Nummer 66. Donderdag 22 Augustus 1901. 24e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. i in JIOSOPOL - THEE immmmm Ie Zuid-Afrikaansche oorlog, ANTOON TIELEN, Theod. WESSELS, Huwelijksgeluk. Uitgevuk: De huishoud-thee. WAALWIJK. Bekendmaking, FEUILLETON. Verkrijgbaar bij den Heer mm De Echo van het Waalwyksthe en Langstraatsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f 0.75. Franco per post door liet geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. ROTTERDAM. KAMERS VAN ARBEID voor bet leerlooiers bedrijf en het vervaardigen van schoenen te Waalwijk. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Waalwijk maken bekeud, dat de op heden vast stelde kiezerslijsten voor de bovengenoemde Kamers van arbeid ter Secretarie der Gemeente Toor een ieder ter inzage zijn nedergelegd, en dat tegen beliling der kosten, afschriften daar- ran verkrijgbaar zijn. Bezwaren tegen die lijsten kunnen binnen veertien dagen na heden worden ingediend bij Gedeputeerde Staten der Provincie. De bezwaren kunnen zijn ontleend aan het feit, dat de naam van den verzoeker of van eco ander, in strijd met de bepalingen der Wet op da Kamers van Arbeid of van het Kiesreglement mor die Kamers, daarop voorkomt, niet voor komt of niet behoorlijk voorkomt. De bezwaren kunnen op ongezegeld papier torden gesteld. Waalwijk, den 15 Aug. 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Burgemeester, J. TIMMERMANS Wzn., Wd. B. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Het Engelsche Parlement is voor vijf maanden met vacantie. De zitting is ge— iloteu met een „boodschap des kouings", waarin o ironie, volstrekt Diet meer gespro ken wordt van de koninklijke voorspelling, in Februari 11. gedaan, dat uiterlijk over enkele maanden de oorlog in Zuid-Afrika zal geëindigd zijn. Ditmaal verklaart Zijne Mr. Weerd zat met den arm onder 't hoofd aan zijn schrijftafel. Sedert vier jaar was bij notaris en had 't erg druk. Stil, peinzend, tuurde hij voor zich uit. Zooeven was Liesken bij hem geweest, eene trme vrouw uit de stad, om hem raad te "agen. Mr. Weerd was een edel mensch, die al len, welke in moeilijke omstandigheden bij hem kwamen, naar zijn beste vermogen, trachtte bij te staan ook dan, wanneer men, gelijk 't zoo dikwijls gebeurd, hem kwam 'preken over zaken, die niet tot zijn ambt bekoorden. Lieske had vroeger bij de famie- 'ie Weerd gewerkt. Thans kon ze dat niet meer doen, omdat ze was in „verwachting." Dezen middag was ze bij hem geweest en W hem de droevige omstandigheden, waar 'n haar huisgezin verkeerde, blootgelegd. Haar man was zonder werk en haar oud ste toon, die al zestien jaar werd, zou ook zoo Taag wat verdienen en verlichten de druk- ende zorgen zijner ouders. Medelijden had e edele Weerd met die arme menichen, 'ooral met Liesken, die geen kleertjes zou ben voor 't kindje dat geboreu moest *orden. Plotseling dacht hij aan Mary, zijn eigen 'lof vrouwtje, en toen voelde hij opeens, dat hjj moest redden de arme Liesken en dat bij haar moest verschaffen de kleertjes voor Majesteit -leukweg, dat de oorlog voortduurt omdat Transvaal en de Vrijstaat zulke uit gestrekte en bergachtige landen zijn. Eigenlijk had de formule moeten luiden „Wij zijn er nog altijd niet iu geslaagd de Boeren ten onder te brengen, omdat hun gering aantal krijgers, die zóó bewonderens waardig een edele zaak tegen onze enorme legers verdedigen, zich niet willen overgeven. Wij (de koning) kunuen ditmaal niet hopen of verwachten, dat het parlement, als het weder bijeenkomt, den oorlog geëindigd zal vinden. Intusschen lijkt het zeker, dat Chamberlain het Parlementlooze tijdvak zal gebruiken om in den oorlog de meest laaghartige en alle volken recht schendende maatregelen te nemen, die zijn boos gemoed en zijn wrok hem maar