Nummer 65.
Zondag lH Augustus 1901.
24e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste blad.
i Bil I if
MOROPOL - THEE
kïrZkteb.
IE
5
NTOON TIELEN,
Theod. WESSELS,
waalwijk.
Het Koolzaad,
Uitgever:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
De huishoiid-thee.
Bekendmaking.
FEUILLETON.
'i£r£S^3^S^S^X3SBk
De Echo van het Zuiden,
VulwQksehe en Lugstraatsebe Caarait
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdag a von d.
A b o n n e in e n t s p r ij s per 3 maanden f Ü.75.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advebtrntiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels eu
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeclige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
ROTTERDAM.
Verkrijgbaar bij den Heer
INRICHTINGEN,
welke gevaar, schade of hinder kunnen
veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Waalwijk brengen ter openbare kennis dat bij
hun besluit van 10 Augustus 1901 aan de heeren
M. Vissor te Pupendrecht en J. Smit ie Oud-
Beierland, en hunne rechtverkrijgenden, vergun
ning is verleend tot het plaatsen en in werking
brengen van twee stel pompmachines, waartoe
lullen dienen 2 stoomketels van 12 en 15 paar
denkracht en zulks in een gebouw staande
alhier, kadaster sectie B. no. 909.
Waalwijk, den 12 Aug. 1901.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
De Burgemeester,
J. TIMMERMANS Wz. Wd. B.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
Indien er één macht Ier wereld is, die
zich laat gelden, dan is het die van het ka
rakter. Er moge gebrek aan ontwikkeling
zijn, aan begaafdheden, aan eigendom, aan
positie in de maatschappijtoch, indien er
een karakter is, dat uitmunt "door kracht,
zal het zich invloed weten te verzekeren en
eerbied afdwingen.
Wanneer men zich van Porto Vecchio in noord
westelijke richting naar het binnenland van liet
eil&ud Corsica begeeft, ziet men het terrein vrij
snel oploopen, en, na drie uur loopens langs
bochtige voetpaden, door groote rotsblokken ver
sperd en hier en daar van ravijnen doorsneden,
bevindt men zich aan den rand van een zeer
uitgestrekt kreupelbosch. Hier is het vaderland
de CorsicaanBche herders eu van degenen, die
met de justitie op geen goeden voet staan.
Men moet weten, dat de Oorsicaansche land
bouwer, om zich de moeite van het bemesten
zijner landerijen te besparen een zekere uitge
strektheid bosch in brand steekt zonder er zich
om te bekommeren, dat het vuur wel eens ver
der zou kunnen uitbreiden, dan noodig ia, want
in ieder geval kan hij staat maken op een rijken
oogst, wanneer hij zaait op den grond, die door
de aach en de overblijfselen der verbrande boomen
's vruchtbaar gemaakt. Wanneer de oogsttijd is
aangebroken, wordt alleen het graan binnenge
haald de aren en de stoppels van het gemaaide
fraan worden aan hun lot overgelaten omdat de
andbouwer nog altijd land genoeg voor zich
beeft, dat hij door den brand in het daarop
groeiend hout te steken, op gemakkelijke wijze,
in een vruchtbaren akker kan omzetten. Op het
vroegere bouwland ontwikkelt zich, door de wor
tels, die in den grond gebleven zijn, een welige
plantengroei en in weinig jaren is het geheel met
kreupelhout bedekt, dat zich somwijlen tot een
hoogte van zeven of acht voet verheft. Allerlei
boomen en struiken treft men er aan, sommige
°atworteld, over en op elkaar liggend, tooals
natuur goedgevonden heeft ze te rangschikken,
blechts met de bijl in de hand kan men zich een
"eg banen door dit kreupelbosch, dat zoo dicht
begroeid is, dat zelfs de schapen er niet in door
kunnen dringen.
Als een Corsicaan een moord op zijn geweten
heeft, kan hij een veilige schuilplaats vinden in
Karakter is macht, is invloed. Als ieder
een zich inspant, dan zal hij, die een ka
rakter heeft, oprecht-, standvastig, 't meeste
succes voortbrengen.
