Nummer 55. Donderdag 11 Juli 1901. 24e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. MONOPOL THEE ANTOON TIELEN, Theod. WESSELS, Uitgever: even voordeelig als smakelijk. WAALWIJK. Bekendmaking. EEN IEER BOEIENDEN ROMAN, INTEEKENBILJET. Pastoor Prinsen in Waalwijk. IMIIWMWH Ii Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0.75. Franco per post door het geheel e rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. Advkrtentiën* 1 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groot e letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden finaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel ROTTERDAM Verkrijgbaar bij den Heer aan onze lezeressen, die «HET NIEUWE MODEBLAD* als pre mie op onze Courant ontvangen. Ten einde de aantrekkelijkheid van „HET NIEUWE MODEBLAIV' nog te vexdioogen en dit tijdschrift nog meer te doen zijn eene trouwe vriendin, wier komst met verlangen vordt tegemoet gezien, hebben de Uilgevers besloten bij elk nomnier gratis te verstrek ken de aflevering van in boekformaat, telkens groot 16 pagina's. Deze roman zal, na beëindiging, een boek deel vormen van talrijke bladzijden en waard tijn om te worden gebonden in prachtband, ter verrijking van de huisbibliotheek. l)e voortdurende toevoeging van zulk een itmnu heeft nogtkuns O E E N E P R IJ Js- ÏERMOOUING tengevolge De prijs blijft slechts 55 ets. per drie maanden. Slechts moet, wijl bet meerdere gewicht wiie kleine verbooging der portokosten ver oorzaakt, de abonnementsprijs voor ben, die het blad per post ontvangen, met 5 Cent per 3 maanden worden vermeerderd derhalve voortaan 80 ceilt per kwartaal \tdragen. Die weinige meerdere portokosten zullen lij zich echter gaarne getroosten waar zij «en roman gaan ontvangen, waarvan de boeiende inhoud menig uur van genoegen «n uitspanning verschaft. Wij vertrouwen, dat deze verrijking van bet blad er toe zal bijdragen, dat de ver krijgbaar stelling van dit Modetijdschrift ''s premie voor de lezeressen van onze cou- r<"it nog meer zal worden op prijs gesteld. Zij die zich thans abonneeren ontvangen bij liet eerste nummer reeds den aanvang vaii den ro man. üe onderffeteekende abonneert zich tot *tderopzegging op Het Nieuwe Modeblad" 55 cent per 3 maanden, (franco per Post 80 ets.) Naam. Wooi/plaats De St. Paulus.vereeniging bad Zondag een hoogst belangrijke vergadering. De volijverige President, die zich met hart en ziel aan de edele taak der drank bestrijding wijdt en die, naar wij met ge noegen vernemen, tot vice-president voor den Katholiekendag, afdeeling drankbestrij ding te Tilburg is verkozen, opende met den christeugroet „Geloofd zij Jezus Chris tus» de vergadering. Vervolgens heette ZEd. den ZeerEerw. Pastoor Prinsen een hartelijk welkom. 't is voor ons een hooge eer, sprak bij, den vader der St. Paulus, den stichter, wiens leven eu streven is de St. Paulus, die heel en gansch doordrongen is van de noodzakelijkheid der matigheidsbeweging, in ons midden te hebben. Niet alleen zijn wij het, die zijne verdienste erkennen, maar ook H. M. de Koningin en de regeering door hem tot ridder te slaan van Oranje Nassau. Welkom Pastoor Prinsen ook de Zeer Eerw. geestelijken welkomonder uwe auspice zal de St. Paulus leven en bloeien Pastoor Prinsen betrad het gestoelte en hield eene rede, zooals hij zelf is, forseh gespieid, mannelijk, zakelijk en degelijk, praktisch. Ilij sprak als volgt: Geachte vergadering. De schrijver van uw blad „De Echo van bet Zuiden», die aankondigde, dat ik voor de vereeniging zou spreken, heeft voorzeker goede bedoelingen gehad, niet minder als de