Nummer 92. Donderdag 21 November 1901. 24e Jaargang Toegewsjd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. SI H n m m m m BIONOPOL - THEE AWTOOF TIELEI, Theod. WESSELS, Transvaalavonden niet te overtreffen. WAALWIJK. UlTG R V E It - - - De Echo van het Zuiden. Waalwpsclie en Linsslraalsrke Ce ara at. Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonne in en t s p r ij s per 3 maanden f 0.~5. Franco per post door het geheele rijk f Ü.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. Aangemoedigd door het groote succes van 't vorig jaar, zullen wij ook thans weer de winkeliers in gelegenheid stellen de bijzonderheden hunner St. Nicolaas-Eta- lage op weinig kostbare wijze aan het publiek bekend te maken. Daartoe zullen wij vanaf ZATERDAG 17 NOVEMBER tot en met WOENSDAG 4 DECEMBER advertentiën, betreffende de St. Nicolaas-étalage, in „De Echo van het Zuiden* opnemen tegen een, evenals 't vorig jaar, zeer laag tarief. Bedoelde advertentiën driemaal ter plaat- sing opgegeven, worden tot St. Nicolaas geplaatst. Spoedig opgaaf is zeer gewenscht. DE UITGEVER. '!W ROTTERDAM. Verkrijgbaar bij den Heer LIJST van de aan dit kantoor en de daaronder behoorende hulpkantoren ter post bezorgde brieven en briefkaarten, welke wegens onbekendheid van de geadresseerden aiet zijn kunnen worden uitgereikt. Ie Helft der maand November 1001 P. v. WANROOI, Hulst. G. r. d. "WENSCH, Amsterdam. TE WAALWIJK, op Vrijdag 15 en Zaterdag 16 Nov. 1901. In ons vorig nummer schreven we reeds een kort bericht omtrent den eerste der beide in onze gemeente zoo uitstekend geslaagde Transvaalavonden en tevens de toezegging dat wij er in dit nummer breedvoeriger op zouden terug komen. Het is begrijpelijk, dat het verslag dat hier volgt niet woordelijk kan zijn, ten eerste omdat dan zeker ons blad geheel gevuld zou worden en ten tweede om dat het eigenaardige der Afrikaansche taal van sommige «prekers niet altijd even goed te volgen is. üe eerste Transvaalavoud in 't hotel Ver niel Vrijdag 15 November was goed bezocht. Bij het opengaan der deuren, waarachter het comité met de Afrikaners, nl. de heeren P. J. Schütte van Potchefstroom, lid van den Eersten Volksraad Z. A. R. J. H. Janson Jr. van Lijdenburg, president vrederechter van Dullstroom, Z. A. R. en later G. C. du Plessis van Vrijburg, Oud Vrederechter van Kaap kolonie, die eerst ten 9 uur arriveerde, gezeten waren, werd doorliet publiek onder begeleiding van piano van den heer Willem Timmermans het Trans vaat sell Volkslied aangeheven. De heer R. Haberer, luitenant Z. A. R. opende met volgende woorden de vergadering: Dames eu Ilteren „Ik dank u hartelijk voor uwe trouwe opkomstik put daaruit de hoop, dat gij allen wilt mede werken om ons doel te bereiken; ik heet u hartelijk welkom en verzoek uwe attentie voor de sprekers de hee ren Schütte en Janson.* Ik open de vergade ring eu gesf 't woord aan den heer Schutte: De heer Schütte spreekt ongeveer als volgt: Ik breng 't comité mijn dank dat het ons in de gelegenheid heeft gesteld hier tot't publiek te spreken. De heer Haberer heeft u reeds dank gezegd, ik doe 't nogmaals Overalstellen wij een doel sympathie te wekken voor die arme volkeren in Z. A. Niet alleen voor Oranje-Vrijstaat en Transvaal, maar voor geheel Zui l-Afrika. Het doet ons goed overal belangstelling te vinden voor dat volk, maar er is eeue bijzondere reden voor, voornamelijk het mede lijden dat allen bezieldt voor die arme vrouwen en kinderen. Eerst wil ik u eens mededeelen, hoe we hier gekomen zijn. Men heeft mij zelfs ge vraagd, zijt ge gevlucht, en die vraag deed mij zeereu zou dat iedcren echten Transvaler doen, want gaarne zou ik er voor teekenen, nog heden in mijn land