Pïummer 33.
Donderdag 24 April 1902.
25e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
NEDERLAND EN DUITS»
ONTWAAKT
Oe Zuid-Affikaansche Oorlog.
KTOON TIELEN,
Uitgevek:
Bekendmaking.
1A1) TJSTR JËELEN.
FEUILLETON.
Hugh Conway.
Kalk en Kali.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5.
Franco per post door het geheele rijk i 0.90.
Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
AdvertentiËN 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groots
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden '/maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel,
De Kamer van Koophandel en fabrieken
te Waalwijk houdt zich onledig met het
opmaken van liet verslag over 19U1.
fleeien Industriëelcn worden verzocht
hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig
mogelijk aan den voorzitter in te zenden.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voornoemd.
Veel is en wordt er geschreven en
gesproken over een tolverbond tusschen
Duitschland en Nederland. Wij blijven van
meening met de meesten in ons vaderland,
dat het beter is, oneindig veel beter, voor-
ramelijk met het oog op onze zoo
dierbare zelfstandigheid, den toestand niet
te wijzigen, geen aansluiting b'j Duitschland
te zoeken.
Thans wederom heeft zekeren prof. Anton
te Jena, eene rede over bovengenoemd on
derwerp gehouden, die 't valt niet te ont
kennen uitmunt door welwillendheid en
degelijkheid. Hij somt achtereenvolgens de
voordeelen op die beide lauden bij zulk een
verbond zouden hebben en velen zijn er bij
die in t geheel niet denkbeeldig zijn.
Vooral vestigt hij 't oog op de ontwikkeling
van onzen handel en industrie, ruimere
ontginniug der schatten, welke onze over-
zeesche bezittingen bergen. Zeer zeker,
zoo gaat het Centrum verder, in een 2 de
artikel over dit onderwerp, ondervinden
wij van den protectionistischen muur,
door onzen machtigen buur ook tegen
bus opgetrokker, veel nadeel, terwijl het
uit het Eugelsch
geen betoog behoeft, dat evenals onze ban
del eu industrie, ook onze landbouw en
veeteelt bij zulk een verbond zoudeu kunnen
winnen.
Waar men dus uitsluitend let op de
stoffelijke belangen zou er iuderdaad voor
een tolunie, als de heer Anto n wenscht,
iets te zeggen zijn, ofschoon ook te dien
opzichte Duitschland begrijpelijkerwijze niet
geheel wenscht te geven, maar ook wil ont
vangen. Dit wordt dan ook door den Je-
naschen hoogleeraar niet verheeld. Waar
een overeenkomst wordt aangegaan, geldt
het do ut des, heeft als 't ware een ruiling
plaats. En nu is geen Duitscber als patriot
zóó onbaatzuchtig, ook prof. A uton niet,
dat hij, louter uit naasteidiefde of buren-
vriendschap, de grenzen van zijn rijk voor
ons zou willen openstellen en onzo nationale
welvaart verhoogeu. Dv> heer Anton
verlangt wel, dat onze industrie zich ont -
wikkele, maar dan moet Duitschland
daar ook van kunnen profiteeren dan
moeten wij de zonen van het „grosse Va-
terland" overal met open aruien ontvangen;
dan moet met name aan die zonen een veel
ruimere plaats in onze koloniën worden in
geruimd.
„Thans reeds', zegt de heer Anton,
„zijn wij van alle vreemde natiën het
sterkst in (Nederlandsch) Oost—Indië ver
tegenwoordigd maar wij telle i daar toch
nog slechts 1200 koppen tegen 60,000
Nederlanders van Europeesche en Indische
afkomst op een gebied, dat vier malen zoo
groot is als ons vaderland*.
Een machtige uitbreiding van het Duit-
sche element in ons land en in de koloniën
is tastbaar een der voornaamste bedoelingen
van mannen, als deze Jenasche hoogleeraar.
Zij moeten de leemten, die door ons geiing
bevolkingscijfer worden opengelaten, aan
vullen. Zij moeten volop in de gelegenheid
worden gesteld, naast en met ons te werken
op onzen eigen bodem, en daarbij schijnt
men tevens te moeten denken aan „mili-
tarischen Schutz", gewapende bescherming
onzer weelderige bezittingen door bet
Duitscbe Rijk.
