Nummer 34.
Zondag 27 April 1902. 25e Jaargang.
9
Tweede Blad.
ONTWAAKT
M
Be Zuid-Afrikaansche Ootlog,
"binnenland!
FEUILLETON.
Hugh Conway.
JAARMARKTteWaalwijk op
Donderdag 1 Mei a. s.
Benoeming.
Naar wij uit goede bron vernemen, zal
in plaats van deu ZeerEerw. lieer Kuijpers
geen nieuwe kapelaan worden hecoemd,
maar zal deze vacature worden aangevuld
door eeu rector bij de Eerw. Zusters.
Kamer van Koophandel.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Waalwijk ontving v/d Maatschappij tot
Exploitatie, van Staatspoorwegen de navol
gende mededeeling:
Utrecht, 22 April 1902.
Antwoord op schrijven
van 13 Februari 1902.
No. 654.
Eeu statistiek van de sterfgevallen in de
Zuidafrikaansche concentratiekampen is te
Londen als staatssuk verschenen er blijkt
een vermindering van het getal sterfgevallen,
uit. In October was het cijfer 394 per duizend
in Januari reeds 169 en in Februari 64. Dit
cijfer is voor Maart alweer gedaald tot 43
per duizend. Het statistisch overzicht leert
ods
Maart.
Blanke bevolking.
Mannen Vrouwen Kinderen totaal
Natal 3,010 8,400 9,311 20,721
Kaapkolonie 22 59 195 275
Vrijstaat 6,528 14,946 16,467 37,941
Transvaal 10,662 19,546 22,363 52,571
Totaal "20,221 42,951 48,336 111,508
Dooden.
Mannen Vrouwen Kinderen Totaal
Natal 7 12 49 6&
Kaapkolonie
Vrijstaat 23 60 96 179
Transvaal 24 33 95 155
Totaal 54 108 240 402
De sterfgevallen in Maart, gevoegd bij die
sedert begin is gemaakt met de statistieken
brengeu het totaal op 20.200, waarvan on
geveer driekwart kinderen waren.
uit het Engelsch
ONDERWERP: Zomerdienst 1902.
Onder terugzending van de bijlage, ons
bij nevenaangehaald schrijven ter inzage
gezonden, hebben wij de eer mede te dee-
len, dat overeenkomstig Uw verlangen trein
320 's-HertogenboschLage-Zwaluwe van
af 1 Mei als proef vervroegd en op laatst
genoemd station in aansluiting gebracht zal
worden op trein 352 naar Rotterdam (aan
komst Rt. D. P. 7.44 vm.), doch dat tot
ous leedwezen niet voldaan kan worden aau
het verzoek om te 's-Hertogenbosch aan
sluiting tot stand te brengen van de rich
ting Lage-Zwaluwe op trein 330 naar Utrecht
en van trein 203 uit richting Utrecht naar
de richting Lage-Zwaluwe.
[get) De Directeur Generaal,
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te
WAALWIJK.
Onze nieuwe parochie.
Gisteren brachten wij znderraaal een be
zoek aan de St. Antoniuskerk. Onze indruk
was, dat veel, zeer veel zelfs, nog gedaan
moet worden, zal de tempel a. s. Maandag
en Dinsdag behoorlijk in orde zijn. Er
wordt dan ook met koortsachtigen ijver tot
zeer laat in den avond voortgewerkt en
opdat de werklieden in hun arbeid niet ge
stoord worden, heeft men de deuren gesloten
om de talrijke belangstellende of nieuws
gierige bezoekers te weren. Nochtans was
het ons vergund binnen te gaan.
Het hoofdaltaar, naar men zegt een ge
schenk van een onzer voornaamste burgers,
is nu zoo goed als gereed. Het is een waar
prachtstuk. Opgetrokken in Franschen
steen, z. g. pierre punaire, is in ver
scheidene vakken gedeeld en wordt het ge
schraagd door een aantal groen marmeren
kolommen. De beide gebeitelde hoofdgroepen
stellen voor Het Offer van Melchisedech en
dat van Abraham en Isaac. Verder ziet men
op verschillende punten prachtige beelden.
