Nummer 99. Zondag 15 December 1901. 24^ Jaargang. Tweede Blad. Oe Zuid-Affikaanschen Oorlog, Bekendmaking. BINNENLAND. Zij die zich voor het volgend kwartaal abonneeren, ontvan gen de in deze maand nog ver schijnende nummers GRATIS. UITVOERINGEN. AANGIFTE De Echo van het Zuiden, WAALWIJK. Op Zondag 15 Dec 's middags ten 12 uur zal door de liedertatel „Oefening en Vermaak" op de Zaal „Musis Sacrum worden uitgevoerd PROGRAMMA AD LIBITUM. '•lilM'J iüüi'MË JLü L_ Burgemeester cn Wethouders van Waalwijk Gelet op art. 86 der wet van 2 Juli 1898, no. 170, en art. 25 van het Koninklijk besluit van 8 Mei 1862, Staatsblad no. 26 ruaken bekend: dat de zitting van de militieraad voor de lotelingen dezer gemeente zal gehouden worden te Tilburg op het stadhuis op Zaterdag den 21 December 3901, des voormiddags om 11 uur: dat alsdan voor de militieraad moeten ver schijnen do lotelingen die vrijstelling verlangen wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken, of die de gevorderde lengte misten. Waalwijk. 1 December 1901. Burgemeester en Wethouders voorn., De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. TER IasehrijYitig voor de MILITIE. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Waalwijk Gelet op de bepalingen der Militiewet 1901. Brengen ter openbare kennis dat gedurende de maand Januari 1902 dagelijks behalve op Zon-cn feestdagen ter Secretarie dezer gemeente gelegen heid bestaat om zich voor de Nationale Militie te doen inschrijven. Voorts wijzen zij er belanghebbenden op dat de betrekkelijke bepalingen van voormelde wetluideu als volgt: Art. 13. Voor de militie wordt ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het koningrijk België verblijf houdt, 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft, 3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heaft, 4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Nederlan- der, zoo hij op den lsten Januari van het jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der bij art. 15 omschreven gevallon. Ingezetene is, voor de toepassing van het be paalde hierboven onder 4o. A. de binnen het Rijk verblijf houdenda minderjarige niet Nederlander: a. wiens v ader, moeder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft; b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of haar overlijden in het hierboven onder a omschreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval of al is deze buiten 's lands gevestigd c. die door zijn vader, moeder of voogd ver laten is, of die ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en van wien niet bekend is dat hij eeu voogd heeft, indien hij edurende de voorafgaande achttien maanden in ,rt Rijk verblijf gehouden heeft; B. de meerderjarige niet-Nederlander, die binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedu rende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft. Voor minderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder A gehouden hij, die minderjarig is in den zin der Neder- landsche wet. Voor meerderjarig wordt voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder B gehouden hij, die meerderjarig is in den zin vao voormelde wet. Art. 14. De inschriiving geschiedt: lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede lo. zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heaft, in de gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd zoo nij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd elders dan bionen het Rijk woonplaats heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt; zoo hij door zijn vader, moeder of voogd var- laten is, ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en hat niet bekend is dat hij een voogd heeft, in de gemeente, waar hij verblijf houdt; zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in de gemeente Amsterdam zoo hij in het Koningrijk België verblijf hondt, in de gemeente Rotterdam 2o, van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede 2o. zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen het Rtjk, in de gemeente der woon plaats van vader, moeder of voogd is de woonplaats van vader, moeder of voogd (D het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam is zij in het Koningrijk België, in de gemeente Rotterdam 3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede 3o.: zoo hij woonplaals heeft binnen het Rijk, in de gemeente zijner woonplaats; zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk, in de gemeente Amsterdam zoo hij woonplaats heeft in het Koningrijk België, in de gemeente Rotterdam 4o. