Nummer 38. Zondag 11 Mei 1902. Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. ONTWAAKT A TOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit twee bladen. De Middenstand. FEUILLETON. Hugh Conway. Uitgever: r.^Kssra Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n n e in e n t s p r ij s per 3 maanden f 0."5. Franco per post door het geheel e rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan Uitgever. den OVERAL VERKRIJGBAAR. Oin 't groote belang der zaak laten we hier eenige passages volgen uit de emi nente rede van Dr. Nou wens, bij de op richting der vereeniging van R. K. Nering doenden, „de Hanze", te 's Bosch. Het valt niet te loochenen dat de midden stand gedrukt wordt door den drang van het groot kapitaal en de vereende kracht van die arbeiders, die geen verschil van stand meer erkennen. Ik spreek hier niet van nijpende armoede, bittere ellende, broodsgebrek of hongersnood waaronder de middenstand zuch ten zou ware het zoover gekomen, dan ware redding niet meer mogelijk en zou ik u verwijzen naar het armbestuur, dan waart gij op weg naar de bedelaarskolonie. Maar is het niet pijnlijk te moeten ondervinden dat de zaken voortdurend teruggaan, dat men zijn stand niet meer kan ophouden drukt de last der hypotheken niet loodzwaar op den mid denstand? De middenstand alleen, vervalt dagelijks dieper. Het loon der werklieden in Belgie van 18661891 is verdubbeld en de prijzen der koopwaren zijn met 42 pCt. uit het Engelsch vermeerderd. Uw bestaan wordt bedreigd, Uw bestaan als welvarende, bloeiende stand. Hier en daar moge nog een bloem ontluiken, een heester bloeien, een bloem hoog opschieten, over geheel de vlakte vaart een koude, doodende wind, en de sporen van verwoesting zijn overal zichtbaar. En men zegge niet, dat zij, die braaf en eerlijk en arbeidzaam zijn, hun weg wel zullen vinden dat de zaken niet floreeren omdat zij worden verwaarloosd. Deze bewering is cene beschuldiging voor zoovelen, die niets onbeproefd laten om hun stand op te houden, die meer zwoegen voor hun dagelijksch brood dan de arbeider in de fabrieken of de werker in de mijnen, maar die toch het hoofd niet kunnen bieden aan de concurrentie en de vele misbruiken in- en tegen den handel. Want misbruiken zijn er, die u den strijd om het bestaan zoo zwaar maken. Vergeef mij, M. H., zoo ik bet eerst de hand gevoelig op de wonde legge. Uw rijk is ouderling verdeeld en wordt daardoor met den ondergang bedreigd. Het princiep der vrije, onbeperkte concurrentie is de moeder der oneerlijke concurrentie tot na deel van uwe medeburgers en tot uw eigen verderf. Concurrentie, M. H. is geoorloofd, is nut tig, is heilzaam voor den vooruitgang der maatschappijdoor haar bloeit de nijverheid, kan ook de handel bloeien. Maar zij kent hare grenzen, de grenzen der rechtvaardig heid, de grenzen der christelijke liefde vooral. Misgunt uwen evenmensch niet de bete broods, die hij, gij weet het, zoo zuur verdient. Werkt onvermoeid, tracht uwe zaken uit te breiden, maar bidt meteen Geef ons heden, ons, d. i. den naaste en mij, ons dagelijksch brood. Wanneer de concurrentie door oneerlijke middelen anderen benadeelt, verdient zij onze diepste verachtingdan moet zij worden bestreden met kracut, onverpoosd. Eu die oneerlijke middelen worden menigvuldig toegepast. Ik noem hier slechts valsche re clame, zoowel wat den oorsprong, de waarde, als wat den prijs der goederen betreft bedrog in maat eu gewichtvoorwendsel van