Nummer 59. Zondag 28 Juli 1901, 24e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste blad. MONOPOL THEE Op den Drempel van het Paradijs, ANTOON TXELEN, Theod. WESSELS, De nieuwe Maasmond De Zuid-Afiikaansche oorlog. Uitgever: Dit nummer bestaat uit twee bladen. Onverbeterlijk zijn geur en smaak der WAALWIJK. FEUILLETON. i «ss^BfflBKSöfëssessaaai Dit BIiid verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n n o m e n t s p r ij s per 3 maanden f 0.75. Franco per post door liet geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco tc zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. Advkrtbntikn 17 regels f 0.00 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven, worden finaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel ROTTERDAM. Verkrijgbaar bij den Heer Het ,/D. v. N.« bevat het volgende ar tikel. Bij 't scheiden der Tweede Kamer hield mr. Harte over deze kwestie een interpel latie, de vorige week hing ze in de Pro vinciale Staten.... waarin bestaat den toch die kwestie over den Nieuwen Maasmond, vraagt men her en der. We zullen trachten haar duidelijk voor te stellen. Oostelijk Noord-Brabant heeft, zooals men weet, sinds jaar en dag een droeven over last van hoog water. Dat euvel wil men trachten weg te leiden door een nieuwe bedding van de Maas. Het Rijk steunt de provincie bij deze poging door een geldelijke toelage van een millioen gulden. Maar Die verlegging van de Maas kan natuur lijk niet plaats hebben zonder verdere ge volgen voor westelijk Noord-Brabant. De Staten van ons gewest hebben der halve, om te voorkomen dat de belangen van westelijk Noord-Brabant zouden worden geschaad, met het Rijk een overeenkomst gesloten, waarin bepaald wordt, dat de opening van den nieuwen Maasmond niet inag plaats hebben, alvorens eenige werken ter bescherming van het westen dezer pro vincie, zouden zijn uitgevoerd. Nu zijn al die werken nog niet klaar. Maar voor een deel ervan maakt dat geen bezwaar tegen een spoedige opening van den Maasmond. Men is algemeen overtuigd, dat deze werken wel gereed zullen komen en spoedig ook. Een groote moeilijkheid is er echter. Wij willen alleen déze nader omschrijven en ons onthouden van een uiteenzetting der bezwaren, welke geen dadelijke hinder paal voor de oplossing der kwestie zijn. Dit alleen ter wille der vereenvoudiging van het vraagstuk Welnu, de groote moeilijkheid zit Tn hierin De belanghebbenden bij de Bieschbosch- landen vreezen, dat zij grooten last zullen krijgen van den nieuwen Maasmond, indien niet worden uitgevoerd de werkeu, welke zij noodzakelijk achten. De Regeering nu wil wel werken uit voeren, bekading van den Amer enz., maar niet zoo als door belanghebbenden, en ook door de Provinciale Staten wordt gewenscht. Nu komt er dit bij. De Regeering zegt, dat zij niet verplicht is tot het uitvoeren der werken, zooals deze door de Provinciale Staten worden gewenscht. Zij heeft nl. met onze Staten in 1880 een contract gesloten en dat verplicht haar wel tot een bekading, zegt ze, maar niet tot een zulke als men nu in Noord-Brabant wil. De Provinciale Staten willen echter geen andere. Door den heer v. Sasse v. Ysselt is een bemiddelingsvoorstel ingediend, maar dat is door de Staten verworpen. 