Nummer 87. Donderdag- 8 Mei 1902. 25® Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ONTWAAK* Nederl. handel mei België AKTOON TIE L E N. DE 'KONINGIN. VERSLAG PEViLLBTO X. üitgevek: Bekendmaking:. Hu h Conway. "■^^^^e^a^sgB^^Essams^m.'mmssssii^Emsxsm tx-zzcxsm uit liet Engelsch X- 9SBE50BEHBBBB De Echo van en ungstr ('unit, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A bonne in e n t s p r ij s per 3 matfnclen f O."5. Franco per post door het geheele rijk 1 0.90. Brieven ingezonden stukken Uitgever. BC .Üt. «Piglt.\PH3ttglKW!Bgroi^i? m iV.ï7ifiF g.V33t C«' gelden enz., franco te zenden aan den Inschrijving Schutterij. De Burgemeester van Waal wijk maakt bekend, dat de mannelijke inwoners dier gemeente, die op 1 Januari dezes jaars hun 25ste jaar zijn in getreden, dus die geboren zijn in 1877, zich tusschen 15 Mei en 1 Juri a.s. ter secretarie alhier moeten doen inschrijven voor den dienst der schutterij. Deze verplichting rust ook op hen, die zich uit cea vreemd land in deze gemeente hebben gevestigd voor zoover zij een schutlerplichtigen leeftijd hebben. Hij vestigt er tevens de aandacht van belang hebbenden op, dat zij die zich niet voor den eersten Juni dezes jaars hebben doen inschrijven, onverschillig of zij al oi niet redenen van vrij stelling of uitsluiting kunnen doen gelden, zullen worden verooideeld tot erne geldboete en daar enboven /onder loting bij de schu'terij worden ingel if<i. tenzij blijke, dut zij redenen van vrij stelling of uitsluiting hebben. Waalwijk, 1 Mei 11)02. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUKREN. De aandacht vat; geheel het land is thans gcspanu,en op het Loo, waar II. .VI. de Koningin wederom een zware crisis te ver duren heeft, welke haar leven in gevaar bracht. En iu deze dagen voelt men op nieuw hoe innig de band is tusschen Ne derland en zijn Vorstin, tusschen ons volk en het huis van Oranje, waarvan Zij tie laatste afstammelinge is. Tot philosophische beschouwing ook stemt dit lijden der geliefde Vorstin. Wie, die ten vorigen jare van de huwelijksfeesten getuige was, had kunnen veronderstellen, dat de miserie van het leven zoo spoedig ook aan dit jonge, van kracht en gezondheid stralende Paar haren druk zou doen ge voelen De toekomst was één en al zon neschijn, zoo hoopte en verwachtte men. Hot huwelijk dier jonge Majesteit vol gratie hek een sprookje uit het tooverland, waar het licht zijn meest bekoorlijken glans ver spreidt en bloemen hun dichterlijke taal spreken.... En gansch het volk deelde in het geluk der Koningin, symbool der nationale een heid Met donkere wolkeu hebben de gebeur tenissen der laatste maanden dit leven van zonneglorie overschaduwd. En nu oo& deelt Nederland in den angst en kommer, gelijk het nauwelijks een jaar geleden doelde in de blijdschap en liet geluk. Wanneer ooit SRTJSEBHf» de wisselvalligheid van het uienschelijk bestaan gevoeld werd, dan is het wel thans nu zoo haastig de tegenspoed zich vertoont in een paleis, dat de tempel beloofde te worden van het Geluk. En tevens verleven digt deze snelle ommekeer in ons het besef van dc absolute afhankelijkheid, waarin zoowel hoog- als laaggeplaatsen zich be vinden tegenover Dengene, die Zijne gaven uitdeelt, of onthou it naar welgevallen, en in Wiens hand ons gansehe bestaan rust. Dat tol Hem thans vele en vurige gebeden opstijgen voor het herstel der Koningin, kan wel geen oogenblik betwijfeld worden. WAALWIJK. Het in de