Nummer 75. Zondag 22 September 1901. 24e Jaargang Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen. Eerste blad. IONOPOL - THEE eKB&VIKW. DE PERS OVER ÖE TROONREDE ANTOON TIELEN, Theod. WESSELS, Uitgever: Dit nummer bestaat uit twee bladen. in korten tijd groot suc- WAALWIJK. Bekendmaking. FEUILLETON t. Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonno ra e n t s p r ij s per 3 maanden f 0.~5. Franco per post door liet geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. Advebtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootr letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Zij die zich voor ipiF het volgend kwartaal abonneeren, ontvan gen de in deze maand nog ver schijnende nummers GRATIS. ROTTERDAM. )S. Verkrijgbaar bij den Heer NATIONALE MILITIE. NATIONALE MILITIE. Vrij algemeen schijnt de indruk te zijn, dat de Troonrede een belangrijk stuk is, waarvoor ook de tegenvoeters der nieuwe regeering respect moeten hebben. De Tijd besluit bare beoordeeling aldus Het beden ontwikkelde program is geen program voor een enkel zittingjaar, doch minstens voor een geheele vierjarige periode van wetgeving. Wij zeggen minstensimmers, mocht bet de tegenwoordige Regeering gelukken in vier jaren alles tot stand te brengen wat in deze Troonrede wordt aangekondigd, de vruchtbaarheid van haren arbeid zou die van al bare voorgangsters te boven gaan. Zouden zelfs na vier jaren sommige pun ten onafgedaan zijn gebleven, terwijl het grootste gedeelte van haar program was ten uitvoer gelegd, ook dan zou dit Kabinet allerminst eenige blaam deswege kunnen treffen. Met vertrouwen zou het van de Neder - landsche kiezers mogen verlangen, dat bet door ben in staat werde gesteld, rustig en met bekwamen spoed zijn schoone en nut tige taak af te werken. Het Centrum noemt De Troonrede „anders dan anders-1, om met de Standaard te spreken. Men berkent er de hand in van een krachtige persoonlijkheid. Zij geeft veel en velerlei multa, maar tevens raultura. Wel niemand zal, na de lezing ervan, kunnen ontkennen dat bij de nieuwe regeering het ernstig verlangen voorzit de band flink aan den ploeg te slaan en trouw de beloften na te komen, bij de geopende stembus afgelegd, 't Zou waarlijk ironisch worden nu nog te spreken van een vperiode van stilstand//, die aan staande is. Wellicht zal men bet thans over een anderen boeg gooien en zeggen, dat het Kabinet te veel hooi op de vork neemt. Qui irop embrasse, mal étreint. Wij zijn echter van oordeel, dat biervoor al evenmin vrees kan bestaan. Het zijn geen onmoge lijke zaken, die door de regeering aan de orde worden gesteld, Van de meeste kan men zeggen, dat de voorbereiding ervan (zij 't dan ook ten deele buiten de Kamer reeds is begonnen en de publieke opinie er zich min of meer mede heeft kunnen vertrouwd maken. Trouwens, dat het re- geeringsprogram, waarmede de nieuwe par- lementaire periode thans is geopend, bij de groote meerderheid des volks instemming zal vinden, staat bij ons vast. En zulk een inoreele sti un beteekent ook iets. Onze indruk van de Troonrede bevestigt in ons het vertrouwen op de toekomst. De woorden, heden door de Koningin gesproken, openen een verschiet- van vruchtbare werk zaamheid. En wat daarbij ook weldadig aandoet is bet christelijk cachet, dat op bet geheel is gedrukt. De toon is inniger, veel minder dor en conventioneel dan gewoonlijk, en do regeering blijft doordrongen van baren plicht, om niet slechts in de stoffelijke, maar ook in de geestelijke behoeften te voorzien. Dat zulks op ondubbelzinnige wijze werd te verstaan gegeven is zeker niet bet minst verblijdende van deze eerste Troonrede onder het nieuwe bewind der Rechterzijde. De Niemoe Rotterd. Courant eindigt baar artikel aldus Over de in de Troonrede aangekondigde voorstellen zal later gelegenheid zijn tot bespreking, fourneer ze in een bepaalden vorm aan de beoordeeling zijn onderworpen. 