De deur van het tabernakel is van geel
koper en zeer kunstig bewerkt. Wij zijn
overtuigd, dat het, geheel gereed zijnde, op
ieder eeu diepen indruk zal maken.
De Communiebank, het geschenk dei
parochianen is niet minder een prachtstuk.
Het is eveneens van Franschen steen en
verdeeld in drie groote en vier kleine vakken.
I11 de drie groote zien wij gebeeldhouwde
groepen voorstellende Jezus en de Sama-
ritaansche Vrouw, Mozes het water slaande
uit de steenrots en de Discipelen van Em-
maus. De kleinere vakken stellen voor de
Pelikaan, die zijn jongen laaft met harte-
bloed, de korenaar, it jour bewerkt, de
druif en het Lam Gods, alzoo voorstellingen,
die betrekking hebben of duiden op het
H. Sacrament des altaars. Tusschen genoemde
vakkeu ziet men ook kolommen v.- n groen
en kostbaar zwart marmer. Op de communie
bank liggen wit marmeren platen, terwijl
de knielbank van zwart gepolijst graniet is.
Aan het kleine altaar moest nog zooveel
geschieden, dat het on mogelij u was om
er nu reeds een beschrijving van te geven.
De kerkbanken zijn solied, net en zeer
gemakkelijk ingericht. In de middelgang
staan er negen aan iederen kant, plaats
biedende voor 5 personen naar wij meenen.
In elk der beide zijbeuken of zijgangen
staan er eveneens negen. Deze zijn kleiner
en ingericht voor 3 personen. Achter deze
banken, komen die zoogenaamde „roesljes*
en „gemeeue bankeu*, terwijl voor de banken
van den middelgang nog een aantal losse,
sierlijke klepstoelen geplaatst zijn.
Een derde altaar alsmede de predikstoel
zullen later aangebracht worden.
liet zangkoor is zeer ruim. In de eerste
tijden zal de zang op een harmonium bege
leid worden.
Zoo ziet de kek in hoofdzaak er thans
van binnen uit. Wij twijfelen niet, of zij
zal a. s. Maandag en Dinsdag, wanneer
er nog versieringen zullen aangebracht zijn,
een ieder ten zeerste meevallen.
A.s. Maandag en Dinsdag dan zijn
de feestdagen aangebroken. Wat er zoo al
zal geschieden, hebben wij in een vorig
nummer reeds vermeld. Thans is men druk
bezig versieringen r.an te brengen.
Wij wenschen verder de inwoners der
nieuwe parochie en geheel Waalwijk, een
aangenaam feest en geven in overweging
dat men van zijne ingenomenheid doe blij
ken door 't algemeen uitsteken der vlaggen,
dat zet aan alle feestelijkheden zoo'n schoon
effect bij.
Tram zaak.
In aansluiting met het telegram in ons
vorig nummer geven we hier eenigzins breed
voeriger het 11. Woensdag voor den rand
van State behandelde
In behandeliug kwamen de beroepen
Ingesteld door burgermeester en wethouders
door den gemeenteraad en door inwoners van
Waalwijk, tegen het beslnit van Gedeputeerde
Staten van Noordbrabant d.d. 5 Juui 1901,
waarbij in hooger beroep aan de naamlooze
vennootschapvicinaux Hollandais vergunning
I11 het voor deze zaak door den staatsraad
mr. Moltzer uitgebrachte verslag, werd he
rinnerd, dat B. en W. van Waalwijk, op
de tot hen gerichte aanvrage om vergunning
voor den traraaanleg, zich onbevoegd hebben
verklaard om op dat verzoek te beschikken,
op grond dat het had moeten gericht zijn
niet tot B. en W. maar'tot den gemeenteraad
en voorts, dat Gedeputeerde Staten over de
thans ingestelde beroepen gehoord, hadden
te kennen gegeven, dat het door B. en \V.
aangevoerde bezwaar, omtrent hunne bevoegd
heid ten deze, niet ter zake afdoet, maar
dat de vraag dient gesteld te worden of de
trambaan kan vrorden aangelegd zonder ver
guning van B. en W,, welke vraag h. i.
ontkennend moet werden beantwoord.