ingeven. Wordt in de Daily Mail en de Globe, zijn lijfblad, niet reeds gevraagd de Boerensoldaten buiten het „gemeene recht" te plaatsen en wie gevangen wordt als een bandiet te fusileeren En heeft Chamberlain niet reeds van bandieten en buiten de wet gestelden gesproken Wat de Boeren tegen de Engelsche maal- regelen zullen doen is niet twijfelachtig zij zullen den strijd met eerlijke middelen en op nobele wijze voortzetten. President Krugtr heeft voor de vierde maal de bekende aan biedingen tot het orgauiseeren van een ka— pervaart afgewezen. Tot maatregelen van onrechtmatige wraak zijn de Boeren nooit te vinden geweest, hoe beueden alle recht en menschelijkheid de Engelschen ook gehandeld hebbeu van den Jamesou-inval af tot dezen dag schending van contracten en verdragen, groudroof, verbranden van hoeven en andere privé— eigendommen, inrichten van martelkampen, moord op Boerenkrijge s, bedreiging van den vijand op de meest ignobele manier, tegen al deze rechtschennis hebben de Boeren steeds het recht gehandhaafd eo nimmer een wraakidee gekoesterd. Men houdt vol dat de Kaapvaart zonder goedkeuring van de Boeien zal begonnen wordeude Boerenregeering zal er dan althans geen deel aan hebben. Inmiddels is de Engelsche kroonprins met zijn vrouw in Kaapstad aangekomen en men heeft hen feestelijk kunnen ontvangen met de verblijdende en gedachte mededeeling dat het French en zijn leger, na vele weken „goed werkgelukt is 50 of 100 Boeren van de 7000 4 8000 invallers over de Oranjeri vier terug te drijven. En in afwachting, dat deze groote victorie bevestigd wordt, kan men zich illusies maken over aanstaande gebeurtenissen op de greus van Zoeloeland en Natal, waar Walter Kitchener een Boeren leger van 4000 man onder bevel van Louis Botha heeft ontdekt, wellicht met het plan Natal binnen te vallen. Een geregeld leger Advertentiën 1 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden Smaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclame» 15 cent per regel haar kleine wichtje en dat hij meer moest doen, ja, zoo mogelijk vader en zoon werk geven. Als hij den vader eens nam voor het loopwerk van zijn kantoor, dat nu door een der klerken werd gedaan. En den zoon kon hij misschien ook aan eene be trekking helpen bij zijn vriend, dokter Werner. Ja, ja, dus moest hij handelen; het was zijne hooge heilige plicht, waar hij kon, smart te lenigen, ellende weg te ne men Hij zou nu maar eerst naar Werner gaan, die had zoo'n nobel hart, die zou zijn ver zoek niet weigeren. Eerst moest hij liet echter aan Mary zeg gen, dat hij voor 't middagmaal nog even tjes wegging voor zaken." Vlug is mr. Weerd opgestaan en heeft de groote suitedeuren geopend. Ginds aan de zware eiken tafel zit het jonge vrouwtje. Glimlachend ziet ze op van haar werk, als heur man binnentreedt; ineens komt er iets van groote teederheid iu hare schoone blauwe oogen en terwijl ze zegt: „kijk es, Wim, hoe snoezig", houdt ze een heel klein hemdje in de hoogte. Snel gaat hij Daar haar toe en kust haar heel zacht op het voorhoofd. Hij weet, waarvoor ze werkt met zooveel liefde „Mary, ik moet nog even uit, maar ik kom spoedig terug, 't Is voor zaken.* „Goed, lieve*, antwoordt ze en reikt hem haar elegant handje. „Heusch spoedig terug komen hoor, an ders krijg je vanmiddag niets, voor je straf.