OE RAMP OP MARTINIQUE..
BUITENLAND.
Frankrijk.
Duitschlaiid.
Rusland.
BINNENLAND.
<3
9
3
P
2
A
P
I
V
V
h
i
e
I
I
v
f
t
i
i
deze kwestie geen onoverkomelijke moei
lijkheden op.
De Engelschc regeering weigerde een tijd
te bepalen voor het invoeren van vertegen
woordigende regeering. Dit vraagstuk was
het struikelblok van de geheele onderhan
delingen.
Duidelijk bleek bt' de onderhandelingen,
dat Steijn's dweepzucht geenszins gematigd
is. De hcele zaak kwam op het laatste
oogenblik tot stilstand, omdat Steijn en
Schalk Burger verklaarden, dat zij geen
volmacht hadden. De- zaak wer.l uitgesteld
tot den 1 Sen Mei om de burgers te kunnen
raadplegen. Er is dus geen zekerheid, dat
de Boerenleiders voornemens zijn toe te
geven.
Het verzoek om met de afgevaardigden
in Europa te mogen raadplegen, of een van
hen naar Zuid-Afrika te laten komen, werd
direct afgewezen.
^aotacapaos »csr»«ourx.«|f
De uitslag van alle verkiezingen is bekend,
behalve die van het tweede kiesdistrict op
Martinique, waar de verkiezing tengevolge
van de ramp is verdaagd, en die van Réunion.
De uitslag is als volgt verkozen 3 conser
vatieven, 17 nationalisten, 16 republikeinen
tegen het ministerie, 29 republikeinen, 42
radicalen, 40 radicaal—socialisten, 34 socia
listen van de partij van Gutsde. De conser
vatieven winnen 2 zetels en verliezen 2, de
nationalisten winnen 15, verliezen 17, de
republikeinen, tegenstanders der regeering,
winnen 8, verliezen 17, de republikeinen
winnen 14, verliezen 11, de radicaal-socialisten
winnen 12, verliezen 10, de socialisten winnen
6, verliezen 4 en die van de partij van
Guesde winnen 2 eu verliezen een zetel.
Bij de eerste verkiezing was de uitslag als
volgt: 47 conservatieven, 42 nationalisten,
83 republikeiuen tegen het ministerie, 82
republikeinen, 87 radicalen, 50 radicaal
socialisten, 22 socialisten, 2 socialisten van de
groep van Guesde.
Volgens de verklaring van de verkozenen
vóór dc stemming kan men verwachten, dat
de nieuwe Kamer zal zijn samengesteld uit
50 conservatieven, 59 nationalisten, 99 repu
blikeinen tegen hel ministerie. 177 republi
keinen, 129 radicalen, 90 radicaal socialisten.
43 socialisten, 6 socialisten van de groep van
Guesde totaal 587.
Ue 9 regceringsgezinde bladen maken de ge
volgtrekking, dat de verkiezingen naar „tevre
denheid in het voordeel van hei ministerie
zijn uitgevallen.
De keizer heeft met zijn plotseling en
gansch onverwacht besluit ten aanzien van
de intrekking van de dictatuur—paragraaf
voor Elzas— Lothariogeu weder eens getoond
hoezeer hij van verrassingen houdt, zoo zelfs
dat de meest getrouwe organen er niets van
wisten.
De bewuste paragraaf machtigde den
Oberptasident der Rijkslanden, „bij gevaar
voor de opeubare veiligheid onverwijld alle
maatregelen te nemen, die hij tot afwending
van het gevaar noodig acht". Door de wet
van 4 Juli 1879 werd deze bevoegdheid over
gedragen op den stadhouder. Zij veroorloofde
aan de regeering des lands, bij hare maat
regelen „in het belang van de openbare
veiligheid" een erg rekbaar begrip zich
niet te bekommeren om de bestaande wetten
b. v. inwoners des lauds kouden over de
grenzen worden gezet, couranten verboden
en verceoigingen ontbonden worden.