'Thans imfkeu wij alleen op, dat naast plannen, die onzerzijds beslist zullen wor den bestreden, er verscheidene andere zijn, waarbij medewerking met deze regeering niet is uitgesloten. Waar de inhoud dezer voorstellen dit toelaat, zullen zij ongetwijfeld ook op den steun onzer geestverwanten mogen rekenen. Het Handelsblad besluit zijn artikel al dus Kan zij (de reg.) op onzen loyalsten steun rekenen bij vele maatregelen, die ook door een liberaal bestuur zouden zijn voor gedragen of inderdaad van het vorig Kabinet ofkoinstig zijn, wij hopen ook niet te kort te schieten in onzen plicht omt geen wij voor 's lands welzijn iu hare plannen verderfelijk achten, zoo mogelijk te keeren. Het Utrechtsch Dagblad schrijft o. ra Het argument als zou de liberale partij tijdelijk te zeer gedesorganiseerd zijn om met kracht oppositie te kunnen voeren, be hoeft, dunkt ons, niet te gelden. Loyale medewerking wordt immers uitge lokt door de onderwerpen zelf. Men geve de partij, die aan de stembus overwon, nu ook in de uitoefening der regeeringataak a fair chance. Knibbelen op kleinigheden, tactische spa ken steken in bet wiel van de regeerings- wagen, het zou de sympathie voor de libe. raleu niet kunnen vergrooten in den lande. Moge van alles wat in de troonrede werd aangekondigd zooveel mogelijk tot stand komen, wanneer het ook naar onze begin selen kan strekken „lot heil van Land en Volk.// Worden die beginselen aangerand, dan zal men ons ten principieelen strijd op onzen post vinden. Aan het spel om de groene tafel echter, mocht het worden gespeeld, doen wij niet mee. En zoo spreken ook wij den wensch uit, dat het nieuwe Bewind, ouder de Regeering van H. M. de Koningin die in Haren Ge maal steeds raad en steun vinde, moge strekken ten Zegen des Vaderlands. Het Vaderland. Het blad maakt eveneens het Ilandbld. de opmerking, dat geheel de oorlog in Zuid-Afrika wordt doodgezwegen. Het gaat dan de onderscheidene alinea's nog eens uitvoerig na en besluit aldus „Of de lengte der Troonrede evenredig is aan wal zij in uitzicht stelt Wanneer wij in aanmerking nemen, dat van dit Kabinet geen verbetering van den rechtstoestand der vrouw te wachten valt, dat het ontbreken daarvan dan ook geen ergernis wekken mag, dan valt het niet te ontkennen, dat heel wat wordt belooft. Maar waar blijft de armenwet Hoe kan in ernst worden vol gehouden, dat het ontwerp-Borgesius de vrijheid der kerken te na komt Bovendien, was het Kabinet van die meening, dan had het een andere regeling in uitzicht behooren te stellen. De armenwet is niet van de baan door dit zwijgen. In de woorden der Troonrede leest de Nieuwe Courant een kloek, om niet te zeg gen een stoutmoedig vertrouwen, dat de we"gever in staat zal zijn om te beant woorden aan de taak, welke een nieuw tijd perk, „ecne wijziging van toestanden, inge treden op geestelijk gebied* hem oplegt. Tot een nauwkeurige ontleding der ter men, waarin zij vervat is, leent deze ope ningsrede zich niet, zegt het blad. Daar toe is zij te rijk van inhoud. De Middelburg sche Courant vindt de Troonrede zeer langdradig en weinig kern achtig zij draagt h.i. meer een bespiege lend dan een positief karakter dat van den premier en zij is in haar geheel vrij nevelachtig. Het Dagblad v. Z.•Holland en 's-Graven hage verklaart gaarne, dat de Troonrede h.i. L 4 De Echo van het Zuiden en l.ensslraslsrhr Courant, Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk Gelet hebbende op de artt. 26 en 99 der wet van 19 Augustus 1861, (Stsbl. No. 72) en de wet van 4 April 1892, (Stsbl. No. 56.) Brengen ter kennis der belanghebbenden, dat het Inschrijvings-Register en de Alplmbetisehe Lijst der Lotelingen voor de lichting der Nationale Militie van den jare 1902, ter Secretarie dezer ge meente gedurende acht dager, ter lezing zal liggen, van des voormiddugs 9 tot middags 12 ure. zul lende een ieder die daartegen bezwaren mocht heb ben in te brengen, deze gedurende het voormelde tijdstip bij een aan den Heer Commissaris dei- Koningin gericht, op ongezcgeld papier geschreven verzoekschrift, bij den Burgemeester dezer ge meente kunnen indienen. En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks gebruikelijk is. Waalwijk, 18 September 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester. K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris. F. W. VAN