* „Ja deugniet*, antwoordt hij, haar nog dus, aangeroerd door den opperbevelhebber enkele dagen nadat Chamberlain gesproken heeft van „rooveis* en „bandieten*! Dat de annexatie door Engeland nog ner gens wordt erkend, is nog dezer dagen in S'. Petersburg duidelijk gebleken. Aldaar was ter gelegenheid van het huwelijk van grootvorstin Olga—Alexandra, oudste zuster van den czaar, met den prins van Olden burg, ook genoodigd jhr. Van der Hoeven, secretaris van de Traosvaalsche legatie. Om dat jhr. Van der Hoeven nog niet aan den czaar was gepresenteerd, luidde de uitnoo— diging alleen aan den particulier. Maar wat gebeurt De Engelsche gezant, sir Scott, hoort er van en beklaagt zich bij graaf Lams- dorff, minister van buiteulandsche zaken, die op zijn beurt den czaar van het beklag in kennis stelt. En... de czaar zeudt dadelijk een geheel officieele uitnoodiging met rang en titels aan jhr. Van der Hoeven als vertegenwoordiger van Transvaal. Hoe de Engelschen te moede waren, kan men zich voorstellen. Zij wendden rouw om koningin Victoria voor en bleven van de huwelijks plechtigheid weg. Dat niemand evenwel de dupe vau dit voor wendsel kon worden, blijkt uit een verklaring van den Duitschen gezant, dat hem en den zijnen de rouw om keizerin Frederik niet verhinderde te komen en dat in Berlijn nog steeds de vertegenwoordigers van de Zuid- Afrikaansche Republiek bij alle officieele plechtigheden worden genood. Men erkent dus noch te Berlijn, noch te St.-Petersburg, de annexatie der republieken. Veel nieuws is er van het oorlogsterrein niet. De Engelschen melden alleen wat zij kwijt willen wezen en dat schijnt nog niet de helft van de waarheid. Uit de verliezen— lijst blijkt, dat er den 13den dezer gevochten is te Lijdenburg, dat de Boeren nu weer in bezit hebben en dat de Engelscheu drie doo- den verloren. Ook verdient opmerking dat on der de steden, waarheen de regeering geen verantwoordelijkheid ten opzichte van denjtele— gramdienst aanvaardt, ook behooren Nijl stroom, Pietersburg en Lijdenburg 1 En verder alle plaatsen, die niet aan den spoorweg liggen. Er moet een levendige briefwisseling tus- schen Botha en Kitchener gevoerd worden, naar aanleiding van de laatste Engelsche proclamatie. De meeste Boerenaanvoerders verscheuren de ontvangen exemplaren na ze te hebben gelezen of niet gelezen, maar zij verklaren niet van zins te zijn zich er iets aan te storen. Volgens den Standard zal president Kruger prolesteereu bij de mogendheden en dat wel op grond van art. 17 der Haagsche Conven tie, waarbij het confisqueeren van particulieren eigeudom verboden wordt. Kruger zal de gevolgen van deze wetachennis, voor zoover zijn verantwoordelijkheid gaat, overdragen op ■HS" eens vriendelijk toeknikkend, „ik ben heusch gauw terug." de mogendheden, die toelaten dat de inter nationale wetten zóó door de Engelschen worden geschonden. Het laatste rapport uit de martelkampen geeft aan dat thans „bewaakt en verzorgd" worden 118.397 personen, waarbij 93 940 blanken en 24.457 kaffers en dat ondanks de verzorging" in één maand, het totaal aantal dooden 1675 bedroeg, waarbij 1412 blanken en 263 kaffers. Ziehier een beschouwing van den correspon dent der Times te Welverdiend, in Z. A R., over den toestand in het laatst van Juli (de brief is van den 22en Juli) Na een paar wekeu werkeloosheid begint het derde gedeelte van den winterveldtocht. Die werkeloosheid was overigens slechts schijnbaar: de troepen werden naar hun nieuwe operatie terreinen gezonden. Er zijn op dit oogenblik minsten 60 afdeelingeo ie velde, elk tusschen 200 eu 2000 man sterk Ze kuuuen iu drie groote groepen verdeeld wor den die van westelijk Transvaal, zuidelijk „Oranjerivier" en de Kaap. Voor het tegenwoordige is, geloof ik, he: zwarte punt van den toestand in deze laatste kolonie te zoeken. De iuval is er een open wond gebleven sedert de Wet, Steyn en Hertzog in Maart 1.1. over de grens van de Kaapkolonie geworpen zijn. De jonge Krit- zinger en zijn flinke onderbevelhebbers zijn er iu geslaagd alle pogingen tot vervolging te verijdelen, en nu en dan rooftochten tc maken die, op zichzelf van tamelijk weinig beteekenis, hun gelegenheid gegeven hebben, nieuwe krachten te verzamelen. Het feit dat die „roovers» zich daar zoo