aol,
Nummer 29.
Donderdag 10 April 1902.
25e J aargang
J
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
II.
L
i
ONTWAAK!
eid
ijk.
AIT00N T IEL EN,
f3
INI) TJSTR1EELEN.
Bekendmaking.
FEUILLETON. -
Hugh Conway.
irden
EL.
aande
Is, ter
in
Duffet,
50-
gskai
orden
aland
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 0."5.
Franco per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
UlTG E V ER
l)e Kamer van Koophandel en fabrieken
te Waalwijk houdt zich onledig met het
opmaken van het verslag over 1901.
Heeren Industriëeleu worden verzocht
hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig
mogelijk aan den voorzitter in te zenden.
lie Kamer van Koophandel en Fabrieken
voornoemd.
ONGEVALLENWET.
uit het Engelsch
WAALWIJK.
De socialisten in Noord-Brabant.
De heeren socialisten hebben ernstige
plannen met hun propaganda in Noord-
Brabant. Op hun congres te Groningen is
er druk over geredeneerd.
Eerstdaags kunnen we hen in 't donkere
Zuiden verwachten.
Om het belang der zaak laten we hier
volgen, wat, volgens het verslag van Het
Volk precies is gezegd op dat Socialisten-
Groningen vroeg een bezoldigd propegan-
dist, Tilburg f 250 voor de propaganda in
Noord-Brabant, wat Meppel op f 100 wilde
«tellen.
Polak ried af, dergelijke voorstellen te
doen. Zonder begrooting kon het congres
toch niet over de geldmiddelen oordeelen.
Het ware beter aan het P. B. op te dragen,
naar bevind van zaken te geven waar het
mogelijk rn noodig was.
Poppe (Tilburg) wee» er op, dat terwijl
te Tilburg van Het Volk Zaterdags een 15
exemplaren verkocht werden, hun Hgeu
blatl eerst in 350, nu in 800 exemplaren
verkocht werd {Applaus). Nu wilde men
echter ook wel eens naar Waalwijk, naar
Oisterwijk. Dat reizen kostte geld. Voorts
was men aan het oprichten van vakvere
nigingen en men steunde twee slachtoffers
uit eigen middelen. Te 's-Bosch waren 10
schoenmakers voor de organisatie uitgesloten.
Partijgenooten in Brabant droegen van 7
en 8 gld. loon f 1 A ƒ1.50 af voor de
slachtoffers. (Applaus). De pastoor noemde
de socialisten „geuieeno lage kerels", zoo
had men daar hard te kampen. De bevor
dering der organisatie, het v. eren der onder
kruiperij was iets dat de geheele partij ten
goede kwam. En dat lukte wel langzamer
hand. Met honderden bracht men al de
onderkruipers van Majoic en v. d. Voort
naar huis. Men vroeg het geld niet voor
zich zelt en spr. protesteerde er dan ook
tegen dat Meppel de som verminderen
wilde.
Polak zeide, dat het niet noodig was,»
hier een som vast te stellen. Het P. B.
was van plan, zoo krachtig mogelijk de
propaganda ter hand te nemen.
Van der Waerden (Dordrecht) wees er
op dat vroeger ook wel door het congres
geld was toegestaan voor „Arm Friesland*.
Spr. wilde het voorstel Tilburg doen aan
nemen out een zachte zedelijke pressie te
geven op het P. B., dat het geld allereerst
aan de industriesteden van het Zuiden be
steed moest worden.
Polak Het P. B. begint zich ieder jaar
te vergewissen van de som waarover het zal
te beschikken hebben en vraagt aan partij
genooten en geestverwanten wat denkt ge
dit jaar te kunnen geven Dan berekent
men kosten aan bezoldigen, drukwerk enz.
en het overschietende besteedt men zoo
goed mogelijk. Is het noodig en mogelijk,
dan zal meer dan 250 voor Tilburg ge-
Auvkrtentiën 17 regels f Ü.6Ü daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3niaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeclige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per
Wij durven daarom de S. D. A. iu Noord-
Brabant, maar vooral in onze streek een
Men late
geven worden en auders minder,
het P. B. vrij.
Wibaut (Middelburg) wenschte het con
gres de volgorde te doen aangeven en te
doen uitspreken dat allereerst gegeven
wordt voor Tilburg. Natuurlijk had Gro
ningen het ook noodig en zelfs ook Middel
burg, hoewel dat niet vroeg.