uitverkoop, finale uitverkoop jaren lang. Gij herinnert u het g»val van den boterhande- laar Dezer dagen werd weder eene expositie van gegarneerde dames- en kiuderhoeden aan gekondigd zij heeten in Parijs vervaardigd, en blijken een overschot te zijn van reismon- sters eener hoeden makerij op de Reguliers gracht te Amsterdam. Doch ondervindt gij TAALVIJE. Advertenties 1 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advcrtentiën Smaal ter plaatsing opgegeve\ worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel, zelf niet dagelijks liet nadeel der oneerlijke concurrentie, eu zucbt gij niet, als de Joden naar de vleeschpotten van Egypte, naar do beschermende wetten van Duitechland, waar valsche reclame, leugenachtig voorwendsel om het publiek te lokken en te lokken in den val, met kracht van straffen wordt onderdrukt De misbruiken in den handel zelf, zijn voor den handel de gevaarlijkste vijand. Daarenboven bestaat bij velen gebrek en dringende behoefte aan handelsonderwijs deze behoefte driagt zich met den dag meer op aan den kleinen winkelier vooral, omdat hij schade lijdt door onvoldoende vakkennis. De kinderen dezer eeuw zijn ook hierin slimmer dan de kinderen des lichts. Voor den handel wordt thans ir eer vereischt dan de elleboog als eenheidsmaat en een plankje met een stukje krijt als grootboek. Ook van buiten dreigt gevaar. Ol beslaan hier te lande geen beursmisbruiken, waarvoor de groothandel stilzwijgend bukken moet en waarvan ook de kleinhandel de schadelijke gevolgen ondervindt? In bespeurt gij niet reeds, of vreest gij niet voor de toekomst de nadeelige gevolgen der gezamenlijke inkoopen, der coöperatie De coöperatieve aankoop vindt zijn oorsprong zegt P. Vcrraeersch, in den misbruiken van den handel." Neemt de oorzaak weg en het gevolg zal vermindereu. Coöperatie moge in zich geoorloofd zijn; men moge haar zelfs begroeten als een verblijdend teeken van zelfbewuste werkkracht cn ontwikkeling van den arbeider, indien zij niet door krachtige wetten wordt geregeld, indien zij wordt een handels vereeniging zonder paal of perk, dan is zij ongeoorloofd, de vreeselijke con current van de winkelier. Daarenboven wordt door het lange-crediet, dal de winkelier geven moet, een groot be drijfskapitaal vereischt. Zelfs voor kleinere winkels is dit betrekkelijk groot. En hoe moeielijk is het voor den winkelier zelfs om crediet te bekomen Hoe dikwijls valt hij als een slachtoffer van den woeker of moet hij bij gebrek aan crediet nadeel lijden in zijne zaken. De groothandelaar komt, en wie zal hem dit ten kwade duiden, op bepaalde tijdhij brengt u een beleefd bezoek en disponeert dan zonder genade. Voegt hier nog bij de zware belastingen, terwijl uwe klanten veeleiscliend zijn in hooger mate dan vroeger; de keuze moet rijk de bediening net en vlug zijn, en nog eens, wee u indien gij durft aandringen op Detaling, dan zijt gij brutaal, wautrouwend uwe zaken staan slecht en ge verliest uwe klanten en hunne vrienden. Is het te verwonderen, M. IT., dat de strijd om een oerlijk bestaan door deze en vele andere redenen utoeielijk wordt voor de neringdoenden dat velen zich genood zaakt zien om zes lange dagen van de week te zwoegen en nog van den Zondag den zwaarste» werkdag moeten maken. De ar beider eischt achtuurschen werkdagvoor hen geen rust en ondanks zwaren arbeid teruggang in de zaken de geest van on tevredenheid volgt deze mistanden als een hinkend paard. De zoogenaamde neutrale