Nummer 96.
Donderdag 5 December 1901.
24e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Zuid-Affikaanschen Oorlog,
rsier
TOON TXELEN,
De Wintergranen en
de Peru-Guano.
üiïgeyee:
Bekendmaking.
FEUILLETON.
WAALWIJK.
Als
D. De Rogge.
ggnWg
Burgemeester cn Wethouders van Waalwijk
Gelet op art. 86 der wet vaD 2 Juli 189f, no.
HO, en art. 25 van het Koninklijk besluit van
•Mei 1862, Staatsblad no. 26 maken bekend:
'dat de zitting van de militieraad voor de
jtelingen dezer gemeente zal gehouden worden
;i Tilburg op het stadhuis op Zaterdag den 21
December 1901, des voormiddags ora 11 uur
dat alsdan voor de militieraad moeten ver
fijnen de lotelingen die vrijstelling verlangon
«gens ziekelijke gesteldheid of gebrekeD, of
lie de gevorderde lengte missen.
Waalwijk. 1 December 1901.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
Dc Burgemeester,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
Waalwpsche en Langstraatsclie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 0."5.
Franco per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden
Uitgever.
aan
den
Advertenties 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groots
letters naar plaatsruimte. Adverteutiën 3maal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
323
INRICHTINGEN
welke gevaar, schade of hinder kunnen
veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
IVanlwiik brengen ter openbare kennis dat bij
kun besluit van 30 November 1901, aan E.
Klijberg-Pernot, alhier en zijne rechtverkrijgenden,
tergunning is verleend tot het oprichten eener
machinale schoenfabriek en het daarin plaatsen
tin eer gasmotor van 11 paardenkracht, op
itrceelen, kadastraal bekend gemeente Waalwijk,
Sectie C nos. 2039 2046.
Waalwijk, 2 December 1901.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
De Burgemeester,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
leiding gegeven, die de drie bekende voe
dingsstoffen stikstof, phosphorus en kali
bevat, dan is schijnbaar aan alle voorwaarden
eeuer goede bemesting van rogge voldaan.
Doch slechts schijubaar. Vooreerst merken
wij op, dat bet phospborauur in betrekking
tot de andere twee factoren stikstof en kali
in te kleine hoeveelheid aanwezig is. Daar
het nu vaak gebeurt, dat daarenboven in
de vruchtwisseling rogge gevolgd wordt door
de een of andere peulvrucht (klaver enz.),
welke peulvruchten, zooals ik bekend mag
veronderstellen, zeer veel phosphorus be
hoeven, zoo is als eerste hulpineststof een
pbospbaatbemesting noodig. Dat de zand
gronden algemeen kaliarm zijn en de rogge
slechts zeer gemakkelijk oplosbare kaliver
bindingen tot zich neemt, behoef ik ook
niet meer te zeggen. Een derde zaak, die
ik nog terloops op wil merken, is, dat de
stal op zandhoeven gewoonlijk niet zooveel
stalmest oplevert, als noodig is voor al de
rogge, die men wil uitzaaien. Hieruit volgt
dan duidelijk, dat een meststof, die stikstof,
phosphorus en kali bevat, voor de rogge,
naast den stalmest de meest geeigende. mest
stof is. En dat is de Peru-Guano. Zeer
vaak, zal op kaliarme gronden, in aanmer
king genomen het feit, dat Peru—Guano
slechts 2°/0 kali bevat, (maar dan ook in
zeer gunstigen vorm,) een afzonderlijke
kiünietbemesting noodig zijn. Een rogge
veld, verleden jaar bemest met 600 kg. op
geloste Peru-Guano bracht dezen zomer op
2085 kg. graan en 4700 kg. stroo. Wan
neer wij berekenen, booveel door deze be
mesting, die natuurlijk eenige meerdere uit
gaven vereischen, aan zuivere winst gemaakt
wordt, dan blijkt liet, dat de Peru-Guano
ook bij dit gewas nog uitstekende diensten
doen kan.
regel kunnen we aannemen, dat de
rogge bet product van den zandgrond is.