Willems (Tilburg) verzekerde dat men in
Tilburg thans in volle actie was en spoedige
hulp, dubbele hulp was.
Vietsina (Meppel) kou het protest Til
burg niet aanvaarden en gunde haar, als
het kon, graag f 500.
Rotterdam stelde nog de volgende motie
„Het congres, aan het oordeel van bet
P. B. overlatende, waar de steun van locale
propaganda het meest aangewend moet
worden, spreekt als zijn meening uit, dat
de propaganda in het Zuiden daarvoor het
allereerst in aanmerking komt."
De motie werd bij acclamatie aangesloten.
Daar hebben we du? uit te leeren, dat
de afdeeling Tilburg het bijster goed voor
heeft niet onze provincie. Zoo maar geld
te vragen, wat er niet is, 't is werkelijk een
brutaal stukje.
Maar nu iu ernst
Dan blijkt er toch uit dat de Sociaal-de
mocratische Arbeiderspartij het er over eens
is'
lo. dat de Noordbral-ant voor het socia
lisme een landstreek is, die vruchten kan
dragen. Maar.
2o. dat er in die landstreek zoo spoedig
mogelijk gezaaid dient te worden.
Men zal ons niet verbieden tegenover
deze (voor hen zelf) zoo rooskleurige mee-
nig der heeren wereldhervormers er eene an
dere op na te houden.
't Is waar dat onze provincie deelt in de
miseries welke de verandering der maat
schappelijke toestanden in hel leven heeft
geroepen 't is waar dat er op sommige,
op meerdere plaatsen toestanden heerschen
welke luid schretuwen om verl etering en
daar moet en zal die verbetering ook ko
men door ijverig streven en arbeiden in de
goede richting op verschillend gebied.
De kwestie is slechts dezevoor de ziek
te des kuidigen tijds bieden meerderen ons
de medicijn maar van de soc alistische aan
bieding weten wij zeker, dat het genees
middel erger is dan de kwaal.
Wij verwachten die niet van de sociaal-
democratie, maar van de christelijke dotno-
cratie, die zich op talrijke wijzen in onze
streek danig begint te uiten.
gering succes voorspellendat hopen en
vertrouwen wij.
Duitschlands Buitenlandsche handel
in Schoenwerk.
Uit de »Schuhmarkt« vertalen wij 't
volgende voor onze leden, zeker van
belang, vooral als we zien hoeveel
Duitschland hier nog invoert, en hoe
weinig wij naar Duitschland. Door nog
steeds naar verbetering van fabrikaat te
streven vooral (hoewel wij reeds op den
goeden weg zijn), zullen we trachten
deze cijfers juist om te keeren, zoover
moeten en zullen we 't brengen. Met
genoegen kunnen we tevens opmerken
dat de invoer van fijne schoenen var
Duitschland in ons land toch reeds in dc
laatste twee jaren aanmerkelijk is gedaald.
Het blad schrijft
De statetische cijfers voor onzen
buitenlandschen handel in schoenwaren,
toont in dc maand Januari bij de afdee
ling ifijne* schoenwaren een aanmer
kelijke achteruitgang vergeleken me'
dezelfde tijdruimte der 2 laatste jaren.
terwijl de cijfers der afdeeling »grcote
schoenwaren tegenover Januari 190'.
eene verhooging aanwijzen. Wij geve*,
de Januari-cijfers uit de drie laatste jaren
De cijfers geven de dubbelccntcnaars
(100 Kilo).
Fijne Schoenen.
Jan.
Jan.
Jan
Uitvoer.
1902
1901
190:
België
9
14
3
Denemarken
49
47
10
Frankrijk
4
1
6
Groot-Brittanië
50
16
228
Nederland
31
14
54
Noorwegen
3
7
2
Oostenrijk-Hongarij
6
11
9
Finland
1
8
Zweden
2
39
1
Zwitserland
119
108
70
Ver. St. v. Amerika
2
Brit.Australië
16
7
4
Totaal
308
331
420
Invoer.
