Nummer 5
Donderdag 16 Januari 1902.
25e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Oe Zuid-Afrikaanschen Oorlog,
A
NTOON TIELEN,
ATTENTIE
Kan men Peru-Guano
gebruiken bij de sui
kerbietenteelt
FEUILLETON.
U I T G E ver:
Zeevaarfc-statistiek.
■■HIHHll H Bill" ji I'll illi lln'l
De Echo van het Zuiden,
Willi(iksrlir rn Iii*xlriilxrfcf ('mul,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavo 11 d.
Abonnementsprijs per 3 maanden f ü.~5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
Ons tegenwoordig feuilleton loopt ten
einde en met genoegen kunnen we onzen
lezeressen en lezers, een prachtig feuilleton
aankondigen, getiteld „ONTWAAKT" uit
het Engelsch door Hugh Conway.
Het is een zeer boeiende roman, uit
muntende door stijl en meesleepend van 't
begin tot 't eind.
Wij hopeD, dat het lezend publiek ons
streven zal waardeercn en raden ieder
een aan, zich op ons blad te abonneeren,
om dit prachtig verhaal vanaf het begin,
geregeld te kunnen volgen.
Het is duidelijk, dat men deze vraag
alleen in die streken stelt, waar men niet
gewoon is suikerbieten met Peru-Guano te
bemesten en men algemeen den regel volgt
superphosphaat en Chilisalpeter aan dit ge
was te geven en in den laat3ten tijd ook
liet een of ander Kalizout. Ir. andere
streken, in Pruisen, België, Saksen enz. is
Peru Guano een zeer veel gebruikte meststof
op bieten. Ik wil in dit schrijven niet
komen beweren, dat bij de suikerbietenteelt
het chilisalpeter en het superphosphaat ge
heel te vervangen zijn door Peru-Guano.
Wel wil ik er echter op wijzen, dat door
een gedeeltelijke vervanging van genoemde
meststoffen door Peru-Guano zeer goede
uitkomsten verkregen zijn. Het is met het
oog op de tegenwoordige suikerprijzen een
gebiedende eisch aan alle suikerbietenver -
bouwers om de bietencultuur zoo intensief
mogelijk te -oeren. Dat wil zeggen men
moet zooveel mogelijk kilogrammen suiker
zien te trekken van het bietenland. Daar
toe is noodig, dat het aantal K.G. suiker
bieten, evenals het suikergehalte zoo hoog
mogelijk zij. Om dit te bereikeu moet men
zorgen, dat het bietenzaad tijdig en overal
ontkieme eu de bietenplantjes gedurende de
eerste groeiperiode zoo gunstig mogelijk zich
ontwikkelen. Het opkomen van het bieten-
34.
Op zekeren dag keerde hij naar Buenos-Ayres
terug en vond daar zijn moeder, in de diepste
ellende gedompeld. Zoolang zij jong en schoon
was geweest, had Juana een schitterend leven
geleid en groote sommen verspild, zonder aan
de toekomst te denken maar na verkop van
tijd waren slechte dagen aangebroken en toen
haar zoon haar terugvond, stond zij op het punt
een eind aan haar leven te maken.
Vanaf dat oogenblik gingen zij gezamenlijk
de wereld rond, voor geen misdaad terugdeizend
om geld machtig te worden, dat zij wederom
op de dol9ta wijze verkwistten. Id Londen had
den zij in een magnifiek hotel gewoond en een
heerlijk leven geleid. Andres reed op prachtige
paarden door Hydepatk en Juana wiegde zich
in de kussens van een sierlijke equipage. Eenige
maanden later zwierven zij door de steegjes
an White Chappel. Juuua, in lompen gehuld,
stak de hand uit voor de voorbijgangers, die op
eenigen afstand door haar zoon uitgeschud
werden.
Op die wijze hadden zij een gedeelte van
Europa onveilig gemaakt. Toen alle hulpbron
nen uitgedroogd waren, keerden zij naar Ame
rika terug. Daar herinnerde Juana zich eens
klaps den heer Rodrigues, dien zij in Buenos-
Ayros had leeren kennen en die haar alleen
bekend had, dat hij Franschman van geboorte
was.
