OE RAMP OP MARTINIQUE.. BUITENLAND. Frankrijk. Duitschlaiid. Rusland. BINNENLAND. <3 9 3 P 2 A P I V V h i e I I v f t i i deze kwestie geen onoverkomelijke moei lijkheden op. De Engelschc regeering weigerde een tijd te bepalen voor het invoeren van vertegen woordigende regeering. Dit vraagstuk was het struikelblok van de geheele onderhan delingen. Duidelijk bleek bt' de onderhandelingen, dat Steijn's dweepzucht geenszins gematigd is. De hcele zaak kwam op het laatste oogenblik tot stilstand, omdat Steijn en Schalk Burger verklaarden, dat zij geen volmacht hadden. De- zaak wer.l uitgesteld tot den 1 Sen Mei om de burgers te kunnen raadplegen. Er is dus geen zekerheid, dat de Boerenleiders voornemens zijn toe te geven. Het verzoek om met de afgevaardigden in Europa te mogen raadplegen, of een van hen naar Zuid-Afrika te laten komen, werd direct afgewezen. ^aotacapaos »csr»«ourx.«|f De uitslag van alle verkiezingen is bekend, behalve die van het tweede kiesdistrict op Martinique, waar de verkiezing tengevolge van de ramp is verdaagd, en die van Réunion. De uitslag is als volgt verkozen 3 conser vatieven, 17 nationalisten, 16 republikeinen tegen het ministerie, 29 republikeinen, 42 radicalen, 40 radicaal—socialisten, 34 socia listen van de partij van Gutsde. De conser vatieven winnen 2 zetels en verliezen 2, de nationalisten winnen 15, verliezen 17, de republikeinen, tegenstanders der regeering, winnen 8, verliezen 17, de republikeinen winnen 14, verliezen 11, de radicaal-socialisten winnen 12, verliezen 10, de socialisten winnen 6, verliezen 4 en die van de partij van Guesde winnen 2 eu verliezen een zetel. Bij de eerste verkiezing was de uitslag als volgt: 47 conservatieven, 42 nationalisten, 83 republikeiuen tegen het ministerie, 82 republikeinen, 87 radicalen, 50 radicaal socialisten, 22 socialisten, 2 socialisten van de groep van Guesde. Volgens de verklaring van de verkozenen vóór dc stemming kan men verwachten, dat de nieuwe Kamer zal zijn samengesteld uit 50 conservatieven, 59 nationalisten, 99 repu blikeinen tegen hel ministerie. 177 republi keinen, 129 radicalen, 90 radicaal socialisten. 43 socialisten, 6 socialisten van de groep van Guesde totaal 587. Ue 9 regceringsgezinde bladen maken de ge volgtrekking, dat de verkiezingen naar „tevre denheid in het voordeel van hei ministerie zijn uitgevallen. De keizer heeft met zijn plotseling en gansch onverwacht besluit ten aanzien van de intrekking van de dictatuur—paragraaf voor Elzas— Lothariogeu weder eens getoond hoezeer hij van verrassingen houdt, zoo zelfs dat de meest getrouwe organen er niets van wisten. De bewuste paragraaf machtigde den Oberptasident der Rijkslanden, „bij gevaar voor de opeubare veiligheid onverwijld alle maatregelen te nemen, die hij tot afwending van het gevaar noodig acht". Door de wet van 4 Juli 1879 werd deze bevoegdheid over gedragen op den stadhouder. Zij veroorloofde aan de regeering des lands, bij hare maat regelen „in het belang van de openbare veiligheid" een erg rekbaar begrip zich niet te bekommeren om de bestaande wetten b. v. inwoners des lauds kouden over de grenzen worden gezet, couranten verboden en verceoigingen ontbonden worden. Deze maatregel van gelijkstelling van het Rijksland met de overige deelen der rijks' is reeds sinds lang gefitscht, doch de kans op verwezenlijking leek tot vóór korten tijd nog uiterst gering, tót nu de keizer op eigen initiatief den knoop doorhakt, nadat reeds in 1895 en in 1900, de Rijksdag gestemd had ten gunste van de opheffing. Er zijn thans bijzonderheden bekend over 80 millioen M.k. aan giften van pati— culiereu ten baten van den werkman, welke alleen in den loop van 1901 in Duitschland geschonken zijn. Het aantal giften is 1135, meer dan de helft is van de naamlooze ven nootschappen afkomstig. Van het geheele bedrag zijn 20 millioen bestemd voor werken van algemeen nut, IS1/» voor pensipens- en ondersteuningsfondsen, 61/.