De een spreekt met overtuiging en zijn
woorden zijn een gebod, dat men zich haast
met vreugde te gehoorzamen. Een ander
spreekt weifelend en doet slechts de vraag
opkomen of zwijgen niet beter ware ge
weest.
Wij kunnen de kracht van een machine
berekenen tot in de kleinste bijzonderheden.
Haar kracht kan even nauwkeurig bepaald
worden als de temperatuur eener kamer.
Maar wie kan de kracht bepalen Van iemand
met een overheerschend karakter
Vernemende dat Napoleon een lange,
donkere gang zou doorgaan, verborg zich daar
een jongmensch om den wreeden overwel
diger zijns lands te dooden. Toen de keizer,
in gedachten verdiept, met gebogen hoofd
naderde, hief de jongeling zijn wapen op,
legde met vaste hand aan en was op het
punt op den trekker te drukken, toen een
licht gedruisch zijn tegenwoordigheid verried.
Napoleon keek op eu omvatte met één blik
zijn gevaarlijken toestand. Hij sprak geen
woord, maar keek den jongeling strak aan,
met een glimlach van trotsche uitdaging op
z'n gelaat. Toen ontviel het wapen aan de
krachtelooze hand en de held van honderd
veldslagen ging zwijgend verder, terwijl z'n
hoofd weer op de borst zonk en z'n ge
dachten zich opnieuw met staatszaken be
zighielden. Voor hem was het slechts één
voorval in zijn leven, dat zoo vol was var
gebeurtenissen, niet dan een persoonlijke
overwinning, die spoedig vergeten werd te
midden van de veldslagen, die de wereld
deden schudden op hare grondvesten, dooi
den donder zijner zegevierende legioenen.
Voor den jongeling echter was het een er
varing voor zijn geheele leven, een vernie
tigend gevoel van eigen minderheid, verge
leken met het verbazend karaktergewicht
van een man, die de kracht van elke spier,
van elk vermogen ontwikkelde en benutte...
Een glimworm, die wedijveren wilde met den
bliksem
Wij bewonderen wijsheid, maar wij bui
gen ons hoofd voor een „man*, tot welke
stand hij ook behoore.
Macht is het groote doel der eerzucht en
slech's door een edel karakter kan iemand
een persoonlijkheid worden, krachtig genoeg
om mensehen en volken te roeren.
Wie van binnen onschuldig is, is vau
buiten gewapend.
het kreupelbosch vau Porto-Vecchio, wanneer hij
slechts gewapend ia met een goed geweer, kruit
en kogels, en niet te vergeten een bruinen man
tel met kap, welke als deken en als matras kan
dienst doen. De herders verschaften hem melk,
kaas en kastanjes. Hij leeft er volmaakt veilig
voor de nasporingen der justitie en voor de wraak
der bloedverwanten van zijn slachtoffer, tenzij
hij herkend en gegrepen zou worden, wanneer hij
zich naar de stad begaf om ziju ammunitie voor
raad aan te vullen.
Mateo Falcone woonde nauwelijks een halve
mijl van dit kreupelbosch verwijderd. Hij was
een man, die op het eiland vrij rijk genoemd kon
worden, en op zijn levenswijze viel niets aan "ie
merken. Hier en ginds op de bergen graasden zijn
kudden onder het toezicht van herders, een soort
nsraaden, en van deopbrenst kon hij ruimschoots
bestaan.