Men behoeft niet te vragen, wat er in
dat geval op den langen duur (misschien
zou die duur niet eens zoo heel lang be
hoeven te zijn) van onze nationaliteit, van
onze zelfstandigheid als volk komen zou.
De heer prof. Anton moge nog zoo
positief verzekeren, dat zijn regeering er
niet aan denken kan, Holland in te lijven
en zich onze koloniën toe te eigenen, wan
neer ons vaderland en onze bezittingen
„verduitscht" worden, zijn de gevolgen ge
makkelijk te voorzien. Meer en meer zullen
wij dan in de „sfeer* van den machtigen
nabuur worden getrokken en in een toe
stand van afhankelijkheid g,raken.
Klein als wij zijn, zullen wij de voogdij
van liet zooveel grootere rijk niet kannen
ontgaan en ten slotte leven ouder een soort
protectoraat, waarbij onze vrijheid van be
weging ondergeschikt wordt gemaakt aan
de Duitscbe belangen.
En al mogen onze industrie en onze
handel dan tcenemen en een veel ruimer
afzetgebied vinden, de prijs, dien wij daar
voor Zullen hebben te betalen, is veel te
hoog. Immers, het gaat hier om niets
minder, dan om onze zelfstandigheid als
natie. Na het vestigen der tol-unie, zal
de gedachte rijzen aan een ander bondge
nootschap, een unie in politieleen zin met
al zijne consequenties. De heer Anto n
stelt dit vooruitzicht zelf in 't verschiet
waar hij aan het slot zijner voordracht het
volgende zegt
„Al schijnt, na de reeds vermelde over
wegingen en met het oog op de gezindheid
in de Nederlanden de quacstie van hun toe
treden tot de tol-unie voorloopig nog een
academische qumstie te zijn, zoo neemt dit
toch niet weg, dat onvoorziene gebeurtenissen
ze tot een politieke vraag van den dag kun
nen maken en gewichtige redenen kunnen
onslaan, welke dan tot het sluiten van het
verbond voeren. Men behoeft geen profeet
te zijn, om het teeken der toekomst in een
economischen strijd te zien, welke zijn we
dergade nog niet heeft gekend, een strijd,
welken de Amerikanen met hun kolossale
macht van kapitaal tegen het oude Europa
zullen voeren. Daardoor zal dan aan de
oude gedachte om tegenover de Verecuigde
Staten v. Noord-Amenka de vereenigde Staten
van Europa te plaatsen, nieuw leven worden
ingeblazen."
Het deukbceld van een bondgenootschap
der vereenigde Staten van Europa tegen die
van Amerika is inderdaad nog zoo slecht
niet. Maar dat daarvoor een zoo nauwe
verbinding tusschen Nederland en Duitsch
land, als in deze rede wordt bepleit, zou
moeten vooraf gaan, blijkt nergens uit.
Wij meenen dan ook, dat deze beide zaken
afzonderlijk en afgescheiden van elkander
moeten worden beoordeeld en dat Nederland
er niet aan denken kan een unie met Duitscb
land te sluiten, welke ons land tot een soort
vazalstaat van het Duitscbe rijk zou maken
en betrekken in al het wel en... wee van
deze groote mogendheid.
Wij hebben bij dit vraagstuk trouwens
niet enkel der. blik gevestigd te houden op
stoffelijke belangen. Er zijn ook geestelijke
belangen, de belangen van onzen volksaard,
van ons eigen Hollaudscb karakter, van onze
taal, onze litteratuur, onze zeden en gewoon
ten, en, last not least, onze burgerlijke vrij
heden, die wij niet gaarne zouden ruilen
tegen het Pruisisch militaire dwangsysteem,
dat in Germanje overheerschend geworden is.