vereenigiogen iu België de Burgersbond te Geut en de Neringdoenden te Antwerpen, vormen reeds eene partij, die, wat hervormings plannen betreft, wedijveren Kan met drie der socialisten. Zullen wij dan neerzitten als Jeremias bij de puinen van Juruzakra en klageu over zijn val Waarom zijn uwe belangen verwaarloosd? Omdat gij tot dusverre niet genoeg aaneen gesloten waart om de misbruiken uit te roeien. Wij kunnen niets; zal men mij tegenwerpen, zonder de medewerking vau den Staat. Welnu, de Staat is verplicht uwe vereeniging te steunen door wijze wet gevingen in uw belang; de staat heeft u door den minister-president dien steun be loofd, op voorwaarde nochtans dat gij u or ganiseert. Hij begrijpt dat dit zijn eigen waar belang is. Gij klaagt over coöperatie Prof. Pijfferoen de groote verdediger der belangen van den middenstand in België, schrijft„Zoo de belanghebben bijtijds de voorzorg nemen om de prijzen te verlagen, behoeven zij de con currentie der coöperatieven niet te vreezen. In veel gevallen was verlaging van prijzen bij den détail-handel, in gemeen overleg, voldoende om coöperatieven, die met de besle kans van «lagen ontstonden, te doen mislukken'1 Gij ziet dus, M. H. aat coöperatie van den kleinhandel niet altijd noodig is coöperatie te bestrijden, maar noodzakelijk is de geest van corporatie, aan broederlijke samenwerking. Gij klragt over beursmisbruiken. Ver- eenigt u en doet uwen invloed bij de wet gevers gelden. Zij kunnen hier helpen, hier vooral is hunne hulp noodzakelijk. En de wetgevers zullen eerst dan rekening houden met uwe klachten, indien gij gezamelijk op komt voor uwe belangen. Gij klaagt over slechte betaling, en heel de wereld moest dezen toestand betreuren die even zeer in het nadeel is van den kooper als van den vorkooper. Vereenigt u, en blijft nan ens de vereeniging hameren op datzelfde aambeeld de eerste slagen zullen verloren gaan, maar allengs zult. gij de publieke opinie vormen, en een winkelier, die om het half jaar zijne rekening stuurt, zal daardoor geen wantrouwenmeer wekken voor zijne soliditeit. Pas d'argent, pas de Suisses, geen geld, geen goed moge eens de leuze worden. En gij zelf hebt behoefte aan krediet, de kleine winkelier vooral. De Spar- und Dar- lehnkassen van Duitschland mogen n ten voorbeeld strekkenindien gij u vereenigt zal de regeering uwe pogingen ook hierin steunen. Reeds in 1898 verleende de Duitsche regeering 50 millioen mark garantie-kapitaal Dn de volksbank te Leuven heeft in een jaar 14 millioen fr. omgezet; de bank der kleinhandelaren te Rome 9 millioen lire. De inrichting zelve moge moeielijker zijn dan die van de Boeren Bond gij zietjhier- uit M. II., dat zij niet onmogelijk is. De winkelier heeft behoeften aan handels onderwijs. Herrinnert u dan hoe al de lian- delscursussen in België, door den Staat ge subsidieerd en door beroepsvereenigiging ge sticht zijt. En wilt gij na een week van vruchtbaren arbeid de zoele rust van het familieleven genieten, dan ligt dit geheel in uw bereik, indien gij u vereenigt en gezamelijk besluit tot Zondagsrust, ls volstrekte Zondagsrust onmogelijk, de handel op Zondag kan schier overal beperkt worden. Voor niemand zal hieruit eenige schade, voor de geheele Maat schappij groot voordeel volgen. De oneerlijke concurrentie onder allerlei vorm kan bezwaarlijk door u alleen worden bestreden zij kan dit met goed gevolg door vereeniging. Men heeft herhaaldelijk (ie op werping gemaakt dat