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o., indien hij minderjarig is: zoo hij verkeert in het geval, in de tweede zinsnede van dat artikel onder Aa omschreven, in de gemeente, waar zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft; zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder Ab omschreven, in de gemeente, waar zijn voogd woonplaats heeft; is de woonplaats van dezen buiten 's lands, dan geschiedt de inschrij ving in de gemeente, waar de minderjarige ver- blijt houdt; zoo hij verkeert in een der gevallen, in even- bedoelde zinsnede onder Ac omschreven, in de gemeente, waar hij verblijf houdt B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zin snede 4o., indien hij meerderjarig is: in de gemeente waar hij woonplaats heeft. De in de vorige zinsuede als plaat9 van in schrijving aangewezen gemeente is die, waar het verblijf of de woonplaats gevestigd is of was op den l9ten Januari van het iaar, volgende opdat, waarin de iD te schrijven persoon het 18de levensjaar volbracht, tenzij het iemand geldt, wiens inschrijving te Arasterdam of Rotterdam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats onderscheidelijk in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België. Art. 15. Voor de militie wordt niet inge schreven lo. de ingezetene niet-Nederlander, die bewijst te behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan de verplichte krijgsdienst zijn onder worpen of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen 2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezit tingen des Rijks in andere werelddeelen verblijf te houden of woonplaats hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of curator woonplaats binnen het Rijk. Art. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij burgemeester en wethouders der gemeente, waar volgens art. 14 de inschrijving moet ge schieden, aan te geven tus9chen den lsten en den 31 Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18e levensjaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aangeven, alsmede ine een der gevallen, hierna in de vierde zinsnedu omschreven, rust de verplichting tot het doe der aangifte; indien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogd indien het een meerderjarig betreft, die onder curateele gesteld is, op zijn curator. De ver plichting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk ot in het Koninkrijk Belgie woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen bij de volgends zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uitsuitend op den in te schrijven min derjarige indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in hst Koning rijk Belgie woonplaats heeft; indien zijn vader of moeder of beiden de ouder lijke macht missen indien hij door zijn vader, moeder of voogd verlatenof indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is dat hij een voogd heeft. Hij, die door de bestuurders in art. 22 vermeld, ter inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst is bij de zeemacht, de marine-reserve en het korps mariniers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen, is tot het doen van de aangifte niet verplicht. Voor hem of haar, die tot het doen der aan gifte verplicht is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe s hriftelijk gemachtigd. De volmacht blijft onder burgemeester en wet houders berusten. De wijze, waarop van de ged»ne aangifte moet blijken, wordt door Ons bepaald. Art. 18. Voor de militie wordt ook ingeschre ven of wordt op nieuw ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 2lete levensjaar zijn verblijf binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie gevestigd heeft; 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 18de levensjaar volbracht, en vóór net intreden van diens 21ste levensjaar zijne of hare woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsrhe Rijk of in het koningrijk Belgie ge vesiigd heeft; 3o. ieder mannelijk minderjarige, die na dan lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbrachten vóór het intreden van het 21ste levensjaar Nederlander of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder lo omschreven gevallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd ver keert in een der gevallen, hierboven onder 2o omschreven 4o. ieder