Hij kon ongeveer vijftig jaar wezen, was klein
maar stevig gebouwd, had gitzwart krulhaar,een
arendsneus dunne lippen, groote, levendige oogen
en een gele gelaatskleur. Zelfs in dit land, waar
zooveel goede schutters zijn, ging hij voor een
buitengewoon goed scherpschut'er door. Hij had
geen hagel noodig om een schaap neer te leggen,
want op honderd-twintig pas afstand zond hij
het een kogel in den kop of in den schouder,
waar men slechts wilde. Des nachts bediende hij
zich met evenveel gemak van zijn geweer als over*
dag, en men vertelde van hem het volgend staaltje
van bijna ongeloofelijke behendigheid. Op tachtig
pas afstand plaatste men een brandende kaars ach
ter een doorschijnend stuk papier ter grootte *aD
een gewoon bord. Hij legae zijn geweer aan,
daarna blies men de kaars uit eu na een minuut
gewacht te hebben, schoot hij in de grootste
duisternis diie vau de vier keer door het stuk
papier heen.
Hierdoor had Mateo Palcone zich grooten naam
gemaakt. Overigens was hij een even goed vriend
als een gevaarlijk vijand. Hij was gedienstig, gaf
aalmoezen aan de armen en leefde zoodoende met
iedereen in het district van Porto-Vecchio op
goeden voet. Maar men vertelde van hem, dat hij
in Corte, uit welke plaats zijn vrouw afkomstig
was, op een verschrikkelijke manier een mede
minnaar, die algemeen gevreesd werd, uit den
weg had geruimd. Tenminste men beweerde, dat
van hem het geweerschot afkomstig was geweest,
De gedachten en gevoelens van den man
van karakter, waarom zoo vel en zich als van
zelf scharen, hebben daardoor invloed op
allen, die denkeu en voelen.
Geschiedenis en biographic geven vele
wonderlijke voorbeelden van de bijzondere
bescherming, die mensehen van karakter
schijut te worden verleend.
Lees het leven van zoovele vóór-mannen
in den strijd voor vrijheid en beschaving,
hoe komt het wel dat zij de allergrootste
gevaren te boven kwamen
Karakter is bescherming.
In 1792 brak het volk de Parijsche ge
vangenissen open, die tot stikkens toe gevuld
waren met aristocraten en priesters. Deze
menschen vielen als liet graan voor de zeis
van den maaier. Maar te midden van hel
bloedvergieten, waaraan het grauw zich
overgaf met den wellust eens tijgers, ont
dekte een d zer den abt Sicard, die zijn
gansche leven had doorgebracht met liet
onderwijzen van doofstommen en dan ook
de „vader" dezer ongelukkigen genoemd
werd. De moordenaars 'beschermden hem
en droegen hem huiswaarts. Zelfs die
menigte boog voor de macht van waar-
acht igen adel van karakter.
Karakter is als kapitaal in deu handel,
hoe meer iemand er van heeft, hoe gemak
kelijker hij het vermeerderen kan.
Hoe weinig jongelieden zijn er, die be
vroeden, dat hun succes in het leven meer
afhangt van hetgeen zij zijn, dan van het
geen zij weten.
De wereld zoekt altijd naar mensehen,
die niet te koop zijn menschen, die eerlijk
zijn, gezond van het middelpunt tot den
omtrek, waar tot in het binnenste van hun
hart; raensc.ien, wier geweten even vast
staat als de naald, die naar het Noorden
wijstmensehen, die voor recht en wqar-
lieiJ opkomen, als aarde en hemel wanke
len die de waarheid durven zeggen en
daarbij de wereld vlak in de oogen kunnen
zien; die noch pochen, noch laf zijn; die
aarzeler» noch terugdeinzen die moed be
zitten zonder er zich op te verheffen die
hun boodschap op aarde kennen en die ver
kondigen die hun plaats kennen en ver
vullen die hun eigen vak kennen en be
hartigen die niet liegen en zich nooit aan
hun plicht zoeken te ontrekken die niet te
lui zijn om te werken, noch te trotsch om
arm te zijn die willen eten wat zij ver
diend hebben en dragen wat zij hebben
betaald, die niet bang zijn om neen te
zeggen en zich evenmin schamen met te
dat dien mededinger gedood had, toen hij zich
▼oor een kleinen spiegel, aan het raamgordijn
Opgehangen, stond te scheren. De zaak werd even
wel gesust en Mateo trad in het huwelijk.