Secretaris. Eerlijk gezegd, ik stond verbluft. Zouden er on der de zon wel meuscheu ziju met zoo uit stekende hoedanigheden als daar mij werden toegeschreven Werp ik een blik op en in mij, dan bemerk ik, dat de persoon heel wat verschilt van het konterfeitsel, daar gegeven. Ik geloof wel, dat zij goede bedoelingen gehad hebben. Doch op hen rust de schuld als de spreker niet beantwoordt. Ik protesteer echter tegen de bewering, dat aan u de eer is. De eer is aan mij, dat ik mag optreden en alzoo in de gele genheid gesteld ben een plicht te vervullen, waarop ik u wil wijzen, den plicht van pro paganda te maken voor de St. Paulusver- eeniging. Wat is propaganda maken Hoe moeten wij propaganda maken Daarna met een enkel woord zal ik er op wijzen, dat propaganda voor iedereen is eene sociale plicht. 1. Wat Een ernstig streven, een kloek werken, om met onze voorvaderen te spre ken een handen uit den mouw steken, een denkbeeld ingang doen vinden, diepe over tuiging die in u is, overstorten, het vuur der heilige geestdrift, dat ons verteert, in anderen doen ontvlammen, sluimerende krach ten opwekken tot ons doel. Het is de roepstem van den heraut des konings, die slapenden eu doezelenden op wekt en toeroeptde tijd van slapen en doezelen is voorbij, de kroon des konings wordt bedieigd. Het is de bazuiustoot van den getrouwen dienaar der gerechtigheid, die andere ge trouwen oproept om de scharen te verster ken ter verdediging van iecht, ter bestrij ding van onrecht. Het is medewerking zoeken tot liet be reiken van goed, tot het weren van kwaad. Werking, medewerking, samenwerking is noodzakelijk, willlen «ij iets goeds tot stand brengen, de maatschappij tot zegen en af wenden wat tot onheil strekt. De zaadkorrel der woekerplaut door den wind in de enge spleet der steenrots ge worpen, schiet daar wortel en tiert daar welig voort op den harden rug van den rotsblok. Maar wat inspanning van Jen landman wordt er vereischt om op zijn ak ker den graankorrel te doen ontkiemen en vruchten te doen afwerpen. Zoo ook zijn er in de maatschappij twee machten, die elkander bestrijden, elkander de heerschappij betwisten. Het goed en het kwaad. Het kwaad groeit welig, verstikt het goede, spreidt bederf over het geheel, als de landman het niet bijtijds uitroeit. Het goed wordt in welbereide harten uit gestrooid en zoo het ook gekoesterd wordt door de zon van diepe overtuiging en hei lige, warme geestdrift, dan mogen wij ho pen, dat er ten tijde van oogst vruchten zullen zijn. M. H.Het doel dat wij leden van St. P. nastreven is verheven- Vermindering, zoo mogelijk uitroeiing van drankmisbruik. Dat doel bereiken zou zijn de maatschappij be vrijden van een groote ramp en verrijken met een rijken zegen. Wat daartoo noodig werking, medewer king, samenwerking. Niet is mijn iilee, propaganda te maken onder u gij zijt reeds gewonnen, gij zijt de paladijnen van eene koningin, getooid met schitterende aureool, waariu iedere steen een fonkelende smaragd, een stralende amathist isgij zijt de bestrijders der ma tigheid en rondom eu met u staat een stoet van volgelingen, vast van karakter, sterk van wil, helder van hoofd, degelijk van handelen, ware vaderlanders en echte kin deren der Roomsche Kerk. Neen ik wil niet u aansporen tot matig heid. Matig zijt ge, want gij zijt mannen van eer, mannen van uw woord. Wel wil ik u aansporen tot propaganda naar buiten. Gij moet anderen overtuigen, dat zij zich met u moeten aansluiten, met u eene plaats innemen van eere, ten einde met u en naast u den vijand te bekampen, gij moet hen overtuigen van den ernst van het vraagstuk, hetwelk