A'.g. Vergadering van Ned. Lederfabrikanten van 22 April uitgebracht verslag luidt iu zijp geheel als volgt Advertentikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een g oct aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeeligc contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel, ■seracV ncrnvo>^f?txKmia3SÊiÊÊÊÉBBMI^Jtma r sa van do werkzaamhe den van liet Bestuur en den toestand van den Bond van Neder- landsehe Lederfabrikanten gevestigd te Tilburg over 1901. Ook in het buitenland is de belangstelling algemeen, en de telegrammen uit dc verschil lende hoofdsteden van Europa zijn als zoo vele tolken van den eerbied, welke men de jeugdige Vorstin toedraagt, van de sympathie en hartelijke genegenheid vooral, die Zij inboezemt. Eranschen, Duitschers, Engcl- schen, anders zoo verschillend van inzicht, verconigen zich thans in den wensch, dat op het Loo spoedig gezondheid en kracht zullen wederkeeren, en spreken hunne harte lijke deelneming u;t in het lijden, i'at „la petite Reine" getroffen heeft. #In heel- Duitschland zegt de Gerraania van Berlijn, „deelt men in Nederlandss bange zorg en stille hoop. God behoede dit dierbare leven 1" En de Deutsche 'fageszeitung schrijft„Met de innigste wenschen voor een gelukkigen afloop volgt men hier (te Berlijn) de inko mende berichten. De vreugde zou diep groot zijn, als het haar jeugdige kracht gelukte het gevaar te boven te komen." Zeer terecht verklaart de Parijsche Temps, dat mtyi maar weinig ziekten met zulke aanhoudende belangstelling volgt als de ziekte van koningin Wilhelmina. Een samen loop van omstandigheden maakt de algemeene en hartelijke deelneming gaande, en van dc beschaafde volken gaan de meest oprechte en innige wenschen uit naar de vorstin van Nederland en haar volk." Als een vriendelijke gestalte verschijnt de belangstelling van gansch Europa aan het ziekbed der geliefde Vorstin. De Temps zinspeelt op de politieke beteekenis, welke aan het leven van Hare Majesteit verbondeD is. Wij echter willen op dit oogenblik alleen denken aan de Persoon, eu vurig hopen, dat, na deze ruwe stormvlagen van den tegenspoed, spoedig weder de gelukszon met milde stralen haar levenspad koesteren zal tot in lengte van dagen. (C.) Mijne Heeren, Evenals het vorig jaar is het voor ons eene aangename eervolle taak, op deze al gemeene Vergadering, waarbij rekening en verantwoording tuoet. gedaan woeien, inge volge Art. VIII der statuten, U verslug uit te brengen over het tweede Bondsjaar 19° 1 Het is ons des te aangenamer Mijne lleeren, omdat wij van de zijde der leden en buiten onze vereeniging blijken van belangstelling mochten ontvangen, terwijl de toestand der vereeniging ook hoogst gunstig te noemen is. Wij geven u hierbij een beknopt over zicht over de voornaamste gebeurtenissen enden loop der werkzaamheden over 1901. Onze algeme'cne vergadering van 6 Mei 1901 werd zeer talrijk bezocht, volgens de rooster van aftreding waren aan de beurt de Heeren D. C. Lans, M. C. J. van Son en E. van Siebergen, lot onze voldoening zagen de twee eerstgenoemde Heeren hut) rfiandaat vernieuwd, terwijl in de plaats van den lieer E. van Siebergen, gekozen werd de Heer Slichtenbree te Deventer, die zoo bereidwillig was, de keuze zich te laten welgevallen. Wij kunnen niet anders dan den Bond feliciteeren met deze aanwinst, de lieer Slichtenbree heeft door zijue groote ambitie nu reeds getoond, dat deze keuze zeer ge lukkig was. Verder werd op die