Wel ziet men het gewas ook op klei hier
daar in kleinere hoeveelheden verbouwd
worden, doch de zw avel en zandgrond is toch
de eigenaardig geschikte bodem voor deze
graansoort. En gewoonlijk kunnen we aan
nemen, dat de rogge een versche bemesting
krijgt. In de zandstreken wordt de stalmest
Toor de rogge bewaard, voor "het koren",
zooals het in vele streken heet. Wanneer
wij nagaaan, dat de stalmest een zoo volledig
mogelijke meststof is, die humus aan den
bodem levert, door het plantaardige strooisel,
dat tot vorming van den mest heeft aan-
Kolonel C. de Wit schrijft in de „N. R.
Ct.«
De Times—correspondent te Pretoria geeft,
in zijn op 27 November jl. verzonden bericht,
eenige gegevens ontrent de getalsterkte van
de nog te velde zijnde Boeren, en zonder
aan deze cijfers een absolute waarde te
hechten, kunnen zij toch dienen om ons
eeuigszins eeD denkbeeld te geren van de
numerieke sterkte der strijders, die het pleit
nog niet gewonnen geven.
In Transvaal zouden zich 29, in den zoo
goed als geheel gezuiverden Orauje-Vrijstaat
niet minder dan 31 en in de Kaapkolonie
13 commando's bevinden wat deze laatste
aangaat, weten wij het wordt telkens
opnieuw door Kitchener verzekerd dat zij
in eeu wauhopigen toestaud verkeeren, zij
worden uagejaagd, ingesloten, naar het noorden
gedreven, euzmaar zij zijn er toch, en
kunnen dus niet geheel buiten beschouwing
blijven.
De sterkte van deze commando's is zeer
verschillend de kleinste tellen 40, de grootste
600 man. Nemen wij een sterkte van 250 als
gemiddeld, dan komen wij tot een totale
sterkte van ruim 17,000 man.
In het begiu van de maand Juli jl- werd
die sterkte door Kitcheuer geschat op 13,000
man; volgens zijne opgaven zijn er sinds dien
lijd gesneuveld en in gevangenschap geraakt
8182 Boeren, zoodat het getal zijner vijanden
nu nog hoogstens 5000 zouden zijn.
Het is niet wel mogelijk om, zonder
berichten uit het Boercnkamp, ons een juist
oordeel te vormen over bedoelde steikte,
maar dat de gelederen der Boeren nu en
dan versterking onlvaugen, dunkt ons boven
alleu twijfel verheven, anders zoude het
onverklaarbaar zijn, dat het verzet tegen de
overmacht zoo lang kan worden volgehouden.
Dat van het kwart millioen Engelsche
militairen, die zich in Zuid-Afrika bevinden,
niet meer dan 45,000 beschikbaar zijn om in
het vrije veld te worden gebruikt, kan geene
verwondering baren. Hel is het gevolg van
het zoovele menschen eischende opsluilings—
systeem maar hadden die 45,000 strijders
met niet meer dan 5000 vijanden rekening
te houden, dan kon de Kitchener tegen de
70 commando's der Boeren, 70 Engelsche
colonnes van negen maal zoo groote sterkte
stellen, en dan zoude nagenoeg de verhouding
zijn bereikt, die, zooals de ondervinding heeft
geleeid, noodig is om met vertrouwen op goed
gevolg tegen de Boeren op te treden. Maar,
waar herhaaldelijk het omgekeerde hetgevalis,
waar we meer dan eens lezen van een groote
overmacht, die de arme Tommies verpletterde,
waar de colonnes slechts verdedigend optreden
tegen een aanval op de achterhoede (Zeerust),
rug en flanken (Bakenlaagte), rug en front
(Villiersdorp), daar kan toch waarlijk niet
worden aangenomen, dat aan de zijde der
Boeren slechts 5000, aan die der Eugelschcn
negenmaal zooveel strijders in het veld staan,
welke laatsten nog bovendien steun vinden
in de linën van versterkte plaatsen, redoutes
en blokhuizen.
