Nummer 103,
Zondag 29 December 1901.
24e J aar gang
Toegewijd aan Handei, Industrie en Gemeentebelangen.
NODQE
HFE
mtsmmm.
N TOON TIELEI,
fiieuwjaarswenschen
Oe Zuid-Afrikaanschen Oorlog,
Uitgevek:
BEKENDMAKING.
FEUILLETON.
BBBHBHBanKaBSBaEaHnBras»:
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
Advertentië.v 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegsrtn
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
Ook wederom dit
jaar zal er, in het
ummer van 1 Januari a. s. ge—
egenheid bestaan tot Bet plaatsen
an
an Vrienden, Bekenden en Be-
unstigers, tegen den uiterst
eringen prijs van 30 cent.
Vanaf HEDEN tot DINSDAG
I December, 's middags 12 uur,
;an de inzending geschieden.
DE REDACTIE.
GEMEENTERAAD.
Opgaven van Candidaten,
V
De Burgemeester der Gemeente Waalwijk
brengt hiermede ter openbare keunis, dat op
ESfP^gpv KjgEg»-TayTWSfl« BBS n,^.,.^.-,.,.,„-,..^.rr ,-MM
De Echo van het Zi
Waalwykscbe fis Langstraatsclie ('earait,
augiften voor plaatsing op de lijsten van
kiesgerechtigden voor do Kaniers
van Arbeid.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
^aalwijk
Gelet op de artt. 10 en 11 van he?t Ko
oldijk besluit van 6 Januari 1898 (Staatsblad
o. 20) tot vaststelling van eeu kiesreglement
oor de kamer van arbeid
Vestigen bij dezen dc bijzondere aandacht
an belanghebbenden op de navolgende
oplichtingen, hun opgelegd bij de artt. 1,
en 5 van gemeld kiesreglement
Het hoofd of de bestuurder van een be—
drijf maakt vóór 15 Januari van elk jaar
eene lijst of, zoo noodig, lijsten op van de
namen en van de voornameu van personen,
die in z.iju bedjijf binnen het gebied eener
kamer van arbeid, waarin dat bedrijf is ver
tegenwoordigd, als patroons of in zijn dienst
als werklieden werkzaam zijn of geweest zijn.
Op die lijsten worden vermeld zij, die bij
hetzelfde hoofd of denzelfden besluuider
werkzaam zijn geweest gedurende het laatst-
vcrloopen kalenderjaar ofjgedurende den tijd,
die volgens art. 76 van het betrokken kies
reglement ten aanzien van sommige bedrijven
voor kalenderjaar geldt, en zulks voor zoover
dc betrokken personen zijn ingezetenen des
Rijks, Nederlanders en op 15 Februari van
het jaar, waarin de kiezerslijst moet worden
opgemaakt, den leeftijd van vijf en twintig
jareu zullen hebben bereikt.
Zijn de personen, hi de vorige zinsneden
bedoeld, slechts in eene gemeente werkzaam
geweest, dan zendt het hoofd of bestuurder
vóór 15 Januari de hierboven bedoelde lijst,
waarop die personen zijn vermeld, aan bur
geraeester en wethouders der betrokken ge
meente.
Zijn vorenbedoelde personen in meer dan
ééne gemeente werkzaam geweest, dan
wordt de lijst, waarop hunne namen zijn
vermeld, ingezonden aan burgemeester en
wethouders der gemeente, waar die personen
het laatst zijn werkzaam geweest.
Wordende verder ter algemeene kennis
gebracht, dat formulieren, bestemd voor eigen
aangifte volgens art. 7 van het kiesreglement,
ter secretarie dezer gemeente kosteloos voor
belanghebbenden verkrijgbaar zijn gesteld.
Zooveel mogelijk worden aan de hoofden
of bestuurders van bedrijven in deze ge
meenten, welke in eene kamer van arbeid
zijn vertegenwoordigd, de hierboven genoem
de formulieren in den loop der maand
December toegezonden.
Het niet of niet tijdig ontvangen van gezegde
formulieren ontheft den betrokken hoofden
of bestuurders niet van hunne verplichtingen
tot het doen van voorschreven opgaren,
tegen welke nalatigheid bij de wet op de
kamers van Arbeid straf bedreigd is.
Waalwijk, den 22 Dec. 1901.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
K. DE VAN DERSCHUEREN,
burgemeester.
F W. VAN LIEMPT, secretaris.