't Gaat nu hard tegen hard. Er wordt wel aan de andere voorberei dende werken doorgewerkt, maar aan de bekading van den Amer enz. niet. De Bieschboschlanden willen een langere kade dan de minister zich verplicht acht te geven. Bovendien verlangen ze een kanaal en een schutsluis. De Regeering is hiertoe evenmin bereid. Daarin zit dus de kwestie de Provinciale Staten hebben ruzie met de Regeering over werken, aan de verlegging der Maas ver bonden en de ruzie houdt de opening van den nieuwen Maasmond tegen. Het oosten onzer provincie houdt voor- loopig den watersnood-plaag. Intusschen treedt de tegenwoordige Re geering dezer dagen af, en krijgen we dus een nieuwen Minister van Waterstaat. Of de Gedeputeerden met deze nieuwe Excellentie de onderhandelingen zullen her openen 't ls de vraag ot zij beter zullen slagen. Wij hebben in langen tijd geen Minister van Waterstaat gehad, die zoo royaal was als de heer Lely. Tramwegen hier, kanalen daar, de mil- lioenen gingen maar het land door. Zoo zelfs, dat dr. Kuvper in 't laatst der kamerzittingen nog poogde er een stokje voor te steken. En de al te groote vrijgevigheid van den keer Lely zelfs is aangevoerd als een ver wijt tegen deze Regeering. Toch heeft de heer Lely niet de bekading, het kanaal en de schutssluis toegestaan zooals deze door belanghebbenden worden gewenscht. 't Gaat hier om een werk, dat, volgens schatting, een millioen gulden kosten moet. En de hoofdingenieur ouzer provincie, de heer Rose, acht deze werken overbodig. 't Is dus zeer de vraag, of een nieuwe Regeering deze werken zal willen uitvoeren. Veie deskundigen achten ze heslist noodig voor de belangen van westelijke Noord- Brabant. Worden ze niet uitgevoerd, dan wordt, volgens dezer oordeel, de Maas tusschen Loevestein en Andel een doode rivier. Voor 't oogenblik is er niets te doen dan de kwestie te laten liggen tot er een nieuwe Regeering is. En dan moeten we maar afwachten, wat over deae hoogstbelangrijke zaak zal worden beslist. De Echo van het Zuiden, Waalwüksclie cis Lansslraatschc Courant, 47. Zoo was or ongeveer een hall uur verloopen. Terwijl Manon zich moeite gaf om de aanhoudende vragen der kinderen te beantwoorden, dook dicht bij haar assessor Buehhall op, die haar met een vriendelijk ♦goeden dag' begroette. *Ik heb u laatst reeds herkend/ ging hij snel voort, om haar in de gelegenheid testellen haie verlegenheid te overwinnen, ♦en ik kon de verzoeking niet weerstaan, om a aan te sprekenU bent daar tocb niet boos om, wel Misschien zou het meer bescheiden zijn geweest, te doen alsof ik u niet kende, maar ik blijf altijd uw vriend, zooals ook mijn aanstaande altijd met liefde aan u denkt ik zag u xooeven al toen u den weg afkwaamt." „Ik dark u." Manon reikte hem de hand. Ik heb Lucy medegedeeld, dat ik u op Wol- tersdorf heb ontmoet en zij;heeft mij opgedragen u te vragen of haar vader niete voor u zou kun nen doen?" ♦Neen," antwoordde Mauon, op zachten toon. Een kleine, pijnlijke pauze was ontstaan. Wanneer de wedrennen u intereseeren, wil ik u gaarne het verloop uitleggen." ♦Oom Buehhall, stap toch bij juffrouw Ritter iu den wagen, u kunt dan veel beter zien." De kleiue Lisa Woltersdorf klapte, bij dit voorstel, vroolijk in hare handjes. De assessor lachte en knikte het kleine, aardige meisje toe. Hij ging op de trede staan en leunde eenigszius tegen de kusser.s, terwijl hij daarbij over alle mogelijke dingen sprak, over de wed dingschappen, die waren aangegaan, over de paarden, over zijn meisje, over de hem bekende ciames, kortom over alles, maar niet over Brun- neck en NTerloops maakte hij melding van het engagement van zijn zwager en vroeg los weg ot het haar bekend was, dat deze zich met Lilly de lleesen lnvd verloofd. ♦Ik weet het sedert kort.' Een vochtigen glans kwam iu hare oogon. Als zij hem iemand had Betreurenswaardige tegenslagen aldus noemen de Engelsche bladen met moeilijk verholen boosheid de