Reeds vroeger waren zij in Parijs geweest,
raear het was hun niet gelukt iets te ontdekken
Juana vatte het besluit op nogmaals derwaarts
te gaan. Zij was overtuigd, dat de heer Rodri
gues zeer rijk moest zijn. Haar zoon had een
vrij groote som aan de speeltafel gewonnen en
zij waren derhalve in staat do reis te aanvaarden.
Op het schip maakten zij kennis met Louis van
Balladores en toen Andres de plannen van den
jonkman ter oore kwamen, vatte hij aanstonds
het voornemen op hem te vermoorden en uit
zaad is een der voornaamste factoren bij de
bietencultuur. Zijn de planten eenmaal
goed en wel boven den grond, dan kan
men ze met het Chilisalpeter als overbe
mesting wel verder krijgen. Over liet niet
opkomen van bietenzaad klagen de bieten-
bouwers in de streken waar men Guano
gebruikt in 't geheel niet of althans zeer
weinig terwijl elk jaar de vrees voor liet
niet opkomen van het zaad in onze
streken zeer groot is. Hot is na deze op
merkingen niet gewaagd verband te zoeken
tusschen het tijdig en regelmatig opkomen
van het zaad en de bemesting met Peru^
Guano. Is het omdat Peru-Guano den
bodem in den gewenschten vochtigheidstoe
stand houdt Is het, omdat zij doodend
werkt op het ongedierte, dat anders het
zaad belet op te komen Het is noodig dat
de bietenbouwer aan deze kwestie zijn volle
aandacht schenke en in het voorjaar van
1902 tenminste met een gedeelte van zijn
bietenland een proef neme en de gewone
meststoffen gedeeltelijk vervangen door
Peru-Guano. Iemand, die per II. A anders
600 K. G. super en 300 K.G. Chili geeft,
respectievelijk van 14% pliosphorzuur en
15% stikstof te zamen voor ongeveer f51
zou bij wijze van propf 400 K.G. super,
200 KG. chili en 200 tot 250 KG. Peru-
Guano (7-10-2) kunnen geven. Deze
laatste bemesting is iets duurder maar niet
veel. De opgeloste Peru-Guano kan inliet
voorjaar bij het overploegen van den grond
eenige weken voor het zaaien gegeven wor
den. Het superphosphaat wordt op den
gewonen tijd en het chilisalpeter wordt alleen
als overbemesting gebruikt.
N. B. In het artikel „opgeloste en Ruwe
Peru-Guano" staat abusievelijk dat de op
geloste guano tegen een gewaarborgd gehalte
van 4% stikstof in den haudel wordt ge
bracht. Dit moet natuurlijk zijn 7%-
Recht interessant is een statistiek over
het gezamenlijk scheepvaartverkeer van de
gewichtigste Europeesche havens. Er kwa
men aan in hoeveelheden van 1000 tons;
te plunderen. Daar de markies zooals de lezer
reeds weet, op den bewu3ten avond toevallig
zonder geld op zak was uitgegaan, kon hij hem
du6 slechts van zijn papieren berooven.
In Parijs aangekomen, trachtte Juana onmid
dellijk den heer Bacédat op te sporen en zond
zij aan verschillende kranten de anuonces, waar-
tusschen Bidach met zooveel talent het verband
had opgespoord.
De heer Bacédat had medelijden met de onge-
lukkigen en was bereid hun ter zijde te staan
daar hij echter het afschuwelijk karakter van
Juana kende, wenschtc hij zijn waar adres voor
haar verborgen te houden om die reden had
hij iu het huis te Clamart samenkomsten met
haar gehad. Inmiddels had Andres in de be
ruchte danshuizen der voorsteden kennis ge
maakt met onderscheidene schurkuchlige indivi
duen, die hem weldra om zijn scherpzinnigheid
en moed gewillig als meerdere erkenden. En
nu begon hij de bende te organiseeren, wier
misdaden Parijs geruimen tijd onveilig hadden
gemaakt.