Deze maatregel van gelijkstelling van het
Rijksland met de overige deelen der rijks'
is reeds sinds lang gefitscht, doch de kans
op verwezenlijking leek tot vóór korten tijd
nog uiterst gering, tót nu de keizer op eigen
initiatief den knoop doorhakt, nadat reeds
in 1895 en in 1900, de Rijksdag gestemd
had ten gunste van de opheffing.
Er zijn thans bijzonderheden bekend
over 80 millioen M.k. aan giften van pati—
culiereu ten baten van den werkman, welke
alleen in den loop van 1901 in Duitschland
geschonken zijn. Het aantal giften is 1135,
meer dan de helft is van de naamlooze ven
nootschappen afkomstig. Van het geheele
bedrag zijn 20 millioen bestemd voor werken
van algemeen nut, IS1/» voor pensipens- en
ondersteuningsfondsen, 61/.} voor premie en
winstaaudeelen, 6 voor verbetering van huis
vesting, het overige voor ziekenverpleging, te
huizen voor oude lieden, opvoeding en on
derwijs enz.
Berlijn stond met 18 millioen bovenaan,
daarna kwamen de Rijnprovincie en Hessen
elk met 9 millioen Al deze schenkingen zijn
geschied onafhankelijk van de wettelijk voor
geschreven bijdragen die de patroons voor
de verzekering der werklieden moeten op
brengen.
President Loubet moet voornemens zijn
op de terugreis van Petersburg een kort be
zoek te brengen aan de stad Kopenhagen.
De regeeriusbode deelt bizonderheden
mede over de Boerenonlusten in de provinciën
Pultawa en Charkof van 26 Maart tot 3
April (oude stijl). Volgens deze roofde een
bende boeren op den 20sten Maart op het
landgoed van den groothertog van Mecklen
burg— Strelitz, onder voorgeven gebrek aan
levensmiddelen te hebben, verscheiden dui
zend pond aardappelen. Sedert dien lijd
trokken rooverbende, soms met 300 tot 400
wagens, door de bezittingen der grondeige
naars. De kozakken haalden de schuren leeg
en roofden vee, zoo b. v. op een laudgoed
20,000 pond graan. Twee compagnieën mi
litairen herstelden de rust. Twee Boeren
werden gedood eu zeven verwond.
Soortelijke ontlusten kwamen voor in de
districten Walki (Charkof en in het district
Bogodoekof op 31 Maart.
Thans is de rust in de provinciën Pultawa
en Charkof hersteld.
De moordenaar van den minister Sipjagin
is ter dood veroordeeld en wel door middel
van den strop Het vonnis is nog aan de
bekrachtiging des Keizers onderworpen.
Over tien verschrikkelijken ramp, die de
stad St. Pierre op Martinique, ecu der kleine
Antilles en Fransche bezitting, geteekend,
heeft, komen voortdurend berichten, zonder
dat een van alle, begrijpelijkerwijze een
goed verhaal van 't gebeurde geelt.
Wij laten hier verschillende berichten over
dit vreesdijk onheil volgen
De minister van marine heeft het volgend,
ongedateerd telegram ontvangen. Van boord
van de Sachet, geadresseerd aan het mini
sterie van marine te Parijs, uit Pointe ti
Pitre (haven op het eiland Guadeloupe
red.) Ziehier de inlichtingen, die ik me
over de gebeurtenissen van gisteren heb
weten te verschaffen. Tegen 8 uur blies de
krater geweldige massa's rook uit en begon
modder te spuwen. Dadelijk daarna viel het
vuur neer en oogenblikkelijk stond de geheele
stad in vlam ue schepen werden onttakeld
en vlogen in brand. Een Kwartier duurde
de steenenregen. Om 2 uur in den namid
dag ben ik bij St. Pierre aangekomen, maar
een levend wezen heb ik niet ontdekt in
de stad, waar het onmogelijk was door te
dringen. Bij de reede lagen talrijke lijken.
De stoomboot „Rubis" is naar St. Pierre
vertrokken met een vertegenwoordiger der
plaatselijke regeering, troepen, geestelijken
en levensmiddelen. Het strand, en de zee
zijn bedekt met wrakken. De booten lauden
tnoeielijk. De warmte is overweldigend.
