Nummer 14.
Zondag 16 Februari 1902.
1
Tweede Blad.
VOOR DES PADS.
25e Jaargang.
Brieves uit hst Noordss-
Oe Zuid-Afrikaanschen Oorlog
Bondgenooten.
Kali op Kleigronden,
BINNENLAND.
En nu, aandachtige lezer, volg dat slacht
offer van het zweet-systeem nog even naar
den middagdisch. 't Is wel wat onbescheiden
maar enfin. De familie zit om de tafel ge
schaard. Een gemeenschappelijke schotel
bevat de maagvulling aardappels en in het
midden van deze voedzame spijs prijkt
een kommetje met vet, waarin de respectieve
eters zoo nu en dan hunne „piepers* dom
pelen, om toch iets versterkends in
hunne holle magen te stoppen. En daarna
gaat de man en vader maar weer aan den
loop, om, na reeds eene dagtaak van des
morgens 7 tot 12 uur te hebben doorge
worsteld, nog eene te voegen van 1 tot 6
d 7 uur. Zeker, er zijn op dit alles loffe
lijke uitzonderingen, maar deze juist zijn
die kenraerkeude, welke deu regel bevestigen.
Bovendien wordt de toestand van het ar
beidersgezin wel iets beter, als de kinderen
wat grooter worden, maar o dan die kinder
exploitatie Er doen zich hier voorbeelden
voor, dat schoolplichtige kinderen, als zij
's morgens ter schole komen, reeds eene
taak achter zich hebben van 5 uur, zegge
5 uur des morgens, op welk tijdstip zij de
koeien van den boer gaan melken.
RBBSicM
De Echo van het Zuiden
r-lY.ftT WlilJWMnaHaWWB^WBO«WWBBMW
Jubelgiften ter gelegenheid van het
25-jarig Pausschap van Z. H. LEO XIII.
Vorige opgaaf.
Tot welzijn onzer kinderen.
N. N. Besoijen.
f 32.10
f 1.-
f 33.10.
II.
De Finale van mijne eerste rhapso 'ische
proeve was het onontwikkelde motiv „een
schoteltje Hollandsche sociologie*.
Ware ik nu goed thuis in de leer van
het contra-punt, ik zou dit motiv in allerlei
heerlijke en harmonische klank-variatie's
ontwikkelen, maarik ken bovengenoemde
leer slechts bij naam en bovendien, ik zet
het den knapsten componist, „een schoteltje
sociologie* tot onderwerp te maken van
eene oor- en zielsti eelende muzikale phan-
tasie. Of het moest soms zijn in den strauss-
vorm, als „So sprach der Welt-sociolog.*
De lier dus maar aan de wilgen gehangen
en het rijk der keukenprinses betreden, om
aan de hand van Noordhollandsche sociale
recepten u het beloofde schoteltje zoo sma
kelijk mogelijk te maken.
Er wordt in den laatstcn tijd zeer de
aandacht gevestigd op den middenstand, dien
kern der maatschappij. De malaise, die deze
stand doormaakt, roept om verbetering,
schreeuwt 0111 leniging en wettelijke bestrij
ding. Waarde lezer, zoudt u wel willen ge-
looven, dat hier in Noord-Holland verschil
lende plattelandsgemeenten gevonden worden,
waar in den engen zin des woords geen
sprake is van middenstand
Hoe paradoxaal dit ook klinke. een feit
is het. In Kennemerland, de streek dus
tusschen Haarlem en Alkmaar ongeveer, zijn
b. v. verscheidene plaatsen, waar de bevol
king eenvoudig te verdeelen valt in twee
klassen, n.l. in landbouwers, die op zich
zeiven kurnen toepassen zalig zijn de be
zitters en in boerenarbeiders, die met een
weekloontje van 5 a 6 g. hunne wekelijkschc
uitgaven moeten bestrijden Vooral is dit
het geval, waar de veeteelt op de z. g.
geestgronden bloeit en vanwaar jaarlijks
duizenden kaasjes ter Alkmaarsche kaas
markt worden aangeboden. De z. g. midden
stand bestaat daar dan uit eenige winkeliers
herbergiers en enkele beambten. Eigenaardig,
niet waar? Voorzeker onindenkbaar voor
eene industriestreek, waar de talrijke midden
stand de gezonde (of ongezonde) schakel
vormt tusschen den derden en vierden stand.