verovering van den spoortreiu bij Beaufort West, iu Kaapkolonie aan den spoorweg Kaapstad-De Aar, door het commando Boeren, onder Scheepers en de nederlaag, welke der colonne Crabbe in de bergen bij Gradock (aan den spoorweg Port Elisabeth—NaauwpoortBloemfontein) is toegebracht door Kritzinger's mannen. Deze twee nederlagen zijn van te meer bc- teekenis, daar Beaufort—West en Cradock beide liggen op dezelfde hoogte als Graaf Reinet, welke laatste stad door geneiaal French is gekozen als basis voor zijn eerste operatie tot opdrijving van de aanvallers naar de Oranjerivier. Deze twee nederlagen en de dubbele aanval der Boeren op Aber- den doen zien, dat de republikeinsche commando's zich met het meeste succès iu de middeudistricten der Kolonie blijven handhaven, dat zij gecombineeide, wel over legde aanvallen lichten op de voornaamste drie spoorweglijuen en dat zij door hun groote beweeglijkheid het troepencordon van generaal French de baas zijn. In deskundige kringen in Engeland is men het er dan ook vrij wel over eens, dat, zoolang de Britsche troepen zich niet met grooter snelheid kunnen verplaatsen dan de Boeren, alle pogingen, om dezen uit de Kolonie te drijven vruchteloos zulleu blijven. Ofschoon nog niet de bizonderheden be kend ziju over het gebeurde bij Beaufort West, mag toch veilig worden aangenomen, dat Scheepers daar een 110 man gevangen genomen heeft, terwijl er 3 gesneuveld zijn. Daar bovendieu de trein, naar uitdrukkelijk gemeld wordt, met voorraden was geladen, zonder dat Kitchener den aard hiervan nader aangeeft, bestaat cr alle redeu om te gelooven, dat Scheepers een in alle opzichten goeden slag heeft geslagen en zijn mannetjes, bene vens hen, die zich nog aansluiten, weer eens, zooals men dat noemt, goed io de wasch h eft gezet. En dit maakt meteen het later ontvangen beiicht van Lukin's overrompeling van het kamp van Latcgan ook al een rondzwervende Kaapsche „fielt" meneer Milner heel wat minder belangrijk. Want de 75 geweren en 100 patronen, die Lukin vermeesterd heeft, zijn bij Beaufort-West ruimschoots teruggekomen en de 105 paarden, die Lategan zou hebben verloren, zal Krit— zinger wel met zadel en al kunnen rempla— ceeren uit de 300 paarden van Crabbe, die op hol sloegen, terwijl deze dappere aan 't vechten was, en vóór de avond hem dwong op Mortimer „terug te trekken." Dan maakt men zich ook eenigszius be zorgd over de algemeene bewegiug in zui delijke richting, welke bij de Boeren iu Transvaal en den Vrijstaat sedert eenige dagen wordt waargenomen. Men vreest namelijk, dat de republikeinen die beweging zullen voortzetten lot ten zuiden van den Oranjerivier, in welk geval generaal French met ziin strijdmacht zou bekneld raken tus schen de Boerencommando's, die uit het noorden naderen en die, welke thans in de Kaapsche middendisiricten doende zijn. Deze mogelijkheid doet de Daily Express rondweg erkennen, dat de zaken in Kaap kolonie een zeer slechten keer nemen en dat men sedert eenigen tijd eer zou gelooven, in oorlog te zijn met de Kolonie dan met Transvaal cn den Vrijstaat. De toestand is reeds lang voorzien en men acht het in de Kolonie zelf zeer waarschijulijk, dat hij nog toegewenscht, dan zou het Lilly zijn geweest. „Is hij gelukkig vroeg zij, terwijl zij, bij het afscheid nemen zijne hand een tijdlang in de hare hield. ♦Hij wordt het iederen dag meer en meer, antwoordde hij, zonder haar aau te zien. Zij had nog zooveel te vragen maar het hart «onk haar in de schoenen, zij had er niet den moed toe. Zij knikte hem veelbeteekenend toe, toen hij zich, in de menigte, nog eens