te staan en mede te strijden met de Mauser in de hand. Neen wij zijn niet gevlucht als die zich noemende neutralen, weg met die vervloekte neutraliteit. Wat ik gedaan heb, zal ik u zeggen. Zoodra de oorlog begon, ben ik gegaan onder Cronjé naar 't Westen en later naar 't Zuiden, ik heb den slag bij Magersfontein tegen Methuen meegemaakt, die overwinning waar honderden Engelsclien zijn gevallen en ook heb ik later den terugtocht van Cronjé meegemaakt. Ik heb hier wel eens hooren zeggen Cronjé was koppig, want dat hij tijds genoeg gewaar schuwd was, maar hier is van toepassing het spreekwoord „de beste stuurlui staan aan wal. Cronjé moest een terrein van 15 mijlen bewaken en de wijand verhinderen naar Kimberley op te rukken. Den geheelen dag werden wij uit alle nacht gebombardeerd en de vijand kreeg meer en moer versterking, ten slotte 80.090 man en daar stond Cronjé met zijn kleine macht eeuwig en altijd onder kanonvuur. Ik verzeker u dat Cronjé heeft gedaan wat hij kon. French rukte verder op en na 't ontzet van Kimberley trokken we vee'ntende terug, maar toen werden we in 't front aangevallen en Methuen van achter en zoodoende worden we met een macht van 6000 man door 80.000 ingesloten. Anderen zeggen weer, de Wet had moeien komen ontzetten en dia was ten laatste zelf ingesloten en wist" slechts met enkelen door de Engelsche linie te ontsnappen. Ik zelf werd met Cronjé ingesloten en hij gaf mij bevel een heuvel te bezetten en ik heb daar toen de vijand teruggeslagen en ontkwam zoodoende, maar was toen van 't hoofdlager afgesloten. Men heeft mij een andere maal gevraagd waarom Botha na den slag aan de Toegela Bulier niet de zee in dreef, maar wij konden in onzen besten tijd slechts 31.000 tegenover 280.000 man zetten, dus een droppel aan den emmer. Men denkt hier als men een vijand verslaat dat dan alles maar vlucht maar een terugtocht wordt goed gedekt; onze posities werden altijd uit de verte ouder kanonvuur genomen, maar als de Eng. onze positie» aanvielen, zijn wij immer teruggeslagen. Later zijn zij wat wijzer geworden en be gonnen een taktiek van omsingeling een gedeelte hield ons in 't front bezig en een ander viel ons in den rug aan, maar wij hadden met de omsingeling van Cronjé een goede les gehad. Wij gaven liever alles prijs en trokken terug, voor we omsingeld werden. Als we op Europeesche manier moesten vechten, was er al lang geen Boer mieren wij denken bij ons, dat een levende Boer meer waard is dan een doode en daarom blijven we allemaal zoolang leven, als we kunnen. Ik kreeg later toen ik mij weer hij een troepenmacht had gesloten, een opdracht van generaal Botha om naar Lorenzo-Mar ques, dat onze eenigste haven was, te gaan maar die neutraliteit, die ik daar op Portu- geeech gebied heb gezien, was prachtig. Voor ons was alles echter contrabande. Ik ging terug maar werd aan de grens aangehouden, ik weer terug naar L. M. waar ik met hulp van consul Pott, bij den gou verneur ging vragen, waarom ik aangehouden was. Hij zeide mij, om de neutraliteit, en Engelsche officieren keeren vrij naar Transvaal terug en ik kon kiezen naar Europa Ie gaan of daar blijven, om dan later naar Portugal getransporteerd te worden, dat begreep ik. Want had die edele vorstin van Nederland „de Gelderland* niet gezonden om president Kriiger te halen, ik verzeker u, hij zat al lang in Portugal (Applaus). Ik heb met mijne vrienden getracht tegen die z.g. neutraliteit protest aan te teekenen in Holland en Duitschland, maar er is niets aan te doen. Laat Duitschland maar kanonnen leveren, Oostenrijk paarden en verdere landen weer wat anders voor Engeland, laat ze maar sturen. Onze Boeren geven er niets om, want hoe meer ze aanvoeren