Mr. P. H. Loeif, advocaat te 's-Hertogenbosch,
optredende als gemachtigde, van B. en W.
van Waalwijk en van belanghebbende inwoners
jetoogde in de eerste plaats dat B en W.
zich ten deze op een juist standpunt hebben
geplaatst. Spreker beriep zich daarbij op
verschillende stukken iu deze zaak, waaruit
blijkt, dat ook in andere gemeenten in Noord-
Brabant met betrukki ng tot den onderhavige
tramaanleg de vergunning werd gevraagde
aan het gemeentebestuur en niet aan B. en
W., en dit wel op grond van een artikel van
iet ten deze betrekkelijke politie-reglemeut,
welk artikel nu wel sedert is gewijzigd,
maar door welke wijziging geen verandering
gebracht is in het vereischte dat de gemeente
raad ten deze de vergunniug moet verleenen,
gelijk sp. betoogde.
Voorts ontwikkelde pleiter de bezwaren
welke bij den gemeenteraad en ook bij vele
ingezetenen van Waalwijk bestaan niet tegen
den tramaanleg in 't algemeen belang maar te
gen den aanleg „door de Gioofo Straat* te
Waalwijk, en trachte hij aan te toonen dat
men enkele passen van den weg waar men
nu den aanleg wenscht, eene uitstekende
gelegenheid tot aanleg heeft n 1. over den
dijk parallel met de Groote Straat* loopende
tegen welke aanleg volgens spreker geen
gewichtige bezwaren bestaan. Mr. Loeff con
cludeerde daarom primair tot vernietiging
van het beslnit van Ged. Staten en hand
having van de onbevoegde verklaring van
B. en W. subsidair tot weigering van de
vergunning, .zooals die gevraagd is.
Mr. E. van Zinnicq Bergmann, voor de
naaml. vennootschap Vicinaux Hollandais
opkomende, trachtte aan te toonen, dat op
grond van het gewijzigd artikel van voren
bedoeld politie-reglement, wel degelijk B.
en W. bevoegd waren ta beschikken en wel
omdat, waar in dat artikel wordt gezegd, dat
„ouvermiuderd de vergunning van deu pu
bliekrechtelijken beheerder* niet anders kan
bedoeld zijn dan B. W.
Overigens bestreed deze gemachtigde de
bezwaren tegen den aanleg door de Groote
Straat, en achtte hij zoodauigen aanleg zelfs
wenschelijk, terwijl hij ten slotte aandrong
op eene spoedige beslissing in deze, opdat
aan de thans bestaande onzekerheid spoedig
een einde kome.
De koninklijke beslissii.g wordt later me
degedeeld.
Onze brandweer.
Donderdagmiddag heeft onze nieuwe brand
weer oefeningen gehouden, met de geheel
nieuwe inrichting en materieel.
Tot ous genoegen hebben we gezien dat
alles, wagens, kranen, slangeu enz. er uit-
stekeud uitziet en de proef slaagde best,
alles werkte goed behalve dat hier en Jaar
een ongelukje gebeurde, b. v. een ruit stuk,
(deze brak waarschijnlijk van schrik, reeds
voor de brandweer water gaf), een paar
kamers schoon gewas.<cheu enz. Wij zijn van
meening, dat de brandweer, zooals thans
ingericht, in aansluiting met de waterleiding,
deugdelijk materieel, weinig en geoefend
personeel, bij voorkomende gelegenheden
uitstekende diensten zal verrichten.
