusten en bestudeerde de figuren van het tapijt
onder hare voeten.
„Wil je soms weer trouwen, Lisa?' In weer
wil van den rustigen toon, klonk het eenigszins
'spottend.
«Maar, moeder 1' stoot de baronesse op. Doch
zij beheerechte zich dadelijk weer, sprak nog
eenige onbeduidende woorden en stond op. «Dag,
beste moeder!' zij wierp deze een sierlijk kus
handje toe, gaf Manon de hand, terwijl zij
glimlachend sprak «ik verwacht u om zeven
uur' en verdween als een dwaallicht uit het
sombere vertrek.
„Het is mijn eigen kindl" zuchtte de oude
dame. «Mijn eigen kind, maar die andere had
ten veel beter karakter en dat was toch maar
mijn stiefdochter.'
«Is uw man reeds lang dood,' waagde Manon
het te vragen, om den gedachtenloop der zieke,
die weer naar de onbekende Helena terugvoerde'
een andere richting te geven.
«Reeds vele jarenhij heeft mij vroeger
bemiud, reeds lang voor zijn eerste vrouw, maar
die trouwde hij, omdat zij zoo rijk was. He
lena was haar kind. Zij vermoedde misschien,
dat ik haar als zijn vrouw zou opvolgen, en
beval haar kind aan in mijne zorgen en be
scherming. Een jaar later werd ik mevrouw
Burkhardt. Nog een jaar later kwam Lisa ter
wereld. Ik weet niet, of ik goed tegenover
Helena ben geweest, maar zij beminde mij harts
tochtelijk en slechts wanneer zij zag, dat ik
Lisa meer kaste dan haar en vader omarmde,
dan richtte zij hare oogen, vurig »meekend op
mij het was een «eer hartstochtelijk kind
en ach, hoeveel uitdrukking lag er niet in dien
blik 1 Zij wist, dat ik mijn kind noc vuriger
veel vuriger beminde den haar... en langzaam
wendde zij zich van mij af ik kon daaraan
niets veranderenhaar vader etierf juut op
denxelfden tijd en toen was de band tusschen
ons verbroken. Mijn man had mij tot erfgenaam
van zijn vermogen gemaakt, ik kon daarmede
doen en laten wat ik wilde, zoo groot waz zijn
vei trouwen op mijne eerlijkheid. Toen de
meisjes beiden groot wartn geworden, had He
lena, die hare opvoeding op een kostschool had
genoten, haar hart verloren, zij verleide het mij
op den dag harer thuiskomst, aan een fijnbe-
scbaafden man, die naar hare hand dong, omdat
hij wist, dat zij rijk was. De informatlën, die
ik omtrent hem inwon, waren zeer ODgunstig,
ik vernam veel slechts ec weigerde mijne
toestemming. Dwaas, dia ik was I Had ik He
iena's hart steeds tot mij getrokken, dan zou
zij mii hebben gehoorzaamd, maar ik strafte
haar als een onwaardige en dat werd haar ver
derf.
Toen zij meerderjarig was, trouwde zy den
man, zonder mijne toestemming en niettegen
staande ik er mij tegen verzette. Ik gaf haar
geen cent alz uitzet nu kwam het boosaardig
optreden van haren man deze betrok het ge
recht er in, en langdurige processen ontstonden
tusschen Seefeld en mij
.Seefeld Seefeld?' riep Manon, opspringend.
Jörge vod Seefeld
„Ja, Jörge von Seefeld, kent u hem
„Welk een merkwaardige speling van het lot!'
meer kon Manon, die over al hare leden beefde,
niet uitbrengen. «En Helena?" riep zij, bijna
buiten zichzelve.
„Ik heb haar slechtz eens weer gen n, nadat
het proces ten mijnen gunste waz beslist. Zij
kwam op een avond bij mij, ik weet niet meer
waarom, maar zij vroeg niet om geld, klaagde
ook niet over baren man, maar ik vermoedde,
dat hij haar mishandeldeergernis en de ont
goocheling, dat Helena niet een rijke erfgename
was, zooals hij zich had voorgesteld dreven hem
aan tot brutaliteit. Ik deed haar het voorstel,
bij mij te blijven, maar zij sloeg dit beslist af.
De kleine som, door haar vader op haar hoold
gezet, was voor haar opvoeding besteed en
Seefeld zelf bezat stellig geen vermogen want
hij leidde een avontuurlijk leven niettegenstaande
dat alle», wilde zij niet van hem scheiden. Ik
weet niet meer. wat ik tegen haar heb gezegd
maar het waren harde, bitter harde, woorden
en zij ging zonder te klagen of te spreken
in een moedeloos artikel, ua een paar rede
nen voor zijn moedeloosheid te hebben op
gegeven
Ten derde breidt het oorlogsterrein zich
voortdurend uil, instede van in te krimpen.