En nog belangwekkender wordt deze vreemde
sociale verhouding, als men verneemt, dat
een boer, die zijnen werkman met een
huisgezin van vier, vijf h zes kinderen elke
week met 6 guldekens naar zijn kluisje
stuurt, nog meent, dat zoo'n man het best
kan stellen. „Hij teelt immers zijn eigen
aardappels,* zoo zegt hij, „mest bovendien
zijn eigen varkentje vet eu daarbij krijgt
hij wel eens een versnaperingtje van mij
mee naar huis.* Ja wel, maar dan vergeet
de man, dat voor die aardappelteelt land
moet worden gepacht, dat het varkentje
voer kost en dat alles yan die 6 gulden
En dan die kruimeltjes, die van den wel
voorziene» disch vau den boer vallen, o ze
zijn zoo miniem en bovendien, ze vernederen
den zelfbewusten werkman. Zelfbewust
Waarachtig zijne huiselijke omgeving werkt
er niet toe mede, om zijn gevoel van eigen
waarde op te heften. Oordeele Zijne woning
bestaat meestal uit twee vertrekjes, waarin
heel de familie (soms een aartsvaderlijke
van 10 a 11 leden) dag en nacht moet
vertoeven. Meubilair schitterend en
slaapplaatsenmen onderscheidt er in.....
„onder- en bovenkooien.* De onderkooi is
eene ruimte ouder de bedstede, welke laatste
er uit ziet als de Noordbrabantsche bed
stede, echter met veel kleiner opening tot
ingang. In die z.g. onderkooi- schijnt het
niet alsof men over dieren spreekt
vinden soms drie, vier, ja wel eens vijf
kinderen eene ligplaats terwijl in de
bovenkooi vader en moeder met nog een
kleine zich ter ruste neervleien. Een lit
jumeau is er nog niets bij, wat hygiene
betreft. En de noodzakelijkheid eener woning
wet blijkt hier allerminst uitIntusscben
Goddank, dat er zulk eene wet is. Wanneer
echter de uitvoering
(Er zij opgemerkt, dat hier niet het
vrouwelijke, maar wel het mannelijke per
soneel de belangrijke bezigheid van melken
verricht.) Wij vragen, wat moet van der
gelijke stumpcrds als leerende jeugd terecht
komen Leerplicht- en arbeidswet hebben
dit euvel vóór het I2e jaar wel wat doen
ophouden, maar geheel verdwenen is het toch
nog niet. Het is dan ook zeker geen be
vreemdend verschijnsel, dat het peil dezer
bevolking over 't algemeen vrij laag staat,
terwijl toch aan den anderen kant, naar mij
van bevoegde zijde verzekerd werd, het
lager onderwijs in Noord-Holland op een
hoogere trap staat dan in sommige andere
provincie's. Gelukkig komt er langzamerhand
verbetering. Men begint de bakens te ver
zetten, d. w. z. de werkman zelf. Hij begint
zich meer en meer te ontpoppen als een
zelfstandig persoon hij gaat meer en meer
het land- en tuinbouwbedrijf voor zich zelf
uit te oefenen.
Zoo b.v. in de historische gemeenten Ca-
stricum en Heemskerk, waar de toestand
eerst was als boven geschetst maar
waar nu land- en tuinbouw bloeien, uitge
oefend door wel is waar geen rijke grond
bezitters, maar gelukkig juist door zelf
standige pachtertjes, die vroeger dezelfde
zweet-systemers waren als nu nog de be
wuste boerenarbeiders zijn. Wel heeft dat
eigen bedrijfje ook weer zijne schaduwzijde,
daar die miniatuur-boeren tuinier zeer
moeilijk een reserve-kapitaaltje kan vormen
tot waarborg voor een eventueel kwaad jaar
maar in deze gevallen voorzien de boeren
leenbanken, die reeds in vele gemeenten
hier zijn opgericht en al zeer aardig werken.
Ook onderlinge zieken- vee- en assurantie
fondsen worden er opgericht en de Boeren
bond heeft er zijne loten geplantdeze
laatste bestaat echter meer uit leden-grond
bezitters, die uit den aard der zaak dezen
bond meer exploiteeren in trustvorm dan
ten algemeene nutte. In elk geval het
begint te dagen. De sterke polsslag van het
vereenigingslevcn wordt er gevoeld en de
gezonde geest vau het „Vereenigt u 1* zal
langzamerhand die Kennemerlandsche ge
meenten uit hunnen achterlijken socialen
toestand opheffen, de economische verhou
dingen verbeteren en zoodoende optreden
als een nieuwe „der keerlen God,* d. i.
vriend van verdrukten en economisch zwakken
OBSERVATOR.