Wij achten 't niet ondienstig hier eens
te laten volgen, hoe onze gemeente en 't
brandweerpersoneel is iugedeeld,
Onze gemeente bestaat uit 4 secties.
Directeur: Jac. Gragtmaus.
Opperbrandmeester Chr. v. d. Werff.
Het oppertoezicht over de brandweer-
blusschmiddelen is opgedragen aan Bern.
Hendriks.
Sectie (standpijp) 110. 1. Haven.
1 wagen met 105 M. slang en 1 tromp.
Brandspuithuisje naast den heer Mombers.
Brandmeesters.
M. Schonk, II. Aarts.
Dienstplichtigen.
P. Gloudemans, Z. Treffers, P. Eiber».
Sectie (standpijp) no. 2. Markt.
1 wagen met 210 M. slang, 2 trompen.
Brandspuithuisje bij de kazerne K011.
Maréchaussc.
Brandmeesters.
J. Verhulst, Nic. Hendriks.
Dienstplichtigen.
A. Gloudemans, B. van Bladel, B. Deta
iners, C. van Hulten.
Sectie (standpijp) no. 3. Hoek.
1 wagen met 105 M. slang, 1 tromp.
Brandspuithuisje iu de Putsteegi
Brandmeesters.
G. de Rooij, L. van Loon.
Dienstplichtigen.
C. Marks, C. v. d. Wiel, A. Dielissen.
Sectie (standpijp) no. 4. Statiunsstraat.
1 wagen met 105 M. slang, 1 tromp.
Braudspnithuisje a. d. Overweg S.S.*
Brandmeesters.
Adr. Pallens, C. Trimbach.
Dienstplichtigen.
C. van Gorcum, L. van Hooft, C. Schoon-
dermark.
Ladders en Haken.
Personeel.
F. Verhoeren, G. van der Aa.
De Echo van het Zuiden
Betrouwbare mededeelingen met betrek
king tot de kansen op vrede blijven nog
immer uit, daarentegen is er aan geruchten
geen gebrek. Zoo wordt te Londen beweerd
dat de Engelsche regeeriog aan twee of drie
Boerenaanvoerders in Zuid-Afrika een zetel
zou hebben aangeboden in den nieuwen
Uitvoerenden Raad, die zal worden ingesteld,
als de vrede gesloten wordt. En als titula
rissen voor dien zetel worden Steyn, Louis
Botha en de Wet genoemd.
Een ander gerucht, verspreid door de
Daily Express, zegt, dat verscheidene, leden
van het Britsche kabinet het denkbeeld
hebben opgeworpen, president Kruger naar
Zuid-Afrika te laten terugkeeren. Als motief
daartoe wordt aangevoerd, dat Kruger den-
gene is, die den oorlog onmiddellijk heeft
uitgelokt en dat hij er dus mee belast moet
worden, hem te doen eindigen.
Voorts wordt verteld, dat dezer dagen te
Londen in een militaire club werd beweerd,
dat lord Kitchener een paar maanden gele
den aan een hoofdofficier van zijn staf had
verklaard, dat, indien hij, Kitchener, aau
het hoofd der Boeren stond, hij nog wel
kans zou zien, den oorlog een viertal jaren
voort te zetten.
In een pro-Boer milieu zou zijn gezegd,
dat de Britsche regeering, overtuigd dat zij
niet in staat zou wezen, den ooilog voor de
kroningsfeesten tot een einde te brengen,
thans trachten zou, de onderhandelingen
sleepende te houden tot einde Juni, na de
feesten. Men zou het publiek zijn illusies
willen laten behouden, opdat de stemming
gedurende de feesten niet zou worden be
dorven.
WAALWIJK, 26 April 1902.
door
27)
Hij leefde in het eerlijk geloof dat hij een goed
werk verrichte, dat zijne geheime plannen en
samenzweringen de wereld-vrijheid verhaastten.
