Nummer 5 Donderdag 16 Januari 1902. 25e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Oe Zuid-Afrikaanschen Oorlog, A NTOON TIELEN, ATTENTIE Kan men Peru-Guano gebruiken bij de sui kerbietenteelt FEUILLETON. U I T G E ver: Zeevaarfc-statistiek. ■■HIHHll H Bill" ji I'll illi lln'l De Echo van het Zuiden, Willi(iksrlir rn Iii*xlriilxrfcf ('mul, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavo 11 d. Abonnementsprijs per 3 maanden f ü.~5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan Uitgever. den Ons tegenwoordig feuilleton loopt ten einde en met genoegen kunnen we onzen lezeressen en lezers, een prachtig feuilleton aankondigen, getiteld „ONTWAAKT" uit het Engelsch door Hugh Conway. Het is een zeer boeiende roman, uit muntende door stijl en meesleepend van 't begin tot 't eind. Wij hopeD, dat het lezend publiek ons streven zal waardeercn en raden ieder een aan, zich op ons blad te abonneeren, om dit prachtig verhaal vanaf het begin, geregeld te kunnen volgen. Het is duidelijk, dat men deze vraag alleen in die streken stelt, waar men niet gewoon is suikerbieten met Peru-Guano te bemesten en men algemeen den regel volgt superphosphaat en Chilisalpeter aan dit ge was te geven en in den laat3ten tijd ook liet een of ander Kalizout. Ir. andere streken, in Pruisen, België, Saksen enz. is Peru Guano een zeer veel gebruikte meststof op bieten. Ik wil in dit schrijven niet komen beweren, dat bij de suikerbietenteelt het chilisalpeter en het superphosphaat ge heel te vervangen zijn door Peru-Guano. Wel wil ik er echter op wijzen, dat door een gedeeltelijke vervanging van genoemde meststoffen door Peru-Guano zeer goede uitkomsten verkregen zijn. Het is met het oog op de tegenwoordige suikerprijzen een gebiedende eisch aan alle suikerbietenver - bouwers om de bietencultuur zoo intensief mogelijk te -oeren. Dat wil zeggen men moet zooveel mogelijk kilogrammen suiker zien te trekken van het bietenland. Daar toe is noodig, dat het aantal K.G. suiker bieten, evenals het suikergehalte zoo hoog mogelijk zij. Om dit te bereikeu moet men zorgen, dat het bietenzaad tijdig en overal ontkieme eu de bietenplantjes gedurende de eerste groeiperiode zoo gunstig mogelijk zich ontwikkelen. Het opkomen van het bieten- 34. Op zekeren dag keerde hij naar Buenos-Ayres terug en vond daar zijn moeder, in de diepste ellende gedompeld. Zoolang zij jong en schoon was geweest, had Juana een schitterend leven geleid en groote sommen verspild, zonder aan de toekomst te denken maar na verkop van tijd waren slechte dagen aangebroken en toen haar zoon haar terugvond, stond zij op het punt een eind aan haar leven te maken. Vanaf dat oogenblik gingen zij gezamenlijk de wereld rond, voor geen misdaad terugdeizend om geld machtig te worden, dat zij wederom op de dol9ta wijze verkwistten. Id Londen had den zij in een magnifiek hotel gewoond en een heerlijk leven geleid. Andres reed op prachtige paarden door Hydepatk en Juana wiegde zich in de kussens van een sierlijke equipage. Eenige maanden later zwierven zij door de steegjes an White Chappel. Juuua, in lompen gehuld, stak de hand uit voor de voorbijgangers, die op eenigen afstand door haar zoon uitgeschud werden. Op die wijze hadden zij een gedeelte van Europa onveilig gemaakt. Toen alle hulpbron nen uitgedroogd waren, keerden zij naar Ame rika terug. Daar herinnerde Juana zich eens klaps den heer Rodrigues, dien zij in Buenos- Ayros had leeren kennen en die haar alleen bekend had, dat hij Franschman van geboorte