Ook prof. Anton heeft hiervoor de oogen
niet gesloten. „Maar", zegt hij, ude tol-
unie zou niet het graf van deze vrijheden
worden en nimmer inbreuk maken op de
vrije beslissing van 't Hollandsche volk in
zijn eigen aangelegenheden." En dan volgt
een zeer merkwaardige zin. „De Hollanders-
aldus de hoogleeaar „zouden nog
onafhankelijker zijn, den thans bijv. Beieren
en Saksen in het rijksverbond, en het goede
voorbeeld, dat zij (de Hollanders) met hun
zooveel geringen politie- en bureaucratie
maatregelen in menig opzicht ons geven,
zou, naar ik hoop, ten slotte ook op onze
igen biuneulandsohe verhoudingen van in
vloed zijn en ons tot grootere vrijheid
brengen, dan wij tegenwoordig genieten."
Nederland zou dus nog onafhankelijker
zijn dan Beieren en Saksen
Teekenend inderdaad, en waarschuwend
voor hen, die ten onzent bij tijd en wijle,
systematisch zei; s, propaganda maken voor
een nauwe aansluiting bij het Duitscbe rijk
en op wier getuigenis dc beer Anton zich
met welgevallen beroept.
De Jenasche hoogleernar wij hebben
het erkend slaat een kalmen, bezadigden
toou aan. Hij is niet „schoff", hij dreigt
niet, hij erkent de tekortkomingen zijner
landg'nooten, hij geeft blijk van sympathie
voor het kleine volk der Nederlanden. Maar
just daarom heeft het des te meer beteekenis,
dat ook deze spreker zeer duidelijk laat
doorschemeren, waarop een tol-ui.ie tusschen
beiden landen zou neerkonen nl. op een
overstrooming "fan Nederland en zij koloniën
door de blonde zonen van Germanje en op
de vervanging van onze onafhankelijke
positie in Europa door een toestand, die
slechts weinig verschillen zou van den rang
van Beieren en Saksen 1
Er wordt tegenwoordig veel kalk gebruikt,
in den vorm van schuimaarde, van mergel
van gewone landbouwkalk. En dat is goed,
want het is de kalk, die do omzetting van
de minerale bestanddeelen van den bodera
bevorderthet is door de kalk, dat men den
bodem dwingen kan zijn hoogste opbrengsten
te leveren.
Het is vooral op de kaliverbindingen, dat
de kalk een belangrijken invloed uitoefent.
Door de kalk worden deze in oplosbaren
vorm omgezet. Wanneer een bodem kaliarm
is, en men gebruikt b.v. schuimaarde, dan
zal men aanvankelijk groote opbrengsten heb
ben, maar plotseling zal dat ophouden en
wanneer men geen kali op den grond brengt,
zullen de opbrengsten in 't vervolg zeer ge
ring zijn. Wanneer men kalk op den bo
dem brengt, bedenke men, dat deze kalk
niet in de eerste plaats een meststof is in
den gewonen zin. De voedende waarde van
kalk is van ondergeschikt belang, daai de
kalk die noodig is voor de voeding der ge
wassen bf reeds genoegzaam in den grond
aan is, bf toevallig verhouden met andere
meststoffen toch reeds voldoende in komt.
Maar het is d« ontledeude, oplossende,
kracht van de kalk, die haar noodig maakt.
Nu is het echter duidelijk, dat daar, waar
door de kalk groote boevelhedcn voeding
stoffen, in de eerste plaats kali aan den
bodem onttrokken worden, deze ook weer
moeten worden aangevuld. Het is dus noodig,
dat de landbouwer, die kalk gebruikt, ook
kali moet geven. Waar tegenwoordig op
sommige landerijen zooveel schuimaarde ge
bruikt woidt, zal het dus een gebiedende
eisch zijn tevens kanïuïet, choorkali cf een
ander kalizout naast de gewone meststoffen
aan den bodem te geven.
De Echo van hei Zuiden,
Walwljksrkt en Laagstrailsthe Courant,
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
miken bekend, dat bij hen is ingekomen een
rerzoek van P. van Huiten aldaar om vergun
ning tot verkoop van sterken drank in 't kleiu
in het perceel staande te Waalwijk aan de
Grootestraat wijk B. No. 331.
Waalwijk, 21 April 1902.
Burgemeester en Wethouders voorn.
K. DE VAN DER SCHOEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN L1EMPT.
door
24.)