Geen levend wezen wezen wordt ontdekt.
Men hoort alleen onderaardsch gerommel.
Alle sporen en straten zijn verdwenen op
zekere punten bemerkt men groepen lijken,
geheel naakt, in verschillende houdingen -
9 personen van eenzelfde gezin vindt men
stijf ineengestrengeld. In de brandkasten
van de Bank van Martinique wordt 2 mil
lioen aan papierwaarden gevonden.
Commandant Lebri van de „Suchet" on
derzoekt de puinhoopen en komt tot de ont
dekking, dat er scheuren komen in den bo
dem in oostelijke richting en de gronds
gesteldheid verandering ondergaat. Gelukkig
is dit gedeelte van het eiland door de
bevolking verlaten, die naar Fort de France
gevlucht is. Meer dan 4000 vluchtelingen
van „Le Precheur" zijn te Fort de France
aangebracht.
St. Pierre werd in enkele seconden in
een ontzaglijken vuurpoel herschapen door
de gloeiende lava en den vuurregen, die
zich over het geheele naburige gebied uit
strekten. Het regende ascli en steenen tot
zelfs over Fort-de-France. Het geheele
eiland is met een laag asch van 3 milli
meter bedektde warmte is buitengewoon.
Er zijn levensmiddelen gerequireerd,
schildwachten zijn bij de entrepots en de
gelden van de openbare kas geplaatst.
Het aantal slachtoffers wordt op 30.000
geraamd; de lijken liggen geheel naakt
op den grond, de ingewanden hangen er
uit. De naburige dorpen zijn overvuld
met 5000 vluchtelingen
De verdwijning van den gouverneur wordt
bevestigd. De Fransche kabelmaatschappij
zond een gemachtigde uit, die het kantoor
der maatschappij onder de puinhopen te
rugvond, maar geen spoor van het perso
neel. Met het verbranden der lijken is
een begin gemaakt.
De burgemeester van New Orleans zendt
per stoomboot 60,000 porties levensmidde-
delen en 10.000 fr. in geld als de opbrengst
van de eerste inschrijving.
De minister van marine ontvangt een
telegram van den commandant der Suchet
uit Fort-de-France, meldende, dat de com
mandant Zaterdag St. Pierre doorzocht
heeft met een afdeeling matrozen. De.
stad is niets meer dan een verzameling
rookendo puinhoopen, waaronder de slacht
offers begraven liggen. De Suchet heeft
naar Fort-de-France een gedeelte der be
volking van den Precheur kunnen terug
brengen, maar het was onmogelijk naar het
noorden van het eiland te gaan, wegeus
den zeer heftigen aschregen.
De vulkaan zag er dreigend uit, en Zon
dagavond nam men een onderaardsch ge
rommel waar, bliksemsfralen en lichtstra
len van groote kracht.
Het stoomschip Rubis is naar Saint-
Pierre vertrokken met een vertegenwoordi
ger van de plaatselijke regeering, troepen,
geeste,lijken en leeftocht. Het strand is
bedekt met wrakstukken. Het laden van
de sloepen gaat moeilijk. De hitte is over
stelpend. Men ziet geen levend wezen.
Men hoort het onderaardsch rommelen. Er
is geen spoor meer van straten. Op som
mige plaatsen vindt men hoopen geueel
naakte lijken in allerlei houdingen. Hier
liggen negen leden van één gezin dicht
ineen gestrengeld. In de kasten van de
Bank van Martinique viudt men voor twee
millioen frank aan geld terug. Lebri, de
gezagvoerder der Suchet, doorzoekt de bouw
vallen en ontdekt dat er zich in den grond
spleten vormen in oostelijke richting. De
gesteldheid van den bodem wijzigt zich.
Gelukkig heeft de bevolking dit gedeelte
van het eiland verlaten. Zij is gevlucht
naar Fort-de-France. Meer dan 4000
vluchtelingen van den Precheur zijn hier
aangebracht.