groetend tot haar wendde. Nadat het eerste d«r wedrennen was afgeloopen, trad cr een groote pauze in, waarin alles naar de restauratie holde, om iets te gebruiken. De kinderen begonnen over doist te klagen en Manon zond Jaques heen, om wat limonade te halen. Deze bleef zeer lang uit en toen hij terugkwam had hij een vuurrood gelaat en ledige handen. Ik heb mij half laten dooddrukken om een glas water te bemachtigen, de wanorde iu de tent is al te groot; zie eens juffrouw hoe ik zweet en nog heb ik niets gekregcu." Ilij nam zijn muts af en vertoonde zijn voorhoofd, waarop dikke zweetdroppels parelden. De kinaeren begonnen, bij dat troostclooze vooruitzicht luide te weeuen. FWij willen naar Mama toe," snikte de kleina Lisa. «Ja, wij zullen er zelf naar toe gaan.' Manon stond reeds op den grond en trilde de kinde en van den bok. „Wees «til Liesje, wij zullen zelf water gaan halen/ suste zij het schreiende kind. Het was vrijwel levensgevaarlijk, om zich tot 't buffet, waaromheen de menigte wild stond te dringen, te wagen. Manon zag er dadelijk de on mogelijkheid van in en nam snel een besluit. Zij wenkte Jacques, die hen gevolgd was en liet hem met de kinderen in een hoek van de res tauratietent postvatten. Met aanwending van al hare krachten, beproefde zij door do rijen voor het buffet heen te drin gen na vele vergeefsche pogingen, gelukte haar dit eindelijk, omdat eenigen galant genoeg waren om voor haar plaats te maken. Na cenig wachten kreeg zij een gla3 limonade en nam daarmee den terugweg aan. Maar bij den hoek, waar de kin dereu stonden, was liet tooneel totaal veranderd. De baronesse stond met de dames, in gezelschap van eenige heeren, onder wie zich Brunneck be vond, bij de kinderen en was vuurrood van woede. „Juffrouw Ritter, hoe durfdet u het wagen, de kindereu in het gedrang te brengen en hier alleen te laten staan/ riep zij verbolgen. Manon stond als aan den grond genageld, liet met zooveel moeite veroverde glas begon beden kelijk in hare hand te trillen, hare oogen vlogen angstig naar Brunneck, die haar aankeek, evenals de anderen.... een lange blik, waarin zij zich- zelve vergat. Alles begon met Mauon rond te draaien.... zij wilde spreker..... zij dacht na over de woorden, die zij zoo juist op de lippeu had gehad." Geef ons de limonade!" smeekte de kleine Lisa en greep naar het glas. .Geef de kinderen het glas cn maak dan wat voort; er is eeu onweder in aantocht, we moeten maken, dat wij wegkomen. Jacques.... waar is Jacques?' De barones scheen al iu een zeer slechten luim te zijn en den bediende in het ge heel niet te zien, die reeds met zijn gegalloneerde pet in de hand, voor haar stond. ♦Maak voort gang, maakt alles gereed! Zet de kap van ons rijtuig op juffrouwCRitter, wees zoo goed de zorg voor mijne moeder op u te nemen, die ik onder de hoede van een bekende, mevrouw Kolbert, heb achtergelaten de kinderen blijven bij mijU vindt mijne moeder op de groote tribunebreng haar direct naar den wagen." De barones had Manon reeds lang den rug toegekeerd en, met het hoofd halt naar haar toe gewend, gesproken. .Daar zie ik een leeg tafeltje; zullen wij niet iets drinken, ik heb een verbazende dorst/ zeido een van dc dames en wee3 op een ledige plaats in de tent, waar juist een gezelschap aanstalten maakte om te vertrekken. ,Ik ben bang voor het onweer. U woont allen hier dicht bij in de stadik hoor het reeda ▼oor de tweede maal donderen en nu sterker dan den eerste keer," sprak barones Woltersdorf afwijzend. «Maar ik versmacht van den dorst, beste baro nesse," lachte de dame. Manon luisterde niet