In zijne duistere, geheimzinnige omgeving was
hij een hoogstbelangrijke figuur. Indien hij ge-
ruineerd en gevangen gezet werd. zou hij een
onherstelbare leemte achterlaten. Bezat hij het
reeht niet om zijn eigen doeleinden in de weeg
schaal te leggen tcgea het niets beduidende be
staan van zijn neef?
Zoo redeneerde hij en overreedde zich zelve,
dat hij terwille der menschheid bijna alles mocht
doen om zich te redden.
Anthony March had nu den leeftijd van twee-
en-twintig jaren bereikt; stelde het volste ver
trouwen in zijnen oom; leidde een zorgeloos en
gemakzuchtig leveu en had. zoolang aan zijne
aanvragen werd voldaan, niets meer verlangd,
tot hem nu op eenmaal geweigerd werd zijne
aangelegenheden te regelen. Het is niet met
zekerheid te zeggen of zijne achterdocht was
gaande gemaakt, of niet, maar hij had onmid-
deliik een anderen toon aangeslagen en drong
er op aan, dat zijn fortuin terstond in zijne
handen gesteld zouden werden. Ceneri, wiens
plannen hem «enigen tijd naar Engeland riepen,
■telde hem tevreden met de verklaring dat hij
hem gedurende zijn verblijf te Londen alles zou
ophelderen. En het was ook onvermijdelijk dat
die thans gegeven werd, omdat Anthony s laatste
verkwistingen het overblijfsel van zijns vaders
riikdom bijna tot niets hadden gereduceerd.
En nu wat Macari's aandeel in de zaak betreft,
ij was sedert jaren een nuttig en vertrouwd
agent van Ceneri geweest; doch hoogst waar
schijnlijk niet met diens onbaatzuchtige doel
einden. Het schijnt dat hij het samenzweren be
schouwde als een „vak' waar geld bij te verdienen
was. Het feit dat hij zich op het slagveld door
dapperheid onderscheidde, kan gevoegelijk op
rekening gebracht worden van 's mans wreed
karakter.
Daar hij in alle plannen van Ceneri gemengd
was, bevond hij zich zeer veel in diens woning
waar die ook tijdcliik mocht wezen; en dien
tengevolge zag hij ook Pauline dikwijls. Hij werd
reeds op haar verliefd toen zij nog een teerjong
meisje was en beproefde al wat in zijn vermogen
was om haar hart te winnen. Voor haar was hij
zachtaardig en vriendelijk. Zij had wel geon
reden om hem te wantrouwen, doch zij weigerde
volstandig hem de liefde waarom hii wierf te
schenken. Het moet getegd worden dit hij, in
dit opzicht, zeer standvastig was. Maar wanneer
hij ook, zij het ook van jaar tot jaar zijn aan
zoek herhaalde, verzekerde Pauline hem steeds
dat zijne liefde hopeloos was.
Ceneri moedigde hem niet aan. nij wenschte
hem niet te beleedigen en daar hij zag dat het
meisje tegen zijn vleijerij bestand was, liet hij
de zaken op hun beloop, hopende dat M cari
het vruchtelooze zijner pogingen inziende, die
ten laatste van zelf zoude s'aken. Hij geloofde
dat hij Pauline niet begeerde wegens het ver
mogen dat haar te wachten stond. Macari wist
immers welke groote sommen Ceneri in de
schatkist der patriotten gestort had en onge
twijfeld giste hij de herkomst ervan.
Pauline bleef op school tot haar achttiende
jaar, en bracht toen twee jaren bij haren oom in
Italië door. Het was daar een treurig leveu voor
het meisje en haar hart smachtte naar Engeland.
Hoewel zij hem slechts zelden ontmoette, was
zij toch hartstochtelijk aan haren broeder ge
hecht en hare vreugde kende dus geene grenzen,
toen Ceneri haar meededeclde, dat zijne bezig
heden hem voor een wijl naar Londen riepen,
en zij hem mocht vergezellen.