Het thans door Kitchener gevolgde systeem
teekent geheel den genieofiïcier, die uit den
aard der zaak geneigd is de waarde van
versterkingen te overschatten. Toen hij op
het laatst van het vorige jaar het commando
van Roberts overnam, kwam hij al spoedig
tot de overtuiging, dat de bezetting van het
zoogenoemd overwonnen volkdan geheel on-
24.
Bravo 1 Lang leve Peru! juichten de bandieten
Zij ledigden nog een flesch en verlieten daarna
de herberg.
V.
Os was inderdaad door de politie gevangen-
genomen.
•Drie beambten der crimineele politie waren de
ksraer binnengedrongen en hadden hem gevat,
toor hij in de gelegenheid was zich teweer te
Hellen.
Bidach had der politie zijn ware beweeggronden
niet willen noemen en hem derhalve wegens
deelname aan een diefstal aangemerkt, die voortwee
dagen aan het station Saint Lazare gepleegd was.
Toen alles in orde was, begaf hij zich naar
het gerechtsgebouw om het verhoor bij te wonen,
waaraan de bandiet door den inspecteur van ïn-
itructie, dien Bidach kende, onderworpen werd.
Hij meende vast en stellig den moordenaar van
den heer Bacedat en tevens den roovcr van de
rueTaitbout in handen te hebben.
Toen hij eenmaal Os goed voor zich zag, werd
hij eenigzins teleurgesteld. Hij liet hem door ecu
beambte den kiel aantrekken, dien de moordenaar
op zijn vlucht weggeworpen had. De pet was te
klein en de mouwen van den kiel konden bij de
polsen niet toegeknoopt worden.
Hij had de maat genomen van de hand, die in
bloedige trekken stond afgedrukt op de deurpost
van het huisje, waarin de heer Bacedat vermoord
werd. Deze hand moest langer en smaller zijn
geweest dan die van Os. Hij ontbood krans, den
gewezen kamerdienaar van den vermoorde, en
confronteerde hem met den verdachte. Maar r rans
verzekerde ten stelligste, dat de man nimmer
door hem in de kamer van zijn meester was
toegelaten.
Eensklaps sloeg Bidach zich, als giug hem een
licht op, voor het voorhoofd.
Zeker, de moordenaar is de andere, wien
ik den dolk uit de hand wrong, toen hij O'Keddy
treffen wilde, riep hij uit. Hij hield hem in de
linkerhand. Ach, waarom beu ik daar niet
vroeger opgokomen,
Een oogenblik stond hij als verlamd door de
gedachte, dat zijn gewone tegenwoordigheid van
leest hem juist op dat beslissende moment
verlaten had. Maar weldra keerde zijn zelfver
trouwen terug en daar Os klaarblijkelijk ook
tot de bende behoorde, liet hij hem niet los,
maar zorgde er integendeel voor, dat het onder
zoek naar den vermeenden diefstal voortgezet
WDe verstoktheid van den verdachte en zijn
voortdurend weigeren om op de hem gestelde
vragen te antwoorden, deden vermoeden, dat dit
onderzoek vrij lang duren kon.
Toen Bidach naar Clamart terugkeerde, wachtte
hem daar Patrick's schrijven. Met Jen eersten
trein nam hij den terugweg naar Parijs aan en
snelde vervolgens naar de woning van den ]Ongen
^Patrick stelde hem in kennis met den geheim-
ziunigen dreigbrief.
Hebt gij dien brief I vroeg Bidach.
Neen, juffrouw Bacedat heelt hem in be
wanng.^dt Qok niefj dal het tijd wordt,
Musch in verhoor te nemen? Na al hetgeen gij
voor hem gedaan hebt, moest hij nu spreken
wanneer hij werkelijk een beter mensch gewor-
Cü_1Bbat is mijn overtuiging ook. Ik vind hem
vtêk in een treurige, neerslachtige stemming en
ben var meening. dat zijn geweten knaagt.
Dan zullen wij hem hier laten komen. Ik
zal intusschen de wijk naar uw kamer nemer,
om u met hem alleen te laten.
Patrick opende de deur, die toegang gaf tot de
schermzaal en riep Musch, die oogenblikkelijk
verscheen.^ twintig francs, zei O'Keddy.