zoo diep ingrijpt in de maatschappij. Nog te velen zijn er die geen juist be grip hebben van deze heilzame beweging, zij meenen, dat een borrel goed is voor de spijsverteering, de koude wegneemt, ver kwikkende warmte verspreidt, voedende kracht kweekt, heilzaam werkt op de zenu wen. Vijfhonderd doktoren van Nederland en al de professoren der Unirersiteiten^ziju op gestaan om te verklaren dat die volksmee- ning valsch is. Nog te velen schennen met vrijheid. Ik wil mijne vrijheid niet aan banden leggen. Maar zegt mij, hebt gij geen eerbied voor den man, die te water springt en worstelt niet de golven, waarin zonder zijne hulp een zijner medemenschen zou vergaan zijn Hebt ge geen eerbied voor de liefdezuster, die alles opoffert en zich kluistert aan het bed van den kranke? Is het dan van u geen edele daad een klein beetje van uwe vrijheid op te offeren, om zoovele kranken naar lichaam eu ziel, zoovelen die den dood nabij zijn, bij te staan en te redden. Men schermt met vrijheid Maar het is meer eene onteerende vrijheid die u slaaf maakt van de drinkgewoonte, die niet zel den voert tot slavernij der dronkenschap. Gij staat op uwe vrijheid Hebt gij dan geen eerbied voor den Afrikaanschen boer, die zijne persoonlijke vrijheid opoffert voor de vrijheid van het vaderland Gaat dan ook gij een offer brengen voor uw vaderland, dat gebukt gaat onder den harden hiel van den drankduivel, (applaus.) Te velen denken er, dat ontspanning, kermis niet bestaanbaar is zonder drinken en veel drinken. Alsof de borrel het zegel drukte op de vriendschap en op de kermis pret, alsof niet veeleer de borrel vriend schap ondermijnt en kermispret vergalt. Velen meenen in den borrel de toover- kracht te vinden, om kwaden luim te ver zetten alof hij niet veeleer venijn in zich bevat van donkere zwartgalligheid. Velen spreken van een gouden drank, alsof hij niet de droezem was van de ge- distilleerderij van deu duivel. Velen nemen het al te luchthartig op. Het is toch niet vooi de ganzen gebrouwen! zeggen zij, alsof zij zelf geene ganzen zijn, die daarheen gaan dom van kop en waggelend van gang (gelach) Ziet, tegen zulke valsche volksopinie moét gestreden. Tot nog toe geschiedde dit niet genoeg, als een dichte nevel ligt een vooroordeel over ons volk. Die gaat niet in eens weg. Tc diep is de diinkgewoote ia het volksleven ingedrongen. Te zeer heeft het volk die lief gekregen. Maar God zij dank God heeft den inensch verstand gegeven en in 't diepst des harten van den mensch op den bodem ligt een waarheidsgevoel.' En al is de strijd nu nog zoo moeilijk, ten slotte zal de waarheid zegevieren over de dwaling, als de zon over den morgennevel. Voor eene gezonde leer, voor eene deug delijke volksopinie propaganda maken is voor ons plicht van eer, plicht van liefde, plicht van sociale actie. Wij moeten propaganda maken voor de bestrijding van het drankmisbruik. Daarvoor moeten wij apostelen zijn. De apostelen zijn uitgegaan op net woord van Christus om het woord van waarheid te verkonden over heel de wereld. Wij zijn apostelen voor de eer der matigheid, voor de waar heid der matigheid. II. Apostelen moeten wij zijn door woord en door daad. Door het geschreven en gesproken woord. Door het geschreven woord. De Kruis banier, de St. Jansbode, en weldra ook het St. Paulusblad, dat wij blijde kunnen aan prijzen als het eigen blad der St. Paulus- vereenigingen, strijden voor de matigheid Talrijke brochures staan ze ter zijde. Dut lezen nu van dat geschreven woord bevestigt u in uw besluit, om altijd matig te zijn, mannen van woord en eer, trouwe Paulisten, bevestigt