Al zou hij den moord ook niet gelast of be
raamd hebben, was hij er bij tegenwoordig ge
weest en tot voor korten tijd geleden, op vriend-
sehappelijken voet gebleven met den man, die
de daad bedreven had. Ik kon mij het medelijden
niet verklaren dat ik gevoelde voor den ellendeling
die daar voor mij zat. Mijn onbeschrijfelijke
verontwaardiging belette mij niet, om hem naar
de reden voor deze wreedheid te vragen maar
nu of nooit, moest ik mij elke opheldering om
trent deze zaak verschaffen.
Doch de vraag die mij op de lippen zweefde
werd mij bespaard. De balling hief zijn hoótd
op en keek mij met akelige oogen aan.
,Gij deinst voor mij terug. Geen wonder I toch
ben ik niet zoo schuldig als gij denkt.'
«Deel mij eerst alles mede; de verontschuldi
gingen kunnen later komen, tenminste: wanneer
die ooit voor zulk een misdaad kunen gevonden
worden.'
.Voor den moordenaar bestaan er geen. Wat
mij eenter betreft: God weet dat ik den jongeling
gaarne het leven had lateu behouden. Wel ver
zaakte en vergat hij zijn vaderland doch dit
vergaf ik hem."
rZijn vaderland Dat van zijn vader was
Engeland 1'
.Dat zijner moeder was Italië/ antwoordde
Ceneri toornig: »hij bad ons bloed in zijn
aderen. Zijn moeder was een trouwe Italiaansche.
Zij zou fortuin, leven, ja zelfs hare eer voor
Italië gegeven hebben."
«Dat doet niets terzake. Verhaal mij de gansche
geschiedenis.'
Hij voldeed hieraan. Om rechtvaardig te zijn
jegens een gestraft man, zal ik haar niet in zijn
eigen woorden weergeven. Ja, hij was misdadig
geweest, doch niet zóó uiter9t verdorven als ik
mij hem had voorgesteld Zijn grootste fout was,
dat in zake von .vrijheid" alle middelen geoor
loofd, alle misdrnven vergefelijk waren. VVij
Nederlanders behoeven slechts aan onzen tachtig
jarigen strijd om onafhankelijkheid tegen Spanje
tc denken, om te begrijpen wat vaderlandsliefde
in den geest van Ceneri, boteekent.
Hij en zijne zuster waren de kinderen van
achtenswaardige lieden uit de midden klasse,
niet van adel, zooala Ceneri mij verzekerde. Hij
had een degelijke opvoeding genoten en koos
het beroep van geneesheer. Zijne zuster, van wie
Pauline naar grooc fortuin erfde, leetde als een
gewoon Italiaansch meisje, zelfs nog naargees-
tiger dan anderen,|doordien zij naar het voorbeeld
van haren broeder standvastig weigerde om aan
eenige uitspanning deel te nemen, zoolang de
,wit-rokken' (Oostenrijkers) in het land waren.
Ongetwijfeld zou zij in dezen rouw over haar
vaderland volhard hebben, indien de liefde niet
in het spel ware gekomen. Een Engelschman,
met name March, zag het scboone Italiaansche
meisje won haar hart, huwde, haar en voerde
haar in triomf naar zijn geboorteland. Ceneri
vergaf zijne zuster haren afval nimmer geheel
en al, maar, de vooruitzichten die door dit hu
welijk voor zijn zuster geopend werden, waren
zóó gunstig, dat hij zich er Diet met kracht
tegen verzette. March was zeer rijk.
Hij was de eenige zoon van een rijken reedcr,
waaruit zich het feit verklaart, dat PauÜDe, voor
zoover Ceneri wist, geen familie-betrekkingen
van vaders zijde bezat. Gedurende verscheidene
jaren leefde de jonge 'chtgenoot volmaakt ge
lukkig met zijn schoone vrouw. Twee kinderen,
een zoon en een dochter werden uit hun echt
geboren. Toen de zoon twaalf en de dochter
tien jaar oud waren,stierf de vader. De weduwe,
die slechts weinig vriendschap in Engeland ge
sloten had en dat land slechts ter wille van
haren echtgenoot had lief gekregen, keerde
terstond naar haar geboortegrond terug. Zij werd
met vreugde door de oude vrienden ontvangen
en als fabelachtig rijk beschouwd. Hsar echt
genoot had haar tot zijn volstrekte en éénige
erfgename benoemd.