Met behulp van een zijner volgelingen, den
ongelukkige» Musch, kwam hij Rodrigues' naam
en stand te weien en vernam hij, waar hij woon-
do. Daarna beproefde hij de brandkast open
te breken, wat, zooils du lezer weet, mislukte,
waarop hij besloot den lieer Bacédat in de hin
derlaag te Clamart te lokken 0111 hem daar zijn
chequeboek afhandig te maken. Het plan slaagde
geheel naar wensch hij doodde Bacédat op het
oogenblik, dat deze, bezweken voor Juana's
smeeken, een chèque uit het boek genomen en
de som van 500 francs daarop ingevuld had.
Nauwelijks was het slachtoffer gevallen of
Andre9 meende gerucht op den eenzamen, naar
het woud voerenden straatweg vernomen te
hebben.
Hij ijlde naar de voordeur en luisteide. Bij
die gelegenheid had hij onwillekeurig met de
bloedige hand tegen den deurpost geleund,
zoodat deze op het hout afgedrukt werd.
Naar Bidach vermoed had, was de heer Ba
cédat ongerust geworden over de poging tot
inbraak, die hem niet ontgaan was. Dienten
gevolge had hij zijn bezittingen te gelde ge
maakt en op de bank gedeponeerd. In het aan
teekenboekje van deu ongelukkige vond Andres
het bedrag dezer som en den vorm, waaronder
ze aan de bank belegd was. Den volgenden
morgen beproefde hij de handteekening van
zijn slachtoffer na te bootsen, waarbij de iuge-
WAALWIJK.
1895 1900 Toeneming
absol in Proc.
in Hamburg 6254 8037 1783 28,5
Bremen 2182 2493 311
Rotterdam 4177 6589 2412
Antwerpen 5323 6842 1520
Liverpool 8675 9315
14,2
57,7
28,6
7,4
3,8
640
Londen 14991 15553 562
Volgens dezen staat was alzoo de toe
name var het scheepvaartverkeer zoowel
absoluut als relatief in Rotterdam het
grootst, in de tweede plaats komt in de
absolute toename Hamburg, in de relatieve
Antwerpen. Bremen's toename staat ver
ten achter bij die van deze drie havens,
het ongunstigst echter vertoonen zich de
beide grootste havens van Europa, Liver
pool en Londen, waarvan het gezamenlijk
verkeer slechts heel weinig toenam. In de
getallen spiegelt zich de geweldige ontwik
keling van do Duitsche volkshuishouding
af gedurende het genoemde 5-jarig tijdvak.
Want ook Rotterdam en Antwerpen zijn
met hunnen handel overwegend op het
Duitsche achterland aangewezen. Overigens
hebben de getallen nog wel eenige ophel
dering noodig. In het bijzonder moet
worden opgemerkt, dat zij ook de kust
scheepvaart omvatten, die, wat de Engel-
sche havens betreft, een buitengewone
beteekenis heeft. Hier schijnen ook ver
anderingen in de classificatie in het spel te
zijn, waardoor met name het resultaat voor
Londen in een ongunstig daglicht komt te
staan. Het overzeesche verkeer alleen geeft
voor de drie grootste havens het volgende
beeld. Er kwamen in het overzeesche ver
keer aan in hoeveelheden van 1000 tons:
1895 1900 Toeneming
in Hamburg 5682 7323 1641
Liverpoool 5598 6001 403
Londen 8435 9580 1145
Hier wordt zoo Hamburg nog slechts
door Londen overtroffen, terwijl Liverpool
ver achtergebleven is. Bij de niet onbe
langrijke vermeerdering voor Londen moet
niet voorbij worden gezien het koortsachtig
toegenomen verkeer navr Zuid-Afrika.
Voor Bremen valt op te merken, dat liet
volgend jaar waarschijnlijk een aanmerkelijke
vermeerdering van het scheepvaartverkeer
met zich brengen zal, daar twee nieuwe ge
regelde stoomvaartlijnen, de eene van den
Norddeutschen Lloyd naar Cuba, de andere
van de Stoomvaartmaatschappij Argo naar
Zuid-Italië, zijn geopend.
vulde chèque van ruim 2.500.000 die ondertee
kende en het geld van de bank opeischte.
Juana en haar zoon hadden dan eindelijk
hun doel bereikt. Zij kochten het hotel aan de
Avenue de Villiers en gebruikten de brieven,
die zij in de portefeuille van den heer Van Bal
ladores gevonden hadden, om introductie tot de
I'arijeche salons te verkrijgen.