LIEMPT. LOTING VOOR DE Burgemeester en Wethouders der gemeente faal wijk Gelet hebbende op art. 28 der wet van 19 Angus- is 1861, (Staatsblad No. 72) de wet van 4 April S92, (Staatsblad No. 56) en op het besluit van den Bier Commissaris der Koningin in de provincie loord Brabant, van den 31 Aug. 1901, A. no. 12. Brengen ter kennis der belanghebbenden, dat Loting voor de lichting der Nationale Militie 'sb dezen jare zal plaats hebben voor deze ge- ceente te Waalwijk, op Dinsdag 29 October instaande, des voormiddags ten ÏO1/* ure, zul- mde de trekking voor die militieplichtigen, elke niet opgekomen, of wiens vader, moeder [voogd mede niet tegenwoordig zijn, door den urgemeester of het lid van den Raad dat bij loting tegenwoordig is, geschieden. En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt vaar zulks gebruikelijk is. Waalwijk, 18 September 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester. K. DE VAN DER SCHUEREN De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. - Genoeg, mejuffrouw, zei Patrick O'Keddy, :or wieu de edele natuur van het meisje niet onopgemerkt was gebleven. - Ik geloof u en ben overtuigd, dat mijn be- agen in geen beter handen kunnen berusten m iu do uwe. En toch ging hij opstaand en 'rustig het vertrek op- en neergaand, meer tot ïbzelf sprekend, voort, brengt dit voorval mij jua tot vertwijfeling ik moet nu misschieu nog of acht weken in Parijs blijven en intusschen »l Fitzgerald. Weer ging bij zitten en streek opgewonden met 'banden door zijn vollen haardos. - Vat, wat ik u bidden mag, mijne al te groote vendigheid niet verkeerd op, mejuffrouw, ver fde hij, de uitdrukking van verbazing op het 'hat van Johanna bespeurend. Dit ongeluk ')u oiij niet op een ongelegener tijdstip overko- 'm tijn. Ik stond op het punt te gaan jagen op ■uwen en andere wilde dieren in Senegainbië, terheen mijn vriend, John Fitzgerald, zich reeds dagen geleden beteven heeft. Nu hebben wij 11 belangrijke weddeuschap aangegaan. Het gaat 3 vijfduizend pond, bestemd voor hem, die het footste getal leeuwen velt, en bovendien heb ik s een anderen smaad uit te wisschen, want 'leden jaar schoot Fitzgerald een panter meer ik. Het geld laat mij volkomen koud, maar '*a eer staat daarbij op het spel. loiseling scheen het hem in te vallen, dat de 'tsche historie, hoe aangenaam ook voor hem, 'jonge meisje in haar treurige omstandigheden 'mogelijk belangstelling kon inboezemen. - Vergeef mij, mejuffrouw, viel hij zichzelf in 'ede, ik heb de slechte gewoonte als een ie klappen, zonder daarbij na tc denken, tor ik geef u de verzekering, dat ik in den '"d een goede kerel ben en dat uw treurige 'Handigheden mij van het innigste medelijden ""dien. Ik kende uwen armen vader en koe»- De Burgemeester van Waalwijk maakt bekend, dat 2 exemplaren der Handleiding tot liet gebruik van patronen tot verkleinde afstanden," vanaf heden op de Secretarie ter inzage liggen. Voorts, dat voor tik lid eoner met koninklijke toestemming opgerichte schiet- of weerbaarheidsvereeniging 150 van de in dut schrijven bedoelde patronen op aan vrage kosteloos door het Rijk worden verstrekt en dal de daarvoor bcnoodigde geweren kosteloos door het Rijk aan zoodanige vereeniging in bruik leen worden gegeven, alsmede dat den Directeur der Normaal-Schietschool ie 's-Gravenhage door den Minister wordt opgedragen, om desgevraagd, ook aan particulieren, da nog verlangde inlich tingen to verschaffen aangaande den in bovenbe doelde ^Handleiding' beschrevenschijvenstand enz. Waalwijk, 16 Sept. 1901. De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN Burgemeester en Wethouders van Waalwijk; Gezien de besluiten van zijne Excellentie den Heer Minister van Waterstaat Handel en Nijver heid, van 6 en 12 dezer, maken bekend dat de verkiezing van leden voor de alhier op gerichte Kamer van Arbeid voor het leerlooiers- bedrijf zal plaats hebben op Dinsdag 15 October, en die voor de schoenmakerij op Woensdag 16 October 1901, en dat herstemming, zoo noodig, zal plaats hebben op Dinsdag 22 en Woensdag 23 October daaraanvolgende. Waalwijk, 14 Sept. 