De Daily Mail ontvangt over St. Lucia
een aaneengeschakeld verhaal over de ramp
op Martinique, afkomstig van hal verbrande
vluchtelingen te St. Lucia aangebracht. Het
verhaal komt op het volgende neer.
De lavastroom, die Saint-Pierre over
stelpte, was een halve mijl breed en twintig
voet hoog. Binnen drie minuten legde hij
van krater naar zeestrand 8 K. M. at.
Toen de geweldige massa de zee bereikte,
week het water rondom honderd meter terug,
maar het keerde verwoed terug, hetgeen de
vloedgolf veroorzaakte waarover ik schreef
Aanhoudend klonken geweldige donderknal
len en was het stikduister gedurende de
werking van den krater. Donderdag was
de ondergang van het eiland en zijn be
woners volbracht.
Niet voor Zaterdag schijnen de landingen
om hulp te brengen geslaagd. De gelanden
vodden Saint-Pierre als een bouwval terug.
Duizenden lijken lagen in de straten; drie
duizend alleen onder de bouwvallen van
de kathedraal. Alleen door de lijken in
massa onmiddelijk te verbranden kon een
epidemie voorkomen worden. De telefoni
sche gemeenschap met Sint-Vincent werd
Donderdagmiddag verbroken. Destijds vielen
groote rotsblokken op Georgetown, waar de
straten bedolven werden onder dezelfde na
tuurverschijnselen als op Martinique waar
genomen.
Een telegram uit Fort France ver
zonden, meldde den duizend vluchtelingen
zich bevinden in Le Carbet in Case Pilote
bij Saint-Pierre. Er worden nog lichaams-
deelen van verongelukten gevonden overal
in den omtrek van St. Pierre ze worden
bijeen gegaard door «oldaten en gendarmes
die ze op een der openbare pleinen ver
branden.
President Roosevelt heeft aan het Congres
een boodschap gezonden, waarin hij de ramp
die Martinique getroffen heeft, beschrijft, er
bijvoegende dat volgens een raededeeling
der Fransche aan de Amerikaansche regeering
Fort de France en het geheele eiland nog be
dreigd worden en dus aan de Vereeuigde Staten
het verzoek gericht wordt, zoo snel mogelijk
vervoermiddelen te zenden om de geheele
bevolking van het eiland te ver wijderen. De
President verzoekt het congres daartoe
500,000 te willen toestaan.
De kruiser Dixie, die levensmiddelen
neeuit, nrjrec v irt j ul.jk uuc Martini-
niqae.
Het Huis van Afgevaardigden en de Se
naat hebben 200,000 toegestaan in plaats
van de 500,000 dollars, door Roosevelt ge
vraagd. Het wetsontwerp wordt nu uaar
Roosevelt teruggezonden.
Ook op het Britsche eiland St. Vincent
heeft een ernstige uitbarsting plaats gehad.
Men verneemt dat de volgende dépêche
is ontvangen van den gouverneur van Bar
bados. De Soufrière op St. Vincent is
hevig gaan werken. Op Barbados heeft
inen om 3 uur 's middags luide ontplof
fingen gehoord, die geleken op kanonschoten,
's Middags om 5 uur werd het duister eu
begon het te onweerentegelijkertijd viel
er een stofregen. Dit duurde tot het in
vallen van den nacht. Barbodos ligt een
duim dik ouder het stof.
De Times verneemt uit St. Thomas De
laatste berichten van St. Vincent stellen het
aantal mênschen die door de uitbarsting
liet leven hebben verloren op 5U0. Het
geheele noordelijke gedeelte van het eiland
is verwoest. Vele vluchtelingen van Marti
nique, die trachten over zee St. Lucas en
Martinique te bereiken, verdronken.
Lit Port Castries op het eiland Santa
Lucia wordt een meer uitvoerig bericht
gezonden over de uitbarsting van de Pelée.
Hieruit blijkt," dat op 3 Mei de Pelée is
gaan rooken. Den heelen dag duurde dat
voort en 's nachts sloegen groote vlammen
uit deu krater.