u in uw ernstigen wil, om altijd als vaardige strijders op de bres tc staan, de wapenen in de hand ter bestrijding van den grooten vijand. Niet tevreden ziju met -zelt te lezen, gij moet ook doen lezen. Een goede krant of brochure ontsteekt het licht der waarheid, stort den gloed uit van overtuiging en geest drift en verspreidt die in breeder kring. Vooral moet gij die doen lezen door hen, die nog niet gewonnen zijn en overtuigd. Misschien zult gij ze den eersten keer nog niet winueu, niet zoo gemakkelijk wordt de brug geslagen over een breeden stroom, die de twee oevers verre scheidt, doch houdt vol, te midden der jeneverstroomeu zult gij ook den heipaal planten, waarop de brug der matigheid zal kunnen lusten. Ook door het gesproken woord. Gij hebt daartoe gelegenheid iederen dag, met uw vriend, in uw huisgezin. Ja daar zijt gij heer en meester, ddar zijt gij de koning en vaardigt gij wetten der waarheid uit, onder teekend met het gouden stift van gezag, ontleend aan den oppersten wetgever. Daar beweegt zich zijne zorgzame vrouw en ook deze moet zich in de groote beweging het hare er toe bijdragen uwe vrouw moet gij overtuigen van het verderfelijke van het drankmisbruik, ook zij moet er van doordrongen ziju, zij moet weten dat zij eene groote plaats inneemt niet alleen in het huisgezin maar ook in de maatschappij en dat ook zij in 't belang barer kinderen met den huisvader moet werken voor de matig heid. Zij is het hart van het huisgezin, zij moet door hare liefde uw moed onde steunen en der matigheid den schoonsten troon in het huis bezorgen. Hoe dikwijls zijt gij niet in de gelegenheid om propaganda te maken, op wandeling, in de fabriek, in het schaftuur. Gij brengt bet gesprek moedwillig op de drankbestrij ding. Vooral de gevolgen van het misbruik moet gij aantoonen, zoo verderfelijk voor zicb zelf, huisgezin, maatschappij, kerk. Maar dan voorzichtig, blijf kalm en bedaard. De gloeiende vlam der redetwist kan wel schroeien cn branden, maar geene weldadige warmte verspreiden. Vooral wacht o voor over drijving. De overdrijvers hebben de be strijding het meest in den weg gestaan. Wat wij willen moet redelijk zijn. Wij eischeu niet geheelonthouding, niet, dat gij geen herberg ingaat, wij eischen wat rede lijk is, wat wet is, wat een der tiengeboden u voorhoudt, altijd matig te zijn en als proefhoudend bewijs, dat het ernst er mede is, geen jenever na den middag, omdat voor velen de jenever na den raiddag etne aanleiding is tot misbruik maken. Verder niet, dat gij uit de herberg blijft, maar uit de kroeg, waar wierook wordt gebrand voor den afgod der jeueverflcsch. Door de daad moet gij propaganda maken. Door uw voorbeeld gij vooral, die uw woord gegeven hebt. Gij zijt de keurbende in den strijd. Als de oude garde van Napo- leou van welke men zeidequi meurt, mais ne se rend pas Als een rot9 zoo vast moet gij staan, ook als de golven der be spotting komen. Gij moet pal staan, nooit wijken, «at er ook geschiedde, gelijk de soldaten der garde te midden van den ko gelregen in de slag van Waterloo. Zij stonden. Ook gij staat te midden van spot en hoon. Ook gij staat en en blijft staan Oij moet mannen zijn van uw «'oord. Zijt gij dat niet, dan werpt gij een blaam op u en op uwe vereeniging. Dan sticht gij meer kwaad, dan tien anderen kunnen goed maken. Soms hoort men Och, wat baat het toch Kleinzicligen zijn het die zoo spreken, laffaards, nietsdoeners, doeze lenden, slapers. Wat gij zegt is een dek mantel voor uw kleinzieligheid, uw lafheid, uw nietsdoen, uw doezelen, uw slapen. Zij voelen, dat hunne kleinzieligheid hen