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester. K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, W. VAN LIEMPT. terde een hooge achting voor hem. Geloof me, ware er hier sprake van mijn eigen geld, zoo zou ik mij daarom weinig bekommeren, maar in de gegeven omstandigheden zult ge begrijpen. O, ik dank u, zei Johanna, opstaand. Gave God, dat allen, met wie mijn vader in connectie was, zoo grootmoedig waren als gij. Waarna ze haar sluier neersloeg, de diepe buiging van den jonkman met een bevallig hoofd knikken beantwoordde «n met verlicht gemoed huiswaarts keerde. XIV. Toen zij op weg naar huis den hoek der Avenue de Villiers omsloeg, kwam zij twee mannen, die een draagbaar droegen, tegen. Een duister ver moeden snoeide haar het hart saam. Uit het rijtuig stappend, werd zij opgewacht door Raoul de Viverol en d» n graaf, zijn vader. Moed gehouden, mijn arme Johanna, zei Raoul, haar ondersteunend. Men heeft hem gebracht, nietwaar prevelde liet meisje een onmacht nabij. Ja. Zij leunde op den arm van baren verloofdeen steeg, meer dood dan levend, de trap op. De graaf volgde hen hij zag er uit als iemand, die zich van een zeer onaangename taak kwijt. Tegen den middag was hij met zijn zoon gekomen om naar Johauna's welstand te vernemen. Nau welijks waren zij vijf minuten in huis, toen men het lijk van den heer Bacédat bracht. Raoul nam de noodige beschikking waar om het jonge meisje haar smartelijke taak te besparen. Raoul stond er op Johauna's komst af te wachten om haar in zulke treurigo oogenblikken niet alleen te laten. De tijd verstreek echter en de graaf, een man van voste gewoonten, die groote zorg voor zijn maag droeg, betreurde de omstandigheid nog niet te hebben ontbeten. Daarentegen vond bij het ongepast zijn zoon met het meisje alleen te laten. Om zich te troos ten, trachtte hij den tijd te dooden met te bere kenen hoeveel de bruidsschat van hot meisje door den dood van hnar vader toegenomen was. Dit vermi gen kwam vaak ter sprake, wanneer de ra»f en de gravin 's avonds op de vierde ver- ieping bij het vuur gezeten waren en plannen voor cle toekomst smeedden. ■35? In hun verbeelding zagen zij zich reeds in de woning van hun zoon, behaaglijk ingericht. In de toekomst zouden zij het mooie huis in de rue d'Offemont bewonen. En, terwijl Raoul bezig wa3 het lijk op een met sneeuwwit linnen bedekte legerstede te ver bedden, onderwierp de voorzichtige vader alle kamers van het huis aan een nieuwsgierig onder zoek. Een lieve op het zuidwesten gelegen hoek- kamer had hij reeds tot verblijf van hem en zijn gade bestemd. Wel was het een zware beproeving die Johanna bij het lijk baars vaders te doorstaan had. Door de groote koude was het lijk goed bewaard gebleven. De heer Bacédat zag er uit alsof hij sliep. Johanna boog zich over henr heen en drukte een langen kus op het kille voorhoofd. Zij ves tigde haar blik vast op htm, als wilde zij iu de trekken het geheim lezen, dat hij met zich mede in K. t graf nam. Daarbij zwoer zij den plechtigen eed zijn eer te verdedigen en hem te wreken. Toen Johanna met Raoul, die aan haar zijde gebleven was, het vertrek, waar de dood rustte, verliet, klampte zij zich aan hem vaat als de schipbreukeling aan de plank, waarvan hij redding verwacht. Niets is mij nu nog op de aarde overgeble ven dan gij, Raoul, sprak zij, heb me lief. Ik zal u eeuwig liefhebben, stelde bij haar, op teidercn toon, gerust, en ik hoop, dat het mij gelukken zal u deze moeielijke dagen te doen vergeten. Van heden af aan is mijD geheele leven u gewijd I ga zoo verder, vertel mij veel, heel veel, smeekte zij, terwijl ze naast hem op de sofa plaats nam. Het was lmar een behoefte hem te hooren spre ken en in de toekomstbeelden, die hij voor haren geest tooverde, troost te vinden voor haar bran dende smart. En Raoul redeneerde voort op zijn manier van eleganten man van de wereld, bij alles wat hij sprak, correct en in den vorm blijvend. Als zoekend naar hulp hingen haur blikken aan zijn oogen en zij werd niet moede naar hem te luisteren. In