België
13
18
55
Frankrijk
18
41
52
Groot-Brittannië
21
18
28
Italië
25
83
66
of
De Echo van het Zuiden
en
Courant,
(Formulier van aangifte, bedoeld in Art. 34
der Wet
Het bestuur dor rijksverzekeringsbank maakt
brkend, dut allen die een ot meer personen in
dienst hebben voor de uitoefening van een vei-
zekeringsplichtig bedrijf, daarvan aangifte belmo
ren te doen, bij een formulier, dat van 10 April
e. k. verkrijgbaar is aan alle postkantoren, bij
en hulppostkantoren, en dat, na in tweevoud in
gevuld en onderteekend te zijn, aldaar weder
moet ingeleverd worden na 15 April en vóór 1
Juni e. k. tegen bewijs \an ontvangst.
De kantoren zijn tot dit doel geopend op alle
werkdagen op de gewone kantooruren, doch niet
na 3 uur (Amst. ti|d.)
Verzekeringsplichtig zijn
I. Alle bedrijven, waarin teu behoeve van het
bedrijf eenig krachtwerktuig (stoomwerktuig,
gas-, petroleum-, benzlneheete luctit-, water-,
electromoter, wind-, water- of door dieren gedre
ven molen enz) wordt, gebruikt, of waarin toe
stellen gebezigd worden, die stoom of gassen
onder druk bev-tten, uls nader omschreven in
het Koninklijk Besluit van 12 December 19U1
(Stbl. No. 2RB j
Uitgezonderd zijn de bedrijven van landbouw,
veehouderij, tuinbouw en boschbouw, de schip
perij en visscherij buiten de rivieren en binnen
wateren, die in geen geval verzekeringsplichtig
zijn.
II. De navolgende bedrijven, ook wanneer
daarin geen krachtwerktuig wordt gebezigd:
lo. de meeste bedrijven van fabrieks- en hand-
werksnijverheid, de bouwbedrijven en aan ver
wante vakken daaronder begrepen.
Uitgezonderd zijn in hoofdzaak hand weverijen,
confectiebedrijven, hoedenrankerijeD, vervaardi
ging van vrouwelijke handwerken, schoenmake
rijen en inrichtingen voor stroobewerking, deze
beide voor zoover die alleen met gereedschappen
en niet met werktuigen worden uitgeoefend, si-
garenmakerijen, kaasmakerijen, die geer. stoom
ketel gebruiken en boterfabrieken, die zonder
centrifuges werken, bakkerijen, wasch- en strijk-
inrichtingendeze alle slechts dan als zij ten
behoeve van het bedrijf geen krachtwerktuig
bezigen
2o. de bedrijven van schippers, die uitsluitend
de rivieren en binnenwateren bevaren, de Zuider
zee en de Wadden daaronder begrepen, ook als
zij geregeld van het buitenland komen of naar
het buitenland gaan, het veerschippersbedrijf, en
de visscherij op de rivieren en binnenwateren,
de Zuiderzee en de Wadden daaronder begrepen.
Uitgezonderd is het schippersbedrtjf, als het
door
22).
Een dag of tien nadat ik Tobolsk had verlaten,
begon ik aan elke ostrog navraag te doen of dc
troep van kapitein Varlamoff reeds voorbij was,
ot wanneer ik kon verwachten hem in te halen.
De antwoorden die ik op de laatste vraag ontvirg
kwamen overeen met die van den gouverneur;
overal noemde men Irkutsk, ot daaromtrent. Dag
aan dag bevond ik dat wij snel op den troep
wonneD, en toen wij ten laatste in de groote,
fraaie stad Irkutsk aankwamen, berekende ik
met juistheid, dat ik bijna het einde van mijn
reis bereikt had.
Daar vernam ik dat kapitein Varlamoff nog
niet was aangekomen. Ter plaats waar ik het
laatst geïnformeerd had was mij gezegd, dat hij
er een dag te voren was doorgetrokken, bij ge
volg was het zeker, dat wij hem niet hadden
opgemerkt. Dus was het beste wat mij te doen
stODd, zijn aankomst te Irkutsk af te wachten.
Het speet mij geenszins dat ik eenige dagen
vaD mijne vermoeienissen zou kunnen uitrusten;
maar bijna elk uur zond ik ieman om te in-
formeeren of de gevangenen waren aangekomen.
Nog vuriger dan ik er naar verlangd had mijn
einddoel te bereiken, verlaDgde ik nu om mij
weder westwaarts te wenden en de terugreis aan
te nemen.
Ik had sedert ik St. Petersburg verlateu had
geen tijding vaD huis ontvangen. Op mijn weg
huiswaarts hoopte ik dii9 ergens een brief te
vinden.