Teneinde zijne vele politieke vrienden op elk
uur van den dag eD dikwijls ook bij nacht te
kunnen ontvangen, huurde Ceneri voor een
korten tijd termijn een gemeubeld huis. Pauline's
teleurstelling was zeer groot toen «ij zag, dat
•en der eerste bezoekers Macari was, van wien
zij gedacht had, thans in Engeland, ont
slagen te zijn. Zijn tegenwoordigheid was zoo
onmisbaar voor Ceneri, dat hij zijn intrek bij
hen nam in Horace street. En daar de oude
Teresa, de dienstbode van den doctor hen ver
gezelde en ook daar zijne huishouding waarnam,
was de verandering voor Peuline al zeer onge
lukkig.
Macari vervolgde het meisje nog steeds zonder
gevolg, met zijne liefde. Ten laatste vormde hij
bijna tot wanhoop gebracht, het dwaze plan on
haren broeder te gebruiken. Hij kende de onbe-
is verleend tot aanleg en exploitatie van
een tramweg op den openbaren weg de
Groote Straat, in genoemde gemeente.
grensde liefde van Pauline voor Anthony en
dacht dat zfj diens wensch niet zoude weerstreven
Hij was wel geen bizonder vriend van den
jongen man, maar, daar hij hem eens een dienst
had bewezen, achtte hij zich gerechtigd hem om
een wederdienst te verzoeken. En daar hij wisl
dat beide, broeder en zuster, niets meer bezaten
aarzelde hij des te minder om daartoe over te
gaan.
Hij bracht Anthony dus een bezoek en deelde
h^m zijn verzoek mede. Anthony, die een trotsch
en verwaand persoon schijnt te zijn geweest,
lachte eenvoudig over zijne onbeschaamdheid en
gelastte hein te vertrekken. Arme jongen,
hoe weinig wist hij wat deze lach hem kosten
zou.
Misschien was het tengevolge eener zinspeling
die Macari maakte, toen hij zich in ontembare
woede verwijderde, dat Anthony's oogen geopend
werden voor het gevaar waarin zijn vermogen
verkeerde: doch hoe dit zij, hij schreef on midde-
lijk aan zijnen oom en drong op oogenblikkelijke
regeliDg aan. In geval van eenig uitstel, zou hij
een notaris raadplegen en zoo noodig eene ver
volging tegen den voogd instellen.
Het oogenblik dat Ceneri zoo lang gevreesd
had, was dus gekomen maar nu zou de beken
tenis, in ploats zooals hij zich had voorgenomen,
vrijwillig door hem gegeven te worden, hem
ontwrongen worden. Hij wist niet of hij door
de Italiaan9che of Engelsche w«>t verantwoordelijk
zoude worden gesteld, maar bij was tr zeker
van, dat Anthony terstond de noodige stappen
zoude doen, om hom te doen gevangen nemen.
Dit laatste zou de geheele onderneming waarmede
hij zich thans onledig hield, te gronde richten.
Tot eiken prijs moest Anthony March voor
eeaigen tijd tot zwijgen worden gebracht.
Hij verzekerde mij met de geloofwaardigheid
van een stervende, dat hij zelfs niet gedacht had
aan de vreeselijke middelen die dit teweeg
brachten. Zijn plan was om Anthony met behulp
zijner vrienden en ondergeschikten naar het
buitenland te vervoeren en hem eenige maanden
in een krankzinnigengesticht te doen opnemen.
Hoewel Ceneri dit niet bekende, twijfel ik niet
of de jongeling zou zijn vrijheid hebben moeten
koopen, voor de beloften het misbruik van ver
trouwen van zijn voogd te vergeven.
Macari, die op wraak zinde wegens de hem
aangedane beleediging, was bereid, wanneer die
ook van heru gevorderd mocht worden, zijne
hulp bij de uitvoering van dit plan te verleenen.