voor de Engelsclien, hoe meer onze mannen hebben (Applaus). Dames en heeren, de sympathie van 't volk is eerlijk, maar de vorsten hebben geen oor, naar de wenschen van 't publiek en blijven doof en stom zelfs tegen die vervloekte neutraliteit en voor het verschrikkelijke lijden onzer vrouwen eu kinderen in de concentra tiekampen. Dagelijks kan men in de Eng. bladen lezen dat het een gezochte oorlog is, maar neen, de geschiedenis is U genoegzaam be kend, de Eng. hebben hem gezocht. Ik heb zelf alles meegemaakt, altijd werden er kwesties opgeworpen, dat dit of dat tegen de conventie was. Maar zoekerij, want Engeland had niets met ons inwendig be stuur tc maken, alleen met buitenlandsche politiek en daarom ook had Eng. niets met de uitlanderkwestie te maken, dat was een stemrechtkwestie, dus een inwendige zaak Het waren geen uitlandergrieven, maar alleen Engelsche grievendat blijkt genoegzaam hieruit, dat alle nationaliteiten zich bij het uitbreken van den oorlog, bij de Boeren hebben aangesloten. Maar als men een houd wil slaan heeft men gauw een stok gevonden. Engeland zegt, dat het geen grondgebied en goud zoekt, maar T schijnt toch wel dat ze het willen. Men spreekt van vredesvoorwaarden, maar altijd komen er de goudvelden bij. Was er in Transvaal geen goud geweest, dan zou er ook geen oorlog zijn. Waarom kwamen ze niet bij de Vrijsta— ters; omdat in den Vrijstaat geen goud was en als eenmaal Transvaal genomen was, lag de Vrijstaat door Engelsche bezittingen omringd en was gauw genoeg genomen. De edele held die thans nog in Zuid- Afrika strijdt, president Steijn heeft onlangs den bekenden brief aan Kitchener geschreven, waarvan ik alles moet onderschrijven. Transvaal en Oranje-Vrijstaat hebben een of- en defensief verbond gesloten. President Kruger heeft voor den oorlog te Bloemfontein een onderhoud gehad met Milner en heeft toen alles duidelijk uiteengezet, ik weet 't precies, want was zelf lid van de commissie. Als men nu let op de documenten die gevonden zijn, waarop duidelijk stond dat ook O. V. moest genomen worden, als men let op 't Eng. telegram aan president Steijn drie maanden voer den oorlog „houd U maar neutraal*, dan zal men moeten toegeven, dat 't een opgedrongen oorlog was. Eu als wij aan de eischen van Milner hadden toe gegeven, dan was ons volksbestaan verloren geweest. De inval van Jatncson e.a.is een bewijs dat de oorsprong ligt in Londen. De roovers werden onder bescherming ge nomen door Engeland. Wij wilden ze eerst fusileeren en hadden we dat gi daan dan zou er misschien thans geen oorlog zijn; wij hadden nog te veel vertrouwen in de rechtvaardig heid van Engeland. En van die schelmen van den Jameson-inval zijn nu hooge troepen-aanvoerders in Afrika. Het lijden van onze vrouwen en kinderen in die Afrikaansche moordkampen is ver schrikkelijk. Ik zag mijn vrouw voor 't laatst 23 Mei vau 't vorig jaar. Ik zeide haar, als de Eng. komen, geef hun wat ze hebben willen, dan zal 'i goed afloopcn. Maar de Eng. kennen geen hu maniteit zelfs niet voor vrouwenwant vijfmaal werd op mijue hoeve gevochten. Zij namen vrouwen en kinderen gevangen en namen haar mee. Mijn vrouw is 28 Sept. 1.1. hier aange komen. Zij vertelde mij dat zij dagen lang tusschen rotsblokken op 200 yards van mijne woning met 5 kinderen beschutting zocht tegen de Eng. Hadden zij die vrouwen toch met rust gelaten, die zoeken geen bescherming bij de Eng. Advertentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegaven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels au advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel i£t i Een Eng. patrouille kwam ook bij mijn schoonzuster, maar toen waren er manne n in de buurt en joegen ze