VE RKIÉZIN G
voor den
Dinsdag, den 7n Januari 1902, zal plaats
hebben de verkiezing roor een lid van den
Gemeenteraad, ter vervulling der vacature
ontslaan door het ontslag nemen als zoodanig
van den Heer H. J A. Zeegers
dat op dien dag van des voormiddags
negen tot des namiddags vier uren, bij hem
kunnen worden ingeleverd
als bedoeld in art. 51 der Kieswet en arti
kei 10 der Gemeentewet.
Deze opgaven moeten inhouden den naam,
de voorletters en de woonplaats van den
candidaat en onderteekend zijn door ten
minste elf kiezers, bevoegd tot deelneming
aan deze verkiezing
De inlevering dezer opgaven moet ge
schieden persoonlijk door één of meer der
personen, die de opgave hebben ondertee
kend. De candidaat kan daarbij tegenwoordig
zijn. Van de inlevering wordt een bewijs
van ontvangst afgegeven.
Formulieren voor de opgaven bovenvermeld
zijn ter Secretarie dezer Gemeente kosteloos
verkrijgbaar van den 2eu Jauuari 1902, tot
en met den dag derverkiezing.
De burgemeester brengt hierbij in herione
ring art. 151 der Kieswet, luidende als volgt
Hij, die eene opgave, als bedoeld in art:
51 inlevert, wetende dat zij is voorzien van
handteckeningen van personen, die niet
bevoegd zijn tot deelneming aan de ver
kiezing, waarvoor de inlevering geschiedt,
terwijl zonder die handteekeningen geen
voldoend aantal voor een wettge opgave
zou overblijven, wordt gestraft met een
gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden
of eene geldboete van ten hoogste honderd
twintig gulden.
Met gelijke straf wordt gestraft hij, die
wetende dat hij niet bcroegd is tot deel
neming aan de verkiezing eene voor die
verkiezing ter inlevering bestemde opgave,
bedoeld, bij artikel 51, heeft onderteekeud.
Waalwijk, den 22 Dec. 1901.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
Kitchener meldt namelijk in een dépêche,
gisteren, Donderdag, door henr uit Johannes
burg verzonden, dat, volgens een telegram
van generaal Rundie De Wet Dinsdag 1.1
aan het hoofd van een aan2ienlijke Boeren
macht, na een kort, maar hevig gevecht,
het kamp van Firman bij Tweefontein, in
den Vrijstaaat, overweldigde.
Ik vrees, dat onze verliezen belangrijk zijn,
seint Kitchener verder. De troepen onder
bevel van Firman bestonden uit vier com
pagnieën yeomanry met eeu stuk veldgeschut
en een automatisch kanon. Zij waren belast
met het bewaken van het hoofd der blok
huizen-linie, die vau Harrismith naar Bethle
hem loopt.
Twee compaguien lichte cavalerie zijn
uitgezonden, om De Wet te achtervolgen.
Een telegram van gisteren uit Pretoria aan
de avondbladen, over Damaut's gevecht bij
Tafelkop, zegt dat de Engelscheu pas twee
schoten hadden kunnen doen, toen Boeren
die vee hoedden, dat in den steek lieten en
onversaagd naar de Bri'sche stelling galop
peerden. Deze Boeren openden toen eer.
overstelpend vuur op de artilleristen, terwijl
een andere troep, 150 man sterk, die in ee i
hinderlaag had gelegen, die stelling op zijde
onder vuur nam. Van de verdedigers sneu
velden er een groot aantal bij de ee:ste
salvo's, maar de overlevenden bleven hard
nekkig dootvechteu totdat de Boeren de
positie vermeesterden.
De Eugelschen maakten hun kanonnen
onbruikbaar. Van de 95 man die aan den
Eugelschen kaot aan het gevecht deelnamen,
werden er 75 gedood of gewond. De Boeren
verloren commandant Van der Mei we en 30
man aan dooden. Talrijke troepen onver
zoenlijke Boeren, onder M. Botha, Meintjes,
Taljaard, Steeukamp en Bucknill liggen thans
in hinderlaag om de Engelscheu te kunnen
verrassen.
commando was zoodanig verdeeld, dat ach
tereenvolgende aanvallen konden worden
gedaan.
Het leeken van den aanval werd gegeven
door het tweemaal afschieten van een kanon
der Boeren op den top van een kopje.