} voor premie en winstaaudeelen, 6 voor verbetering van huis vesting, het overige voor ziekenverpleging, te huizen voor oude lieden, opvoeding en on derwijs enz. Berlijn stond met 18 millioen bovenaan, daarna kwamen de Rijnprovincie en Hessen elk met 9 millioen Al deze schenkingen zijn geschied onafhankelijk van de wettelijk voor geschreven bijdragen die de patroons voor de verzekering der werklieden moeten op brengen. President Loubet moet voornemens zijn op de terugreis van Petersburg een kort be zoek te brengen aan de stad Kopenhagen. De regeeriusbode deelt bizonderheden mede over de Boerenonlusten in de provinciën Pultawa en Charkof van 26 Maart tot 3 April (oude stijl). Volgens deze roofde een bende boeren op den 20sten Maart op het landgoed van den groothertog van Mecklen burg— Strelitz, onder voorgeven gebrek aan levensmiddelen te hebben, verscheiden dui zend pond aardappelen. Sedert dien lijd trokken rooverbende, soms met 300 tot 400 wagens, door de bezittingen der grondeige naars. De kozakken haalden de schuren leeg en roofden vee, zoo b. v. op een laudgoed 20,000 pond graan. Twee compagnieën mi litairen herstelden de rust. Twee Boeren werden gedood eu zeven verwond. Soortelijke ontlusten kwamen voor in de districten Walki (Charkof en in het district Bogodoekof op 31 Maart. Thans is de rust in de provinciën Pultawa en Charkof hersteld. De moordenaar van den minister Sipjagin is ter dood veroordeeld en wel door middel van den strop Het vonnis is nog aan de bekrachtiging des Keizers onderworpen. Over tien verschrikkelijken ramp, die de stad St. Pierre op Martinique, ecu der kleine Antilles en Fransche bezitting, geteekend, heeft, komen voortdurend berichten, zonder dat een van alle, begrijpelijkerwijze een goed verhaal van 't gebeurde geelt. Wij laten hier verschillende berichten over dit vreesdijk onheil volgen De minister van marine heeft het volgend, ongedateerd telegram ontvangen. Van boord van de Sachet, geadresseerd aan het mini sterie van marine te Parijs, uit Pointe ti Pitre (haven op het eiland Guadeloupe red.) Ziehier de inlichtingen, die ik me over de gebeurtenissen van gisteren heb weten te verschaffen. Tegen 8 uur blies de krater geweldige massa's rook uit en begon modder te spuwen. Dadelijk daarna viel het vuur neer en oogenblikkelijk stond de geheele stad in vlam ue schepen werden onttakeld en vlogen in brand. Een Kwartier duurde de steenenregen. Om 2 uur in den namid dag ben ik bij St. Pierre aangekomen, maar een levend wezen heb ik niet ontdekt in de stad, waar het onmogelijk was door te dringen. Bij de reede lagen talrijke lijken. De stoomboot „Rubis" is naar St. Pierre vertrokken met een vertegenwoordiger der plaatselijke regeering, troepen, geestelijken en levensmiddelen. Het strand, en de zee zijn bedekt met wrakken. De booten lauden tnoeielijk. De warmte is overweldigend. Geen levend wezen wezen wordt ontdekt. Men hoort alleen onderaardsch gerommel. Alle sporen en straten zijn verdwenen op zekere punten bemerkt men groepen lijken, geheel naakt, in verschillende houdingen - 9 personen van eenzelfde gezin vindt men stijf ineengestrengeld. In de brandkasten van de Bank van Martinique wordt 2 mil lioen aan papierwaarden gevonden. Commandant Lebri van de „Suchet" on derzoekt de puinhoopen en komt tot de ont dekking, dat er scheuren komen in den bo dem in oostelijke richting en de gronds gesteldheid verandering ondergaat. Gelukkig is dit gedeelte van het eiland door de bevolking