Deze verschijnselen gingen gepaard met
onderaardsch gerommel. Over een groote
uitgestrektheid stond het uitspansel in gloed.
Op 4 Mei, den volgenden dag, was de
vuurspuwende berg onzichtbaar door een
fijnen regen van gloeiende asch en weldra
lagen St. Pierre en de omstreken een duim
onder de asch.
Op 5 Mei, ongeveer op den middag,
kwam een stroom met kokende lava van
een hoogte van 4400 voet neerbruisen laugs
de droge bedding van een bergstroompje.
De vijf mijlen afstand van den krater tot
aan de kust waren afgelegd in 3 minuten.
Planten, boomen, huizen, fabrieken, alles
werd medegesleurd over een breedte van
een halve mijl. Van d'. groote suikerfabriek
van Guériu bleef alleen de schoorsteenpijp
rechtop staan, al het andera was opgegaan
in den vuurstroom. De personen in de fabriek
een 150, onder wie de zoon van Guériu,
kwamen om.
De zee, teruggeweken voor die lawine
van lava, kwam aanstonds terug tegen de
kust, zonder echter veel schade aan te
richten. Verschrikkelijke geluiden, regelmatig
terugkeerend na korte tusschenpoozen, ver
vulden de lucht.
Den heelen volgenden nacht bleef de
toestand onveranderd. Het electrisch licht
was overal uitgegaan en het was pikduister.
St. Pierre werd alleen flauw verlicht door
een onheilspellende gloed der vlammen, die
de Montague Pelée kroonden. De bewoners
waren buiten bezinning van angst en ze
vluchtten, velen in nachtgewaad, naar de
heuvelen om de stad.
De familie Plissonneau ontkwam op een
kleine boot naar Santé Lucia. 35 Personen,
meest vrouwen en kinderen, kwamen op den
morgen van 6 Mei ook i.og te Port Cas
tries aan. Van deze vluchtelingen kennen we
de bizonderheden, hier vermeld. De mannen
waren op het eiland Martinique gebleven.
In den namiddag van den 6den brak dc
kabel tusschen St. Vincent en Martinique.
Eindelijk, 8 Mei, in den namiddag, kwam
een stoomschip de haven van Castries binnen
varen, onkenbaar als een fantastisch wrak-
In ut en geheel bedekt met grijze asch.
Zeilen, masten, tuig, hingen als verkoolde
rafels langs de boorden. Dit was de Roddam.
De kapitein vertelde, dat hij dien vrecselijken
storm en een geweldig onweer naar St.
Pierre was gestoomd en 's morgens om 8
uur bij een boei vast was gaan liggen in
het gezicht van de stad St. Pierre.
't Was inmiddels prachtig weer geworden.
Voor eigenlijk te begrijpen was wat er
gebeurde viel een rookwolk, lichtende van
vuur en vonken, neer over de stad en over
de haven. Op hetzelfde oogenblik stond de
stad in vlam en het regende vuur op de
Roddam. Plissonneau, een recder uit St.
Pierre, di. juist met den kapitein in gesprek
was en in een sloep naast de stoomboot
lag, had nog juist den tijd op het groote
schip te klauteren zijn sloep duikelde.
Verscheiden manschappen van de equipage
vielen dood, levend verbrandende. De ket
tingen werden met boventnensc .elijke kracht
losgekapt en daar de Roddam nog steeds
onder stoom lag, kon de boot liet ruime sop
kiezen eu kwam 9 uren later te Port-Castries
aan.
Tusschen de zwartachtige aschlaag, die
zes duim dik de Roddam bedekte, lagen een
tiental voorwerpen, onbeschrijfelijkdat wa
ren lijken van menschen. Nog 2 andere
mannen waren overleden aan hun brandwon
den. Gedurende 6 mijlen was het vluch
tende schip vervolgt door den gloeiende»
regen. Ook de kapitein was ernstig gewond
door de brandende massa, maar Jozef Plis
sonneau nog erger. Plissonneau was 's mor
gens in zijn bootje komeu varen uit St. Pierre.