Onmiddclijk daarop kwam de hoofdmacht
van De Wet's strijdmacht te voorschijn uit
ee" 9.on£a e" <le Engelsche colonne werd
gelijktijdig in het front en op de beide
nan ken aangevallen. De Boeren schenen
vol vertrouwen in de overwinning. Hun
aanval was uiterst onstuimig en alleen door
en door gedisciplineerde troepen en geoefende
paarden kpnden den schok weerstaan. Maar-
Ie Imperial Light Horse waren er tegen
bfistand en tegenover hun koelbloedigheid
en hun gestadig vuur werd de aanval der
boeren tot staan gebracht en werden dezen
zelfs teruggedreven, Aan beide zijden werd
een hevig vuur onderhouden, tot de colonne
vau generaal Campbell, die door het vuren
was aangetrokken, op het terrein van den
strijd was aangekomen. Toen trok De Wet
zijn strijdmacht uit haar stelling terug en de
Boeren verspreidden zich.
31.
XV.
bij het verhoor
dag gelegd als
LiDgoor en Kater hadden
ttlfd» koppigheid aan den
oil.
Zii hadden over het bestaan der bende, waartoe
1 behoorden, noch over hun aanvoerder een
■I'd gerept, maar Bidach had die asnwijzigirgen
«I noodig. Na de teraardebestelling van den
elakkigen Musch bijgewoond te hebben, ver-
kken Patrick en Bidach met dea trein van 8
40 naar[Lorient. Toen zij den volgenden inor-
in die stad aankwamen, begaven zij zich
Jrwijld naar het «Hotel de France4 waai de
r van Balladores zijn intrek genamen had.
Ifdach liet zich aandienen, zeggezde dat hij in
''acht van den heer Merentier kvara.
de meaning, dat zij de detmtives waren,
hulp hij ingeroepen had, liet de jonge
licaan hen binnenkomen,
lij vonden hem, in zijn zachten huisrok gewik-
J, op de sofa liggen. Zijn bleek gelaat wees
dat hij maanden lang geleden moest hebben
op zijn voorhoofd wees een bread, rood lit—
'en aan. waar hij gevallen was.
Excuseert mij, heeren, zei hij, hun door
handgebaar uitnoodigena plaats te nemeD,
•preek zeer slecht Fransch.
- Spreekt gij misschien beter Ecgelichl vroeg
«lek.
Ja, iets beter.
- Welnu, als gij wilt, kunnen wij Engelsch
tken dan vertaal ik de woorden voor mvn
<nd.
Gaarne.
'P deze wijze werd ongeveer het volgend ge-
j* tusschen Bidach en den Mexicaanschen
*man gevoerd
Gij hebt ons laten komen, begon Bidach
den «traatroovcr op te sporen, wiens slacht
offer gij ongeveer aeht of negen maanden geleden
zijt geweest
Volkomen juist, het was op den 6en Juni
van het vorige jaar.
De heer Jlerentier heeft ons reeds medege
deeld, op welke wijze gij aangevallen werd. Ik
vermoed echter, dat gij u vergist, wanneer gij
meent, dat uw moordenaar zich nog in iorient
bevindt. Hoogstwaarschijnlijk is hij in Parijs.
En waarom gelooft gij zulks 1
Dat zal ik u aanstonds zeggen allereerst
wilde ik u enkele vragen stellen.
Zooals gij wilt ik ben tot uw beschikking.
Gij zijt begin Mei uit Vera Crux vertrokken.
Kendct gij enkele personen, met wie gij den
overtocht deedt?
Neen, de passagiers waren mij allen geheel
onbekend.
En hebt gij tijdens de reis met niemand
kennis gemaakt
Zeker wel I Gij weet, dat men zich op lange
reizen gaarno nader aansluit Na verloop van
enkele dagen sprak ik met de meeste passagiers
natuurlijk alleen met hen die Spaansch ver
stonden.
En wat voor menschen waren dat.
Ja, lieve God! Daar herinner ik mij niet
veel meer van. Daar waren een oude Spuanscbe
generaal, met vrouw en dochter, twee acteurs
van den Frauschen schouwburg de Rio de Janeiro
een oude Engelsche gouvernante, die naar huis
terugkeerde en een dame uit Montivideo of
Buenos-Ayres, mevrouw San Lacar met haar
zoon. Mat den laatste, die ongeveer van mijn
leeftijd was, ging ik veel om.
Hebt gij dien jonkman soms mededeelingen
nopens uw familie gedaan
Ik meen mij te herinneren, dat hij mij
daarnaar gevraagd heeft. Ik vertelde hem dat ik
mijn ouders reeds vroog verloren heb. Ook heb
ik hem medegedeeld, waarom ik naar Frankrijk
ging en hem verteld, dat ik er nooit te voren
geweest wa». Een landgenoot had mij uitstekende
aanbevelingsbrieven medegegeven en ik geloof
zelfs, dat ik hem eenige daarvan voorgelezen heb»
En zag^ hij, dat gij die brieven in uw
portefeuille bij u droegt? viel Bidach hem in de
rede.