verlaten, die naar Fort de France gevlucht is. Meer dan 4000 vluchtelingen van „Le Precheur" zijn te Fort de France aangebracht. St. Pierre werd in enkele seconden in een ontzaglijken vuurpoel herschapen door de gloeiende lava en den vuurregen, die zich over het geheele naburige gebied uit strekten. Het regende ascli en steenen tot zelfs over Fort-de-France. Het geheele eiland is met een laag asch van 3 milli meter bedektde warmte is buitengewoon. Er zijn levensmiddelen gerequireerd, schildwachten zijn bij de entrepots en de gelden van de openbare kas geplaatst. Het aantal slachtoffers wordt op 30.000 geraamd; de lijken liggen geheel naakt op den grond, de ingewanden hangen er uit. De naburige dorpen zijn overvuld met 5000 vluchtelingen De verdwijning van den gouverneur wordt bevestigd. De Fransche kabelmaatschappij zond een gemachtigde uit, die het kantoor der maatschappij onder de puinhopen te rugvond, maar geen spoor van het perso neel. Met het verbranden der lijken is een begin gemaakt. De burgemeester van New Orleans zendt per stoomboot 60,000 porties levensmidde- delen en 10.000 fr. in geld als de opbrengst van de eerste inschrijving. De minister van marine ontvangt een telegram van den commandant der Suchet uit Fort-de-France, meldende, dat de com mandant Zaterdag St. Pierre doorzocht heeft met een afdeeling matrozen. De. stad is niets meer dan een verzameling rookendo puinhoopen, waaronder de slacht offers begraven liggen. De Suchet heeft naar Fort-de-France een gedeelte der be volking van den Precheur kunnen terug brengen, maar het was onmogelijk naar het noorden van het eiland te gaan, wegeus den zeer heftigen aschregen. De vulkaan zag er dreigend uit, en Zon dagavond nam men een onderaardsch ge rommel waar, bliksemsfralen en lichtstra len van groote kracht. Het stoomschip Rubis is naar Saint- Pierre vertrokken met een vertegenwoordi ger van de plaatselijke regeering, troepen, geeste,lijken en leeftocht. Het strand is bedekt met wrakstukken. Het laden van de sloepen gaat moeilijk. De hitte is over stelpend. Men ziet geen levend wezen. Men hoort het onderaardsch rommelen. Er is geen spoor meer van straten. Op som mige plaatsen vindt men hoopen geueel naakte lijken in allerlei houdingen. Hier liggen negen leden van één gezin dicht ineen gestrengeld. In de kasten van de Bank van Martinique viudt men voor twee millioen frank aan geld terug. Lebri, de gezagvoerder der Suchet, doorzoekt de bouw vallen en ontdekt dat er zich in den grond spleten vormen in oostelijke richting. De gesteldheid van den bodem wijzigt zich. Gelukkig heeft de bevolking dit gedeelte van het eiland verlaten. Zij is gevlucht naar Fort-de-France. Meer dan 4000 vluchtelingen van den Precheur zijn hier aangebracht. De Daily Mail ontvangt over St. Lucia een aaneengeschakeld verhaal over de ramp op Martinique, afkomstig van hal verbrande vluchtelingen te St. Lucia aangebracht. Het verhaal komt op het volgende neer. De lavastroom, die Saint-Pierre over stelpte, was een halve mijl breed en twintig voet hoog. Binnen drie minuten legde hij van krater naar zeestrand 8 K. M. at. Toen de geweldige massa de zee bereikte, week het water rondom honderd meter terug, maar het keerde verwoed terug, hetgeen de vloedgolf veroorzaakte waarover ik schreef Aanhoudend klonken geweldige donderknal len en was het stikduister gedurende de werking van den krater. Donderdag was de ondergang van het eiland en zijn be woners volbracht. Niet voor Zaterdag schijnen de landingen om hulp te brengen geslaagd. De gelanden vodden Saint-Pierre als een bouwval terug. Duizenden lijken lagen in de straten; drie duizend alleen onder de bouwvallen van de kathedraal. Alleen door de lijken in