Zijn vrouw Giuseppa hud hem eerst drie doch
ters geschonken, waarorer hij woedend was
geweest, en ten slotte een zoon, dien hij Fortunato
noemde. Deze was de trots en de hoop van het
gezin, de erfgenaam van den naam. De diio
dochters waren goed getrouwd; haar vader kon,
wanneer het noodig mocht wezen, rekenen op de
dolken en de geweren van zijn schoonzoons.
Fortunato was nog maar tien jaar oud, maar
scheen ten veelbelovende knaap te zijn.
Op oen raooien dag in den herfst verliet Mateo
met zijn vrouw voor dag en dauw zijn woning
om een kudde te gaan opzoeken, die op een opeD
plek in het kreupelbosch giaasde. De kleine
Fortunato wilde hem vergezellen, maar de tocht
wa3 te langbovendien was het goed, dat er
iemand aehter bleef om op hot huis te passen.
De vader weigerde dus.
Eenige uren nadat zijn ouders vertrokken
waren, toen de kleine Fortunato rustig in do zon
lag uitgestrekt en naar de blauwe bergen keek,
denkenden aan den eerst volgenden Zondag, wan-
n er hij naar zijn oom in de stad zou gaan, werd
hij plotseling in zijn overpeinzingen gestoord
door den knal van een schot.
Hij richtte zich op en wendde zich naar den
kunt, vanwaar het geluid kwam. Nog andere
schoten volgden, met ongelijke tusschenpoozen en
telkens dichter in de nabijheid. Eindelijk ver-
scheeR er op het voetpad, dat van de vlakte nsar
het huis vau Mateo leidde, een man, met een
puntige muts, zooais de bergbewoners dragen, op
het hoofd, in lompen gekleed, zich met moeite
Toortsleepend en steunend op zijn geweer. Hij had
een geweerkogel in de dij gekregen.
Deze man was een bandiet, een vogelvrijver
klaarde, die gedurende den nacht naar de stad
gegaan was om kruit te koopen, maar onderweg
in een hinderlaag van Oorsicaanscbe jagers,
regeeringstroepen, die politiediensten verrichten,
gevallen was. Na een heftige verdediging was hij
er in geslaagd een terugtocht te ondernemen,
voortdurend achtervolgd en van rots tot rota
met geweervuur bestookt door de jagers. Hij had
echter een te kleinen voorsprong op de soldaten
en de bekomen wonde belette hem tijdig het
verklaren „het kun tr niet af."
Lndewijk XIV vroeg aan Colbert hoe het
kwam, dat hij, die zulk een groot en volkrijk
land bestuurde als Frankrijk, niet in staat
was geweest zulk een klein gewest als
Holland te veroveren. „Omdat", zeide de
minister, „de grootheid van een land niet
afhangt van de uitgebreidheid van zijn grond
gebied, maar van liet karakter van het
volk.*
En wat zien wij thans in Zuid-Afrika
gebeuren
Zien wij daar niet het machtige Albion,
met z'n verpletterende overmacht van solda
ten en vcrdelgingsmiddelen, bijna wanhopige
pogingen tevergeefs aanwenden, om het
overschot van een klein maar karaktervol
herdersvolk te overwinnen en le vernie
tigen
Wij gelijken den insecten, die de kleur
aannemen van de bladeren en planten, waarop
zij leven, want vroeg of laat worden wij
gelijk het yoedsel voor onzen geest, gelijk
dt schepselen die in ons hart leven. Elke
daad van ons leven, elk woord, elke ge
dachte wordt als met een ijzeren pen in
het weefsel van ons bestaan geschreven. De
schimmen van onze verspilde krachten en
ledige uren verrijzen eenmaal voer ons, om
ons verwijten te doen en laten zich niet
bezweren. Hoe moeilijk is het te leeren
dat de appel niet ver van de stam valt
dat een distel, als er iets van groeit, altijd
een distel voortbrengt; dat soort altijd soort
zoektdat er een magnetische verwantschap
bestaat tusschen gelijksoortige dingen, die
hen onvermijdelijk bij elkaar brengt.