eene vereeniging v<»or u onmogelijk is, omdat gij concurreeren moet. Maar hebt ge dan ook geen algeraeene belangen? Een dier belangen is de bestrij ding van oneerlijke concurrentie, terwijl do eerlijke concurrentie zal blijven bestaan, zooals zij oestond in de gilden der middel eeuwen, zooals zij bestond in de Hanze, tot bloei van den handel. gmMBBSfflBSBBSSSHS Waaiwijksclie ri l.iifslriilsrhr Courant, m i ■MTMux»aa»«nOTra*«Ki»raaiiaaa>Tr»t«a»fg'Mecae» door 10) Daarop gelastte ik mijn gids onmiddellijk paar den te bestellen en de tarantas te doen voor komen. Ik wilde nu zonder één oogenblik te verliezen naar Engeland, naar Pauline terug- keereu I Na verloop van een half uur was alles gereed. Ivan eu ik, wij stapten in het voertuig, de yem- schik klapte met zijn zweep, de paarden sprongen vooiwaarts, de schellen rinkelden vroolijk, en voort vlogen wij door de duisternis, de terug reis van duizenden mijlen tegemoet. Eerst thans, nu ik zoo zeer brandde van verlangen om thuis te koiuen, begreep ik den onmetelijken afstand die tus8chen mij en mijne geliefde lag. Een kromming van den weg onttrok reeds spoedig de spookachtige ostrog aan mijn gezicht, doch eerst toen wij reeds vele mijlen er van verwijderd waren, begon mijn gemoed eenigszins rustiger te worden, en eerst verscheiden dagen later kon ik ook aan iets anders denken dan aan de verschrikkelijke plaats waar ik Ceneri gevon den had, en waarbinnen ik hem, nadat mijne zaken met hem waren afgeloopen, weder had zien opsluiten. Daar dit boek geene reisbeschrijving is, wil ik de reis niet in bijzonderheden weergeven. Het weder bleef bijna onafgebroken gunstig en de wegen waren in goeden staat. Mijn ongeduld noodzaakte mij om bijna dag eu nacht door te reizeu. Ik spaarde geene kosten inijn buiten gewoon paspoort verschafte mij vcrsche paarden, zelfs wanneer andere reizigers genoodzaakt wuren te wachten. In vijf en dertig dagen hielden wij voor het Hotel Russia te Nisjnie Novgorod stil, met de tarantass in zulk een beklagenswaardigen staat, dat tij waarschijnlijk geen dienst meer zou kunnen doen. Ik gaf haar mijn gids ten ge schenke die baar onmiddellijk aan den waard voor drie roebels verkocht. Op mijne terugreis naar Irkutsk vond ik te Tomsk, Tobolsk, Perm en het laatst te St. Pe tersburg een brief van Priscilla. Alle luiden even gunstig. Priscilla had zich met haar „pleeg kind" naar Devonshire begeven. Daar zij in deze landstreek geboren was, stelde de oude vrouw het grootst vertrouwen in hare gezonde ligging. Zij bevonden zich op een rustige doch fraaie buitenplaats, met vele water-partijen, en Priscil la verzekerde mij, dat Pauline bloeide als een roos, en even verstandig was als Master Qilbert zelve." Geen wonder dat ik, nadat ik dit goede nieuws vernomen had, nog sterker naar hais verlangde; niet alleen om mijne vrouw weer te zien, maar om haar zóódanig te zien als nimmer te voren, met herstelde geestvermogens Zou zij zich mijner herinneren? (Jp welke wijze zouden wij elkan der ontmoeten Zou zij eindelijk leeren mij lief te hebben? Was mijn leed ten einde, ol zou het nu juist beginnen? Dit waren vragen die alleen beantwoord konden worden als ik Engeland zoude bereiken. Eindelijk dan het vaderland I Hoe bezielend om weder onder eigen landgenooten te staan, en niets dan de eigen moedertaal om zich heen te hooren. Ik ben gebruind door wind en zon, mijn baard is zeer lang geworden eenige mijner kennissen herkennen mij aauwelijks bij mijne