De statistieken van het Kaliverbruik in
Nederland leeren ons, dat er op de klei
gronden betrekkelijk nog weinig Kalimest
gebruikt wordt. De voornaamste reden daar
van is natuurlijk, dat ook zonder die mest
stoffen tot heden goede oog9ten konden
verkregen worden. En dit komt weer door
dat iu kleigronden betrekkelijk veel Kali
verbindingen gevonden worden. Intusachen,
waar niet bijkomt en wel afgaat, komt gebrek.
Zeer veel landbouwgewassen op kleigrond,
als suikerbieten, aardappels en andere knol
gewassen, alsook sommige granen verminde
ren het Kaligehalte van den bodem. Daar
staat tegenover, dat in die streken, waar
veel vee g--houden wordt, met den stalmest
weer een gedeelte van de Kali op het land
terugkomt. Vaak gebeurt het echter, dat
het Kaliverbruik die teruggave in den vorm
van stalmest verre overtreft. „Daar* is of
komt Kaligebrck. Wanneer een landbouwer
dan ook ondervindt, dat op kleigrond bij
voldoende bemesting met phosphorzuur en
stikstof, de oogsten afnemen, dan heeft hij
te onderzoeken of de oorzaak daarvan kan
zijn het gebrek aan Kali in den bouwgrond.
In de laatste jaren zijn vooral op lichte
kleigronden proeven gedaan om te onderzoe
ken, welken invloed een bemesting met de
een of andere Kalimeststof op den oogst
heeft. Op de meeste plaatsen hebben die
proeven tot uitkomst gegeven, dat de op
brengst door toevoeging van Kali aan de
gewone meststoffen zeer duidelijk, op sommi
ge plaatsen zelfs zeer aanzienlijk vermeerderd
werd. Het is nu eenmaal niet wel mogelijk
bij de tegenwoordige prijzen der landbouw
gewassen met voldoende winst bet bedrijf
'e Toeren, als men niet de hoogste opbren-
sten van het land tracht te trekken. Waar
men vroeger tevreden was, met 10 en 12
H.L. van het gemet, daar moet men nu
18 h 20 H.L. zien te winnen. Dan eerst
maakt men genoegzame winst met het
boeren. Om die hoogste opbrengst op klei
gronden te blijven trekken, is het noodig
een volledige bemesting met Kunstmest te
geven dus ook Kali. In elk geval, waar de
oogst op kleigronden op den duur vermin
dert, of waar men den oogst wil vergrooten,
daar is een voor de hand liggend middel
het aanwenden van Kali. Wanneer de klei
boer Kali gebruikt, behoort hij een gecon
centreerd Kalizout te nemen, b v. chloorka
lium, zwavelzure Kalimagnesia, of zwavelzure
Kali.
Kitchener's plan om de Wet te vangen bin-
neQ een afgesloten gebied tusschen Lindley-
Harrismith, Heilbron en Botha's pas, was
het meest grootsche, nog in dezen veldtocht
volvoerd. Er was een aaneengesloten linie
van ruim 80 K.M. lang, waarop de troepen
dag en nacht in nauw verband met elkander
stonden. Vier colonnes, elk van ongeveer
2500 strijdbare mannen, werden in den nacht
van den 5en samengetrokken op de Lieben-
bergspruit. Elke 1900 M. werd bezet door
200 man, terwijl de bezetting der blokhuis-
linies krachtig versterkt was. De geheele
lioie rukte den 6en 't ochtends om 6 uur
vooruit. Van de verschillende hoogten kon
men een lange rij stippen zien dat waren
de verkenners. De hoofdmachten strekten
zich over het golvende veld uit. De troepen
bleven bewonderenswaardig voeling met el—
kauder houden, zoodat het onmogelijk scheen,
dat zelf een haas onopgemerkt bleef.
Dien nacht steunde de linie op de blok
huizen, 20 KM. ten G. vau Heilbron. De
linker linie raakte Doomkloof, 96 KM. ten
O. van Kroonstad.
Midderwijl verdeelde de Wet, na een
krijgsraad, zijn heele macht in drie stukkeu.