een leunstoel aan den anderen kant van den salon zat intusschen de graaf en perste on willekeurig zijn maag, waarin hij een bedenkelijk gerommel bespeurde, met beide handen samen. Maar wat doet George eindelijk? riep Jo hanna uit, haar verloofde in de rede vallend. Van hem hebt gij mij nog niets, in het geheel niets, verteld! Hoe slecht van mij, dat ik nog niet naar hem gevraagd heb. Ilij maakt het zoo goed als dat slechts hij mogelijkheid zijn kan, zei Raoul. Hij heeft het voortdurend over u. Arme kleine. Ach, ik ben vandaag niet in stemming, anders had ik hem wel opgezocht misschien morgen morgen I herhaalde zij ril lend en angstig zag zij naar het vertrek, waar haar vader lag. Gij zult morgen alles op u nemen, nietwaar ging zij naar een korte pauze voort, de aankon digingen iu de couranten en waar verder nog voor te zorgen valt. Maar nan George mag niets gezegd worden ik wil hem zelf langzaam er op voorbereiden. De heer De Viverol was opgestaan en liep ongeduldig de kamer op en neer. Wat ben ik toch zelfzuchtig, klaagde Jo hanna, toen zij zijn ongeduld gewaar werd, dat ik u zoo lang ophoud. U excuseert mij toch, mijnheor de graal? Vaarwel Raoul, gij komt morgenochtend immers vroeg De graaf beet zich op de lippen; het was hem een gruwel 's morgens voor tien uur te moeten opstaan. Raoul nam van zijn bruid teeder af scheid en sprak haar nogmaals moed in. XV. Hgt ontbrak het arme meisje zeker niet aan moed en haar geestkracht had de vertroostingen van den vicomte De Viverol niet noodig. Met bewonderenswaardige kalmte nam zij haar treurige plichten tot het einde waar. Den gan- schen nacht waakte zij bij het lijk zij was erbij tegenwoordig toen de toebereidselen voor de teraardebestelling getroffen werden en volgde ten slotte de lijkbaar naar het bedenhuis en het kerkhof. De heer Bacédat telde in cle Parijsche wereld een groot uuntal vriendon en daar het gerucht van het verliezen van zijn vermogen zich nog niet verbreid hod, hadden zich velen rondom de groeve geschaard. Hoewei Johanna's oogen door tranen beneveld werden, zoodat zij de personen, die haar hun deelneming betuigden, nauwelijks onderscheiden kon, merkte zij toch Patrick O'Keddy op, die door rijn breede schouders en sympathiek gelaat onmiddellijk in hel oog sproDg. De jonge Ier wist lmar te naderen en drukte haar hartelijk de hand. Zij keerde alleen huis waarts; zelfs Raoul, die overigens den geheelen morgen niet van haar zijde geweken was en het aan attenties niet had laten ontbreken, had zij niet vergund haar te vergezellen. Den geheelen dag sloot zij zich in haar kamer op. Zij had rust noodig om haar overspannen zenuwen afleiding Ie geven en de toekomst kalm tegemoet te leereu zien. Den volgenden morgen zocht zij George op. Zij had haar roodgeschreide oogen lang met koud water gebet, zoodat de sporen van tranen nauw meer zichtbaar waren. Zij nam haar zwarten hoed af en mevrouw De Viverol leende hnar een gekleurde mantel, waar onder zij haar rouwkleed verborg. De moed was haar bijua outzonken, toen Ge orge haar om den huls vloog en in tranen uit barstend, snikte: Neem mij weer mee Johanna, ik wil naar papa. George's verblijf bij de ongenaakbare, opge prikte gravin had wel weinig overeenkomst met het gelukkige leven, dat hij in het huis van zijn vader leidde. Daar de gravin iedere inspanning schuwde en bang was vooi iedere beweging, die het kunst volle haargebouw zou kunnen doen kantelen had zij het kind den geheelen dag onder dé hoede van het eenige dienstmeisje gesteld, dut, toch reed9 met werk overstelpt, zich voortdurend' slecht gehumeurd toonde. Johanna's komst was derhalve voor hem zoo goed als een verlossing; hij wilde haar niet laten gaan en hield niet op haar tc smeken hem mede te riemen. Morgen, morgen, gal het jonge meisje, dat liet niet voor mogelijk hield, dat de arme wees in zulk een voornaam huis zoo koel behandeld kon worden, telken male teu antwoord: mor gen kom ik terug om u te halen. Met geweld moest zij zich uit zijn omhelzing losscheuren. (Wordt vervolgd.) eet 5

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 1