Natuurlijkzei de haer Van Balladores
verwonderd. Maar gij vermoedt toch niet, dat
die jongman...
En heeft hij u zijnerzijds mededeelingen
Nauwelijks zijn de jingo's aan gene zijde
van de Noordzee even bekomen vau den
schrik, hun bezorgd door de telegrammen
van lord Kitchener van Maandag en Dinsdag
1.1., telegrammen, waarin de Britsche opper
bevelhebber niet minder dan vijf ernstige
nederlagen van zijn troepen had te consta—
leeren, of een nieuw telegram komt weder
een nederlaag der Eugelschen melden. Lord
Omtrent de overige gevechten, waarin de
Britten^het onderspit moesten delven, zijn nog
slechts weinig of geen bijzonderheden bekend
geworden. Over den aanval van de Boeren
onder De Wet bij Harrismith op de colon n
vau generaal Dartnell, wordt uit Durban het
volgende bericht
„De Wet was niet op de hoogte van de
sterkte van de Imperial Light Horse onder
bevel van Dartnell, maar hij wist ongetwijfeld
uitstekend langs welken weg de colonne
oprukte. De Boerengeneraal had zijn man
nen zorgvuldig in hinderlaag gelegd en zijn
Het blijkt, dat het Engelsche detachement,
dat Woensdag der vorige week bij Begin
ner—Lijn, ten zuiden van Ermclo, in het
oosten van Transvaal, door de Boereu onder
Bncz is overrompeld, bestond uit 2 com—
gaguiën bereden infanterie onder aanvoering
van majoor Bridgeford. De Eugelschen
verloren volgens den correspondent van
de Daily lelegraph 30 man aan dooden
en gewonden. Van andere zijde wordt ge-
^at de Boeren bij deze gelegenheid
160 a 170 Engelscheu gevangen namen,
onder wie eenige lichtgewonden. De ge
vangenen werden losgelaten, nadat hun alles
ontnomen was, en een gedeelte slaagde er in
te ontsnappen en een blokhuis te Brakfontein
te bereiken. Bovendien zouden de republi
keinen verscheidene kisten ammunitie en
een hoeveelheid dynamiet hebben buitge
maakt.
Kolenel Dumoulina heeft eveneens ten
zuidwesten van Orangia veldkorhët Jacobus
Dutoit gevat en 28 gevangenen met 50
geweren genomen.
BL MtJMFONTEIN", 20 December. Gisteren
heeft Hamilton het lager van Pretorius ten
Z\V. van Orangia verrasteen Boer sneuvelde
en 15 man met 89 geweren werden gevangen
gemaakt.
gedaan omtrent zijn familie en zijn vroeger
leven? giDg Bidach voort, zonder acht te slaan
op zijn vraag.
Neen, hij zei alleen, dat hij veel gereisd
had; hij kende Amerika, Frankrijk en Engeland.
In zijn jeugd was hij zeeman geweest, zoodat hij
verscheidene talen kende. Ik zag hem meermalen
met Engelschea, Italianen zoowel als met Franschen
spreken.
En hebt gij ook met zijn moeder gesproken
Vrij dikwijls, maar zij was een trotsche,
hoogmoedige vrouw en mij dientengevolge minder
sympathiek dan haar z «n. Ik mocht haar niet
lijden.
Nog een vraagHebt gij in Parijs een
bloedverwant, die uw naam draagt?
Neen. Ik ben de laatste telg der familie.
Bidach verzonk eenige oogeublikken in gepeins
en vervolgde toenZijt gij in de rechterzijde
geraakt
Ja, hier, vlak onder d« rib.
Herinnert gij u nog, of do moordenaar
in de rechter— of in de linkerhand het wapen
voerde?
In de linkerhand 1
En hebt gij misschien ook opgemerkt of
die mijnheer San Lucar linksch was?
Ja, linksch was hij. Maar gij maakt rail
ongerust, gij schijnt te gelooven maar dat is
niet mogelijk. Die jonkman was zoo beschaafd
zoo bezadigd
Gevoelt u zich sterk genoeg, de reis naar
Parijs te ondernemen, vroeg Bidach.
Do doctoren hebben mij nog enkele dagen
rust bevolen.
Maar als het nu eens dringend noodzakelijk
was, zoudt gij dan kunnen besluiten morgen
ochtend vroeg te vertrekken
Ja, ik denk wel, dat zulk9 gaan zou
maar waarom
Omdat het mij bijzonder aangenaam zal
zijn u aan een bloedverwant voor te stellen,
wiens bestaan gij zelfs niet schijnt te vermoeden.'