was. Reeds vroeger waren zij in Parijs geweest, raear het was hun niet gelukt iets te ontdekken Juana vatte het besluit op nogmaals derwaarts te gaan. Zij was overtuigd, dat de heer Rodri gues zeer rijk moest zijn. Haar zoon had een vrij groote som aan de speeltafel gewonnen en zij waren derhalve in staat do reis te aanvaarden. Op het schip maakten zij kennis met Louis van Balladores en toen Andres de plannen van den jonkman ter oore kwamen, vatte hij aanstonds het voornemen op hem te vermoorden en uit zaad is een der voornaamste factoren bij de bietencultuur. Zijn de planten eenmaal goed en wel boven den grond, dan kan men ze met het Chilisalpeter als overbe mesting wel verder krijgen. Over liet niet opkomen van bietenzaad klagen de bieten- bouwers in de streken waar men Guano gebruikt in 't geheel niet of althans zeer weinig terwijl elk jaar de vrees voor liet niet opkomen van het zaad in onze streken zeer groot is. Hot is na deze op merkingen niet gewaagd verband te zoeken tusschen het tijdig en regelmatig opkomen van het zaad en de bemesting met Peru^ Guano. Is het omdat Peru-Guano den bodem in den gewenschten vochtigheidstoe stand houdt Is het, omdat zij doodend werkt op het ongedierte, dat anders het zaad belet op te komen Het is noodig dat de bietenbouwer aan deze kwestie zijn volle aandacht schenke en in het voorjaar van 1902 tenminste met een gedeelte van zijn bietenland een proef neme en de gewone meststoffen gedeeltelijk vervangen door Peru-Guano. Iemand, die per II. A anders 600 K. G. super en 300 K.G. Chili geeft, respectievelijk van 14% pliosphorzuur en 15% stikstof te zamen voor ongeveer f51 zou bij wijze van propf 400 K.G. super, 200 KG. chili en 200 tot 250 KG. Peru- Guano (7-10-2) kunnen geven. Deze laatste bemesting is iets duurder maar niet veel. De opgeloste Peru-Guano kan inliet voorjaar bij het overploegen van den grond eenige weken voor het zaaien gegeven wor den. Het superphosphaat wordt op den gewonen tijd en het chilisalpeter wordt alleen als overbemesting gebruikt. N. B. In het artikel „opgeloste en Ruwe Peru-Guano" staat abusievelijk dat de op geloste guano tegen een gewaarborgd gehalte van 4% stikstof in den haudel wordt ge bracht. Dit moet natuurlijk zijn 7%- Recht interessant is een statistiek over het gezamenlijk scheepvaartverkeer van de gewichtigste Europeesche havens. Er kwa men aan in hoeveelheden van 1000 tons; te plunderen. Daar de markies zooals de lezer reeds weet, op den bewu3ten avond toevallig zonder geld op zak was uitgegaan, kon hij hem du6 slechts van zijn papieren berooven. In Parijs aangekomen, trachtte Juana onmid dellijk den heer Bacédat op te sporen en zond zij aan verschillende kranten de anuonces, waar- tusschen Bidach met zooveel talent het verband had opgespoord. De heer Bacédat had medelijden met de onge- lukkigen en was bereid hun ter zijde te staan daar hij echter het afschuwelijk karakter van Juana kende, wenschtc hij zijn waar adres voor haar verborgen te houden om die reden had hij iu het huis te Clamart samenkomsten met haar gehad. Inmiddels had Andres in de be ruchte danshuizen der voorsteden kennis ge maakt met onderscheidene schurkuchlige indivi duen, die hem weldra om zijn scherpzinnigheid en moed gewillig als meerdere erkenden. En nu begon hij de bende te organiseeren, wier misdaden Parijs geruimen tijd onveilig hadden gemaakt. Met behulp van een zijner volgelingen, den ongelukkige» Musch, kwam hij Rodrigues' naam en stand te weien en vernam hij, waar hij woon- do. Daarna beproefde