Van de zijde van den markies vreesden zij
niets, want zij betwijfelen geen oogenblik of hij
was dood. Daar zij echter de mogelijkheid niet
over het hoofd mochten zien, dat in Parijs
menschen bestonden, die de familie van den
jongen Mexicaan kenden en wisten, dat hij geen
moeder meer bezat, gaf Juana zich voor een
bloedverwante van haar zoon uit, zich noemend
markiezin d'Arguello.
In weerwil van het weelderige leven dat hij
leidde, kon Andres van zijn schurkenstreken
niet afzien. De opschudding, dio zijn dubbele
rol als edelman en als bandiet veroorzaakte,
deed hem bijzonder veel pleizier. De leden der
ber.de waren met zooveel zorgvuldigheid ge
kozen, dat Andres meende de politie ongestraft
te kunnen trotseeren, te meer daar zijn volge
lingen, met uitzondering van zijn koetsier, zijn
stuud, zijn vermogen, noch zijn waren naam
kenden.
Toch wist hij maar al te wel, dat zijn mil-
liocnen zeer spoedig verteerd zouden zijü. Het
hotel had razend veel gekost en Juana deed
haar uiterste best het restecrende gedeelte op de
onzinnigste wijze te verkwisten. Andres stelde
zich voor, zijn macht steeds verder uit te breiden
en Parijs door de vreeselijkste misdaden voort
durend ouveilig te maken. Dit veelbewogen
leven streelde zijn trots en beantwoordde vol
komen aan zijn brandende eerzucht.
En toch was het juist die overmoed, en de
zucht om te schitteren, die hem deden struikelen.
De brief, die hij aan Merentier schreef, gaf
den eersten stoot tot ziju ondergang, want hij
voerde den scherpzinnigen Bidach op het spoor
der bende. Door een vreeselijk geheim had hij
den koetsier in zijn macht, zoodat hij van de
toewijding van dien man volkomen zeker was.
Maar in weerwil van de zorg, waarmede hij
bijna dagelijks de livrei en do kleur van zijn
rijtuig wijzigde, zou het der politie toch vroeg
of laat gelukt zijn den verinetelen booswicht te
vangeo, die zich de eigenaardige weelde ver—
oorlootde zijn misdaden per rijtuig te plegen.
Peru hield tot het eind zijn grootmoedige rol
De Mauchester Guardian, een liberaal
Engelsch blad, heeft met zoo groot mogelijke
nauwkeurigheid trachten te berekenen, hoe
veel Boeren op het oogenblik nog in het
veld kuunen zijn. De schrijver begint met de
berekeningen van den minister van oorlog,
Brodrick, in dezen in een belachelijk licht
te stellen. Hij toont aan, dat Brodrick's cijfers
leiden tot de logische gevoltrekking, dat de
oorlog juist den dag voor Kerstmis uil gebrek
aan strijders aan republikeinsche zijde geëin
digd zou moeten ziju. Naar de Britiche
nederlaag bij Tweefontein in den Kerstuacht
bewijst, zal er nu wel niemand, zelfs niet
onder de meest verstokte jingo's, meer ge
vonden worden, die geloof hecht aan de
cij fers van Brodrick.
De berekeningen van de Manchester
Guardian ziju gebaseerd op het volgende
1. het aar.tal Boeren vaststellen van het
mannelijk geslacht, die zich voor den oorlog
in de beide Republieken bevonden 2. daar
aftrekken het aantal nidanders en het aautal
Boeren beneden de 15 en boven de 55 jaar
3. ten slotte zoo nauwkeurig mogelijk bepalen
en aftrekken het aantal gesneuvelde, gewonde
en gevangengenomen Boeren en die, welke
zich hebben overgegeven.