meerderjarig, mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van hat jaar, volgende op dat, waarin hij het 18 lerenpiaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar zijne woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie gevestigd of er woonplaats heeft: 5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar Nederlan der of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 4o. omschreven ge vallen verkeert: 6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 2iste levensjaar ingezetene of opnieuw ingezetene is geworden in den zin der tweede zinsneden van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat art. en art. 15. Ten aanzien van de gemeente, waar de inschrij ving of de inschrijving op nieuw moet geschieden en van de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw gelden de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsnede van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving op nieuw van hem, die volgens de eerste zin snede van dat artikel moet worden ingeschreven) geschiedt binnen dertig dagen na het verkrijgen of, werd hij reeds vroeger ingeschreven doch van het register afgevoerd, na het terug erlangen van het Nederlanderschap of van het ingezetenschap, of na de vestiging van verblijf of de vestiging of het verkrijgen van woonplaats binnen het Rijk in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk Belgie De inschrijving geschiedt in het register be treffende de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zinsnede van dit artikel bedoeld* persoon volgens zijn leoftijd behoort. ART. 166. Met becte van ten minste vijftig cents cn ten hoogste f 100 wordt gestraft de overtreding van de art. 16, 18 cn 22. Waalwijk, den 8 December 1901. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Afgekondigd en aangeplakt ter plaatse daarvoor gebruikelijk den 8 December 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT De Wet is dan weer ten tooneele versche nen en hij zit Dog goed in zijn rol. De correspondent van de Standard ctelt in eeu bericht over het gevecht vau De Wel tegen de kolonels Wilson en Rimingtou bij Heilbron in het noorden van den Vrijstaat, de macht van den Boerenaanvoerder op 1400 man. De eerste operatie der Boeren was gericht tegen een kleine colonne onder bevel van kolonel Wilson en leidde tot een vrij ernstig gevecht. De colonne had tien dagen te voreu Heil bron verlaten en was slechts 5 K. M. naar het westen getrokken, toen zij op de voor hoede der Boeren stiet, die haar opwachtte. Er volgde een loopend gevecht, gedurende hetwelk de Engelsche 221/., K.M. in drie uur aflegden. Den derden dag bemerkte kolonel Wilson dat de Boeren met een groote overmacht waren gekomen eu hij feitelijk omsingeld was door De Wet's commando. Daar hij niet in staat was, zich te bewegen, zond hij helio- grafisch bericht om versterkingen. De Wet wist, dat kolouel Rimington aan den noordelijke oever van Kliprivier was, doch daar de rivier gezwollen was, meende hij, dat de Engelschman op zijn miust drie dagen noodig zou hebben, om kolonel Wilson te hulp te komen. Kolonel Rimington maakte evenwel gefor ceerde marschen, na buitengewoon snel de rivie te ziju overgetrokken, en viel de Boeren bij verrassing aan. Dezen openden hun linies en beiden Engelsche afdeelingen vereenigde zich zonder tegenstand. Daarop begonnen de gecombineerde co lonnes den terugtocht naar Heilbron. De Boeren omzwermden de achterhoede eu de flanken en maakten het zoo lastig, dat een bereden detachement werd afgezonden, om hen terug te drijven. Terwijl deze mannen in een vrij hevig gevecht waren gewikkeld, zag men een Boerentroep van links naderen, die poogde het Engelzche convooi af te snijden. Daar de Boeren onstuimig opdrongen, werd een deel van het bereden detachement teruggeroepen. Toen gaven de Boeren den strijd spoedig op en moesten zes wagens achterlaten, die zich reeds in hun macht be vonden. De kracht van den aanval werd toen door den Boerenbevelhebber gestadig ver minderd, maar hij bleef de colonnes beschie ten zoodat ze slechts weinig vorderden. Op 8 K.M. afstand van Heilbron werd eeD kamp opgeslagen. Vreezende voor een nach telijken aanval, gebruikte kolonel Rimington een krijgslist. Hij liet de mannen uit ziju kamp in alle stilte achterwaarts trekkeu, zorg dragende de kampvuren te laten branden om de Boeren in den waan te brengen, dat hij zich daar nog bevond. De list gelukte volkomen. Des nachts