hij de brandkast open te breken, wat, zooils du lezer weet, mislukte, waarop hij besloot den lieer Bacédat in de hin derlaag te Clamart te lokken 0111 hem daar zijn chequeboek afhandig te maken. Het plan slaagde geheel naar wensch hij doodde Bacédat op het oogenblik, dat deze, bezweken voor Juana's smeeken, een chèque uit het boek genomen en de som van 500 francs daarop ingevuld had. Nauwelijks was het slachtoffer gevallen of Andre9 meende gerucht op den eenzamen, naar het woud voerenden straatweg vernomen te hebben. Hij ijlde naar de voordeur en luisteide. Bij die gelegenheid had hij onwillekeurig met de bloedige hand tegen den deurpost geleund, zoodat deze op het hout afgedrukt werd. Naar Bidach vermoed had, was de heer Ba cédat ongerust geworden over de poging tot inbraak, die hem niet ontgaan was. Dienten gevolge had hij zijn bezittingen te gelde ge maakt en op de bank gedeponeerd. In het aan teekenboekje van deu ongelukkige vond Andres het bedrag dezer som en den vorm, waaronder ze aan de bank belegd was. Den volgenden morgen beproefde hij de handteekening van zijn slachtoffer na te bootsen, waarbij de iuge- WAALWIJK. 1895 1900 Toeneming absol in Proc. in Hamburg 6254 8037 1783 28,5 Bremen 2182 2493 311 Rotterdam 4177 6589 2412 Antwerpen 5323 6842 1520 Liverpool 8675 9315 14,2 57,7 28,6 7,4 3,8 640 Londen 14991 15553 562 Volgens dezen staat was alzoo de toe name var het scheepvaartverkeer zoowel absoluut als relatief in Rotterdam het grootst, in de tweede plaats komt in de absolute toename Hamburg, in de relatieve Antwerpen. Bremen's toename staat ver ten achter bij die van deze drie havens, het ongunstigst echter vertoonen zich de beide grootste havens van Europa, Liver pool en Londen, waarvan het gezamenlijk verkeer slechts heel weinig toenam. In de getallen spiegelt zich de geweldige ontwik keling van do Duitsche volkshuishouding af gedurende het genoemde 5-jarig tijdvak. Want ook Rotterdam en Antwerpen zijn met hunnen handel overwegend op het Duitsche achterland aangewezen. Overigens hebben de getallen nog wel eenige ophel dering noodig. In het bijzonder moet worden opgemerkt, dat zij ook de kust scheepvaart omvatten, die, wat de Engel- sche havens betreft, een buitengewone beteekenis heeft. Hier schijnen ook ver anderingen in de classificatie in het spel te zijn, waardoor met name het resultaat voor Londen in een ongunstig daglicht komt te staan. Het overzeesche verkeer alleen geeft voor de drie grootste havens het volgende beeld. Er kwamen in het overzeesche ver keer aan in hoeveelheden van 1000 tons: 1895 1900 Toeneming in Hamburg 5682 7323 1641 Liverpoool 5598 6001 403 Londen 8435 9580 1145 Hier wordt zoo Hamburg nog slechts door Londen overtroffen, terwijl Liverpool ver achtergebleven is. Bij de niet onbe langrijke vermeerdering voor Londen moet niet voorbij worden gezien het koortsachtig toegenomen verkeer navr Zuid-Afrika. Voor Bremen valt op te merken, dat liet volgend jaar waarschijnlijk een aanmerkelijke vermeerdering van het scheepvaartverkeer met zich brengen zal, daar twee nieuwe ge regelde stoomvaartlijnen, de eene van den Norddeutschen Lloyd naar Cuba, de andere van de Stoomvaartmaatschappij Argo naar Zuid-Italië, zijn geopend. vulde chèque van ruim 2.500.000 die ondertee kende en het geld van de bank opeischte. Juana en haar zoon hadden dan eindelijk hun doel bereikt. Zij kochten het hotel aan de Avenue de Villiers en gebruikten de brieven, die zij in de portefeuille van den heer Van Bal ladores gevonden hadden, om