Nadat ik twee dagen te Irkutsk had doorge
bracht, ontving ik eindelijk het welkom bericht
dat kapitein Varlamoff om vier uur in den na
middag zijn gevangenen in de ostrog gebracht
had. Ik stond van de eettafel op en bega! mij
uitgeoefend wordt roet één schip van niet grooter
inhoud dan 60 M3., geen stoom- of motorboot
zijnde
3o. de bedrijven van vervoer van personen
en goederen, rijpaarden- en ballastondernemin-
gen daaronder begrepen, het laden en lossen,
stapelen, Iwegen, meten en wegbergen van goede
ren, het bergen van schepen en ladingen, het
exploiteeren van droogdokken en het bedienen
van sluizen en beweegbare bruggen
4o. de bedrijven van straat- en gevelreiniging,
van weghalen van a9ch of vuil, van mestberei-
ding. het lompensorteerdersbedrijf, het lantaarn
opstekers-, bet schoorsteenvegers- en brandweer-
bedrijf
5o. het verversbedrijf, het ontginnen van
mijnen en groeven, het delven van ijzererts, grint
of keien, het exploiteeren van abattoirs en het
8lachtersbedrijf, het vischdrogers-, vi3chrookers-
en vischzouterabebri. f en liet gistpakkersbed rijf
6o. het apothekersbedrijf, het bedrijf uitge
oefend in laboratoria, ook ten dienste van het
onderwijs, en verder alle bedrijven, waarin ont
plofbare of vluchtig licht onlbrandbare stoffen,
of wel stoffen, welker dampen met lucht ver
mengd ontplofbare mengsels opleveren,als opge
somd worden in het Koninklijk Besluit van 5
Febr uari 1902 (Stbl .No. 22), vervaardigd, bewaard,
vervoerd of ten behoeve van het bedrijf gewoon
lijk in grooter dnn daat aangegeven hoeveelheid,
gebruikt of verwerkt worden, alsmede de handel
in zoodanige stoffen, als de handelaar ze gewoon
lijk in grooter dau daar aangegeven hoeveelheid
in voorraad heeft.
Bij de bovenvermelde aangifte-formulieren
wordt verstrekt een bijlage, bevattende een meer
uitgewerkte lijst van de verzekeringsplichtige
bedrijven, benevens den tekst der Koninklijke
Besluiten onder I en II No. 6 bedoeld.
Wie in onzekerheid verkeert of zijn bedrijf
verzekeringsplichtig is, wordt in zijn belang aan
gemaand toch de lorinuliercn iu te vullen en
in te leveren, op welke hij de gronden voor zijn
twijfel kun vermelden. Het Bestuur der llijks
verzekeringsbank zendt hem bericht, indieu i9
gebleken, dat het bedrijf indeidaid niet verze
keringsplichtig is. Wie de aangifte van een ver-
zekei ingsplichtig btdiijf verzuimt, is strafbaar
volgens de wet.
Te beginnen met het tijdstip, waarop art. 1 der
Ongevallenwet 1Ü01 zal worden ingevoerd en dus
de verzekering der werklieden tegen bedrijfson
gevallen een aanvang zal nemen, van welk tijd
stip nader aankondiging zal geschieden, zijn de
weikgevcrs verplicht loonlijsten aan te houden
en aangifte te doen van ongevallen,een en ander
volgens nader vast te stellen formulieren.
Amsterdam, 5 April 1902.
Het Bestuur der Rijksverzekeringsbank.
in allerijl naar de gevangenis. Een man in bur-
gerkleeding, die verzocht om tot een Russischen
kapitein, die zooeveu van een langen marsch wa9
aangekomen, te worden toegelaten, scheen iets
al te b 8pottelijks voor do schildwachten 1
Hun ruwe gelaatstrekken zetten zich tot eer.
spotachtigen grijnslach, toen zij Ivan vroegen of
«Vadertje* plots«ling gek geworden was. Het
kostte mij veel overredingskracht en een flink
drinkgeld alvorens mij werd toegestaan het hek
binnen te gaan, en in de tegenwoordigheid van
hunnen kapitein gebracht werd.
Deze was een jong krijgsman, met edel en
krachtig voorkomen, die mij onaangenaam ge
troffen aanstaarde, toen ik hem kwam storen;
want daar ik op aanraden van anderen de Rus
sische kleederdracht had aangenomen, kon hij
aau niets bemerken dat ik geen burger was, wieti
de eerste de beste soldaat mocht uitlachen.