In het bezit van zulk een fortuin, waarover
zij de volledigste beschikking had, werd Mrs.
March door elkeen geëerd eu met de meeste
voorkomendheid behandeld.
Zij had, tot zij haren toekomstigen echtgenoot
leeide kennen, haren broeder boven alles ter
wereld bemind. Zij bezat zijn patriotisme, sym
pathiseerde met zijne plannen, en luisterde gretig
naar de samenzweringen die hij steeds met haar
besprak. Hij was eenige jaren ouder dan zij en
op het tijdstip van haren terugkeer naar Italië,
zag zij hem als een oogenschijnlijk rustig, zwaar-
arbeidend en slecht-beloond geneesheer weder.
Eerst toen hij er zeker van wa9, dat haar
hart haar vaderiand niet verloochend had, liet
Ceneri haar merken, dat onder zijn prozaiech
uiterlijk een der meest toegewijde en krachtige
geesten schuilde van alleD, die zich voor de be
vrijding van Italië wilde opofferen. Eu zij be
wonderde, ja vergoodde hem deswegen. Ook zij
was bereid om alles op het altaar des vaderlands
ten offer te brengen.
Wat zij verricht zoude hebben indien men het
van haar hadde geëischt, is onmogelijk te zeggen,
maar het lijdt geen twijfel of zij zou haar eigen
fortuin en die barer kinderen, vrijwillig voor
de goede zaak hebben afgestaan. Doch, daar zij
stierf lang vóór dat de vrucht tot rijpheid was
gekomen, stelde zij een zóó onbegrensd vertrou
wen in haren broeder, dat al wat zij bezat aan
hem als eenige voogd barer kinderen werd toe
vertrouwd. In hare laatste oogenblikken moest
hij haar echter beloven, dat zoowel de knaap als
het meisje hunne opvoeding in Engeland zouden
ontvangen. Na haren dood bleven de weezen
dus geheel aan de zorg van den voogd overge—
laten.
Hij gehoorzaamde haren laatsten wil. Anthoay en
Pauline werden naar Engelsche scholen gezonden
maar, daar zij geene vrienden in hot geboorte
land huns vaders bezaten, brachten zij de vacan-
ties in Italië door. Daardoor groeiden zij zoowel
als Engelschen en als Italianen op. Ceneri be
heerde bun vermogen met de meeste zorg en
nauwgezetheid.
Ik twijfel in dit opzicht geen oogenblik aan
zijne eerlijkheid.
Maar toen brak het zoo lang gehoopte oogen
blik aan. De groote slag moest gewaagd wordeD.
Ceneri, die zich tot nu toe buiten alle oube—
TCS«®<W'-
Zijn de zoogenaamde vredesonderhande
lingen in Zuid-Afrika met het vertrek dei
Boerenautoriteiten uit Pretoria afgebroken,
ja of ueeu
Dat is de vraag, waarmee allen, die be
lang stellen in den Zuidafrikaanschen oor
log, zich voor het oogenblik bezighouden
en die voorhands wel niet positief beant
woord zal kunnen worden.
In Boerenkringen in Europa ijvert men
er voor te doen gelooven, dat de onder-
duidende samenzweringen gehouden had, ge
voelde nu of nooit al wat in zijn vermogen wai
voor zijn vaderland moeten doen. Hij wist dat
Garibaldi bestemd was voor zijn vaderland te
moeten, doen. De eerste rasiche schrede was gedaan
en met succes bekroond. Het oogenblik en de
aanvoerder waien goed gekozen. Bij duizenden
stroomden de vrijwilligers naar het tooueel des
oorloge maar de algemeene kreet was«Geld,
geld, geld 1
Geld voor wapens en ammunitie, gela voor
oorlogsmateriaal, voeding en kleeding, geld
voor omkooping, kortom: geld voor alles 1
Zij die de zenuwen van den krijg in werking
hielden, zouden de ware bevrijders van hun
vaderland zijn 1
Waarom zou hij aarzelen? Indien zijne zuster
leefde, zou zij met vreugde hl wat zij bezat,
zelfs haar leven gegeven hebben Waren hare
kinderen niet ook Italianen? Vrijheid lachto om
een nietigheid als misbruik van vertrouwen I
Op eenige duizenden ponden na offerde hij
het geheele vermogen der kinderen. Waar slechts
geldgebick heerschte, werden duizendon ver
schaft.