Een verbinding met het goede kan niets
anders dan goed voortbrengenmet het
kwade niets anders dan kwaad. Het doet
er niet toe hoe sluw, hoe geheim, het beeld
er van zal vroeg of laat in ons gelaat en
ons gedrag uitkomen. De afgoden van ons
hart kijken door onze oogen, doen zich
kennen in onze manieren en verraden hun
aanbidders. Onze makkers, onze liefde en
haat, onze worstelingen, overwinningen en
nederlagen, onze verkwisting, eerzucht, in
triges, eerlijkheid of oneerlijkheid, alle
laten hun onuitwisbare handteekeningen
achter op de vensters der ziel en worden
der wereld verkondigd.
Duistere harten werpen donkere schadu
wen op het gelaat, die al onze wilskracht
niet kan verdrijven. Daartegenover, welk
een glans op 't gelaat van hen, die hun
krachten aan hun wil wisten te onderwer-
pcu in hun streven naar zelfveiedeling.
kreupelbosch te bereiken.
Hij kwam op Fortunato toeloopen en vroeg
dezen
Zijt gij de aoon van Mateo Falcone.
Ja.
Ik ben Gianetto Sanpiero. De geelkragen
(de jagers droegen bruine jassen mei gele kra
gen) achtervolgen mij. Verstop mij, want ik kan
niet verder.
En wat zal mijn vader zeggen als ik u ver
stop zonder zijn goedkeuring?
Hij' zal zeggen, dat gij er goed aan hebt
gedaan.
Hoe weet gij dat?
Kom, verslop mij, gauw; zij komen daar.
Wacht maar tot mijn vader teruggekomen is.
Moet ik wachten 1 Vervloekt! Binnen vijf
minuten zijn zij hier. Kom, verstop mij of ik
schiet u dood
Fortunato untwoordde hem met de grootste
koelbloedigheid
Uw geweer is niet geladen en uw patroon-
tasch is leeg.
Maar ik heb nog een dolk.
Kunt gij dan harder loopen dan ik
Hij nam een sprong en stelde zich buiten hel
bereik van den vluchteling.
O, gij zijt de zoon van Mateo Falcone nietl
Aandors zoudt gij mij niet voor uw huis gevnn-
gen laten neiuen.
Het kind scheen getroffen te worden door deze
woorden.
Wat zult gij mij geven, wanneer ik u ver
berg? vroeg de kna>p, naderbijkomeudc.
De vluchteling tastte in eer. lederen zak, die
aan ziju gordel hing, en haalde er een vijf-francs-
stuk uit te voorschijn, dat hij waarschijnlijk
bestemd hud om er kruit van te koopen. Fortu
nato glimlachte op het zien van het geldstuk.
Hij greep er naar en zeide tot Gianetto:
Gij behoeft niet bang te zijn.
Dadelijk maakte hij in een naast het huis
9taanden hooiberg een groot gat. Gianetto kroop
er in het kind bedekte hem daarna zoodanig met
hooi, dat er slechts eene kleine opening over
bleef om door te ademhalen, zonder dut iemand
echter op de gedachte zou kunnen komen, dat
er een man onder het hooi verborgen lug. En
ten 9lotte verzon hij de volgende list: Hij nam
een kat met haar jongen en plaatste deze dieren
v^Onze manieren, onze houding, onze per
soonlijkheid vertellen de geschiedenis van
ons leven, ook al spreken wij niet.
Karakter komt altijd te voorschijn Diefstal
verrijkt nooit; aalmoezen verarmen niet, een
moord blijft niet achter steenen muren ver
borgen. De minste inmenging van een lengen
bederft onmiddellijk de uitwerking. Maar
spreek altijd en in alles de waarheid en
alle machten en krachten zullen op den
duur u te hulp komen.