massa onmiddelijk te verbranden kon een epidemie voorkomen worden. De telefoni sche gemeenschap met Sint-Vincent werd Donderdagmiddag verbroken. Destijds vielen groote rotsblokken op Georgetown, waar de straten bedolven werden onder dezelfde na tuurverschijnselen als op Martinique waar genomen. Een telegram uit Fort France ver zonden, meldde den duizend vluchtelingen zich bevinden in Le Carbet in Case Pilote bij Saint-Pierre. Er worden nog lichaams- deelen van verongelukten gevonden overal in den omtrek van St. Pierre ze worden bijeen gegaard door «oldaten en gendarmes die ze op een der openbare pleinen ver branden. President Roosevelt heeft aan het Congres een boodschap gezonden, waarin hij de ramp die Martinique getroffen heeft, beschrijft, er bijvoegende dat volgens een raededeeling der Fransche aan de Amerikaansche regeering Fort de France en het geheele eiland nog be dreigd worden en dus aan de Vereeuigde Staten het verzoek gericht wordt, zoo snel mogelijk vervoermiddelen te zenden om de geheele bevolking van het eiland te ver wijderen. De President verzoekt het congres daartoe 500,000 te willen toestaan. De kruiser Dixie, die levensmiddelen neeuit, nrjrec v irt j ul.jk uuc Martini- niqae. Het Huis van Afgevaardigden en de Se naat hebben 200,000 toegestaan in plaats van de 500,000 dollars, door Roosevelt ge vraagd. Het wetsontwerp wordt nu uaar Roosevelt teruggezonden. Ook op het Britsche eiland St. Vincent heeft een ernstige uitbarsting plaats gehad. Men verneemt dat de volgende dépêche is ontvangen van den gouverneur van Bar bados. De Soufrière op St. Vincent is hevig gaan werken. Op Barbados heeft inen om 3 uur 's middags luide ontplof fingen gehoord, die geleken op kanonschoten, 's Middags om 5 uur werd het duister eu begon het te onweerentegelijkertijd viel er een stofregen. Dit duurde tot het in vallen van den nacht. Barbodos ligt een duim dik ouder het stof. De Times verneemt uit St. Thomas De laatste berichten van St. Vincent stellen het aantal mênschen die door de uitbarsting liet leven hebben verloren op 5U0. Het geheele noordelijke gedeelte van het eiland is verwoest. Vele vluchtelingen van Marti nique, die trachten over zee St. Lucas en Martinique te bereiken, verdronken. Lit Port Castries op het eiland Santa Lucia wordt een meer uitvoerig bericht gezonden over de uitbarsting van de Pelée. Hieruit blijkt," dat op 3 Mei de Pelée is gaan rooken. Den heelen dag duurde dat voort en 's nachts sloegen groote vlammen uit deu krater. Deze verschijnselen gingen gepaard met onderaardsch gerommel. Over een groote uitgestrektheid stond het uitspansel in gloed. Op 4 Mei, den volgenden dag, was de vuurspuwende berg onzichtbaar door een fijnen regen van gloeiende asch en weldra lagen St. Pierre en de omstreken een duim onder de asch. Op 5 Mei, ongeveer op den middag, kwam een stroom met kokende lava van een hoogte van 4400 voet neerbruisen laugs de droge bedding van een bergstroompje. De vijf mijlen afstand van den krater tot aan de kust waren afgelegd in 3 minuten. Planten, boomen, huizen, fabrieken, alles werd medegesleurd over een breedte van een halve mijl. Van d'. groote suikerfabriek van Guériu bleef alleen de schoorsteenpijp rechtop staan, al het andera was opgegaan in den vuurstroom. De personen in de fabriek een 150, onder wie de zoon van Guériu, kwamen om. De zee, teruggeweken voor die lawine van lava, kwam aanstonds terug tegen de kust, zonder echter veel schade aan te richten. Verschrikkelijke geluiden, regelmatig terugkeerend na korte tusschenpoozen, ver vulden de lucht. Den heelen volgenden nacht bleef de toestand onveranderd. Het electrisch licht was overal uitgegaan en het was pikduister. St. Pierre werd alleen flauw verlicht door een onheilspellende gloed der vlammen, die de Montague Pelée kroonden. De bewoners waren buiten bezinning van angst en ze vluchtten, velen in nachtgewaad, naar de heuvelen om de stad. De familie Plissonneau ontkwam op een kleine boot naar Santé Lucia. 