gemakkelijk kunnen handhaven heeft, in zekeren zin, meer dan opgewogen tegen het succes van gene raai Plumer bij het verijdelen van den grooten inval in het laatst vau het vorige jaar. Kitchener sein t 19 Augustus uit Pretoria Gisterochtend was een afdeeling, bestaande uit Zuid Afiikaansche politie en Morley's verkenners, ongeveer 150 man s'.eik, onder bevel vau kapitein Wood in de richting van Bronkhorstspruit uit hun postenlijn ten zui den van de Elandsrivier getrokken. Bij Mid delburg verrasten zij een sterk Boeren kamp en 23 Boeren werden gedood. Wegens de groote overmacht van den vijand, die op 6 tot 800 geschat werd, kon Wood zijn succes niet voltooien, en gedurende den terug'ocht kreeg hij een doode en 6 gewonden, onder welke kapitein Morley, ernstig gewond, ter wijl 15 man vermist werden. Officieren en soldaten gedroegen zich prachtig. De vijand moet een grooter verlies gehad hebben dan 23 dooden. Het Freeman's Journal maakt een onder houd openbaar, dat William Redmond, het parlementslid, onlangs met president Kruger Een half uurtje later is mr. Weerd weer thuis. „Niet spoedig weerom vraagt hij. „Dat kan ik nu juist niet zeggen*, ant woordt schalks Tjonge vrouwtje; „je bent zeker naar de „soos* geweest? Enfin, dat zijn misschien ook „zaken „Maar lieve, hoe kan dat nou, in één half uur héén en terug naar de „Witte*. „Stil, stil, mijnheer, niet zoo'n groot woord zegt ze met een komisch deftig gezichtje. „Als je nu belooft, van avond heel lief thuis te blijven en geen „zaken* meer te gaau doen, zal ik me nog maar eens over ontfermenze dreigt hern met den vinger en wipt onmiddellijk de kamer In korten tijd is het diner afgeloopen, gelijk 't doorgaans geschiedt bij menschen, die een hooger doel hebben, dan „eten en drinken.* „Nu zal ik toch nog even weg moeten, Marx." „Hé,* zegt ze, teleurgesteld een beetje. „Ik zal je vertellen waarom", antwoordde hij, glimlachend, ernstig toch. „Dezen middag was Liesken hij me. Haar man en zoon zijn zonder werk en ze heeft niets voor 't arme schepseltje, dat spoedig moet komen." „Mary's oogen zijn vochtig geworden ze denkt héél even aan het kindje, dat zij zelf draagt onder haar trouwe hart, dat is vol toewijding en zich reeds geheel „hart- van-moeder gevoelend. „Nu zal ik deu vader nemen als looper voor 't kantoor en den jongen heb ik als huisknecht geplaatst bij onzen goeden Wer ner. Daar straks bezocht ik hem en aan stonds was hij bereid te doen, wat ik hem vroeg. Liesken weet echter nog niets ik wil de arme, brave vrouw er mede gaan verrassen Aandachtig had Mary geluisterd naar zij ne woorden, die heel diep waren doorge drongen in haar hart eu toen hij opstond om zijn edel werk te gaan verrichten, trok ze hem naar zich toe en hield hem lang in hare omarming, die was een symbool ran „trotsch op hem zijn." In eene der armoedigste straten der stad woont in een nederig huisje Liesken met haar mau en kinderen. Ze heeft de kleinen reeds ter ruste ge legd; ze wareu zoo druk met huil spel van „geheel-kinderen-zijn", die nog niet kunnen voelen de smarten van het leven; wier hartjes nog den zoeten vrede genieten van 't onbekend zijn met het groote Leed, dut daar is, overal in de wereld Liesken met haar man en oudsten zoon zitten treurig, bij elkander, pratend over de toekomst, die zoo duister is, zoo héél duis ter! Groote tranen zijn in de oogen der arme vrouw, die bij al haar lijden nog heeft die pijnlijke, angstige zorg Plotseling wordt de klink der deur opge licht en mr. Weerd treedt binnen. Verschrikt zijn de arme lieden opgespron- heefi gehad. De President zeide, dat hij de Ieren als broeders in de verdrukking be schouwde eu hoopte, dat zij zouden voort gaan de zaak der gerechtigheid te steunen. Kruger c ntkende. dat er een samenzwering bestond om de Engelschen uit