a&Dkomst te Londen. Met mijn tegenwoordig uiterlijk kon ik niet verwachten eenige herinne ring omtrent mijn .persoon bij Pauline op te wekken. Met behulp vau een scheermes en een nieuw costuum geleek ik spoedig weer mijzelf, en toen begaf ik mij, zelfs zonder Priscilla van mijn komst te verwittigen, op reis nnar het wes ten, om te zien wat het lot rmi beschoren had. Wat beteekent een reis door Engeland, wanneer iemand pas zulk een tocht als ik gemaakt had, achter den rug heeft? En toch schenen mij deze onbeduidende honderd en vijftig mijlen even lang toe, als voor een maand geleden duizend. De laatste paar mijlen moest ik per Omnibus afleggen, en hoewel wij door vier vlugge paarden getrokken werden, was het mij of elke mijlpaal in Siberië stond. Doch ten laatste was ook deze reis volbracht, en mijn bagage in het kantoor der omnibus achterlatende, begafik mij met kloppend hart naar het mij door Priscilla opgegeven adres. Het was een stil, afgelegen, klein gebouw, met houtgewas omgeven, en een tuintje met late zo merbloemen gevuld er voor. Terwijl ik wachtte tot de deur geopend werd, had ik den tijd te erkennen, dat Priscilla een lieflijk plekje had uitgekozen. Ik vroeg naar Mrs. Drew. Zij was niet thuis was voor een poos geledon met de jonge lady uitgegaan, en zou niet voor den avond tehuis komeD. Ik verwijderde mij, en ging op weg om hen tc zoeken. Het was wel vroeg in den herfst, maar toch was alles nog groen, frisch en fraai. De hemel was wolkeloos en ik ademde eer. zachten, balsa- mieken geur in. Ik bleef even stilstaan, al vorens ik besloot in welke richting ik mijne wandeling zoo voortzetten. Ver beneden mij lag het kleiue visschersdorp, doorsneden door den zachtkabbe- lenden stroom die door de vallei liep en kalm zijn weg naar zee vervolgde. Aan beide zijden vertoonden zich in de verte hooge torens en daarachter weilanden er. met houtgewas bedekte heuv ls, en recht vóór mij strekte zich in de verte de kalme, groene zee uit. Het schouwspel was schoon genoeg, doch ik wendde mij er van af. Ik verlangde immers naar niets dan Paulinel Het kwam mij voor, dat op zulk een dag het schaduwrijke woud en de vlietende stroom een onweerstaanbare aantrekkelijkheid moesten be zitten daarom doolde lk den steilen heuvel af, en wandelde voort langs den oever der rivier. Ik volgde omstreeks een mijl haren loop, nu eeus over met mos bedekte rotsen klauterende, en dan weder door kreupelhout dringend, tot ik eindelijk op een open vlakte aan den tegen- overgestelden oever eene dame zag zitten, die zich met teekenen beiig hield. Zij zat met den rug naar mij toe gekeerd, maar ik kende elke beweging dezer schoone gedaante genoegzaam, om onmiddellijk zeker te zijn, dat het mijne vrouw was I Indien ik nog eenige meerdere zekerheid noodig had, behoefde ik slecht9 een blik te werpen op hare gezellin, die naast haar zat en over een boek scheen te dutten.' Ik zou Priscilla's shawl op een mijl afstand herkend hebben er bestond er slechts één vac op de gansche aarde I Hoe hard het mij ook viel, besloot ik hen mijne te genwoordigheid niet te laten merken. Alvorens ik PauliDe wilde ontmoeten, moest ik met Pris cilla spreken, en naar hare inlichtingen mijn te volgen gedragslijn regelen. Maar, ondanks mijne vastberadenheid zwichtte ik voor de verleiding om meer naderbij te sluipen van de plaat9 waar ik thans stond, kon ik haar gelaat niet zien, dus kroop ik voorwaarts door het gras tot ik mij vlak tegenover de