35 Personen, meest vrouwen en kinderen, kwamen op den morgen van 6 Mei ook i.og te Port Cas tries aan. Van deze vluchtelingen kennen we de bizonderheden, hier vermeld. De mannen waren op het eiland Martinique gebleven. In den namiddag van den 6den brak dc kabel tusschen St. Vincent en Martinique. Eindelijk, 8 Mei, in den namiddag, kwam een stoomschip de haven van Castries binnen varen, onkenbaar als een fantastisch wrak- In ut en geheel bedekt met grijze asch. Zeilen, masten, tuig, hingen als verkoolde rafels langs de boorden. Dit was de Roddam. De kapitein vertelde, dat hij dien vrecselijken storm en een geweldig onweer naar St. Pierre was gestoomd en 's morgens om 8 uur bij een boei vast was gaan liggen in het gezicht van de stad St. Pierre. 't Was inmiddels prachtig weer geworden. Voor eigenlijk te begrijpen was wat er gebeurde viel een rookwolk, lichtende van vuur en vonken, neer over de stad en over de haven. Op hetzelfde oogenblik stond de stad in vlam en het regende vuur op de Roddam. Plissonneau, een recder uit St. Pierre, di. juist met den kapitein in gesprek was en in een sloep naast de stoomboot lag, had nog juist den tijd op het groote schip te klauteren zijn sloep duikelde. Verscheiden manschappen van de equipage vielen dood, levend verbrandende. De ket tingen werden met boventnensc .elijke kracht losgekapt en daar de Roddam nog steeds onder stoom lag, kon de boot liet ruime sop kiezen eu kwam 9 uren later te Port-Castries aan. Tusschen de zwartachtige aschlaag, die zes duim dik de Roddam bedekte, lagen een tiental voorwerpen, onbeschrijfelijkdat wa ren lijken van menschen. Nog 2 andere mannen waren overleden aan hun brandwon den. Gedurende 6 mijlen was het vluch tende schip vervolgt door den gloeiende» regen. Ook de kapitein was ernstig gewond door de brandende massa, maar Jozef Plis sonneau nog erger. Plissonneau was 's mor gens in zijn bootje komeu varen uit St. Pierre. Vermoedelijk is hij de eenige bewoners van St. Pierre, die gered is vaa diegeueu, die na de eerste onrustbarende teekenen niet zijn gevlucht, waut de stad en de schepen zijn vernietigd. Eerst was het schip de Grappler onder gegaan en vervolgens was de beurt aan dc lloraïraa Op het oogenblik dat dit schip in de golven verdween, wuifde de kapitein naar den kapitieu van dc Roddam een laatst vaarwel. De manschappen van de Roddam zijn vol lof over den heldenmoed van hun gezagvoer der, die in de ure des ge vaars zelf het stuurrad gegrepen had. Toen om 10 uur 's avonds de Tek, van de Royal Mail Company, zijn stoomfluit liet huilen op vijf mijlen afstand van de kust, werden zijn signalen niet beantwoord. De geheele oever scheen een onmetelijko oven. Een sloep werd uitgezet, maar het was niet mogelijk te landen. 2 Uren kruiste de sloep, maar ze ontdekte geen levend wezen. Hef tige knallen werden nog steeds gehoord. Ondanks den afstand werd de lek zelf ondergestoven door de gloeiende asch. Een Fransche kustvaarder kwam ook 's mid dags van Fort de France te Castries om hulp te haleu. Hij weet mee te deelen, dat het land geheel verbrand is de dieren stier ven en de planten zijn verkoold. Bij troepen komen de boeren naar de steden en men vreest voor hongersnood. St. Pierre is nog niet te bereiken. Men ziet uit de verte de rookende straten met lijken bedekt. WAALWIJK, 15 Mei 1902. Examen. Maandag slaagde te 's-Bosch, voor 't examen onderwijzer L. O. o. m, de heer en C. Kuijsten en