introductie tot de I'arijeche salons te verkrijgen. Van de zijde van den markies vreesden zij niets, want zij betwijfelen geen oogenblik of hij was dood. Daar zij echter de mogelijkheid niet over het hoofd mochten zien, dat in Parijs menschen bestonden, die de familie van den jongen Mexicaan kenden en wisten, dat hij geen moeder meer bezat, gaf Juana zich voor een bloedverwante van haar zoon uit, zich noemend markiezin d'Arguello. In weerwil van het weelderige leven dat hij leidde, kon Andres van zijn schurkenstreken niet afzien. De opschudding, dio zijn dubbele rol als edelman en als bandiet veroorzaakte, deed hem bijzonder veel pleizier. De leden der ber.de waren met zooveel zorgvuldigheid ge kozen, dat Andres meende de politie ongestraft te kunnen trotseeren, te meer daar zijn volge lingen, met uitzondering van zijn koetsier, zijn stuud, zijn vermogen, noch zijn waren naam kenden. Toch wist hij maar al te wel, dat zijn mil- liocnen zeer spoedig verteerd zouden zijü. Het hotel had razend veel gekost en Juana deed haar uiterste best het restecrende gedeelte op de onzinnigste wijze te verkwisten. Andres stelde zich voor, zijn macht steeds verder uit te breiden en Parijs door de vreeselijkste misdaden voort durend ouveilig te maken. Dit veelbewogen leven streelde zijn trots en beantwoordde vol komen aan zijn brandende eerzucht. En toch was het juist die overmoed, en de zucht om te schitteren, die hem deden struikelen. De brief, die hij aan Merentier schreef, gaf den eersten stoot tot ziju ondergang, want hij voerde den scherpzinnigen Bidach op het spoor der bende. Door een vreeselijk geheim had hij den koetsier in zijn macht, zoodat hij van de toewijding van dien man volkomen zeker was. Maar in weerwil van de zorg, waarmede hij bijna dagelijks de livrei en do kleur van zijn rijtuig wijzigde, zou het der politie toch vroeg of laat gelukt zijn den verinetelen booswicht te vangeo, die zich de eigenaardige weelde ver— oorlootde zijn misdaden per rijtuig te plegen. Peru hield tot het eind zijn grootmoedige rol De Mauchester Guardian, een liberaal Engelsch blad, heeft met zoo groot mogelijke nauwkeurigheid trachten te berekenen, hoe veel Boeren op het oogenblik nog in het veld kuunen zijn. De schrijver begint met de berekeningen van den minister van oorlog, Brodrick, in dezen in een belachelijk licht te stellen. Hij toont aan, dat Brodrick's cijfers leiden tot de logische gevoltrekking, dat de oorlog juist den dag voor Kerstmis uil gebrek aan strijders aan republikeinsche zijde geëin digd zou moeten ziju. Naar de Britiche nederlaag bij Tweefontein in den Kerstuacht bewijst, zal er nu wel niemand, zelfs niet onder de meest verstokte jingo's, meer ge vonden worden, die geloof hecht aan de cij fers van Brodrick. De berekeningen van de Manchester Guardian ziju gebaseerd op het volgende 1. het aar.tal Boeren vaststellen van het mannelijk geslacht, die zich voor den oorlog in de beide Republieken bevonden 2. daar aftrekken het aantal nidanders en het aautal Boeren beneden de 15 en boven de 55 jaar 3. ten slotte zoo nauwkeurig mogelijk bepalen en aftrekken het aantal gesneuvelde, gewonde en gevangengenomen Boeren en die, welke zich hebben overgegeven. Het blad constateert in deze studie (de beste, die in dezen oorlog nog is gemaakt) dat, volgens Statesman's Year-Book, zich in 1896, toen de laatste volkstelling gehouden werd, 137.947 mannelijke blanke in Transvaal bevonden en 40.570 in den Vrijstaat, of totaal 178.518. De blanke bevolking vau Johannesburg