Een zond hij er uit om te beproeven over
de N. linie te kornen, een ander naar de Z.
liuie. Hij zelf was voornemens den spoorweg
over te steken in het N.W. De commandan
ten waren van der Merwe en van Coller.
Den 7en 'j avond om elf uur werd een
aantal vee op de Eogelsche linie gedreven.
De Boeren bogen zich in hun zadel diep
voorover en reden tusschen het vee. Overal
stuitten zij echter op een verschrikkelijk vuur.
Men schat dat van de 200 slechts 30 Boeren
er in slaagden door te breken,
Na den 7en 's morgen opgerukt te zijn
werd de Engelsche linie nauwer toegehaald.
Er stonden nu 300 man op elke 1600 M.
in plaats van 200. Kort na negen uur 's avonds
brak er geweervuur los op den Eugelsche
linkervleugel. Over de linie van bijna 48 KM
vloog het vlammen als vau een brandend
bosch heen en weer. Gepantserde treiuen
zonden hun zoeklichten over mijlen lauds.
De snelvuurkanonnen langs de verschanste
linie, de veldstukken, de pompons dreunden
tusschen het scherpe geknetter van het mus-
ketvuur. En van het fort te Heilbron, klonk
het diepe gebrom van het scheepskanon.
Tot 's nachts twee uur werd gedurig het
hevig schieten langs de geheele linie gehoord.
De Boeren deden laugs de geheele liuie
vruchtelooze pogingen om er door te breken,
soms met ouloochenbare flinkheid. Op eeu
punt renden 32 Boeren recht op de draad
versperring tusschen den Heilbronspoorweg
en de blokhuizen. Zij verbraken het diaad
door den schok. Zij verloren hier 2 dooden
en 2 gevangenen.
Ongetwijfeld zijn vele Boeren gedurende
deze krijgsverrichtingen gewoud, maar ou—
snapt.
De berichten over de manier, waarop de
Wet ontsnapte, zijn tegenstrijdig. Steijn
schijnt niet binnen de afgesloten streek te
zijn geweest.
In het Reuter-telegran uit Beaufort—West
van den 7den met bizonderheden over de
vermeestering van het Engelsche konvooi op
weg naar Fraserburg wordt verteld dat het
geleide den 5den Februari, toen het geloofde
dat de Boeren zich samentrokken voor een
aanval, 20 man van de bere en districtstroc-
peo naai kJonel Oabbe zond om hulp te
halen. Ongelukkigerwijs werden zij omsingeld
en gevangen genomen door de Boeren en
konden zoodoende de boodschap niet over
brengen.
Het konvooi kampeerde denzelfden avond
te Uitspanfontein. Inderhaast werden er
verschansingen rondom het kamp opgeworpen
dar aan alle kanten behalve aan de noordzijde
door lage, rotsachtige hoogten beschermd
was, De Boeren schenen eerst van plan ge
weest te zijn het konvooi, als het 's nachts
opbrak, aan te vallen. Toen de Engelsche
te middernacht echter nog geen aanstalten
maakten om weg tc trekken, deden de Boe
ren hun aanval. Eerst een schijnaanval
doende, op het open terrein aan den noord
kant, trokken zij het vuur van de Engelschen
in die richting. Onderwijl werd het kamp
van den zuidkant bestormd. Majoor Croflan
sneuvelde en zijn troepen verloren 22 dooden
en gewonden. De Boeren moeten even zwaar
geleden hebben, daar zij, volgens allo berich
ten, met doodsverachting en onder haast
dekking te zoeken chargeerde. De Boeren
behielden slechts zes wagens eu verbrandden
de overige. (De 140 Engelschen in he
kamp moesten zich, hoewel de berichtgever
het verzwijgt, natuurlijk overgeven.)
De aanvallers waren ongeveer 600 man
sterk en waren onder commandant Malan
die thans den rang van generaal bekleedt.
De commandant Pijpers, Smit en Hugo
namen ook deel aan hel gevecht. De Boeren
waren goed gewapend en bereden.
Terwijl de aanval op het konvooi aan den
gang was en v or hij begon, was kolonel
Crabbe bij tusschenpoozen gedurendeongeveer
twee dagen slaags geweest met de Boeren,
en op dat oogeublik was hij zoowat 19 KM.
ver was. Toen hij te Uitspaofoutein aankwam,
volgde een nieuw en scherp gevecht. Het
eindigde in het voordeel der Engelschen.