vergadering besloten, een schrijven te richten aan de Heeren Grisar Co. te Antwerpen, het Bestuur betreurt het, dat het antwoord, iu den tijd in de „Lederindustrie" medegedeeld, niet het gewenschtc resultaat bevatte. Verschillende Bestuursvergaderingen, die getrouw bezocht waren, werden tc Waalwijk en 'a-Bosch gehouden. Hierop werden behandeld Het oprichten van één technisch Bureau, de groote vooral de finantieele bezwaren aan dit zoo noodig en hoogst nuttig plan ver bonden, waren steeds een struikelblok voor door 29) De. misdaad was ten volle beleden. De man die tegenover iuij zat, had niet de minste aan spraak op mijn medelijden. En al zoude ik ook geneigd zijn geweest om hem te helpen, dan /ouden mij toch de middelen daartoe ontbroken hebben. Waartoe zoude ik dan nog langer toeven? En tóch aarzelde ik. De gedachte, dat mijn opstaan eu het geven van het teeken dat mijne bezigheid geëindigd was, den gevangene onmid dellijk terug zoude voeren naar den afgrijselijken kerker waar'-it hij gekomen was, was mij hoogst pijnlijk. Elk oogenblik dat ik Item bij mij kon hóuden was kostbaar voor hem. Nooit zou hij weder het gelaat van een vriend of kennis aan schouwen 1 llij had opgehouden met spreken, en zat met op de borst gezonken hooid, terwijl zijue oogen op den grond gevestigd waren. Een vernietigd, ellendig, hopeloos wezen zóó gebroken, dat men hem geen verwijt durfde doen. Ik sloeg hem •zwijgend gade. Plotseling vroeg hij: „Kuntgij geene verontschuldiging voor mij vinden, Mr. Vaughan .Geene,* antwoordde ik, „mij dunkt dat er weinig verschil be6taat tusschen u en uwe me deplichtigen.* tiij stond op. „Denkt gij dat Pauline zal her stellen P* .Ik denk, ik hoop dkt ik haar bij mijne tehuiskomst in welstand zal weervinden.* „Dun moet gij haar verhalen in welken toestand gij mij gevonden hebt; misschien zal het haar gelukkiger maken als zij weet, dat Anthony's d-md mij indirect daartoe gebracht heeft.* Ik boog toestemmend bij deze opdracht. „Nu moet ik heengaan,' zeide hij huiverend, zich met moeite naar de deur voortslepende. Niettegenstaande zijne zonden, kon ik het rampzalig wezen niet zonder een woord laten vertrekken. „Wacht een oogenblik,* zeide ik, „zeg mij of ik iets doen kan om uw leven eeuigazins drage lijker te maken." Hij glimlachte droevig. „Gij zoudt mij een weiiiig geld kunnen geven. Misschien zal ik ge legenheid vinden het te behouden en mij van tijd ot tijd eenige versnapering kunnen ver schaffen.' Ik gaf hein verscheiden banknoten, die hij tusschen zijn lompen verborg. „Wilt gij meer hebben?* vroeg ik. Hij schudde echter ontkennend met het hoofd. „Ik verwacht dat ook deze mij ontstolen zullen zijn, eer ik ze zal kunnen besteden." .Maar bestaat er geen middel om geld bij iemand voor uw gebruik tc deponeeren „Gij zoudt wat, aan den Kapitein ter h.-.nd kunnen stellen. Indien hij een goedhartig en eerlijk man is, zal misschien een gedeelte er van in mijn bezit komen. Maar zelfs dit is zeer twijfelachtig.' Ik beloofde hem dit te doen, gevoelende dat, of het in zijn bezit zou komen of niet, zelfs de poging er toe, mij geruster zoude makeu. „Maar, wat zal uwe toekomst zijn Waar voert men u heen, en hoedanig zal uwe levenswijze wezen „Men brengt ons regelrecht naar den uitersten uithoek van Siberië, naar Nertchinsk. Daar zal ik met anderen worden achtergelaten om in de mijnen te werken. Wij leggen dien ganschen weg te voet eu geketend uf." „Wat een verschrikkelijk lot!" Cencri glimlachte. „Na hetgeen ik doorstaan heb, is het al.ol het Paradijs voor mij geopend zal worden. Wanneet iemand tegen de Russische wet gezondigd beeft, dan is zijn éénige hoop dat hij terstond naar Siberië gezonden moge worden. Dat staat gelijk aan een overgang uit d; hel nt»ar den hemel.