bedroeg 50.907. Ondersteld, dat het grootste deel van de bevolking van Johannesburg uil manneu bestond, bijv. 45000 cn ondersteld, dat geen enkele van de man nelijke inwoners van Johannesburg heeft gestreden aan de zijde der Boeren, dan zou het totaal van 178 518 verminderd moeten worden m :t 45.000 en zou men een totaal overhouden van afgerond 133 500. Van dit getal moet nu worden afgetrokken het aantal Boeren beneden 15 en boven 55 jaar. Na raadpleging van een boek van Newshome over de statistiek van het leven in Norwich, een typisch Eugelsch landbouwdistrict, con stateert de schrijver van het artikel, dat in 1890 van de 4.620 mannen er 1.696 beneden de 15 en 513 boven de 55 jaar waren. Past meu deze cijfers aan aan het reeds opgege ven totaal mannelijke Boeren, dan krijgt men 84.493 Boeten beneden de 15 jaar en 69.660 Boeren tusschen 15 en 55 jaar, zoodat men het totaal der strijdende Boeren aan het begin van den oorlog op 69.660 man mag Advkrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel stellen. Welke verliezen hebben de Boeren nu ge leden Den 5den Augustus 1,1. gaf lord Kitchener aau president Steijn kennis, dat hij 35.000 gevangen Boeren in handen had. Sedert dien tijd zijn er nog 7.697 opgegeven als gevangenen, of zich overgegevenen, of 42.697 in het geheel. Van Juni tot December 1901 gaf lord Kitchener 2.081 Boeren als gedood of gewond op, d.i. 347 per maand. Onderstelleude, wat de schrijver overdreven noemt, dat dit gemiddeld hetzelfde is gebleven gedurende den geheelen oorlog, zou het totaal 9.329 dooden en gewonden bedragen. De schrijver wil zekerheidshalve dit totaal afgronden tot 1200, wat een totaal van 54.697 manuelijke Boeren geeft, die buiten gevecht zijn gesteld (het door Bord- riek 14 November 1.1. gegeven totaal bedroeg 53.000) Trekt men dit aantal af van het totaal der Boereustijders (69,660), dan blijven er 14,963 Boeren over tusschen 15 en 55 jaar. Deze berekening houdt niet in het minst verband met de vreemdelingen en Kaapsche opstandelingen, die met de Boeren hebben gestreden en die men op minstens 8.000 mag schatten. Aan de andere zijde moeten onder het totaal van 69.660 Boeren verscheidene duizenden „hands uppersc zijn d.w.z. perso nen, die deu eed van tronw aflegden en niet vochten. Stelt men het aantal vreemde lingen en opstandelingen en dat der „hand- suppers gelijk, dan houd men nog een totaal van 14.963 Boeren over. Bij de cijfers is geen rekening gehouden met de Boeren onder de 15 en boven de 55 jaar. En men weet, dat vele Boeren boven de 55 gestreden hebben en nog in het veld zijn. Eu, daar de leeftijdsgrens van de kinderen iu de concentratiekampen 12 jaar is, mag men cor.cludeeren, dat de gevangengenomen kin deren tusschzu 12 en 15 jaar zijn opgegeven in Kitchener's telegrammen als mannen. Vol gens deze berekingen komt de schrijver dau lot het besluit, dat het aantal Boeren, dat nog in het veld is, ongeveer 29,296 moet bedragen. vol. Wat hemzelf betrof loochende hij niets eu geen woord kwam over zijn lippen, dat zijn volgelingen benadeelen kon. Hij beproefde zelf Wolf te redden en de vrijspraak van den ellen deling te bewerken door te verklaren, dat hij slechts een werktuig in zijn, Peru's, hand was geweest. Hij zou in persoon den moord in de Hue de Provence voorbereid en geleid hebben. De inlichtingen over de beide oudjes waren hem inderdaad verstrekt door een neef, een matroos met wicn hij op hetzelfde schip gevaren had. Juana zat als vernietigd, op de bank der be schuldigden en schreide