Nummer 18. bondag 2 Maart 1902 25e Jaargang' Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. lire PADS. Je Echo van het Zuiden" ONTWAAKT ANTOON T IEL EN, Brima uit hst Hoorden 5* stzeegen'd"ik °iet in Uitgevkr: Dit nummer bestaat uit twee bladen. Abonneert [J op s» De Echo v. h. Zuiden' m. Bekendmaking. FEUILLETON. Hugh Conway. i BiiiiiasaaftKiaaftsa 'chijnt WoenTda g- en ~Z a t e r da "J a v o n d. ~il i ,ILJl n -■ Dit Blad rerschij.it Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5. Franco per poet door het geheele rijk f0.90 Britven, ingezonden stukken, gelden en,.; franco te eet.de, Uitgever. i aan den WAALWIJK. verkrijgbaar aalwijkscüe eu Langstruatsclie Courant Het oudste in Waalwijk cu de Langstraat verschijnende Nieuws- en Advertentieblad Het biedt den lezer alles Hoofdartike Binnen- en Buitenlandsche Overzichten, de meest uitgebreide berichten uit Waalwijk en omliggende gemeenten, breedvoerige verslagen van gemeenteraad en verdere be langrijke vergaderingen, mengelwerken enz ihans hebben wij zooals onze lezers in het vorignu.omer gezien hebben, maatregelen ge.roüen, om van verschillende plaatsen, vau tijd tot tijd brieven van medewerkers ontvangen, wat zeer zeker de waarde, van ons blad zal verhoogen, en door onze le zers op prijs zal worden gesteld. ABONNEERT LT OP Advkrtentiën 1-7 regels f 0.60; daarboven 8 cent per regel, groot, letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven women 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Jubelgiften ter gelegenheid van bet 25-jarig Pausschap van Z. H. LEO XIII. Vorige opgaaf. f 33.40 Van N. N. voor de Paus. f 5. Van een Kaartgezelschap uit bet oudste en eenige blad, dat in WAAL- WIJK uitkomt. Waalwijk De Lijst sloten. f 1.25. f 39.65. wordt a. s. ZATERDAG ge- Philosofeercude als „de philosoof ouder de dakpannen* over de stof voor mijn derde episteltje en nog geen bepaalden greep kunnende doen uit wat alzoo door mijn peinzend hoofd de revue passeert, slaak ik onwillekeurig de stille verzuchting„Maar, zuster Anna ziet ge dan niets komen En, jawel, daar gaat mijne huisdeur open, een troep jeugdige troubadours staat er ™.or, eueen aangrijpende melodie weer klinkt op het heerlijke libretto of te wel kreupel rijm rTikkie, takkie, to «-Boer, mag ik een bosje stroo. „Boer, mag ik een bosje tarwe, //Dan zullen w' ons gaan warmen. //Waar zullen we gaan „Al op de Mossellaan z/Daar zal onze Bekum staan Ik snel naar de voordeur, geef bij ge- areukL aan b°9JeS 'tr0° en dit0 tarwe «en dubbeltje wat de zangers ook wel wil len, al vragen ze er in hunne hymne niet om en keer op mijne schreden terug met de gedachten Zie, dat is nu net iets, 0111 er eens 111 mijne brieven over te pra ten. En daarom, waarde lezers en leze ressen, heden eens een stukje Noordhollandech volksleven, in de wandeling „beekewen" genaamd. Op vele plaatsen in Noord-IIolland is het de gewoonte, dat de jeugd eenige dagen vóór Et. Mattheus rondgaat tot inzameling van hout stroo, petroleum of geld, om op ot. Mattheus avond een vuurtje te ont steken. Dit is bepaald eene gebeurtenis in t kinderleven. Al zingende bovenstaand vers, dat naar plaatselijke omstandigheden variëert, trekt zoowel de vrouwelijke als mannelijke jeugd bij troepjes, die ieder zelfstandig optreden, huis aan huis rond. om genoemde artikelen bijoen te verzame len; zorg dan maar, uat ge geen hout los op uw erf hebt liggen, want is dit zoo, dan loopt het groot gevaar, dat het geheel of gedeeltelijk wordt buitgemaakt. En is nu eeumaal de verbeide avond aangebroken, dan ziet men overal, waar men ook heen kijkt, fikschc vuren branden, waaromheen de dartele „spes