*' Ik begrijp u niet.* „I)at zoudt gij wèl, indien gij, zooals ik, maan den lang vóór dat uwe zaak behandeld en gij het Bestuur, na vele vergeefsche moeite zal het Bestuur op advies van den Heer Dr. A. Borgman, Directeur der Industrie- school te Enschedé stappen doeu bij de Regeering om op kosten van het Kijk een dergelijk station op te richten en hoopt dit met den tijd uitgebreid te zien, tot eene ooiersschool; dit verzoek vindt steun in de behoefte, die het leger aan eeu dergelijke inrichting heef! evenals nu de opleiding der officieren op het gebied der textiel plaats heeft, wenscht men dit uitgebreid te zien tot leder. liet mocht het Bestuur gelukken met den Heer C. Misset te Doetinchem een contract af te sluiten voor het uitgeven van een adresboek, dit zal in den loop van 1902 verschijnen, de talrijke voorbereidende werkzaamheden, hebben dc uilgaven ver traagt, het zal den Bondsleden verkrijgbaar gesteld worden voor f 0.75, terwijl de, prijs voor nict-leden f 1,50 bedraagt. Naar aanleiding der troonrede -en het gestelde vooruitz cht der tariefsherziening der invoerechten waren verschillende Be stuursvergaderingen en conferentiën noodig. Artikel II van onze statuten is voor hel Bestuur geen doode letter gebleven. 20 November 1901 werd een adres ver zonden aan Zijue Excellentie den Minister van Financien, waarin de aandacht der Regeering gevestigd werd op onze zwaar beproefde industrie en ous leedwezen werd betuigd, dat in het gewijzigd ontwerptaüd van Minister Pierson, leder buiten bereke ning was gc'aten, verder verzocht het Bestuur in de gelegenheid te worden gesteld, zijne Excellentie te mogen voorlichten, voor zoo- vi-r dit betreft de zool- en overlederfabri- catie en de schoenenindustrie. Daar het Bestuur ook zooveel mogelijk de belangen zijner zusterindustrie wil be hartigen, hebben wij het Bestuur van den Algemcenen Nederlandschen Bond van Schoenfabrikanten tot eene conferentie uitgenoodigd, om bij de eventueels her ziening elkanders belangen te steunen; tot ons leedwezen moeten wij raededeelen, dat de, door eene gecombineerde commissie beider Bonden gemaakte afspraken en voor stellen door den Bond van Schoenfabrikanten verworpen zijii, terwijl ons Bestuur op eeu nieuw voorstel van genoemden Bond vermeent niet te kunnen ingaan. Inmiddels hebben wij goede hoop, Mijne Heeren, door U. gesteund en met wat toe gevendheid uwerzijds, een bevredigend resultaat te krijgen. veroordeeld werd, in de gevangenis hadt gezucht. Indien gij geworpen waart geworden in eer. cel zonder licht, zonder lucht en zonder ruimte om u te bewegen. Indien gij uwe medegevangenen in de naaste cellen in hunne krankzinnigheid had hooren weeklagenkrankzinnigheid waartoe zij door algeheele afzondering en mis handeling gebracht waren. Indien gij eiken morgen bij uw ontwaken zoudt gezegd hebben „ook ik zal vóór de avond valt van mijne zinnen beroofd zijn Indien men u had laten bevr'czen, u met roeden geslagen, en uitgehongerd, had, om u' te dwingen uwe vrienden te verraden dan Mr. Vaughan, zoudt gij met vurig verlangen naar da martelingen van Siberië uitzien. Ik zweer u, sir." vervolgde hij met meer opgewon denheid dan hij tot nu toe had aan den dag gelegd: „dat, indien do beschaafde Staten van Europa slechts een tiende deel kenden van dejve.