Vermoedelijk is hij de eenige bewoners van
St. Pierre, die gered is vaa diegeueu, die
na de eerste onrustbarende teekenen niet
zijn gevlucht, waut de stad en de schepen
zijn vernietigd.
Eerst was het schip de Grappler onder
gegaan en vervolgens was de beurt aan dc
lloraïraa
Op het oogenblik dat dit schip in de
golven verdween, wuifde de kapitein naar
den kapitieu van dc Roddam een laatst
vaarwel.
De manschappen van de Roddam zijn vol
lof over den heldenmoed van hun gezagvoer
der, die in de ure des ge vaars zelf het stuurrad
gegrepen had.
Toen om 10 uur 's avonds de Tek, van
de Royal Mail Company, zijn stoomfluit liet
huilen op vijf mijlen afstand van de kust,
werden zijn signalen niet beantwoord. De
geheele oever scheen een onmetelijko oven.
Een sloep werd uitgezet, maar het was niet
mogelijk te landen. 2 Uren kruiste de sloep,
maar ze ontdekte geen levend wezen. Hef
tige knallen werden nog steeds gehoord.
Ondanks den afstand werd de lek zelf
ondergestoven door de gloeiende asch.
Een Fransche kustvaarder kwam ook 's mid
dags van Fort de France te Castries om
hulp te haleu. Hij weet mee te deelen, dat
het land geheel verbrand is de dieren stier
ven en de planten zijn verkoold.
Bij troepen komen de boeren naar de steden
en men vreest voor hongersnood. St. Pierre
is nog niet te bereiken. Men ziet uit de
verte de rookende straten met lijken bedekt.
WAALWIJK, 15 Mei 1902.
Examen.
Maandag slaagde te 's-Bosch, voor 't
examen onderwijzer L. O. o. m, de heer en
C. Kuijsten en C. W. Kuijsten te Besoijen.
Van de vijf mannelijke kweekelingen
der normaallessen alhier, welke gisteren en
heden deelnamen aan het mondeling exa
men voor onderwijzer te 's Bosch, slaagden
er vier, n. 1. C. W. Kuijsten en C. Kuij
sten van Bezooien, A. Laarakker van Waal
wijk en D. de Bruijn van Capelle.
Dinsdag geslaagd de heeren A. G.
Laarakker te Waalwijk, D. C. de Bruijn te
Capelle, A. J. Geelhoed te 's-Gravemoer en
J. P. Loonen te Raaiusdonksveer.
Flobert—elub „Christiaan de Wet".
Gisterenavond hield de flobert-club .Chris
tiaan de Wet", gevestigd bij den heer A.
Gerris-Simons alhier, een onderling concours.
Zeer mooie eu doelmatige prijzen waren
voor dit doel aangekocht.
De uitslag van den wedstrijd was als
volgt
le prijs: de heer Albert Kemperman.
2e u L. Jonkergouw.
4e y tt n U. Michaël.
Geluksprijs de heer L. Joukergouw.
Eeu zeer goed en gezellig souper besloot
dezen aangeuameu feestavond.
Ongeval.
Gisteren had de wed. M. in de St. An-
tonius-parochie alhier het ongeluk van een
trap te vallen en haar pols te breken.
„Schep vreugde in 't leven."
Zondag 4 Mei \rerd deor een veertien
tal jongelui in het Café van den P. van
Huiten, voorheen P. de Bakker-Santbergen
eene sociëteit opgericht, onder bovenge
noemde zinspreuk. Als leden vau het be
stuur werden gekozen de heeren
Adrs. van den Broek, President.
P. de Kort, Secretaris,
Corns. Pulles, Penningmeester.
Bij gelegenheid der oprichting kenmerkte
deze Sociëteit zich reeds als zijnde hare
leuze getrouw.
Politiezaken.
In den nacht van Zondag op Maandag
hebben eeuige brutale dieven van een der
stooinbooten der Hollandsche Buurtspoorwe
gen, liggende in de haven alhier een vat
jenever gestolen.
Daders tot dusver onbekend, de politie
doet onderzoek.