patriae" al springend en danzend zijne liederenschat cadeau doet, ja zelfs loopt ze al zingende als ware vuur- menschen door het opvlammende hout en stroo heen. Een werkelijk frappant gezicht 1» het, als men uit de verte deze phan- tastische vertooning aanschouwt- Gelijk zwarte, donkere schimmen, die een zang uit de geestenwereld aanheffen, krioelen jongens en meisjes rondom het hel op vlammende vuur. Soms ziet men even eene zwarte gedaante, tusschen de vlammen, als rees Méphistophéles uit zijn vuurgloed op en dan naderen en verwijderen zich weer brandende fakkels, wier flikkerend licht als waallichtjes den donkeren achtergrond atoffeeren. Waarlijk een frappant schouw spel Eu ziet, dat is nu het z. g. beekemen, waar dit woord vandaan komt, weet ik niet, ook zou ik niet met zekerheid kun nen aangeven, hoe en wanneer dit gebruik hier in zwang is gekomen en of en van welk heidensch feest het afkomstig is. Daar het echter niet overal op denzelfden tijd plaats heeft zoo doen ze 't b. v. in Schagen niet op 24 Februari maar op den Bisten Augustus, den verjaardag van H. M. de Koningiu zou ik met eenigen grond van zekerheid durven beweren, dat dit beekemen in verband staat met het lentefeest onzer heidensche voorvaderen, ter eere der godin Ostara. Wel viel dit Os- ter-feest) denk aan Osteru het Duitsche Pochen) wat later, n. 1. in Maart en ziet men dan ook in andere provincies, als in Overijsel, omstreeks dien tijd de welbekende Paaschvuren maar wij moeten in deze niet te zeer aan den tijd hangen. Inmiddels een eigenaardig gebruik is het; het is nog een dier traditiuneel-poëtische gewoonten, die helaas in onzen modernen, materialis- tischen tijd al langer hoe meer verdwijnen. En hiermede, getrouw aan mijn begin sel niet te veel lekkere schoteltjes voor te zetten, zou ik de tafel moeten op heffen indien ik niet, nog steeds onder den indruk van het gelezene omtrent de ge beurtenissen aan den Nieuwen Maasmond, wat dessert wilde aanbieden in den vorm van een praatje over georganiseerde ijs- sport. Al dadelijk 2ij opgemerkt, dat het mij bevreemdend voorgekomen is, dat in de berichten van geen Waalwijksche IJs club gesproken is. Of bestaat er geen zoodanige club Hier in Noord-Holland is er haast geen enkele plaats, of ze heeft eene bloeiende ijsclub. En wat nog het mooiste is, al deze vereenigingen zijn, ten minste boven het IJ, vereenigd iu ééne Bond, die zich noemt: Ijsbond Hollandsch Noorderkwartier. En eene organisatie Prachtig! OordeeleDe geheele bond be staat op 't oogenblik uit 46 afdeelingen, zich uitstrekkende van Amsterdam tot aan Hoorn en Enkhuizen en omvattende bijna alle berijdbare vaarten en kanalen. Die 46 afd. zijn wederom vereerigd in 7 dis tricten, die een kring vormen en steeds voeling met elkaar houden. Het districts- bestuur inspecteert de banen van zijn dis trict, maakt, zoo noodig, op- en aanmerkingen aan de besturen der ressorteerende afd. en brengt jaarlijks verslag uit in de Bonds vergadering, die te Alkmaar gehouden en uit het Engelsch (id ïïït teD °i,gc&eveD» of dat hij miin ,Gu bU,S behoordc- !k besloot dus mijn geiuk te Turijn te gaan beproeven. iYr^e^i;„Eer8' - zeer, zeer druk bezocht wordt. Elke club is vrij in zijn huishoudelijk beheer en zorgt zelf voor zijne banen. De leden der club zijn tevens bondsleden en ontvangen een bondsinsigne, dat hen op al de banen van van den bond vrijen toegang verleent, u begrijpt, dat bij gunstig winterweer het verkeer op het ijs hier zeer druk is. Overal kan men heen en of het ijs vertrouwbaar is, ja dan neen, kan men in de verschil lende berichten lezen in het N. v. d. Dag, welke berichten door de aangesloten