Zestig garde—soldaten van de bereden infan
terie bestormden op prachtige wijze een
hoogte en zuiverden haar van een talrijker
macht Boeren. Toen intusschen versterkin
gen onder kolonel Capper en majoor Lund
waren aangekomen, trokkeu de Boeren af.
Vijf en twintig wagens werden onder het
vechten teruggenomen." (Dit laatste is niet
duidelijk, omdat de berichtgever hier boven
gezegd heeft dat de Boeren zes wagens hiel
den en de overige verbranden. Hadden zij
dan ook nog een gedeelte van Crabbe's tros
genomen
Engeland, welks groote manueu nog voor
korten tiid verklaarden, dat juist het isolement
de grootste kracht uitmaakte, is thans opge
togen, nu 't een bondgeuoot^gevondcu heeft
Japan.
Men herinnert zich, dat voor enkele wekeu
de groote staatsmau van Japan ruarfcies Ito,
eene reis naar en door Europa heeft gedaan
en ook eenige tijd te Londen heeft vertoefd.
Tijdens dat verblijf in Engeland nu, zoo heeft
thans de regeering in 't Lagerhuis medege
deeld, is tot stand gekomen een verdrag,
waar.oe beide partijen volgens de overeeu
komst zelve zijn „gedreven door den wensch
om het status quo en den algemeenen vrede
in het Verre Oosten te handhaven."
Maar ook minderplatooische overwegingen
kornen daarbijmen bedoelt „de handhaving
der onafhankelijkheid en der intigriteit van
het grondgebied van het Chineesch en het
Koreaansche rijk," korter gezegd, men be
doeld Rusland.
't Artikel heeft het dan ook al over ag—
gressieve daden die China of Korea zouden
kunnen bedreigen, en het volgend artikel
spreekt zelfs 't woord oorlog uit, waarbij
de bondgenoot veplicht zal zijn, de neutraliteit
te bewaren en ook bij andere raogenheden te
bevorderen.
En mocht Rusland dat staat er niet,
maar wordt bedoeld hulp krijgen van een
anderen staat, dan zulleu Eugeland en Japan
te zamen den strijd aanvaarden.
Dat is de hoofdzaak en die is kras genoeg.
Lansdowne heeft, teer kalmeering van
diplomaten die over den stouten aanvallenden
toon mochten opvliegen, al een commentaar
gepubliceerd, waarin wordt gezegd
Het verdrag bedreigt geenszins de tegen-
woordigen positie noch de rechtmatige belai.—
gen van andere mogendheden. Integendeel,
die bepaling volgeus welke een der partijen
opgeroeptn kan worden om bestand te ver-
leeneu aao de andere, kan slechts iu werking
treden, als een der verbondenen „genoopt"
is geworden, oorlog te voeren ter verdediging
van belangen die „beide" partijen gemeen
hebben.
Met nog eenige andere voorwaarden.
Het is ver boven onze ruimte ook maai
te resumeeren, wat de Engelsche pers ervan
zegt, of lieverjuieht. De meeste bladen
zijn opeens tot de overtuigi g gekomeu, dat
Japan een heel hoog beschaafd land isde
„YVestmiuster Gaz." alleeD vindt ou voorzichtig
voor dit Oostersch volk, dat ten slotte nooit
YVestersch sympathie zal kunnen hebbeu, de
deur open tezetteu, om grootcu invloed in
Europa uit te oefenen,
De Duitsche couranten zijn meer bezorgd
over de handelsvoordeelen die Engeland door
dit bondgenootschap ih 't Oosten zal kunnen
behalen. Andere bladen wijzen erop, dat
dit bontgenootschap ook op de politiek van
Frankrijk invloed zal hebben. Waarschijnlijk
zal P.usland aldus de„Reicbsbote" nu
naar nog andere bontgenooten op het vaste
land gaan omzien.
De „Lokalanzeiger* beweert, dat Rusland
volkomen verrast moet zijn, maar de „Tllgliche
Rundschau" schrijft o. i. juister
„Rusland zal welicht zich van den domme
houden. Nergens verstaat men de kunst
van af te wachten zoo goed als te St. Peters—
burg, maar daarom schenkt Rusland zijn
vijanden ter gelegener tijd toch niets."