beslopen de Boeren, wat zij voor hat kamp aanzagen, en een half uur lang richten zij een hevig vuur op de plaats, waar ze de soldaten vermoedden. Toen hun vuren verminderde, hieven onver wacht de Britsche soldaten, die meer achtera waren gelegerd een juichkreet aan, waarop de Boeren, niet wetende wat hen overkwam, het hazenpad kozen. Zonder verdere onge vallen bereikten de Britsche colonnes daarop Heilbron, na afwezigheid van een week. Het heet, dat gedurende de gevechten met de colonnes Wilson en Rimington het commando van De Wet voortdurend werd versterkt door pas aangekomen Boeren. Een Engelsche correspondent in Kaapko lonie beweert, dot de periodieke verdwijnin gen van generaal De Wet een romantische oorzaak hebben van tijd tot tijd gaat de beroemde Vrijstater een bezoek brengen aan een vrouw, die op een hoeve bij Frankfort, in het noorden van den Vrijstraat, aan de Wilgerivier, woont. Sommigen zeggen dat hij er van tijd tot tijd gaat uitrusten van de vermoeienissen van den oorlog, terwijl anderen verzekeren, dat de schoone hoevebewoonster de beste agent voor inlichtingen is van De Wet. De Boerencommoudo's in de districten CUuwilliam, Calvina en de aangrenzende districten, treden bij voortduring met groote omzichtigheid en activiteit op, bij vermijding van gevechten. Zij zijp voor ten minste vier vijfden gedeelten saamgesteld uit plaatselijke rebellen en hun kennis van eiken bergpas raag als volmaakt worden beschouwd. De moeielijkheden van de Engelsche colonnes zijn bijzonder groot in de zandvlakte, langs het zeestrand zich uit strekkende, waar de Engelsche wagens groote moeite ondervonden, terwijl de Boerenwagens gemakkelijk en snel voortkwamen. WAALWIJK, 14 Dec. 1901. Eervol ontslag. Bij koninklijk besluit is aan den lieer P. J. Mombers alhier, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als 2e luitenant bij de dienstdoende schutterij te Waalwijk. St. Faulus Vereeniging. Maandag 16 Dec. vergadering van de leden op hun Vereenigiugslokaal. Ten acht uur aanneming van nieuwe leden. Ten half negen uur precies lezing over het drankmisbruik door den President der vereeniging. Opdat deze lozing ook voor niet-leden hare vruchten kunne voortbrengen, wordt voor deze gelegenheid het Vereenigiugs lokaal opengesteld voor alle belangstellen den van Waalwijk tot zoolang het lokaal gevuld is. Bond van Brievenbestellers. Maandag hield de onderafdeeling „Waal wijk" van den bond van brievenbestellers „De Posthoorn" eene vergadering bij den heer C. v. d. Werff. De directeur van het postkantoor, de heer Jager en de heer Ka kebeen vereerden de vergadering met hunne tegenwoordigheid. De heer Jager richtte een kort woord tot de aanwezigen eu be tuigde zijn leedwezen, dat tengevolge van het slechte weder zoo weinig leden konden aanwezig zijn. De heer Kakebeen hield eeno korte rede over het groote nut van bonden en de kracht, die in den tegenwoordigen tijd uitgaat van vereenigingen. De avond werd verder onder het houden van voor drachten gezellig doorgebraoht. Marktgeld 1902. Bij de hedenmorgen ten II uur door Burgemeester en Wethouders onzer gemeente gehouden verpachting van het Marktgeld over 1902, werd pachter de heer A. van Drunen-Jansen, alhier voor f 1005 tegen 't vorige jaar f 845. Jaarmarkten te Waalwijk Te Waalwijk zullen in 1902 worden ge houden de volgende Jaarmarkten, als Den len Donderdag in Januari 2 Jan. Den len Donderdag in Februari 6 Febr. Den len Donderdag in Maart 6 Maart Den len Donderdag in April 3 April. Den 3en Donderdag in April 17 April. Den len Donderdag in Mei 1 Mei. Den len Donderdag in Juni 5 Juni. Den len Donderdag in Juli 3 Juli. Den len Donderdag in Augustus 7 Aug. Den len Donderdag in September 4 Sept. Den 3en Donderdag in September 18 Sept. Den len Donderdag in October 2 Oct. Den 3en Donderdag in October 16 Oct. Den len Donderdag in November 6 Nov. Den len Donderdag in December 4 Dec. Kermis den 2en Zondag in Juli 13 Juli. Voorts eiken Dinsdag en Vrijdag Week markt voor Vee, Landbouw voortbrengselen en Koopwaren, en Beura voor Graan, Hui den, Leder en Schors. Lijstjes bovenstaande markten bevattend, zijn op de secretarie GRATIS verkrijgbaar. Concentratiekampen. Door de commisaie voor de vrouwen kampen vanwege het Chr. nat. Boerencomité is de heer M. Kuijaten alhier tot algemeen vertegenwoordiger voor onze provincie be noemd. Genoemde heer zal zich du» gaarne be lasten met het overmaken van gelden en goederen voor de