Het blad constateert in deze studie (de
beste, die in dezen oorlog nog is gemaakt)
dat, volgens Statesman's Year-Book, zich in
1896, toen de laatste volkstelling gehouden
werd, 137.947 mannelijke blanke in Transvaal
bevonden en 40.570 in den Vrijstaat, of
totaal 178.518. De blanke bevolking vau
Johannesburg bedroeg 50.907. Ondersteld,
dat het grootste deel van de bevolking van
Johannesburg uil manneu bestond, bijv. 45000
cn ondersteld, dat geen enkele van de man
nelijke inwoners van Johannesburg heeft
gestreden aan de zijde der Boeren, dan zou
het totaal van 178 518 verminderd moeten
worden m :t 45.000 en zou men een totaal
overhouden van afgerond 133 500. Van dit
getal moet nu worden afgetrokken het aantal
Boeren beneden 15 en boven 55 jaar. Na
raadpleging van een boek van Newshome
over de statistiek van het leven in Norwich,
een typisch Eugelsch landbouwdistrict, con
stateert de schrijver van het artikel, dat in
1890 van de 4.620 mannen er 1.696 beneden
de 15 en 513 boven de 55 jaar waren. Past
meu deze cijfers aan aan het reeds opgege
ven totaal mannelijke Boeren, dan krijgt men
84.493 Boeten beneden de 15 jaar en 69.660
Boeren tusschen 15 en 55 jaar, zoodat men
het totaal der strijdende Boeren aan het
begin van den oorlog op 69.660 man mag
Advkrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
stellen.
Welke verliezen hebben de Boeren nu ge
leden Den 5den Augustus 1,1. gaf lord
Kitchener aau president Steijn kennis, dat
hij 35.000 gevangen Boeren in handen had.
Sedert dien tijd zijn er nog 7.697 opgegeven
als gevangenen, of zich overgegevenen, of
42.697 in het geheel. Van Juni tot December
1901 gaf lord Kitchener 2.081 Boeren als
gedood of gewond op, d.i. 347 per maand.
Onderstelleude, wat de schrijver overdreven
noemt, dat dit gemiddeld hetzelfde is
gebleven gedurende den geheelen oorlog,
zou het totaal 9.329 dooden en gewonden
bedragen. De schrijver wil zekerheidshalve
dit totaal afgronden tot 1200, wat een totaal
van 54.697 manuelijke Boeren geeft, die
buiten gevecht zijn gesteld (het door Bord-
riek 14 November 1.1. gegeven totaal bedroeg
53.000)
Trekt men dit aantal af van het totaal
der Boereustijders (69,660), dan blijven er
14,963 Boeren over tusschen 15 en 55 jaar.
Deze berekening houdt niet in het minst
verband met de vreemdelingen en Kaapsche
opstandelingen, die met de Boeren hebben
gestreden en die men op minstens 8.000 mag
schatten. Aan de andere zijde moeten onder
het totaal van 69.660 Boeren verscheidene
duizenden „hands uppersc zijn d.w.z. perso
nen, die deu eed van tronw aflegden en
niet vochten. Stelt men het aantal vreemde
lingen en opstandelingen en dat der „hand-
suppers gelijk, dan houd men nog een totaal
van 14.963 Boeren over. Bij de cijfers is
geen rekening gehouden met de Boeren
onder de 15 en boven de 55 jaar. En men
weet, dat vele Boeren boven de 55 gestreden
hebben en nog in het veld zijn. Eu, daar
de leeftijdsgrens van de kinderen iu de
concentratiekampen 12 jaar is, mag men
cor.cludeeren, dat de gevangengenomen kin
deren tusschzu 12 en 15 jaar zijn opgegeven
in Kitchener's telegrammen als mannen. Vol
gens deze berekingen komt de schrijver dau
lot het besluit, dat het aantal Boeren, dat
nog in het veld is, ongeveer 29,296 moet
bedragen.
vol. Wat hemzelf betrof loochende hij niets eu
geen woord kwam over zijn lippen, dat zijn
volgelingen benadeelen kon. Hij beproefde zelf
Wolf te redden en de vrijspraak van den ellen
deling te bewerken door te verklaren, dat hij
slechts een werktuig in zijn, Peru's, hand was
geweest. Hij zou in persoon den moord in de
Hue de Provence voorbereid en geleid hebben.
De inlichtingen over de beide oudjes waren hem
inderdaad verstrekt door een neef, een matroos
met wicn hij op hetzelfde schip gevaren had.
Juana zat als vernietigd, op de bank der be
schuldigden en schreide onafgebroken.