-j schrikkingen entmoorden{in een Russische gevan. genis, zij zonden zeggen „Schuldig of onschuldig, zal geen uienschelijk wezen op zulk een wijze gefolterd worden,' en zouden zij ter wille der menschelijkheid het gehcele vervloekte Rijk van de oppervlakte der aarde doen verdwijnen I' „Maar twintig jaren in de mijnen Bestaat er (/een hoop om te ontsnappen .Waarheen zoude ik kunnen ontvluchten Kijk op de landkaart en zie waar Nertchinsk gelegen is. Indien ik ontsnapte, zoude ik enkel tusschen de bergen kunnen rondzwerven tot ik stierf, of een der wjlde stammen uit den omtrek mij zoude dooden, Neen, Mr Vaughan, eene ont snapping uit Siberië viudt men slechts in romans. „Dus zult gij als een slaaf moeten arbeiden tot aan uwen dood „Ik hoop het niet. Ik verzamelde eertijds vele gegevens omtrent Siberische ballingen, en om u de waarheid te zeggen, verdroot mij de onjuist heid der algemeene opinie ten zeerste. Thans steunt mij de'eenige hoop dat mijn nasporinger. mij de waarheid aantoonden." „Is de behan teling da»r dan niet zoo slecht „Slecht genoeg, omdat men steed9 aan de wil lekeur van een armzaligen tyran i9 overgelaten. De bekende circulaire van 16 Augustus 1901 was mede eene vrucht onzer bestuurs vergaderingen, waarop steeds de toestand der huiden* en lederinarkt ter sprake komt, wij verineenden dat bedoelde circulaire in het algemeen belang was en kunnen constateeren dat deze eene vrij goede uilwerking gehad heeft. Op eene dier vergaderingen kwam mede aan de orde, de ongevallenwet in verband met de verplichte verzekering van werklie den, ofschoon het Bestuur doordrongen i- van hetnuteener collectieve verzekering,meen', het in deza eene afwachtende houding te moeten aannemen, omdat het tijdstip var het inwerkingtreden der wet nog niet bepaal is; bij het vaststellen der klasse vau risico', zal het Bestuur zoo goed mogelijk voor uwe belangen zorgen. Het getal Donateurs zagen wij toenemen, het getal loden eenigszins inkrimpendoe dit is niet buiten verwachting, daar h< ons bleek dat velen nog niet doordrongen zij-, van het nut van een Bond; dit is té betreuren te meer nog, omdat in dezen tijd meer dan oo. aaneensluitig geweiseht is en de macht en de Kracht der Bonden steeds meer en mee;' tot haar recht komen. De finantieele toestand, zooeven uit h verslag van den penningmeester vernomen', is zeer gunstig te noemen, het verheu; ons op één goed slot van 365.40 te kunn< wijzen, doch hiervan is nog te voldoen, subsidie in zake het adresboek, terwijl nu talrijke kosten en uitgaven ons te wachti staan. Wij (hinken de Heeren Leden en Donn - tears voor hunnen gewaardeerde^ steun t bevelen u de belangen van den Bond t- zeerste aan. Aldus dit verslag door het Bestuur va-» den Bond van Nederlatidsche Leder lab 1 kanten gedaan in de algemeene vergadert gehouden te Tilburg op den 22sten Ajr. 1902. De Voorzitter, J. BERN. TIMMERMANS Wz:: De Secretaris, M. C. J. VAN SON. Het lijdt geen twijfel dut ik gedurende een jaar- zijner medegevangenen zien. Ik rot of twee zal moeten zwoegen in de mijnen. In- afschuwelijker! stank, -waarin hij (tif-n ik dit oveileef, iets wat hoogst onwaar- ademen. En op een soortgelijke X -1 .1X' A nmrrooinrr vjiiü Wl-IHI schijnlijk is, zal ik misschien door mij de gunst van den stadhouder te verworveu, van het werken in de mijnen ontheven