Het is reeds tweemaal zoo groot als het was
in Juni van het vorige jaar, toen Lord Ro
berts in Pretoria kwam. In de geheele groote
uitgesterktheid van Pietersburg tot Calvina,
in de Kaapkolonie, en van Mafeking tot
Zoeloeland is er nergens een grooter gebied
dan 20 vierkante mijlen waarvan men kan
zeggen dat het rustig is. Ons leger, hoe groot
het ook is, is bijna opgelost iu Zuid—Afrika.
De oorlog wordt grooter en onhandelbaarder
en de moeilijkheid om onze kracht op één
plaats samen te trekken neemt toe. Elke be
weging die dit jaar beproefd is, is verloopen.
Vooral de laatste bekentenis is kostelijk
na de schitterende rapporten over de diverse
schoon vegingsoperaties.
Ook kolonel De Wit schrijft
In het algemeen kan men dus zeggen, dat
de Boeren in de Kaapkolonie voortdurend
veld winnen en de toestand in de overige
gedeelten van het oorlogsterrein vrijwel dezelf
de blijft. Het blijkt hoe langer hoe duidelijker
dat de macht, waarover Kitchener beschikt,
nauwelijks voldoende is om de zeer lange
gemceuschapslijnen te bewaken, beveiligen
is te veel gezegd, en enkele belangrijke plaat
sen bezet te houden.
Er zijn weer enkele berichten van 't oor
logsveld, maar ze zijn spaarzaam daar het
meeste blijkbaar geen mededeeling kan lijden.
Bij Tarkastad in 't Middelburg—district is
gevochten zonder bekenden uitslag, waarna
de Boeren Noordelijk werdeu "gedreven."
Koloucl Crewe behaalde volgens een
later bericht daar deu ontzaglijken buit van
viergeweren en eenige paarden,
Bij Queenstown werd gevochten, ook zon
der dat de uitslag bekend is.
Duidelijker is wat uit Kaapstad wordt
gemeld
„Honderd Boeren hebben het station
Biesjespoort, ten Zuiden van Victoria—West,
op den 26slen 's ochlens om twee uur aan
gevallen. Zij haalden de goederenloodsen
leeg en gingen er van door."
Ook komen er nog zeer lange telegrammen
over Richmond,dat zooals men weet, tot den
avond werd aangevallen.
De vele woorden, hiervoor gebruikt, schij
nen te dienen om de duidelijkheid van 't feit te
verminderen. Maar vast staat, dat een aantal
forten of posten werden genomen eu dat de
Boeren veel levensmiddelen, schietvoorraad
en vee hebben buitgemaakt en voor langen
lijd geproviandeerd zijn.
Verder is ten Zuiden van Richmond een
station „beschadigd" lees :geplunderd en is
bij Upington en Klipdam met Boereu en
weer heen. zooals zij was gekomen. Ik was
zeer oobillijk tegen haar. daar ik ontstemd was
over haar ongelijk en de vele onaangenaamheden,
die mij het proces hadden bezorgd. Ik stelde
haar zelve aansprakelijk voor het lage karakter
van haren afschuwwekkenden man. Daarna
heb ik Helena nooit teruggezien maar ik zou
gaarne mijn vermogen geven, als ik wist, dat
zij beveiligd was tegen leed en gevaren ja
zelfs wanneer zij dood was dat zou een be
vredigende gedachte zijn, in vergelijking met
mijne bittere gewetensknagingenZij is ver
dwenen en vergeten en er is niemand, die haar
gezien of gekend heeft.
«En Seefeld?' vroeg Manon, vol spanning.
«Die is met haar verdwenen ik vrees, dat
hij ergens in een uithoekje van de wereld zijn
liederlijk leven voortzet."
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Reed» vijl maanden vertoefde Manon op liet
slot Woltersdorf; zeer spoedig had zij den om
vang harer plichten begrepen en legde zich met
vollen lust en ijver op haro zoo moeilijke taak
toe. Zooals Manon in den beginne reeds had
vermoed, bevestigde het zich meer en meer, dat
mevrouw Burkhardt niet krankzinnig was, maar
door verschrikkelijke gewetensknagingen werd
gepijnigd en toch waren er dagen, waarop ook
Manon aan het verstand van deze vrouw twij
felde, die woedend en kwaadaardig om zich
heensloeg en alles in hare nabijheid vernielde.
Op zulke uren was zij voor niemand toeganke
lijk en stond zelfs hare dochter uiet toe, om
hare kamers te betreden. Dat ware bittere dagen
die somber voorbijslopeo en op die dagen
voerde de herinnering Manon telkens terug naar
het jaar harer zelfstandigheid. Raimond Brun-
neck stond weer voor hare oogen, diens ernstige,
innige liefde en hoe zwaar deze had gestreden
tegen het wantrouwen en hoe vast hij de oogen
oogen had gefloten, toen dit in zijn hait was
geslopen, opdat de schrikbeelden hem niet zou
den doen beven 1 En dau kwam het uur, dat
over zijn toekomst en de hare besliste. Waarom
moest zij het juist zijn, die hem het vertrouwen
op de menschen weer ontnam, dat reeds vroeger
in hem was begonnen te wankelen.
(Wordt vervolgd.)