verder, zij liep dwars over de renplaats, om langs den koristen weg de tribune te bereiken, waarop zich mevrouw Burk hart inoest bevinden. Onuitsprekelijke bitterheid en moedeloosheid vervuldeD haar hurt. Een krampachtig snikkeu vervulde hare borst en bare schreden werden onzeker. Zij vond mevrouw Burkhart niet, hoe of zij ook vroeg en rondkeek. zal verergeren. Toch blijft men zich iu hc Vereenigd Koninkrijk veel voorstellen van d heilrijke gevolgen van de terdoo lbrengin van gevangengenomen opstandelingen (èu I Somerset-East èn te Burgersdorp is er wei een opgehangen) en zelfs gewagen de En gelsche bladen reeds van lastbare resultate van deze uiterste maatregelen, wat eeu uieu bewijs is, hoezeer zij iedere Britsche ne derlaag door zelfbedrog .trachten weg denken. Uit een passage uit een telegram va lord Kitchener, meldende den aanval c den trein bij Beaufort-West, blijkt, hoe ong rust de Engelsche opperbevelhebber zelf over den toestand. Kitchener meldt, dat f een onderzoek bevolen heeft. Waarnaar Naar de wijze waarop de Boeren treine veroveren, of naar die, waarop de Eugelschr ze verdedigen De Boeren hebbeu sede het begin van den oorlog reeds zoove treinen buitgemaakt, laten derailleeren c vernield, dat Kitchener daaromtrent toe wel al een gevestigde meening moet hebbei zou men zoo zeggen. Op het overige deel van het oorlogsterre ziet het er voor de Britten niet beter uit de StaDdard-correspondent te Pretoria ver klaart dau ook, dat, als de Boeren den stri kuunen voortzetten tot September, de oorlc ongetwijfeld minstens weer een jaar 2 voortgezet worden. Deze meening wor gedeeltelijk ook gegrond op de omstaudighei dat, zoodra het ergste van den winter voor is, de Boeren weer overvloed van gras vo hun paarden zullen kunnen vinden en daa door hun mobiliteit nog verhoogd zal wordt De correspondent zegt, dat de paard der republikeinen er thans slecht aan toe zij dat vele Boereo niet bereden zijn en ander zeer jonge paaiden berijden, die nog ni tegen vermoeienissen bestand zijn. Daarom geeft de correspondent in ovet weging, de Britsche colonne te verdeelen detachementen bijvoorbeeld 500 man, n weinig transport, deze detachementen ondt ling voeling te doen houden, en in August de thans door de Engelsche troepen bered paarden te vervangen door veische dier» Al'.us zou het mogelijk zijn, uog voor Sej tember de Boerencommando's in onschad lijke troepjes uiteeu te zetteu. De Times zegt goede redenen te hebb om te gelooven, dat het bedrag, 't wt Roberts zal worden geschonken ter erkenni zijner diensten Engeland in Zuid-Afri bewezen, 1 0 0,0 0 0 bedragen zal. D motief voor deze ongetwijleld milde grati. catie heet de noodzakelijkheid om Robe en zijn erfgenamen in staat te stellen ove eeukomstig hun nieuwen gralelijken rang leven. Mevrouw Kolbert was vrijwel de eenigste, die zich nog niet haren man op de tribune bevond; deze was geheel radeloos cn ontsteld, juist, ter wijl zij haren man had begroet, die aan de wedrennen had deelgenomen, was mevrouw Burkhart haar ontsnapt. «Zonder woord of teeken te geven, heeft zij mij verlaten,' wee klaagde de dame. ,lk heb reeds de geheele buurt afgezocht en kon haar,niet vinden; zij wilde met alle geweld hier blijven, toen de barones zich naar de restauratietent begaf, en nu is zij ontko men ik ben er geheel van buiten mijxelve.' Manon snelde, zoo vlug hare voeten haar kon den drageD, de tribune af en door de aftrekkende menigte. „De wedrennen zijn uitgesteld, het tweede gedeelte van het programma kou niet worden uitgevoerd, hoorde zij velen ioepen en vertellen. Zij keek en zag