Het was aardig om te zien welke plotselinge
verandering de brief van den Gouverneur van
Tobolsk bij den kapitein teweegbiacht. Hij
stond onmiddellijk op, bood mij niet de grootste
hoffelijkheid een stoel aan. en vroeg mij in liet
Frati'ch of ik die taal machtig was. Ik beant
woordde deze vraag bevestigend, en daar ik zag
dat ik Ivan's diensten kon ontberen, gelastte ik
hem buiten op mij te wachten.
Varlamoff was er niet toe te bewegen over
aangelegenheden ie spreken alvorens er wijn en
sigaren gebracht waren, en daarna verklaarde
hij zich geheel te mijner beschikking.
Ik deelde hem mijn verlangen mede.
«Een bizonder onderhoud te hebben met een
mijner gevangenen? Zeker, deze brief gelast mij
u te gehoorzamen. Maar, welke gevangene
Ik noemde hem den waren naam, doch hij
schudde zijn hooid.
«Ik ken geen hunner bij dien naam. De
meeste namen waaronder de staatkundige gevan
genen bekend staan, zijn valsch. Als zij mij
verlaten, worden zij nommersdus doet hun
naam niets ter zake.»
Ik vroeg of het dan Ceneri kon wezen, doch
hij schudde opnieuw met het hoofd.
«Ik weet ztker dat de man dien ik zoek zich
onder uw geleide bevindt,* zeide ik; doch op
welke wijzen kan ik hem dau vinden
«Kent gij hem van aangezicht?'
«Ja, zeer goed.''
congres over de a.s. socialistische propaganda
in Noord-Brabant.
«Dan zou het goed zijn dat gij mij volgt en
hem onder mijn ongelukkigen tracht te vinden.
Steek eerst een andere cigarette op, gij zult er
behoefte aan hebben.»
Hij ging mij voor en kort daarop stonden wij
voor een zware deur. Op zijn bevel verscheen
een eipier, met een bos reusachtige sleutels ge
wapend. De sloten werden geopend,» de
knarsende grendel» teruggeschoven en de deur
opengeworpen.
«Volg mij,' zei Varlamoff, een langen trek aar.
zijn cigarette doende. Ik gehoorzaamde,gen toen ik
op dari drempel stond, had ik moeite om niet flauw
te vallen. Te oordeelen naar den stank die mij
egenslaeg, koe deze deur even goed de toegang
zijn tot een kelder gevuld met allerlei in ver
binding verkeerende lijken en azen. Terwijl
een dikke zwoele luchtstroom langs u ging, kon
men voelen dat hij doodelijk vergiftigd wus.
Ik hertelde mij zoo goed mogelijk en volgde
mijn geleider in de duistere ruimte, terwijl de
deur achter ons dichtviel. Indien ik in staat
ware om hetgeen ik daar aanschouwde, toen
raijna uogen aan de doffe schemering gewoon
waren, te beschrijven, zoude dit toch geen geloof
vinden. De kerker was ruim, maar naar tiet
uantal gevangeueii had hij minstens drie maal
grooter raoeteu zijn. Hij was opgepropt met
ellendige wezens. Zij stonden, zaten en lagen
op den grond. Mannen van eiken leeftijd, en
naar het scheen van alle nationaliteiten. Men-
8chen op wier gelaat de laagste hartstochten
gegrift stonden, zaten in dichte troepen bijeen
getiurkt, en velen waren aan het twisten, vloeken
en verwenschen. Door nieuwsgierigheid gedreven,
naderden zij ons zoo ver zij durfden, terwijl
«ij ons in hunne vreemden tongvallen beschimp
ten en bespotten. Ik bevond mij in een hel,
een hel door menschen voor huune mede-men-
schen geschapen.
De eenige zaak waaraan ik denken kon was
Waarom snellen deze wezens niet naar buiten,
overmeesteren de bewakers en ontvluchten uit
dezen poel van moorddadige ellende? Ik richtte
werkelijk deze vraag tot Varlamoff.
„Zoolang zij op marsch zijn, trachten zij nim
mer te ontsnappen.» zeide hij «dat is een punt
var. eer onder hen. indien er een ontvlucht,
worden de overigen met meer gestrengheid be
handeld.'
«Loopen er nooit eenigen weg?'