Maandagavond werd op de Drunen-
sche kermis door onze maréchaussees, zekere
D. V. uit Veen aangehouden, en onder 't
raadhuis te Drcuicu opgeborgen.
De man moet nog 1 jaar zitten, alles
voor dronkenschap.
Terugkomer.de van de Drunensche
kermis werden een paar jongemannen uit
Baardwijk door eenige anderen opgewacht
en aangevallen in den Overlaat. Een der
eersten kreeg een wonde aan 't hoofd, de
andere verschillende sneden over zijn jas.
De zaak is in handen der politie.
Wij durven de aandacht der politie ves
tigen op 't feit, dat tegenwoordig voorna
melijk in deze maand zeer velen zich
amuseeren, met vooral des Zondagsmorgens
in de heide, talrijke gevederde zangers te
gaan verschalken.
Onnoodig zal het toch zeker wel zijn,
hier te zeggen waarom wij zulks ten zeer
ste betreurenwelk nut en genot deze lieve
diertjes, in volle vrijheid, den mensch be
zorgen, is reeds zoo dikwijls betoogd en
daarom van algetneene bekendheid.
Nachtegalen, Meivinken worden niet
spaard door de wreede vogelaars. Wij ho
pen dat de bevoegde autoriteiten hier aan
hunne tolle aandacht zullen wijden, eu
zeer streng toezicht zullen doen uitoefe
nen.
Van
Onze Koningin.
Zondag af wordt er slechts één
dagelijksch bulletin meer uitgegeven.
De Haagsche Kroniekschrijver van de N.
Gron. Crt. zegt
„De feiten, die in 't gansche vaderlaud
zoo groote dttelneming hebben gewekt en in
geheel de beschaafde wereld de hartelijke
sympathie vo.,r de vorstelijke lijderes op
nieuw duidelijk aan het licht brachten, zijn
in hoofdzaak bekend en wat mij er, toeval
ligerwijze, meer van ter oore is gekomen,
bevestigt de berichten dat de lieve Vorstin
ernstige oogenblikken heeft doorleefd en met
haar de Prins-Gemaal en de Koningin-
Moeder uren van angst en smart, die zich
vooral bij de laatste in wanhopige uitingen
van de diepste droefenis lucht gaven.
Ook dt Koningin zelf heeft, toen 't
treurig feit voldongen was, bitter over de
nieuwe teleurstelling geweend. Het was
dan ook een smartelijk ding, de illusie van
het jonge Vorstenpaar op nieuw te zien
Vernietigd, vooral nu gebleken is dat, ware
alles naar wensch gegaan, ons in September
eeu Prins van Oranje zou zijn geboren.
Maar al het leed zal spoedig vergeten en
naar we vertrouwen mogen, voor nieuwe
hope in de toekomst plaats maken, als het
gevaar geheel is geweken en de beminde
Vorstin allengs in krachten toeneemt gelijk
in de laatste dagen.
Dat onder deze omstandigheden van alle
reisplannen in den vreemde voorloopig i»
afgezien, behoeft wel geen betoog. Beu ik
wel iu gelicht dan zou het nu in de voor
nemens liggen, om, zoodra Hr. Ms. positie
het gedoogt, het Loo te verlaten om eeuigeu
tijd op het lustslot Soestdijk te gaan door
brengen. Of de vorstelijke familie daarna
naar het Loo terugkeert of naar Schwerin
gaat, is nog onbeslist, maar in elk geval
is er nu geen reden om te verwachten dat
de Koningin en de prins gemaal vóór Sep
tember weder naar den Haag zullen komeu.
De geneesheeren op het Paleis Het Loo
hebben de aandacht gevestigd op het ge
bruik van melk ten Paleize in verband met
Hr. Ms. jongste infectie-ziekte.
Besprekingen met Prins Hendrik hebben
geleid tot installatie v»n eeu eigen vee
stapel.
De oude boerderij van Prinses Marianne
in het Koninklijk Park zal daartoe worden
ingericht.
Een nieuwe Friesche stal wordt reeds
aangebouwd.
en