Ga daarmede nu naar de bloemenmarkt in de
rue de la Madeleine en koop een bouquet voor
juffrouw Bacedat. Ik behoef u zeker niet te
voldoen dewas en dat eeu andere weg moest
worden ingeslagen, niet alleen om de inwo
ners tot onderwerping te brengen, maar zelfs
om de groote spoorlijnen op afdoende wijze
te beschermen.
Wat dit laatste betreft, had zijn voorganger
sommige belangrijke aan de lijuen gelegen
punten doen versterken en van een vaste
bezetting voorzien, maar deze punten waren
te ver van elkander verwijderd om door
hunne bezetting de veiligheid van het vervoer
op afdoende wijze te waarborgen. Om hierin
verbetering te brengen nam Kitchener, als
oud-genieofficier, zijn toevlucht tot doode
weermiddelen, en het blokhuizenstelsel werd
ingevoerd.
Langs alle spoorlijnen, en met onderlinge
afstanden van 2800 M.werden blokhuizen ge
bouwd; grootendeels volgens de denkbeelden
van den majoor Rice, commaudant van de
genie te Ladysraiih, gedurende de insluiting
vao deze p'aats. Een commando, dat den
spoorwegovergang zoude willen forceeren, kon
dus van twee zijden op een afstand van
1400 M. met geweervuur worden bestookt.
Al spoedig ging men er toe over om dit
systeem ook toe te passen om het bezette
gebied te verdeden in verschillende
kleine gedeelten om het den Boeren
moeilijk te maken, gebruikmakende van
hunne snelheid van bewegen, zich onver
wachts op verschillende ver van elkander
gelegen punten te vertoonen en daardoor de
Engelsche colonnes, die hen moesten ver
volgen, af te matten lot uitputting toe. De
veiligheid van het spoorwegvervoer werd
door dezeu maatregel zeer zeker verbeterd,
maar de bezetting van de verschillende groote
en kleine verdedigingswei ken eischt zooveel
manschappeu, dat, zooals wij gezien hebben,
slechts ongeveer een vijfde van het engelsche
leger iu Zuid-Afrika beschikbaar is om in
het veld tegen de commando's op te treden.
Maar bovendien, een afsluiting van een
dikwijls zeer lange lijn door posten van 15
man, op 2800 M. van elkander verwijderd,
is geheel onvoldoende. Het best is dit ge
bleken toen de Wet bij Springhaansnek, door
de ruim 130 K.M. lange linie Bloemlontetn-
Thaba'Nchu—Ladybrand heenbrak sindsis
deze lijn westwaarts, de Modderrivier vo.—
gend, verlengd tot Jacobsdal, zoodat de
Oranje-Vrijstaat door een ongeveer 300 K.M;
lange linie van blokhuizen in een noordelijk
en eer. zuidelijk gedeelte is verdeeld, en
loch zien wij verschillende commanco s zich
nu eens in het eene en dan weer in het
andere gedeelte ophouden.
En dan de, evenals een spoorlijn, bezette
Oranjerivierhoe dikwijls is die al niet door
verschillende commando's van noord naar
zuid en omgekeerd overgetrokken 1
Maar nog sterker is het in'1 ransvaal
Daar heeft mea thans vier, onderling onge-
zeggen, dat gij de mooiste en grootste moet
uitzoeken voor uw weldoenster.
It zai twee bouquetten meebrengen, zei
Musch, wiens gelaat straalde van genoegen, een
voor u en een voor mij.
Zijt gij d»n heusch dankbaar voor de
goedheid, die zij u bewezen heeft? vroeg Pa—
Ul^' Of ik dankbaar ben! Wat zou er van mij
geworden zijn, als zij er niet geweest ware gaf
Musch ten antwoord. Als zij mij bet leven gered
iiacl zou ik baar niet dankbaarder kunnen zijn.
Als uw woorden waarheid behelzen, moest
gij niets liever wenschen, dan haar uw dank
baarheid te toonen.
Zeker, mijnheer. Maar wat zou ik voor haar
kunnen doéc vroeg hij zacht.
Misschien zoudt gij haar een buitengewonen
dienst kunnen bewijzen.
Hoe dan? vroeg Musch, verrast.