op de vlucht de vrouw bleef er en is er nogon ze vrouwen kunnen even goed werken als wij en hebben geen Engelsche hulp noodig. Alles werd voor de oogen mijner vrouw stuk geslaan, huis, meubels, alles, en toen werd de wecrlooze vrouw hare met kinderen, 4 dagen lang, 21 mijlen in open een wagen in de brandende zon weggevoerd. Zij kon veel doorstaan, maar de verne dering onder Eng. militair geleide te worden weggevoe.d zou haar hebben doen bezwijken, vertelde ze mij. Een heele nacht moest zij daarna in den regen staan en werd toen in de kampen geplaatst en door de Eng. gevoed. Het rantsoen is. 31 pond meel per week voor 4 ons koffie een vrouw met «Va Pon(I suiker 4 kinderen en 2 emmeis steeukolen per week in den winter. Er gaan weken voorbij dat ze geen stukje vleesch krijgen en de melk die de vrouw voor de kleine kinderen zoo zeer noodig heeft wordt hun geheel onthouden. Mijne vrouw had vroeger alles en thans was ze van alles beroofd. In Londen geeft men als oorzaak der groote sterfte, in de kampen, dat de vrouwen de kinderen alle mogelijke slechte kruiden ge ven als ze ziek zijn.. Maar er is geene enkele Afrikaner moeder die haar kind zal ver geven. Maar ze moeten toch cenige verschooning geven voor het stelselmatig uitmoorden der vrouwen en kinderen en daarom zeggen ze maar dat 't hun eigen schuld is. In 't begin yan den oorlog toen allen nog thuis waren is er niemand van mijne familie overleden. Thans 6 vrouwen en 30 kinderen. Mijn schoonmoeder is zelf door de Eng. doodgeschoten. Het officieelo cijfer der gestorvenen is 1960, d. i. u zeker voldoende. En het is mijn overtuiging, dat nu de Eng. niet kunnen overwinnen met de wapenen, zij de vrouwen en kinderen stel selmatig willen uitmoorden en doodhongeren en ze gebruiken om op treinen met proviand te zetten en tot levende vestingen tegen ons te makenzelfs die mannen, die den eed van neutraliteit aflegden, werden op treinen gezet om deze te beveiligen. Maar die Eng. mogen alles doen. De Eng. zeggen de Boeren dooden de kafFers, ja, maar nie mand anders dan spionnen. De Boeren ja fusileeren hun eigen makkers; zelfs 7 mijner vroegere vrienden die den eed van neutra liteit aflegden, zijn door ons gefusilleerd. Als de Eng. mannen van ons in kahki zien worden ze gefusilleerd, daar mogen ze wel op roemen. Zij hebben toch niets anders dan T geen zij op de Eng veroveren. Wij hebben anders geen aanvoer. Maar 't geduld der Afrikaners raakt eindelijk uitgeput en alswij gevangenen nemen zullen er spoedig weinig meer overblijven. Dan zal de oorlog spoedig gedaan zijn, want er zijn veel meer Engelschen gevangen genomen dan Boeren. In 't geheel zijn wij sterk geweest 31.000 man en volgens de Eng. berichten hebben zij in de laatste 4 maanden, 100.000 Boeren gedood, gevangen genomen enz. dat is een mooie mop. Over den geheelen oorlog reeds 300,000 man. Alle berichten uit Zuid- Afrikn gaan door Eng. handen en daarom kan men er gerust 75pCt. afdoen. Wij weten dat alles uit particuliere be richten. Maar wij hopen en vertrouwen op de toekomst, wij vechten tot 't bittere einde en liever allen tn alles in 't graf, voor ons vrij volk bestaan weg is. Gaarne zou ik mij heden nog bij mijne strijdende makkers voegen, maar dat is nu eenmaal onmoge lijk. (bravo's). Dames en Heeren. Nogmaals zeg ik de de toestand van vrouwen en kinderen in de moordkampen is verschrikkelijk en het doel dezer vergadering is giften te verzamelen. Toen ik naar Holland kwam dacht ik, hoe zou dat gaan in een vreemd land. Maar het is mij hier in Holland niet vreemd, ik spreek uit aller naam wij zijn Holland dankbaar voor zijn sympathie en steun voor vrouwan en kinderen en hopen dat God uwe mildadigheid aan onze mishandelde