Men moet niet vergeten dat markies To,
niet alleen le Londen, maar ook te St.
Petersburg is geweest.
WAALWIJK, 15 Febr. 1902.
Onze rijkspolitie en de Carnavalsdagen.
Hoewel het niet onze gewoonte is, terug
te komen op ingezonden stukken in dit of
andere bladen, willen wij voor ditmaal van
dezen regel af wijken. We hebben hier
't oog op het ingezonden stuk van den
heer Schmitt in 't vorig nummer van ons
blad, betreffende de houding der Waal-
wijksche brigade met de afgeloopen car-
nava'sdagen.
Wij doen dit, omdat het hier geldt de
publieke veiligheid en orde in onze en
omliggende gemeente», voor welker hand
having de Waalwijksche maréchaussee en
de geraeente-politie is aaogewezen en
waarover wij tot dusverre zeker geen redeneu
tot klagen hebben.
Het gaat in dit stuk over het al niet
plicht doen der rijkspolitie.
Om 't belang der zaak hebben wij een
breedvoerig onderzoek ingesteld, waarvan
wij hier een eu ander inededeeleu
Do Waalwijksche brigade bestaat feitelijk
uit 6 man, 3 maréchaussees eu 8 onder
officieren, een maréchaussée is op detaohe-
ment.
Dus nog 5 bleven over. De wachtmeester
eu een der brigadiers waren ongesteld (even
als de gemeenteveldwachter.) Óm 't groot
te kort werden 2 manschappen aangevraagd
en verkregen dus de brigade was in geenen
deele versterkt slechts aangevuld en
nog niet compleet.
Welnu cr waren dus 1 brigadier en 4
man eu 't was carnaval, dus gewoonlijk
rumoerige dagen.
De brigade Waalwijk heeft als dienstvak
10 gemeenteu. Nu zijn er enkele bij bekend
als de lastigste geen wonder dat 't hoofd
dier gemeenten surveillance vraagt.
Zoo geschiedde het in Kaatsheuvel en
Lonnopzand, waar reeds vooruit plannen
waren beraamddus 2 manschappen ver
trokken naar Loonopzand en 2 naar Kaats
heuvel en zooals hieronder zal blijken heb
ben zij uitstekende diensten verricht.
Dus slechts een was over, die de orde en
rust iu onze gemeente moest handhaven eu
als men dan weet dat hij des middags en
's avonds talrijke malen, dan hier, dan
daar werd geroepen ora op te treden, dan
begrijpt men dat ook deze militair zijn
handen danig vol had en deze was de dienst
doende brigade-commandant.
Daar één man toch niet .overal tegelijk
kan zijn, vinden wij 't wel eenigszins ver
klaarbaar, dat hij niet de gemeente aan haar
lot overliet eu naar 't stations-emplacement
ging, wetende dat daar verschillende be-
ëedigde ambtenaren zijn, die eveneens zoo
noodig proces-verbaal kunnen opmaken en
dat daar talrijke werklieden zijn, die toch
zeker wel uitstekende diensten konden ver
richten hij het tegenhouden van de raen-
8chenmassa, om geregelde controle in de
hand te werken en baldadigheden te voor
komen.
Om een denkbeeld te geven dat onte
kleine brigade niet heeft stilgezeten en
flink opgetreden, laten we hier volgen, w»fc
zoo gedurende deze dagen is geschied en
waarbij zij betrokken was
Behalve het geval met het schieten te v
Kaatsheuvel, gem. Loonopzand, (waarbij de
orde terstond werd hersteld door de maré-
chaussées) omschreven in het nummer van
jl. Woensdag, hebben nog dienzelfden avond
drie mishandelingen plaats gehad die door
het krachtdadig optreden der maréchaussees
geen ernstig verloop hadden evenwel moesten
de wapenen, zooals twee messen, twee stuk
ken van een biljartqueu en een stok worden
in beslag genomen.
J. S. die met een dicht knipmes een
bloedende wond toebracht aan het hoofd van
L. v. R. werd eveneens door de raaréchaus-
sées achterhaald.
L. L. werd een wond op het hoofd toe
gebracht, met een «tuk biljartqueu, door
A. v. B. Ook deze dader is door de
inaréchaussées dien avond opgespoord zoodat