concentratiekampen en het geven van gewenschte inlichtingen aan al diegenen, welke een of meer Afrikaner» al» «preker wenschen te zien optreden. Onderwijzer. Tot nogtoe hebben zich drie «ollicitanten aangemeld voor de betrekking van onder wijzer aan onze openbare school. Griezelige Vondst. Op eene gisteren gehouden klopjacht, op de achttereinen van de Heereu Jurgen», gelegen onder Nistelrode, bijgewoond door de h«er H. W. inwoner onzer gemeente, werd een akalige vondst gedaan. De drijver» vonden midden in een eenzaam gelegen bosch het lijk van een manspersoon, reeds in verge— vorderderden stast van ontbinding. On middellijk werd bericht gegeven aan da bevoegde autoriteiten, die waarschijnlijk wel noodig zullen vinden de zaak nader ta onderzoeken. Verkiezing Tilburg. Bij de Donderdag gehouden herstemming, voor een I'd der Tweede Kamer in het district Tilburg (5592 kiezer») zijn uitge bracht 4875 geldige «temmen. Gekozen werd de heer A. H. A. ARTS (r.-k.) met 2476 stemmen. De heer A. L. J. van Waesberghe (r.-k.) had 2399 stemmen. Bij de eerste «temming op Dimdag 8 December werden uitgebracht 4368 geldige stemmen. Daarvan verkregen de heeren A. L. J. van Waesberghe (r.-k.) 2088, A. H. A. Art» (r.-k.) 1865, mr. A. L. N. baron Sloet tot Everlo (r.-k.) 298 en J. A. Bergmeijer (soc.-dera.) 107 steramen. I)c moerd te Tilburg. Het gerechtshof teHertogenbosch, aldus luidt het nieuwste nieuws omtrent de moord zaak, heeft thans blijkbaar het dossier in de zaak van Mutsaers, aanvankelijk beschul digd en later vrijgesproken van den moord op Maria Kessels in de kerk aan den Noordhoek te Tilburg, in ijverige studie genomen. In verband hiermee heeft de officier van justitie te Breda, die van het vrijsprekend vonnis der rechtbank in beroep is gegaan, aan de politie te Tilburg opge dragen naar verschillende détails opnieuw een onderzoek in te stellen. Dat onderzoek is nu sedert eenige dagen gaande, maar hoewel er enkele nieuwe bijzonderheden aan het licht gekomen zijn er toch geen nieuwe gezichtspunten geopend waarin men bepaalde aanwijzingen vindt. De koster Van Isterdael is opnieuw gehoord, zoo ook de moeder van Mutsaers, verschillende getuigen, die in de openbare zitting zijn ondervraagd, en eenige andere personen. Dit onderzoek wordt niet geleid speciaal in de richting van Mutsaers. Ouder anderen heeft de politie thans ook een koetsier van het naburig buiten van den heer W. J. H. v. B., te Rotterdam, ondervraagd. Deze koetsier, tevens onbe zoldigd rijksveldwachter, stond een paar dagen na de vermissing van Maria Kessels, doch toen men nog niets omtrent de misdaad wist, voor het station te Tilburg. Zijn aandacht werd toen getrokken door een man, die daar blijkbaar zeer gejaagd op en neer liep, en die voortdurend het oog gevestigd hield op een politieagent in de buurt. Zoodra die politieagent uit het gezicht was, liep de man snel naar de brievenbus afin het station, deed daar een briefkaart in en verdween snel. Toevallig kwam onmiddellijk daarop de post de bus lichten, en toen die de brieven en briefkaarten eruit nam, zag hij bovenop een briefkaart liggen, gericht aan de ma- rechaussée te Tilburg, mededeelende dat zij moest zoeken in de nabijheid, want dat het kind niet ver was. Deze briefkaart was niet onderteekend en de inhoud maakte diepen indruk, omdat niemand toen iets wist van Maria Kessels. De post vroeg den koetsier, of hij soms gezien had wie die briefkaart in de bus gedaan bad. De koetsier verhaalde van den man, die hij had staau waarnemen. Juist kwamen twee marechaus- sées uit een aankomenden trein. Hun werd het geval verteldzij gingen den geheim- zinnigeu man na maar konden hem niet meer viuden. Opmerkelijk is, dat deze koetsier in de geheele zaak niet gehoord] is, en dat hij de politie juist op den dag waarop het vonnis was uitgesproken, voor het eerst er van vernam. Toen werd de kootsier, die zelf ook verbaasd was, nadat hij toch zijn weder varen aan de marechaussee had meegedeeld, niet in Breda in de instructie te zijn ge hoord, voor het eerst door de politie te sijn ondervraagd. Hij verklaarde daarbij, d*t den man destijds in alle bijzonderheden had opgenomen, omdat hij onbezoldigd rijksveld wachter juist in die dagen sommige personen zeer aandachtig beschouwde. Eu hij had dan ook onmiddellijk het signalement van den man en zijn kleeding uitvoerig genoteerd, maar toen men er hem verder niet

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 5