Peru werd ter doud veroordeeld, terwijl zijn
moeder en de andere bandieten, gestraft werden
met leverslange opsluiting in bet tuchthuis.
Den zestienden April werden Andres, bijge
naamd Peru, en Charle9 de Viverol, alias Wolf,
op de Place de Roquette terechtgesteld. Zij
stierven zonder een kik te geven.
Eenige maanden later overleed ook John Fitz
gerald aan de slepende ziekte, die hem aan den
Senegal geveld had en hij liet aan zijn vriend,
Patrick ü'Keddy, een vermogen na van vijf ii
zes millioen. Evenwel waren de bij Juana en
baar zoon geconfisqueerde resten van het ver
mogen reeds toereikend geweest om de schuld
eiscliers van den heer Bacédat tevreden te stellen
en zijn naam in eere te herstellen.
Onverschillig nam Johaana de tijding op van
het vermogen, dat haar echtgenoot zoo plotseling
in den schoot was geworpen.
Wij kunnen nooit gelukkiger worden dan
wii nu reeds zijn, zei zij eenvoudig.
Wat Bidach betreft, hij wees alles, wat Pa
trick en Johanna voor hem wilden doen, van
de hand en nam evenmin de voordeelige be
trekking aan, die zijn gewezen superieuren htm,
nu zijn bekwaamheden zoo duidelijk aan het
licht kwamen, aanboden.
Hij zette zijn bescheiden loven voort op het
land bij zijn moeder en te midden zijner lieve
lingende bloemen; iederen Zondag spoorde
hij echter naar Parijs om bij zijn oude vrienden,
die een lieve villa nabij het Bois de Boulogne
betrokken hadden, den dag in genoeglijke her
inneringen door te brengen.
EINDE.
Bruce Hamilton meldt, dat kolonel Wing
hem den llen rapporteerde dat de Boeren
zich in groote» getale bijeentrokken op een
plaats waar Wing den vorigen nacht gekam
peerd had. Hamilton) rukte daarop ter ver
volging uit. Ongelukkigerwijze werden de
Boeren gewaarschuwd door eukelen hunner,
die nagezet maar niet gevangen werden, en
toen Bruce Hamilton Knapdaar bereikte zag
hij de Boeren op 5 KM. afstands van Botha's
wagen nog verder weg. Hij vervolgde hen
nog 11 KM, totdat de paarden geheel
uitgeput waren. Hamilton schatte de Boeren
op 400 man. Een Boer snevelde, 33 werden
gevangen genomen, en 39 geweren, en
eeuig vee, paarden en wagens buitgemaakt.
Kitchener seinde den 18den uit Johannes
burg. Sedert den 6den zij 20 Boeren gesneu
veld, 9 gewond en 203 gevangen genomen
95 hebben zich overgegeven, terwijl 62
wagees, 1321 paarden en 2429 stuks vee
zijn genomen.
De vijand in het oosten van Transvaal
schijnt zich opnieuw verstrooi te hebben,
ofschoon zich ongeveer 500 van zijn beste
vechters hadden samengetrokken voor deD
slag dien zij bij Onverwoclit tegen Plumcr
bepr cfden.
De vijandelijke strijdmacht in het westen
van Transvaal staat ten westen van Rusten -
bu'g-
In het Noordoosten van den Oranje Vrijstaat
hebben de Boeren zich v-ornamelijke samen
getrokken aan de Wi'gerivier en ten zuiden
van Bethlehein. Verschillende kolon es in
die streken houden deze afdeelingen in
beweging.
Monro, Lovat en Follet vegen den driehoek
lUS'-cheu Jamestown, Aliwal-NoordeuLadygrey
in de Kaapkolonie schoon, waar kleine af
deelingen Boeren zich' verzameld hebben.
De vijand in het westen van de Kaapkolonie
wordt nog noordwaarst gedreven. Er worden
voorraad—depots aangelegd om basissen te
vormen voor voor toekomstige krijgsverrich
tingen aan genen kant van de nieuwe blok
huis linie.
Liebenberg, de moordenaar van luitenant
Neuraeijer, is terechtgesteld.
Kolonel Wing heelt Zaterdag een Boeren-
lager veirast op 23 KM. ten NW. van Ermelo
en 42 man gevangen genomen, o.w. majoor