clubs geregeld worden opgezonden, zoodat ieder bondslid, bovendien nog in 'i bezit vau eene ijskaart, waarop alle banen aan gegeven zijn, precies weet, waar hij rijden kan of niet. En hierbij komt nog, dat er bijna m elke gemeente, waar eene afd. v. d. Bond gevestigd is, eene politie-verorde- mng op het ijsvonceer bestaat, waarin 0. in. bepaald is, dat zich niemand op de banen mag begeven voor aleer de politie bet ijs betrouwbaar heeft verklaard. Zie, daar kunnen moeilijk dergelijke ongevallen als aan den Nienwen Maasmond voorkomen. En nu nog de zaak beschouwd uit een sociaal oogpunt. Elke club houdt er na tuurlijk hare vegers op na met idem zoo veel als dagloon (een zeer practisch mid del tegen werkeloosheid.) Ik ken gemeenten van pl. m. 1500 zielen, wier clubs 15 *0 baanvegers onderhouden. Eene is er bij, n.l. Purmerend, dat zeker 50, zegge 50 baanvegers er op nahoudt tegen een dag loon van f 1.—. Deze club wordt hiertoe in de gelegenheid gesteld door eene ge meentelijke subsidie van f 250 jaarlijksch. Nu, lezer, wat zegt ge daarvan Zit dat met excellent in elkaar? En dan, wat een werkverschaffing in den barren wintertijd Z-ou Waalwijk ook niet tot zóó iets hel initiatief kunnen nemen? ]k weet wel, Noord-Holland met zijne vele vaarten ei, kanalen leent zich daartoe als 't ware vai. zelf; maar 't heeft toch ook moeite gek osl om het zoover te sturen. Daar kan schrij ver dezes van meepraten. Genoeg echter hierover. Mijn dessert mocht u anders wa' zwaar op de maag gaan zitten en dat wi! ik voor geld op mijn geweten hebben. Daarom, heil tot een volgenden keer. OBSERVATOR. iiiilwijksclif «njrslraaJsthe Courant OVERAL alhier voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd. Waalwijk 15 Februari 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd, K. DE VAN DER SCHDEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Burgemeester en Wethouders van Waalwijk maken bekend, dat op heden zijn vastgesteld de kiezerslijsten voor de Kamers van arbeid voor pa troons en werklieden voor het schoenmakers be drijf, en voor patroons en werklieden voor het leerlooiers bedrijf, welke lijsten op de secretarie door Tl/h!,Ailbert'VntJwoordde liJ bijna onhoorbaar, v aar £eleerd mij Gilbert te noemen. K-KK0|f een,£e l»»tste instructies aan Priscilla mün HUni ^even, begaf ik mij op reis. Toon TLnüt» wegreed. wierp ik een blik naar het venster, waar ik Pauline had achtergelaten. Zij ▼renti! hlS-m" *k mij Da 5 een ongekende dit har* ni ,Want ik verbeeldde mij f' °°8e" d'oef stonden. gelijk die van iemand die afscheid neemt van een geliefden vriend. Het kon wel louter verbeelding geweest zijn. t0t nop toe n'ramer verbeeld te nem«nanlgti °P haar &ela*t waar mii™J dl' my een ,r008t> di<= mij op mijnen tocht zoh vergezellen. En nu naar Genève eu il dottore Ceneri I HOOFDSTUK VI. Onvoldoende antwoorden. Ik reisde in vliegende vaart zoo snel de sloom J ?je.C ,:8 ^voeren kou naar Genève. waar ik onmiddelijk mijn onderzoek naar Doctor Ceneri aanvmg. Ik had gehoopt dat het mij niet moeilrk zoude vallen hem uit te vinden. Zijne woorden hadden den indruk bij mij achtergelaten, dat hii in deze stad zijne practijk uitoefende. Ind-ien dit geval was, dan moest hij bij vele inwoners be kend zijn. Maar hij had mij misleid, of ik had ™'rhtVikgi8\Wa0t &edu1rend« '"scheiden dagen zocht ik in hoogere on lagere standen en onder- I hr0Cgv,f fi?' b nlemand kende den man Ik üezocht eiken geneesheer der plaats, doch eeen k«d*T "V V 6 di°° collega be- kend. Ten laatste hield ik mij overtuigd, dat hij drnrP^ (Tra!0nd VaD mijD ver,rek zwierf ik f. or de stad met een zeer bedrukt gemoed, toen ik een man