nog kleiner maakt, dat hun nietsdoen hun geest en hart verstomt, dat er een slaap is die misdaad is. (Applaus.) Gij slaapt, terwijl het een feit is dat door het werken in 1899 tot 1900 de accijns met 53.01-1 verminderd is, dus met inillioenen borrels. En wordt de volksopinie niet gewijzigd Zal men zich ook buiten de Paulusvereeuiging niet voortaan tweemaal bedenken voor men in een deftig café des avonds een borrel bestelt En komen de slaapmutsjes niet stilletjes aan onder den rommel van opgeruimde kleeren Is het geen feit, dat menig jonge man uit den gegoeden stand thans, zonder dat zich een kelner er over verwondert, kwast of limonade bestelt, sedert d* studc 'en van de Utrcchtsche Universiteit hen voor gaan e Echo van het Zuiden rn tinigstraatsclie Courant, De Burgemeester der gemeente Waalwijk, roept bij deze op de natenoemen milicien vorlofgan gers dezer gemeente van de lichting 1898 en be hoorei.de tot het Ce regiment Infanterie, om op de dagen en plaataen achter ieders naam vermeld onder de wapenen te komen, als: A. H. van Eeten, 29 Juli 1901, te Geertruidenberg. J. J. van den Meijdenberg, idem. idem. H. C. van Heijst, idem. idem. G. van Veldhoven idem. idem. Waalwijk, 1 Juli 1901. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEltEN. Is het geen feit dat dc dames voortaan bij verjaardagen enz. huiveren een cognacje te nemen, uit vrees van de attentie te trekken en beur fatsoen te grabbel te werpen Dat is toe te schrijven aan uw optreden. Wij zijn er nog niet toch gaan wij voor uit. De moeilijkheden, die niet op een tooverslag verdwijnen, zullen wij stuk voor stuk opruimen. Dan zal bestaan een ge zond sociaal leven, eene gezonde sociale actie. Sommige stukkeu granietblok bieden nog aan alle hamerslagen weerstand. Zoo mis schien, ik weet het niet b. v. de Waalwijksche kermis. Mocht hier de drinkge woonte soms aanleiding zijn tot onmatigheid, zegt niet, daar is toch niets aan te doen. Waar mogelijk is eene processie, uitsluitend uit mannen te organiseeren, waar men dat aandurft tijdens de Kermisdagen en slagen zal ook, daar zal men ook er in slagen, als men mannen oproept, om dergelijke ge legenheden van onmatigheid te verwijderen. Aan zulke drinkgewoonte is wèl iets te doen. Gij vrienden moet met woord eu daad, met moed en volharding optreden tegen die drinkgewoonten. Dan vooral zijt gij mannen van woord, van eer, van fierheid en dapperheid. Dan zal de Paulusvaan wapperen in wijde banen en breedc plooien Dan zullen uwe strooibilletten regenen in alle huizen Uw waarschuwend woord zal spreken op alle hoeken der straten. Ver kondigt het zouder ophouden en overal weest matig op de Waalwijksche kermis. In alle landen van Europa is de matig heidsbeweging een punt van het program van alle regeeringen. Een punt, waarvan zich geene partij durft onttrekken. Maar wat zullen wetten baten als het volk niet medewerkt? En het volk zijn wij. Gij en ik. Ilooge en lage standen, geestelijk en leek, man en vrouw en kind. Het volk zijn allen. En Moutesqieu zegt zeer terecht de wetten moeten gegrond ziju op de zeden van het volk. Neen laten wij de eer van te strijden niet alleen aan de regeeringen, zelf moeten wij de eer opeischen. Dat is een sociale plicht. En daarom wil ik uit de laatste Encycliek „Graves de coinmuni re" een citaat aau- halen, dal vol kern en zin is juist voor de gegeven omstandigheden, waarin wij leven. „Van zeer groot belang is het, dat in zulk een gewichtige zaak dc gezindheid der Katholieken een eu dezelfde is, een en dezelfde hun wil en hun werkzaamheid.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 1