Oij weet misschien niet, dat haar vader
vermoord is.
Musch sidderde en sloeg in verwarring de oogen
nefl' Toch wel. Zij heeft het mij zelf verteld,
mompelde hij met nauw waarneembare stem.
Zijn verwarring was Patrick intusschen niet
ontgaan.^ ongeiut heelt juffrouw Bace
dat in diepen rouw gedompeld en bovendien
moet zij dagelijks ondervinden hoe de naam
hiiars vaders door het bankroet onteord wordt.
Zij koestert slechts een wensch meer, den dood
van haar vader te wreken en den roover, als het
mogelijk is, den buit, dien hij gestolen heeft te
ontrukken. Ik behoef u verder niets te zeggen
mocht gij, met betrekking tot den moord, eenige
verdenking koesteren en het besluit opvatten oi»
daarmede in kennis te stellen, dan zijt gij het
Grootmoedige meisje niet alleen geen dank meer
verschuldigd, maar dan hebt gij een oneindig
belangrijker dienst bewezen.
jocob Musch liet het hoofd op de borst zinkin
en gaf geen antwoord. Het was duidelijk dat in
zijn binnenste een heftige strijd gevoerd werd
en Patrick O'Keddy verwachtte inspanning den
uitslag daarvan.
Ik weet niets, volstrekt niets, mijnheer,
stotterde Musch, zonder den blik te durven
opslaan.
veer evenwijdige van noord naar zuid loo—
pende linien, en wel, van het oosten be
ginnende, de lijn WilgerivierGreijlingstad,
die een verbinding daarstelt tusschen den De-
lagoa— en den Natalspoorwegde linie Pre
toria Vereenigii.g langs den spoorweg;
de lijn KrugersdorpCommandonek en de
lijn van de Mooirivier. Neemt men nu in
aanmerking, dat behalve de beide bovenge
noemde spoorwegen ook de Vaalrivier op de
aangegeven wijze door blokhuizeu beschermd
is, dan is het zeker voldoende om de ge
beurtenisseu bij Trichardtsfontein, Baken-
laagte en Viliersdorp in het geheugen te
roepen, ten einde ons gevoelen te staven,
dat het aanleggen van dergelijke liuien niet
het afdoende middel is om het land tot ge
heele onderwerping tc brengen. Wij heb
ben het altijd als een strategische fout van
Roberts beschouwd, dat hij, na de bezetting
van Bloemfontein, niet eerst het geheele
land ten zuiden van deze plaats tot ge
heele onderwerping heelt gebracht, alvorens
naar Pretoria op te rukken, en de gevolgen
vïn deze haudelwijze doen zich nu gevoe
len.
Het is voor Kitchener uit een moreel
oogpuut onmogelijk al zijne troepeu ten zui
den van de Vaal bijeen te trekken en Trans
vaal voorloopig met rust te laten, totdat de
invallers uit de Kaapkolonie verdreven en de
Oranje Vrijstraat geheel tot onderwerping
gebracht zoude zijn. Hij kan 'net bezette
grondgebied niet ontruimen en moet met alle
krachtsinspanning zien vast te houden wat hij
heeftmaar daarvan is dan ook het gevolg,
dat hij feitelijk geen stap verder komt,
geen enkel wapenfeit van eenige beteekeuis
kan hij stellen tegen de drie zware neder
lagen, die zijne colomies in den laatsten tijd
in Transvaal hebben geleden, en trekken zij
uit, om een of ander commando op te spo
ren, dan komt dit zoeken in den regel erop
neer, dat zij moeite hebben zich de Boeren
van het lijf te houden.
En toch gaat de opperbevelhebber door
met het aanleggen van nieuwe linien en dus
met het versnipperen van zijne strijdkrachten.
Vrijheid wordt of is vereenigd met Duudee
en daardoor Zoeloeland van Transvaal ge
scheiden tusschen de Delagoa— en de Na-
talijn, komt een linie van Springs naar Bet
hal, enz. Zoo doorgaande zal het nog er
mede eindigen, dat het geheele leger iu
versterkte plaatsen en blokhuizeu opgesloten
zit en de verschillende Boerencommando's
het land doortrekken.