Later werden hem eeretitcls en aanzienlijke
staatsbetrekkingen aangeboden voor deze groote
hoewel geheime diensten. Het geeft mij eet
beteren dunk van den rnaa, dat hij zich zeiven
niet beroofd had. Doch hoe dit zijhij bleef
de arme doctor Ceneri ei brak met zijne oude
aanvoerders en vrienden, toen hij zag dut Italië
een Koninkrijken geen Republiek mocht
wezen.
Zooals ik zeide, had hij eenige duizenden
ponden overgehouden. De knaap eu het meisje
groeiden op en hun oom bedacht dat zijn pa—
triotisme hem veroorloofde genoeg achter :e
houden teneinde hunne opvoeding te voltooien
en in hun onderhoud te voorzien. Pauline be
loofde zulk een schoonheid te zullen worden,
dat hij zich om hare toekomst geenszins bezorgd
maakte. Wat haar betrof, zou eon rijk echtge
noot alles weder terecht brengen. -Maar met
Arthony, die een wild, stijfhoofdig jongeling
was, was het een geheel ander geval.
Ceneri had besloten om, zoodra de kr.aap den
mannelijken leeftijd zoude bereiken, hem zijn
misbruik van vertrouwen te bekennen hem te
openbaren waartoe het geld gebezigd was ge-
worden, zijne vergiffenis af te smeeken en
zoo noodig de straf voor zijn fraudeleuse daa.l
te ondergaan. Doch zoo lang er nog eeuig geld
disponibel wa9, stelde hij zijn voornemen uit
Hoewel de jongeling geen sympathie gevoeld.-
voor de hervormingsplannen en het jagen naar
vrijheid van zijnen oom, gelooide hij toch ten
volle aan zijne eerlijkheid zich overtuigd hou
dende dat hem als hij den bepaaldeu leeftijd
zouden bereiken, een schitterend vermogen ter
deel vallen. Daarom verspilde hij zeer veel geld,
tot Ceneri eindelijk inzag, dat de beschikbare
fondsen niet langer toereikend waren.
Zuo lang hij nog geld in handen had om aan
Anthony's aanvragen te voldoen, verschoof hij
den ongeluksdag zijner bekentenis. Het idée. dai
Mocari met mijne guedewerking wilde trachten
ten uitvoer te brenger., om namelijk een beroep
te doen op de Italiaansche regeering om terug-
§ave van een deel der verschafte bijdragen, wa.«
oor hem ontworpen maar om het ten uitvoer
te brengen was het onvermijdelijk om zijn neet
van het gebeurde in kennis te stellen, omdat hot
beroep uit diens naam moest geschieden.
Hoe meer de lang gevreesde dag naderde, des
te meer deinsde hij er voor terug. Hij had An
thony's karakter bestudeerd cn hield zich over
tuigd dut, wanneer hij de waarheid zoude
kenner, zijn eenige wensch zoude zijn, om zich
op den oneerlijken voogd (e wreken. Ceneri zag
niets in het verschiet dau de straffende hand der
Justitie. t
Het schijnt mij toe, dat hij tot op dit oogenblik
geen misdaad bedreven had, die niet op rekening
van zijne vaderlandsliefde kon worden gesteld;
doch thans kreeg het verlangen om'zich voor straf
te vrijwaren de overhand op hem en besloot hij
de gevolgen zijner daad te ontwijken.
Hij had nimmer groote genegenheid voor de
beide kinderen gekoesterd. En ongetwijfeld
waren zij hem in den laatsten tijd voorgekomen
als onschuldig mishandelde wezens, die hem op
zekeren dag rekenschap zouden vragen. Hij ver
achtte Anthony wegens zijn vroolijk zorgeloo»
leven een leven zonder doel of eerzucht,
en vergeleek dit met het zijne.
(Wordt vervolgd.)