opmerkte, die aan de overzijde van d« straat liep Daar zijn gelaat en voorkomeï mij bekend schenen, stak ik de straat over ten einde hem beter te kunnen zien. Daar hii het Slwïn-ei e08\uu™ d?r Engelsche toeristen droeg dacht ik leeds dat ik mij vergist had. Maar toen k hem van naderbij geschouwde, herkende ik hem niettegenstaande zijn zonderlinge kleeding Het was de man met wien Kenyon dien woorden strijd gehad heeft voor de Sar. Giovanni - - de ™JieK°nS Kad la5U* g#vallen wegens onze onmiskenbare bewondering voor Pauline de man die zich toen arm-in-arm met Ceneri ver wijderd had. De kans was te goed om haar verloren te j 8aan: ,HlJ wu ien minste weten waar de doctor te vi.den was. Ik naderde hemen beleefd mijn hoed afnemende, verzocht ik hein om een kort onderhoud. Ik sprak hem in het Engelsch aan. Hij wierp een snellen, doordringende blik op mij, beant woordde mijn groet eu drukte in dezelfde taal zijn bereidwilligheid uit om mij van dienst te zrjn. ,Ik tracht het adres te vinden vau een heer die, naar ik meen. hier ter stede woonachtig is en ik geloof dat gij in staat zijt mij daarin be hulpzaam te zijn.» Hij antwoordde lachend „Zoo het mij mogelijk 111 wi ik dit volgaarne doen maar daar ik een é6n tccwon hij .ijO. „Ik kan mij dezen naam niet herinneren. Het „Maar/ hernam ik thans in het Ita- Haansch, „ik heb u eens in mijn gezelschap ge- „Ik ken niemand van dien naam/ zeide hij od minachtenden toon; „Goeden avond.' Hij lichtte den hoed op en liep Maar, ik zou hem zoo gemakk laten. j- u ik een Engelschman ben als gij, en hier met slechts zeer weinig lieden bekend ben, vrees ik dat mijne doctor, met name hulp niet veel zal baten.» 'Ik zoek een zekeren Ceneri.' De heftige beweging die hij maakte bij het vernemen mijner woorden en de blik, dien hij 0p mij wierp, bewezen mij, dat de naam hem be- voort. elijk niet los— biiIkh;,yhaa9tte ™ijn ir?d en voegde mij weder 1J hem- »lk ®°,6t dringend verzoeken mii te om/Sn» Waai'h1 1 ikaa vinden- Ik moet hem omt.ent een belangrijke aangelegenheid spreken. Het is on noodig te loochenen dat hij tot awe »Gij zyt zeer lastig, sir. Wellicht wilt ge mij wei de reden zeggen voor uwe bewering, dat de Joan dien gij zoekt, mijn vrind is ,lk zag u eens gearmd met hem P' ,Mag ik ook vragen waar dal was?' „Te Turijn, laats leden voorjaar, in den om trek van de San Giovanni.' Hij beschouwde mij aandachtig. „Thans herinner ik mij uw gelaat. Gij zijt een der twee jonge heden die daar eene dame beleedigden en die ik zwoer deswege te kastijden.' 'Er werd niet de minste beleediging bedoeld maar al ware dit ook het geval geweest, dan zou du thaus voorbij zijn.» ,Geen beleediging Ik heb wel iemand gedood voor minder dan uw vriend tot mii zeide.' J .Herinner u als gij wilt dat ik geen woord gesproken heb. Doch, dat doet niets ter zake let is juist met betrekking tot zijn nicht! »Dat is «en zaak tusschen hem en mij. Zc<r mii nu waar ik hen kan vinden.* J „Hoe is uw naam?» vroeg hij kortaf. „Gilbert Vaughan.' „Wat zijt gij H« „Engelsch edelman; niets meer.' Hij dacht eenige oogenbiikken na.' „Ik kan u bij Ceneri brengen/ zeide hij, „maar eerst moet ik weten wat gij met hejn hebt uittestaaa, en om welke reden gij Pauline's naam noemt? De straat is geen geschikte plaats om over zaken te spreken laat ons ergens binnengaan.' Ik bracht hem naar mijn hotel, in een kamer waar wij ongestoord konden spreken. „Welnu, Mr. Vaughan/ zeide hij „beantwoord mijn vraag en ik zal zien u tc helpen. Wat heeft Pauline March met de zaak te maken „Zij is mijn vrouw; dat is alles. Hij sprong overeind; een heftige Italiaansche vloek siste van zijn lippen. Zijn gelaat