schilderes bevond, en half door de glooiing verborgen, haar naar hartelust kon gada slaan. De blos der gezondheid bedekte haar wang gezondheid sprak uit elke beweging, en toen zij zich omwendde om eenige woorden tot hare gezellin te spreken, was er iets in haren blik en glimlach, dat mijn hart van vreugde deed op springen. De vrouw die ik weervond, was een geheel ander wezen dan het «meisje» dat ik ver laten had. Plotseling keerde zij zich geheel om. en keek naar den anderen oever. Door mijne vreugde overmeesterd, had ik mijn schuilplaats verlaten, en onze blikken ontmoetten elkander over de rivier. Zij moe9t zich mijner in eenig opzicht herin neren. Al ware het ook als in een droom, moest mijn gelaat haar bekend voorkomen. Zij wierp haar penseel en schetsboek ter zijde, en sprong overeind alvorens ik Priscilla's uitroep van ver rassing en vreugde vernam. Zij stond naar mij te staren alsof zij verwachtte dat ik haar zou toespreken of tot haar komeD, terwijl mijn oude dienstbode mij haar welkom I welkom I" over den stroom toeriep. Het wa9 nu te laat om terug te treden. Ik vond een doorwaadbare plaats, en na verloop van twee minuten was ik aan den anderen oever. Pauline bleef onbewegelijk staan, maar Priscilla snelde mij te gemoet en kneep mij bijna de handen af. «Herinnert zij zich? kent zij mij fluisterde ik, terwijl ik mijne handen losmaakte en mij naar mijn vrouw begaf. «Nog niet; maar zij zal dit spoedig doen daar ben ik zeker van, Master Gilbert." Een stille bede slakende dat hare voorzegging bewaarheid mocht worden, bereikte ik Pauline en stak haar mijne banden toe. Zij nam ze zonder aarzeling aan en biel haar groote donkere oogen tot mij op. Wat kostte het mij vel moeite om baar niet aan mijn hart te drukkei.. «Pauline kent ge mij Zij sloeg hare oogen neder. «Priscilla heeft zeer dikwijls van u gesproken. «Zij zeide mij. dat gij mijn vriend zijt, en dat ik tot gij terug- kwuamt tevreden moest wezen en Diets mocla vragen." «Maar herinnert gij u mij niet? Ik verbeelde mij dat gij mij nu gewis zoudt kennen." Zij zuchtte: «Ik heb u in droomen, vreemd soortige droomen gezien.' Terwijl zij du zeide, overtoog een hooge blos haar beeldschoon gelaat. «Zeg mij eens wat gij droomdet vroeg ik. «Dat kau ik niet. Ik ben lang en zwaar ziek geweest. Ik heb veel, alle9 wat met mij ge beurd is vergeten.' «Zal ik het u dan zeggen «Thans niet, thans niet,'riep zij op smeekenden tooD «wacht, en alles zal mij wel weder voor den geest komen.' Waren die droomen, waarvan zij sprak,slechts de worstelingen van haar terugkeerer.d geheugen? Deed die schitterende ring aan haren vinger haar vaag veronderstellen, wat er was voorgevallen Ja, ik wilde wachten en hopen 1 Wij wandelden tezamen terug, terwijl Priscilla ons op eeuigen afsiund volgde, Pauline scheen mijn gezelschap zeer natuurlijk te vinden. Als hel pad steil of hobbelig werd, reikte zij mij hare handen toe, alsof ik haar rechtmatige steun was. Toch 6prak zij gedurende langen tijd geen woord. «Waar zijt gij vandaan gekomen? vroeg zij ten laatste. «Van een lange, lange reis, wel duizenden mijlen ver.' «Ja; als ik uw gelaat zag, waart gij altijd op reis. Vondt gij wat gij zocht vroeg zij opge wonden. «Ja; ik vond de waarheid. Ik weet thans alles.' «Zeg mij waar hij is." «Waar wie is." «Anthony, mijn eenig geliefde broeder, de knaap dien zij gedood hebben. Waar is zijn graf «Naast dat zijner moeder." (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 1