vrouwen en kinderen rijkelijk zal beloonen. Nu Dames en Heeren, veel wordt ge vraagd, maar er is ook namelooze ellende. Nogmaals dank ik U. Ook in den oorlog, van 8081 was Holland de eerste natie, die zich ons lot aantrok en 2 maal 4000 overzond En als de oorlog geëindigd zal zijn en de mannen teruggekeerd en de vrouwen in vrijheid, dan zullen wij het Nederlandsche volk met zijne edele vorstin, die onzen grijzen president naar haar gast vrij land liet overbrengen, herdenken dat alles zal lang in onze herinnering blijven voortbestaan en ook in die van ons verre nageslacht. (Luide Bravo's). Na eene pauze van 10 minuten nam de heer Janson 't woord Dames en Heeren In de rede van den vorigen spreker heeft mij vooral getroffen het woord van dank van de Hollanders in Afrika anu de Hol landers in Europa. Is hier zoo zeer noodig een woord van dank, ik geloof dat niet en ook niet dat ik iets afding op 't woord va dank door den vorigen spreker gebracht, als ik meen, dat de moeders hunne kinderen vaster aan 't hart moeten drukken, als zij hooren dat gegil van die moeders en kinderen dat uit die moord kampen opstijgt en de vaders moeten hunne vuisten ballen, als zij hooren van dat vreeselijk onrecht ons ras daar aangedaan. Tusschen de Hollanders in .Afrika en Nederland kan geen sprake zijn van dank, maar van waardeering. Daar staat een deel van 't Hollandsch ras, sprekend de Hollandsche taal, dat goed en bloed offerthet staat daar nog met 't geweer in de handen, liever sterven dan buigen en ik geloof dat de waardeering meer uit Europa naar Afrika moet gaan, dan omgekeerd. Waarom gaat het 't Is geen kamp tusschen Brit en Boer, maar een strijd tusschen 't Engelsche en 't Hollandsche ras. 't Gaat in Zuid-Afrika om 't voorbestaan der Hollandsche taal en nationaliteit. Als Engeland er in slaagt die in Zuid-Afrika te vertrappen, dan staat Nederland in den strijd alleen en dan i» alle hoop op een zelfstandig volksbestaan voor 't Hollandsche ras vervlogen. Als dat deel van. 't Hol), ras zich vrij worstelt, dan is 't pleit gewonnen, dan blijft 't Hollandsche ïas in 't bezit van die heerlijke landschappen, waar goud, zil ver, diamant, steenkolen, alles door den Schepper in den grond zijn gelegd. Het klimaat geeft alle verscheidenheid, tropisch, koud enz. De bovengrond is geschikt voor de verbouwing van alles, 't Is een heerlijk geschapen land en waar dit behouden blijft voor 't IIoll. ras, daar blijft dit ook be houden. In Nederland is geen plaats ge noeg voor alle zonen, die moeten naar dat schoone land. Als Z -A. dus behouden blijft welk groot belang is dit ook voor 't IIoll. ras in Nederland. Het heeft zeer groot belang bij den uitslag vau dezen strijd. Wat is de oorzaak De Eng. zeggen, die kleine Boeren zijn zoo brutaal geweest het groote Engeland len oorlog te verklaren. Ik ontken het ten sterkste, ik die een belangrijk deel heb gehad in de Z.-A. politiek. Ik ben het, die ook voor den oorlog heb gestemd, hoe wel ik alles heb verloren en misschien ook mijn vrouw. Wij zagen president Kruger op de con ferentie te Bloemfontein, met den vertegen woordiger van Koningin Victoria, in wiens n.iatn al die gruwelen plaats hadden en thans hebben in naam van Eduard VIL Milner vroeg aan Kruger, gelijke rechten voor de uillanders, maar reeds veel was toegegeven, maar dit kon niet toegestaan worden. Het was zelfmoord geweest. President Kruger heeft die vreeselijkc ellende van den oorlog vooruitgezien en wij weten thans hoe waar het is, en hij zou veel hebben toegegeven om dat te voorkomen, maar toen hebben wij op onze volksvergaderingen gezegd ,/t is genoeg, als ge nog meer geeft zijn we verloren en

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 1