overal rond, zonder een spoor van de oude dame te ontdekken. Zij doorzocht elke groep, vroeg iederen dienstman, maar niemand zei, dat hij de oudo vrouw in het zwarte zijden kleed had gezien. Daarmede was veel tijd verstreken cn toch was alle moeite tevergeefs geweast. Manon's hart begon angstig te kloppen. Wat zou dc baronesse zeggen Zware zweetdroppels vielen haar van liet voorhoofd, zij inoest om adem te scheppen, een oogenblik tegen een boom leunenhaar hoofd zonk op de borst en, bewusteloos, sloot zij de oogen. De bliksem eloeg snel om haar heer en allen in liet rond waren op de vlucht gedreven. Aan den overkant sloeg de staldeur in het slot, de rijknechten hadden de kostbars renpaarden in zekerheid gebracht. Voor de restauratietent werden de glimmend leoren gordijnen neergelaten.... heel in de verte hoorde mer de laatste klanken van raenschelijke stemmen wegsterven. Er klonk een knal door de lucht waarop een zonderling geraas, als dat van een knetterend geweervuur volgde. Doordringende gillen van angst weer klonken en, als een wilde bende vlogen dc uien- schen uit de tent in het woedende onweer en in den stortregen naar buiten. Ook Manon maakte eene beweging om te vluch ten, maar de krachten hadden haar verlaten, zij was niet meer in staat den boom lo» te laten. In donkere, vage omtrekken zag zij, als door een sluier, de gestalte van een man, die vóór haar opdook en een groote, warme mantel beschermend om hare »cboud«rs legde; zij wilde schreeuwen en toch zweeg zijhet loeiende onweer w te hevig. Da regen sloeg bij stroomen tegen lit bleek gelaat en gaf haar hare bezinning terug nu zag zij Ook duidelijk, wie haar redder wi Raimond Brunneckbeide zwegeD zij ;slec Manon's tranen vermengde zicli met den reg die over haar hoofd gootzijn hand trok d beschuttenden mantelkraag verder overhure ken, opdat zij geheel en al bedekt zou zi Daarginds is de bliksem ingeslagou, dc t< slaat in brand," sprak hij met bevende stem. En nu zag ook sij de vlammen zuilen omho stijgen, hoorde jammerende menschendie, door furiën gevolgd, het hazenpad kozen... zij hoorde weeklagen, roepen en weenen, en tc kwam zij wear geheel en al tot betinnii „Mevrouw Burkhart I" riep zij, slingerde d mantel van zich at en stortte voorwaarts mr ver kwam zij niet, Brunnecks hand hiold h( terug. ,Iioud u bedaard en kom niet te dicht dien chaos daar; ziet u dan niet, met welk t groote verwurring de menschen daar doorelki dringen Kom, ga met mij van hier, ti vrouw Burkhart is reeds lai.g in Wollersdt zij zat al in deu wagen, toen de baronesse n met de kinderen aankwam.' „Zij zijn alleD weg en ik klagend klo haar toon. Hij wendde zich haastig al,Ik h aangeboden voor u te zullen zorgen m wagen staat daar ginds bij dat eenzame logemo De koetsier is met paard en wagen in de schu geredenmisschien vinden wij daar nog c plaatsje om ons tegen den regen te beschuit die al sterker begint te gieten." Hij hulde hi opnieuw in den dikken mantel en sloeg, in 1 hondenweer, met haar den weg in naar h t dc hem aangeduide logement. Iiij had zich over het arme meisje erbarn dat verlaten naar hare meesteres zocht z karakter was t« edel, om, in een oogenblik v nood, klein te kuunen zijn. O, zij kende hem 1 door en doorl En, wanneer hij op dit oogenb had gezegd: .Kom, wij zullen van nu af 1 aan onzen levensloop tezamen afleggen, tot 1 het einde der wereld." zij zou zijn meegrga&r maar hij zeide dat niet, zijn hart sliep, zij he daarin geen plaatsje meer. Zij zweeg in het wustzijn van hare zware schuld tegenover h> (Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 1