Petroff, de man met het lilteeken over zijn ge
laat, was des doctor's lichaam en ziel. Teresa,
de oude dienstbode, zou op het bevel haars
meesters elke denkbare misdaad bedreven hebben.
Da eerste «aak was bin Anthony er toe te
bewegen op een geschikt uur naar Horacestreet
te komen. Ceneri maakte zijne toebereidselen,
gaf de noodige instructies aan zijne bondgenooteB
en schreef toen aau zijn neef om hem dien
avond te komen bezoeken en zijne ophelderingen
te vernemen. Wellicht wantrouwde Anthony
zijn oom on diens omgeving meer dan verwacht
werd.
Hoe dit zij, hij wees de uitnoodiging af en
stelde voor, dat zijn voogd tot hem zoude komen.
Daarop werd Pauline tot onschuldig werktuig
gebezigd om haren broeder naar het noodlottig
huis te lokken. Ceneri antwoordde aan Anthony
dat het hem tamelijk onverschillig was waar
de samenkomst zou plaats vinden, doch stelde
haar eenige dagen uit. Toen deelde hij aan Pau
line mede dat zijne bezigheden hem dien avond
zeer laat van huis zouden houden en dit een
gunstige gelegenheid voor haar was om eenige
uren ongestoord met haren broeder door te
brengen. Doch daar ook hij Anthony wenschte
daar te spreken, moest zij hem daar houden tot
Ceneri terug zou komen.
Pauline voldeed daaraan met de grootste blyd-
schap. Broeder en zuster gingen samen Daar den
schouwburg en te middernacht bracht hij haar
naar Horace-Street terug. Ongetwijfeld verzocht
zij hem nog wat haar te blijven. Daarom moest
de schok wegens hetgeen nu volgde nog des te
verschrikkelijker voor het meisje geweest zijn.
Broeder en Zuster zaten een poos [alleen
daarop verschenen Ceneri met zijn beide vriend- n.
Anthony scheen door deze ontmoeting onaange
naam getroffen, hij bedwong zieh echter en
groette zijn oom beleefd. Macari echter koord»
hij den rug toe.
Het behoorde geenszins tot Ceneri's plan da-
er in tegenwoordigheid van Pauline eenig geweld
zou worden gepleegd. Bij het verlaten van het
huis moest hij gegrepen en naar den kelder ge
bracht worden en zijn noodkreten desnoods on
mogelijk worden gemaakt.
Pauli ne zou deu volgenden morgen naar een
der vriendeu van haar oom worden overgebracht
en onbekend blijven met de zaak die hem en
zijne bondgenooten zoo plotseling naar Italië
terug liep.
„PauliDe/ zei Ceneri, ,mij dunkt gij «oudt
beter dosn thans naar uwe kamer te gaan, Ik heb
met hem eenige zaken te bespreken.'
Ik wil liever wachten tot Anthony vertrekt,'
antwoordde »ij, „maar als gij wat te spreken
hebt. zal ik wel naar de achterkamer (achter het
scherm) gaan.'
Dit zeggende ging zij daarheen en zette zich
voor de piano, waar zij begon te spelen en te
zingen.
„Het is thans te laat om over zaken te spre
ken,' zei Anthony toen zijne zuster de kamer
verliet.
„Het was beter deze gelegenheid waar te
nemen. Ik moet morgen Engeland verlaten,*
sprak ik.
Anthony zette zich dus weer neder.
„In dit geval zal ik blijven,' zeide hij, „maar
het is onnoodig dat er vreemdelingen, bij tegen
woordig zijn.'
„Het zijn mijne vrienden, die zoo noodig de
waarheid van hetgeen ik te zeggen heb, kunnen
bevestigen.'
„Ik wil mijne zaken niet behandeld hebben in
tegenwoordigheid van zulk een man', «ei
Anthony met verachtelijken blik Macari aanwij
zende.
De beide mennen spraken met gederapten toon
(Wordt vervolgd.)