Een bloedverwant uit Parijs? Hoe heet bii
dan
Louis van Balladores.
Onmogelijk, dat ik ben zelf!
Weet gij dat wel zoo zeker?
De Mexicaan mat Bidach met een trotschen
blik.
Verschooning, markies, maar ik spreek in
err.st, vervolgde Bidach. Te Parijs is ongeveer
acht maanden geleden een jonkman uit Mexico
aangekomendie zich Louis van Balludoren
noemt. Hij woont daar met een bloedverwante,
die ik sterk verdenk zijn moeder te zijn, in een
prachtig hotel bij liet park te Monccau, dat hij
drie maanden geleden gekocht heeft. Door aan
bevelingsbrieven, die hij uit zijn land meebracht,
heeft hij toegang verkregen tot de Parijsche
.cercles* en morgenavond geeft hij een gemaskerd
bal, waarop gij, als gij wilt, kennis met hem
kunt maken.
De heer Van Balladores was opgesprongen.
Vandaag nog vertrekken wijl riep hij uit,
bleek van opwinding. O, nu begrijp ik het.' De
man, die mij portefeuille stal, meende mij ge
dood te hebben en wil nu mijn rol in Parijs
spelen. En de man is...
De heer San Lucal, die nog meerdere namen
voert en in Parijs met zijn moordenaarstalenten
woekert. Eindelijk hebben wij hem. Tot weer
ziens, markies; de trein gaat om twee uur. Ik
behoef u ongetwijfeld niet te verzoeken stipt op
tijd te komen.
op mijn dankbaarheid kunt gij aanspraak
maken 1 riep do jonkman, terwijl hij óp zijn
schrijftafel toesnelde en er een pakket banknoten
uitnam.
Slaagt ons plan, dan zult gij mij ten zeerste
verplichten door het geld aan de armen te geven,
zei Bidach, bescheiden de rijke belooning van de
hand wijzend. Wij zijn niet diegenen, voor wie
gij ons houdt.
Wij zijn dilettanten, lichtte Patrick uit
eigen beweging in, en hebben nog een persoon
lijke rekening met uw dubbelgangtr te vereffenen.
Maar met de politie hebben wij niets te maken.
Dan bied ik u mijn verontschuldigingen
aan, heeren, zei do Mexicaan, hun hartelijk de
hand drukkend.
Wie gij echter rak zijn moogt en welke ook
uw motieven zijn op mfjn eeuwige dankbaar
heid maakt gij aanspraak. Ik wenach u geluk
bij uw onderneming.
Bidach en Patrick namen afscheid van den
heer Van Balladores en trachtten door een wan
deling, den tijd, die hem nog van het oogenblik
van vertrek scheidde, te korten.
XVI.
De pseudo-Balladorea herstelde zich spoedig
var. den schrik, veroorzaakt door de onverwachte
verschijning van den man, dien hij op goeden
grond dn sedert lang begraven waande.
Daar de markies zacht en in het Spaansch
met hem gesproken had, meende hij dat geen
zijner gasten liet zonderlinge intermezzo opge
merkt had, en liep hij ijlings naar den ingang
van het salon, vermoedelijk om een bediende te
roepen en den indringer te doen verwijderen.
Bij de deur stond een groep van' meerdere
personen en op een teeken van den gastheer
snelde een hui ner, die als een Italiaansch bravo
verkleed whs, toe.
Als uw leven n lief is, zei Peru in het
Spaansch tegen den markies, volg dan dezen
man.
En toen de heer Van Ballndoros aarzelde,
legde de travo de hand op zijn arm om hem
voort te trekken.
De gansche scène had enkele seconden ge
duurd. De dame, die den naam Balladores uit
de urn te voorschijn had gehaald, sloeg geen
acht op het tweegesprek der jongelieden. Zij
ducht slechts aan do wals en in den waan zicli
vergist to hebben, trok zij den naam van een
anderen danser uit de urn. Weldra daagde
deze op en de dans ving opnieuw aan.
Nog zeer zwak zijnde, vermocht de lieer Van
Balladores den man, die hem lachend alsof het
een grap gold, meevoerde, slechts flauw weer
stand te bieden.
Bij de deur aangekomen, traden echter plotse
ling twee mannen op den bravo toe en maakten
zich van hem meester, zonder dat hij zich in
het gedrang te weer kon stellen.
Tegelijkertijd drongen zes als Florijnsche
soldaten verkleede personen naar het midden
van het salon en omringden den paeudo
Ballodores.
(Wordt vervolgd.)