De voorspoed van een land hangt niet af
van den overvloed zijner hulpbronnen, van
de sterkte zijner fortificatiën of van de
schoonheid zijner openbare gebouwen. Die
ioch bestaat alleen in het getal zijner ont
wikkelde godsdienstige burgers, in zijn
mannen van opvoeding, verlichting en ka
rakter, want alleen deze te zamen leveren den
invloed en kracht, die een volk verheffen
kunnen.
Niettegenstaande het koolzaad door
velerlei omstandigheden niet meer zoo veel
verbouwd wordt als vroeger, is de teelt
ervan in den laatsten tijd toch weer zeer
toegenomen en wanneer de oogst gelukt, is
het bij de tegenwoordige marktprijzen dan
ook een zeer loonend gewas. Ik zeg, als
de oogst gelukt, omdat het koolzaad vaak
bevriest. Het is dua een zaak van het hoog
ste gewicht, dat de planten voor den win
ter zoo slerk mogelijk gegroeid zijn, opdat
zij tegen de winterkoude bestand zijn.
Daarom zijn twee zaken noodig. Ten eerste,
dat het gewas zoo vroeg mogelijk gezaaid
worde, b.v in Juli of Augustus en ten
Iweede, dat het een rijke en oordeelkundige
bemesting krijge, naast een diepe bewerking.
Evenals tarwe, gerst en boonen is het
koolzaad een gewas voor kleigronden. Het
kan echter ook op niet al te drooge kalk-
houdende zandgronden worden geteelt, mits
deze ook overvloedig bemest worden. Dat
er stikstof en phosphores in den grond moet
zijn voor het koolzaad is algemeen bekend
en wordt dan ook genoegzaam in practijk
gebracht. Niet van algemeene bekendheid en
gebruik is de kalibemesting bij het kool
zaad. Die kalibemesting is toch bij het
koolzaad een absolute noodzakelijkheid en
wel om vijf verschillende redenen
lo. Het koolzaad heeft van alle stoffen
een rijke hoeveelheid noodigzoo is het
van algemeene bekendheid, dat stikstof en
op den hooiberg om de soldaten te doen geloo-
ven, dat zij het hooi hadden omgewoeld. Na dit
gedaan to hebben, bemerkte hij bloedsporen op
het voetpad bij het huis en hij haastte zich ze
zorgvuldig met stof te bedekken, w»arna hij zich
zoo kalm mogelijk weer in de zon ging liggen
koesteren.
Enkele minuten later stonden zes man, gekleed
in bruine uniformjassen mét gele kragen en onder
bevel van een luitenant, voor de deur van Mateo.
De aanvoerder van de troep was in zekeren zin
nog familie van Falcone, want op Corsica trekt
men de grens van bloedverwantschap veel wijder
dan elders. Hij heette Tiodoro Gamba. Het was
een volijverig politiebeambte, die door de ban
dieten zeer gevreesd werd, omdat het hem gelukt
was reeds verscheidene hunner in handen te
krijgen.
Goeden dag, neefje, begon hij, Fortunato
aansprekende. Wat zijt gij groot geworden Hebt
gij zooeven hier niemand voorbij zien g*an
O. ik ben zoo groot nog niet als gij neef,
antwoordde de knaap met onnoozel gezicht.
Dat zal wel komen. Maar, zeg mij cenS}
hebt gij hier niemand zien voorbijgaan
Uf ik hier niemand voorbij heb zien gaan?
Ja, een man met een puntige muts op vau
zwart fluweel en een rood en geel geborduurd
vest aan
Een man met een puntige muts en een rood
en geel geborduurd ve9t
Ja, antwoord mij gauw en herhaal mijn
vragen niet.
Vanmorgen is dc pastoor hier voorbijgegaan.
Hij vroeg mij hoe vader het maakte en ik heb
hem geantwoord
Wacht, snuiter, gij steekt den draak luct
mij 1 Zeg mij eens gauw waar Gianetto heengegaan
is, want hem zoeken wij en ik ben er zeker van,
dat hij hierheen gekomen i9.
et
e'
t
eet
(Wordt vervolgd.)