Zuid Afrika te verdrijven. Verder verzekerde hij, dat alle bepeikingen aangaande het bekleeden van openbare ambten door Roomsch—katholieken door den Volksraad opgeheven waren. De President had weinig vertrouwen iu de be loften der Engelschen. Met betrekking tot de toekomst zeide hij, te veitrouwen, dat God ter rechter ure zoude zeggen Tot hiertoe en niet verder Aangaande Kitcheners proclamatie zeide Kruger „Mijn volk zal geen vrees worden aangejaagd door redevoeringen en proclamaties. Deze dingen kunnen hen alleen aanmoedigen om door te vechten. De Eugelschen hebben Kaffers tegen ons gewapend van den begin ne af, zooals in de eerste dagen van deu oorlog te Derdepoort. Wij hebbeu nimmer gewapende Kaffers gebruikt.,, Engelsche gruwelen. Iu de Daily News" vindt men ook nog een sprekend staaltje van de bekende Engel sche humaniteit. Het is weer een Engelschmau de heer Hugh Campbell, die het bericht. Een vrouw met haar zoontje werd uit haar huisje gedreven en dit vervolgens in brand gestoken. De heer Kugh Campbell, was on machtig dien gruwel te verhinderen De vrouw had een gewonden landgenoot verbonden. Dit was haar misdrijf. „Dit is," riep zij uit, wijzende op haar brandende hoeve, »het werk van die Australiërs. Zij zijn geen sol daten, maar brandstichters eu dieven." Haar gezicht was loodkleurig, haar oogen fonkelden van woede. Zij legde haar hand op het hoofd van haar kind en zeide „Mijn jongen Otto, is nog maar tien jaar oud, maar ik zal blijven leven, om hem eenmaal met het geweer in de vuist te zien eu zijn gehoonde moeder te wreken." Nog een soortgelijk staaltje, meegedeeld door een Transvaalsche vrouw, die dezer dagen is aangekomen, en onder een bedrie- gelijk voorwendsel door de Engelschen werd weggezonden, omdat zij haar mond niet kon houden. Zij verhaalde van een ziekelijke vrouw met vijf kinderen, die bij Pretoria woonde, en onlangs op bevel der Engelschen haar huisje moest ontruimen. Er werd geen tijd gelaten iets mede te nemen. Gehuld iu een deken kroop zij met haar kinderen, waaronder nog een zuigeling, naar een nabij- gelegen)boschje, waar zij zich verborg. Zij zag daar haar woning iu vlammeu opgaan. Eeist vijf dagen later kwamen de wagens langs de plek die »de beschermelingen" van Engeland opnamen om ze naar een der kampen te gen, niets begrijpend van 't hooge bezoek. De notaris doet echter, alsof hij hunne ver legenheid niet merkt, en begint: „Heddings, dezen middag is je vrouw bij mij geweest en heeft mij de droevige om standigheden, waaronder jelui verkeert, bloot gelegd. Ik wist zoo dadelijk niet op welke wijze ik het best kon helpen; spoedig echter werd 't mij klaar, hoe ik moest handelen, en ik kom je nu eens zelf den uitslag mededeelen. „Jij kan morgen reeds bij mij op 't kan toor komen eu je zoon heb ik reeds geplaatst, als huisknecht, bij dr. Werner. Kom, wees nu maar vroolijk, alles zal thans wel beter worden In ademlooze stilte hadden de arme lie— deu geluisterd en toeu mr. Weerd ophield, bleven ze nog een oogenblik als versuft zitten, in een toestand van nog-niel-goed- begrijpen waar toch zoo'n groot geluk opeens vandaan kwam. Snel maakte de notaris van dit moment gebruik. „Liesken", zeide hij gehaast, „mijne vrouw zal je morgeu kleertjes sturen voor je kleine kindje." Toen, voordat ze hem kouden bedunken, had hij het huisje verlaten en was op straat. Langzaam hief hij het hoofd omhoog eu keek naar deu stillen vreedzamen sterren hemel. Het was, alsof zijne ziel in hem „juichteHij had het gevoel van te heb ben welgedaan zonder egoïsme, zouder ht t willen aanspraak maken ep vergelding; al léén omdat „wel doen" was plicht, hooge heilige plicht Al wie voor weldoen dank begeerde was onredelijk, onwaar, zoo dacht hij in zijne

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 1