„Jawel; velen ondernemen dit als zij naar de
mijnen gebracht worden. Maar het doet hun
geen goed. Zij zijn genoodzaakt op hunnen tocht
de steden aan te doen, anders zouden zij verhon
geren. Zoodoende worden zij altijd gevat en
weder teruggezonden.'
Ik wierp een onderzoekenden blik op alle ge
zichten in het rond, om den eenen dien ik zocht,
uit te viuden. Er wer len op fluisterenden toon
allerlei op- en aanmerkingen gemaakt, doch de
tegenwoordigheid van Varlamoff beschutte mij
tegen beleedigingen. Nadat ik verscheiden groe
pen zonder het gewenschte gevolg onderzocht
had, waagde ik het een rondte door de gevan
genis te maken.
Langs den met allerlei oibeschrijfelijk vuil
bedekten muur liep een soort verhevenheid,
waarop ma nen in allerlei houdingen lagen uit
gestrekt. Daar dit nog de gemakkelijkste zit
plaats was, zaten er overal ineengedoken gestal
ten op elkander gedrongen. Iu den hoek zag ik
een man achterovergeleund zitten, die geheel
uitgeput scheen te zijn. Zijn hoofd was op de
borst gezonken en zijne oogett waren gesloten.
Er was iet» in ztjn voorkomen dat mij op bi-
zondere wijze trof. Ik naderde hem en waagde
het mijn hand op zijn schouders te leggen. Hij
opende zijne vermoeide oogen en hief zijn droevig
gelaat omhoog Het was Manuel Ceneri.
HOOFDSTUK XIII.
De nuain van den Man.
Hij beschouwde mij met een uitdrukking in
zijn oogen, die plotseling van wanhoop in ver
bazing verkeerde. Hij scheen niet zeker te zijn
of hij een geest of een mensch voor z ch had.
Hij rees als verbijsterd overeind en plaatste zich
vlak voor mij, terwijl zijn ellendige medegevan
genen zich nieuwsgierig om ons heen verdron-
gen.
«Mr. Vaughanl Hierl In Siberië!» riep hij al9
iemand die ziju eigen oogen niet gelooft.
«Ik ben van Engeland gekomen om u te» zie
Dit is de gevangene dien ik zoek» zeide il
mij tot den officier wendende, die uit alle mach.
naast mij stond te dumpen.
„Het verheugt mij dat gij hen gevonden hebt.'
sprak bij beleefd: „hoe eerder wij nu hierui
gaan hoe beter, want de lucht is hoogst gevaar
lijk.»
Ik keek met verbazing naar den vloeiend
Fransch sprekenden kapitein, tot welke gemoed
stemming iemand in staat moest zijn om daart-
staan tc midden zijner natuurgenooten en onb<
wogen dusdanige ellende te aanschouwen en
zelfs daarbij kon denken dat hij zijn plicht ver
vulde. Misschien deed hij dit. Het kon mogelij!
zijn dat de misdaden d«r gevangeneu geen mede
lijden verdienden. Maar. o 1 daar zoo kalm t<
staan te midden dezer tot dioren verlaagde
schepsels! Het troge slecht lijken, maar mij dunk',
dat de bewaarder een r.Og meer versteend lrau
moet hebben dan zijne gevangenen I
„Mag ik alleen met hem spreken?» vroeg ik.
„Zeker daartoe zijt gij gevolmachtigd. Ik ber
soldaat maar in deze gelegenheid sta ik onder
uwe bevelen.»
„Mag ik hern met mij naar de herberg nemen
„Dat geloof ik niet. Ik zal hier wel een kamer
voor u vinden. Volg mij, als 't u belieft. Brrrl
dut trischt op.'
Wij 9tonden nu buiten de deur der gevangenis
en ademden weder Irissche lucht in. De kap tein
geleidde mij naar een soort kantoor; wel onzin
delijk en schaarsch gemeubeld, maar een Paradijs
in vergelijking bij het toonecl dat wij zooeven
verlateu hadden.
„Wacht hier; ik zal den gevange tot u zenden.'
Toen hij op het punt stond mij te verlaten,
dacht ik aan het ellendig uiterlijk van Ceneri.
Al ware hij ook de grootste boosdoener ter
wereld, kon ik toch den wensch niet onder
drukken om iets, hoe weinig dan ook, ten zijnen
gunste te doen.
„Mug ik hem cenig voedsel en drinken geven
vroeg ik.
De kapitein trok de schouders op en lachte
goedhartig.
(Wordt vervolgd.)