was wit van woede.' „Uwe vrouw 1« schreeuwde hij: „gij liegt 1 Ik zeg u dat gij liegt. Ik richtte mij even driftig als hij. doch met meer zelfbeheerschiug overeind. »Ik eeide u, sir, dat ik Engelsch edelman ben. Ik zerzoek uwe woorden terug te nemen of ik zal u dit vertrek uitwerpen." Hij bedwong met de grootste moeite zijn toorn. «•Ik neem ze terug/ zeide hij weet Ceneri het vroeg hij na eenige oogenbiikken. „Zeker, hij was bij ons huwelijk tegenwoordig. Hij scheen wederom op het punt te staan in woede uit to barsten. „Traditorehoorde ik hem prevelen. „Ingannatore 1* Daarop wendde hij zich met eenigszins spottend kalm gelaat tot mij. „Indien het zoo is, dan heb ik niet anders te doen dan u geluk te wenscben, Mr. Vaughan. Uw geluk is bepaald benijdeuswaardig. IJwe vrouw is zeer schoon en van zelve ook goed, Gij zult gewis een aangename gezellin aan haar hebben.' Ik had er veel voor willen geven om te weten waarom hij, toen ik hem. mijn huwelijk mede deelde, zoo zeer in woede geraakte, maar nog meer, indien ik in staat ware geweest om aan mijne bedreiging, om hem de deur uit te werpen gevolg te geven. De toon waarop hij de laatste woorden sprak bewees mij, dat hij met Pauline's geestestoestand bekend was. Ik kon mij nauwelijks bedwingen maar ik was daartoe wel geuoodzaakt, omdat ik zonder zijne hulp Ceneri niet kon vinden. Ik dank u/ zeide ik dus ikalra, „misschien wilt ge mij nu de gevraagde inlichting geven?» „Gij zijt geen voorbeeldige bruid gom. Mr. Vaughan/ zeide hij spottend, „indien Ceneri bij uwe huwelijksvoltrekking tegenwoordig was, dan kan dit eerst aanige dagen geleden zijn. Het moeten wel hoogst belangrijke aangelegenheden ziJn4.d,e..u va" de aiJd« braid wegroepen.- ,/ij zijn ook zeer belangrijk.' „Dan vrees ik dat wij eenige dagen zullen moeten wacnten. Ceneri bevindt zich niet te Geneve. Maar ik heb alle reden te denken daï laj binnen een week weder terug zal jmn ik zal hem zien en hem zeggen, dat gij hier zijt.' „Zeg mij waar ik hem vinden kan, dan zal ik 8prekgaa,n *k moet betn noodzakelijk „Dat zal, naar ik mij voorstel, geheel en al van den doctor afhangen. Ik kan hem alleen met uwen wensch »n kennis stellen.» Hij maakte een buiging en vertrok. Ik trevoel de dat het nu zeer twijfelachtig was. of het mij gelukken zou een onderhoud met dien geheim- zuinigen doctor ic verkrijgen. Het hing er geheel van af.' of hij het mij verkoos toe te staan. Hij zon naar Gèueve kunnen komen en weder vertrekken, zonder dat ik ieta wyzer geworden was, tenzij dat zijn vriend of hii zelf eenig bericht zoude zenden. Ik bmcht een week te Geneve door en begon reeds te vreezen dat Ceneri besloten had mij uit din"'S blijven. Dit was echter niet zoo. Op een ochtend ontving ik ceu brief. Deze bevatte slechts de volgende woorden „Gij wenscht mij te -preken. Een rijtuig za| u om elf uur komen allialen. M. Q. Op het bepaalde uur hield een gewoon huur rijtuig voorliet hotel stil. De koetsier vroeg naar Mr. Vaughan. Ik stapte zonder «en woord te spreken in en werd naar een klein huis buiten de stad gebracht. Nadat ik in een kamer was binnengelaten, vond ik den doctor voor een tafel gezeten, die met couranten eu brieven be- dekt was. Hij stond op en na mij de hand geschud te heobeD, verzocht hij mij plaats te nemen „Naar ik vernomen heb, zijt gij naarGenève gekomen om mij te spreken, Mr. Vaughan Ja ik wenschte u eenige vragen te doen aau- gaando mijne vrouw.' „Ik wilde u al wat ik kan beantwoorden- maar er zijn er een menigte, waarop ik u al ongetwijfeld het antwoord zal weigeren. Gij her innert u gewis mijne voorwaarden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 1