Ik wilde slechts weten, of u toevalligerwijs
iets van de zaak ter oore was gekomen, zei
Patrick droogjes.
Gij weet r.u echter, hoe gij de schuld van
uw dankbaarheid kunt aflossen.
Hij zette zich aan zijn schrijftafel en wendde
Musch den rug toe. Deze aarzelde nog even en
vertrok daarna zuchtend en zonder verder een
woord te zeggen.
En? vroeg Bidach opgewonden, toen Patrick
ttrugkeerde.^en WQOrd uit ]iem te krijgen, luidde
het antwoord en toch voel ik, dat hij alles ver
raden kon, als hij wilde.
Wij zijn werkelijk verre van ge.ukkig, zei
Bidach moedeloos. Ik geloof, dat wij nog veel
te doen zulleu hebben aleer wij ous doel bereiken.
VI.
Eenige dagen later, tegen 10 uur 'a morgens,
toen Johanna bezig was, met haren broeder les
te geven, trad Klara binnen met de mededeehng
dat een man haar wenschte te spreken.
Johanna liet den man binnentreden.
Ik word gezonden door een heer, die in de
Rue d'Anjou woont, begon de boodschapper, llij
heelt mij zijn naam genoemd, maar die is mij
ontschoten. Hij heeft een schermzaal.
Waarschijnlijk mijnheer O Kedcy, verduide
lijkte Johaur.a.
Ja. dat geloof ik wel. Mijnheer is verwond
in een duel
Gewond? riep Johanna vcrbleekend.
Ja en zelfs vrij zwaar. Hij vroeg of gij zoo
snel mogelijk bij hem wildet komen, daar hij u
wenschte tc spreken. De zaak is vau veel ge
ik kom oogenblikkelijk.
Nauwelijks had de bode de kamer verlaten or
Johanna ijlde, door onrust gekweld naar de Rue
d'Anjou. Een enkele gedachte bezielde haar:
Patrick was gewond. Zij wilde bij hem zijn om
'"^Toeu "zij''de^schermzaal binnentrad, werd hij
door Jacob Musch ontvangen.
Hoe gaat het met hem vroeg zij, buiten
adem van het snelle loopen.
Musch zag haar verbaasd aan.
Wien bedoelt gij, juffrouw vroeg hij.
Wel uw meester.
Lieve juffrouw, klonk een bekende stem
achter haar en Patrick O'Keddy, niet weinig
verbaasd liet meisje ten zijnent te xieD, begroette
haar met een diepe buiging.
Sprakeloos bijna zag zij hem aan.
Hoe? Gij? Hoe gaat net met uw kwetsuur?
Welko kwetsuur?
Ik moet u oogenblikkelijk ..pn ken, riep ze
opgewonden, want een somber vermoeden be-
klpatrick**verzocht haar hem naar het aangrenzend
VCToen zij hem de geschiedenis met den besteller
verhaald had, werd hij zeer ernstig.
Dat is een list, die men aangewend heelt,
om u het huis te doen verlaten. Ik ben niet ge-
wond en heb geen mensch bevolen u te waar—
schuwen. mjn God, 8teunde Johanna
aniStTtomazerPaURkbbemoedigend, wij moeten
ecn vijf-francBtuk. met het bevel zoo hard moge-
liik ln galop vloog de koets voort-
Thuisgekomen riep Johanna Klara. ie het
volgend oogenblik, rustig en mets kwaads ver
moedend, binnentrad.
la er niemand lner geweest tijdens mijne
afwezigheid vroeg zij bevend van angst.
Niemand, juffrouw, alleen de man dien gij
gezonden hebt.
^\Vel, de jonkman, dien gij bevolen hebt
Gcoihüeorgfl zegt gij? riep Johanna buiten
George gaf Klara ten ant
woord.^ ellendigcn I snikte Johanna. Nu
hebben zij mij mijn broer nog ontroofd.
Maar spreek dan toch 1 riep Patrick, terwijl
hij Klara. die van schrik in onmacht dreigde U
vallen, bij den arm greep. Kom tot uzelf, vertel
wat er gebeurd is.
(Wordt vervolgd).