worden, en mij zelfs worden toegestaan in de een of andere stad te gaan wonen en zelf iu mijn levensonderhoud te voorzien. Ik heb zeer veel hoop dat mijn geneeskundige bekwaamheid mij daarbij van groot nut zal kunnen zijn. Dokters zijn zeer .vchaar8ch in Aziatisch Rusland.' Hoe weinig hij het ook verdiende, stemde mijn hart met zijn wensch in, maar toen ik hem beschouwde hield ik mij overtuigd, dat er weinig kans bestond, dat hij zelfs één jaar mijn-arbeid zou kunnen doorstaan. De deur werd geopend en de kapitein keek nu met onmiskenbaar ongeduld naar binnen. Daur ik geen aanleiding had oiu het onderhoud te rekken, zeide ik hem, dat ik na een oogenblik tot zijn dienst zou zijn. Hij knikte toestemmend en trok zich weder terug. „Indien er nog iets meer is dat ik voor u doen kan, deel het mij dan mede,' zeide ik, mij tot Ceneri wendende. „Niets. Doch ja, wacht I één zaak. Macari, de ellendeling. zal vroeg of laat óók zijn deel krijgen. Ik heb geleden, dat zal bok Hij! Als die tijd zal komen, wilt ge het mij dan be richten Het moge wel bezwaarlijk zijn, en ik heb liet recht niet, u om een gunst te verzoeken. Maar, gij hebt invloed, en zoudt het mij kunnen doen mededeelen. Indien ik dan nog niet dood ben, zal het mij gelukkiger maken." Zonder mijn antwoord af te wachten liep hij haastig naar de deur, en werd door den schild wacht naar de gevangenis teruggebracht. Ik volgde hem. Toen het reusachtig slot geopend was, bleef hij staan. „Vaarwel, Mr. Vaughan,* zeide hij, „indien ik u kwaad heb gedaan, vraag ik u vergiffenis. Wij zullen elkander nimmer wederzien.' „Zoo ver ik er bij betrokken ben, vergeef ik u van ganscher harte." Hij aarzelde een oogenblik en strekte toen z-.jn baad uit. De deur stond nu open. Ik kon de opeengedrongen afsloottónde, g' meene tronies m Ik rook weder den zou moetCD plaats, en in zoodanige omgeving vras een welopgevoed, we- Van veel belang blijft steeds onze hand in rundvee met België. In liet eerste kw taal van dit jaar werden alleen langs (i grciiskatitorcn 12,825 runderen uit ot)9 la1 •Mct/Ag.T. -OT»-. .OT-ywag-.rjiM «aww» v. - «-a—v- n tcnschappelijk man gedoemd zijne laatste leve dagen door te brengen. Het was een vreeseltj ■lral'1 Eu toch was zij verdiend. Dat gevoelde toen hij daar met uitgestrekte hand op drempel stond. Uit welk oogpunt men het beschouwde, was die mun toch een moorden: En hoe bewogen ik ook was met zijn lot, k ik liet niet van mij verkrijgen zijn hand te gi pen. Mijne weigerin moge hardvochtig gewi zijn, doch ik kon het niet doen Hij zag dit, en cr kwam een blos van schaart over zijn gelaat; hij liet zijn .hoofd op de bo zinken, en keerde zich otn. De soldaat grt hem op ruwe wijze bij den arm, en duwde h< naar binnen. Toen wendde bij zieh nog éénum* om, en zijne oogen ontmoetten de mijne u eene uitdrukking van wanhoop, die mij r>- dagen lang voor den geest stond. Zoo staar hij nog, toen de zware deur achter hem dit viel, en hem voor eeuwig aan mijn gezicht ot trok 1 Ik keerde mij, diep getroffen om, en yerwc mij dot ik wellicht door mijn laatste weigerin zijri schande en straf nog verzwaard had. 1 zócht den weiwillenden kapitein weder op, uDtviug zijn woord mn eer dat, welk bedrug ii ook mocht achterlaten, dit ten behoeve van d« balling zou worden besteed. Ik stelde hem ee. aanzienlijke som Ier hand, en kan slechts hope: dat een gedeelte er van hare bestemming bc reikte. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 1