onafgebroken. Peru werd ter doud veroordeeld, terwijl zijn moeder en de andere bandieten, gestraft werden met leverslange opsluiting in bet tuchthuis. Den zestienden April werden Andres, bijge naamd Peru, en Charle9 de Viverol, alias Wolf, op de Place de Roquette terechtgesteld. Zij stierven zonder een kik te geven. Eenige maanden later overleed ook John Fitz gerald aan de slepende ziekte, die hem aan den Senegal geveld had en hij liet aan zijn vriend, Patrick ü'Keddy, een vermogen na van vijf ii zes millioen. Evenwel waren de bij Juana en baar zoon geconfisqueerde resten van het ver mogen reeds toereikend geweest om de schuld eiscliers van den heer Bacédat tevreden te stellen en zijn naam in eere te herstellen. Onverschillig nam Johaana de tijding op van het vermogen, dat haar echtgenoot zoo plotseling in den schoot was geworpen. Wij kunnen nooit gelukkiger worden dan wii nu reeds zijn, zei zij eenvoudig. Wat Bidach betreft, hij wees alles, wat Pa trick en Johanna voor hem wilden doen, van de hand en nam evenmin de voordeelige be trekking aan, die zijn gewezen superieuren htm, nu zijn bekwaamheden zoo duidelijk aan het licht kwamen, aanboden. Hij zette zijn bescheiden loven voort op het land bij zijn moeder en te midden zijner lieve lingende bloemen; iederen Zondag spoorde hij echter naar Parijs om bij zijn oude vrienden, die een lieve villa nabij het Bois de Boulogne betrokken hadden, den dag in genoeglijke her inneringen door te brengen. EINDE. Bruce Hamilton meldt, dat kolonel Wing hem den llen rapporteerde dat de Boeren zich in groote» getale bijeentrokken op een plaats waar Wing den vorigen nacht gekam peerd had. Hamilton) rukte daarop ter ver volging uit. Ongelukkigerwijze werden de Boeren gewaarschuwd door eukelen hunner, die nagezet maar niet gevangen werden, en toen Bruce Hamilton Knapdaar bereikte zag hij de Boeren op 5 KM. afstands van Botha's wagen nog verder weg. Hij vervolgde hen nog 11 KM, totdat de paarden geheel uitgeput waren. Hamilton schatte de Boeren op 400 man. Een Boer snevelde, 33 werden gevangen genomen, en 39 geweren, en eeuig vee, paarden en wagens buitgemaakt. Kitchener seinde den 18den uit Johannes burg. Sedert den 6den zij 20 Boeren gesneu veld, 9 gewond en 203 gevangen genomen 95 hebben zich overgegeven, terwijl 62 wagees, 1321 paarden en 2429 stuks vee zijn genomen. De vijand in het oosten van Transvaal schijnt zich opnieuw verstrooi te hebben, ofschoon zich ongeveer 500 van zijn beste vechters hadden samengetrokken voor deD slag dien zij bij Onverwoclit tegen Plumcr bepr cfden. De vijandelijke strijdmacht in het westen van Transvaal staat ten westen van Rusten - bu'g- In het Noordoosten van den Oranje Vrijstaat hebben de Boeren zich v-ornamelijke samen getrokken aan de Wi'gerivier en ten zuiden van Bethlehein. Verschillende kolon es in die streken houden deze afdeelingen in beweging. Monro, Lovat en Follet vegen den driehoek lUS'-cheu Jamestown, Aliwal-NoordeuLadygrey in de Kaapkolonie schoon, waar kleine af deelingen Boeren zich' verzameld hebben. De vijand in het westen van de Kaapkolonie wordt nog noordwaarst gedreven. Er worden voorraad—depots aangelegd om basissen te vormen voor voor toekomstige krijgsverrich tingen aan genen kant van de nieuwe blok huis linie. Liebenberg, de moordenaar van luitenant Neuraeijer, is terechtgesteld. Kolonel Wing heelt Zaterdag een Boeren- lager veirast op 23 KM. ten NW. van Ermelo en 42 man gevangen genomen, o.w. majoor

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 1