C. W. Kuijsten te Besoijen. Van de vijf mannelijke kweekelingen der normaallessen alhier, welke gisteren en heden deelnamen aan het mondeling exa men voor onderwijzer te 's Bosch, slaagden er vier, n. 1. C. W. Kuijsten en C. Kuij sten van Bezooien, A. Laarakker van Waal wijk en D. de Bruijn van Capelle. Dinsdag geslaagd de heeren A. G. Laarakker te Waalwijk, D. C. de Bruijn te Capelle, A. J. Geelhoed te 's-Gravemoer en J. P. Loonen te Raaiusdonksveer. Flobert—elub „Christiaan de Wet". Gisterenavond hield de flobert-club .Chris tiaan de Wet", gevestigd bij den heer A. Gerris-Simons alhier, een onderling concours. Zeer mooie eu doelmatige prijzen waren voor dit doel aangekocht. De uitslag van den wedstrijd was als volgt le prijs: de heer Albert Kemperman. 2e u L. Jonkergouw. 4e y tt n U. Michaël. Geluksprijs de heer L. Joukergouw. Eeu zeer goed en gezellig souper besloot dezen aangeuameu feestavond. Ongeval. Gisteren had de wed. M. in de St. An- tonius-parochie alhier het ongeluk van een trap te vallen en haar pols te breken. „Schep vreugde in 't leven." Zondag 4 Mei \rerd deor een veertien tal jongelui in het Café van den P. van Huiten, voorheen P. de Bakker-Santbergen eene sociëteit opgericht, onder bovenge noemde zinspreuk. Als leden vau het be stuur werden gekozen de heeren Adrs. van den Broek, President. P. de Kort, Secretaris, Corns. Pulles, Penningmeester. Bij gelegenheid der oprichting kenmerkte deze Sociëteit zich reeds als zijnde hare leuze getrouw. Politiezaken. In den nacht van Zondag op Maandag hebben eeuige brutale dieven van een der stooinbooten der Hollandsche Buurtspoorwe gen, liggende in de haven alhier een vat jenever gestolen. Daders tot dusver onbekend, de politie doet onderzoek. Maandagavond werd op de Drunen- sche kermis door onze maréchaussees, zekere D. V. uit Veen aangehouden, en onder 't raadhuis te Drcuicu opgeborgen. De man moet nog 1 jaar zitten, alles voor dronkenschap. Terugkomer.de van de Drunensche kermis werden een paar jongemannen uit Baardwijk door eenige anderen opgewacht en aangevallen in den Overlaat. Een der eersten kreeg een wonde aan 't hoofd, de andere verschillende sneden over zijn jas. De zaak is in handen der politie. Wij durven de aandacht der politie ves tigen op 't feit, dat tegenwoordig voorna melijk in deze maand zeer velen zich amuseeren, met vooral des Zondagsmorgens in de heide, talrijke gevederde zangers te gaan verschalken. Onnoodig zal het toch zeker wel zijn, hier te zeggen waarom wij zulks ten zeer ste betreurenwelk nut en genot deze lieve diertjes, in volle vrijheid, den mensch be zorgen, is reeds zoo dikwijls betoogd en daarom van algetneene bekendheid. Nachtegalen, Meivinken worden niet spaard door de wreede vogelaars. Wij ho pen dat de bevoegde autoriteiten hier aan hunne tolle aandacht zullen wijden, eu zeer streng toezicht zullen doen uitoefe nen. Van Onze Koningin. Zondag af wordt er slechts één dagelijksch bulletin meer uitgegeven. De Haagsche Kroniekschrijver van de N. Gron. Crt. zegt „De feiten, die in 't gansche vaderlaud zoo groote dttelneming hebben gewekt en in geheel de beschaafde wereld de hartelijke sympathie vo.,r de vorstelijke lijderes op nieuw duidelijk aan het licht brachten, zijn in hoofdzaak bekend en wat mij er, toeval ligerwijze, meer van ter oore is gekomen, bevestigt de berichten dat de lieve Vorstin ernstige oogenblikken heeft doorleefd en met haar de Prins-Gemaal en de Koningin- Moeder uren van angst en smart, die zich vooral bij de laatste in wanhopige uitingen van de diepste droefenis lucht gaven. Ook dt Koningin zelf heeft, toen 't treurig feit voldongen was, bitter over de nieuwe teleurstelling geweend. Het was dan ook een smartelijk ding, de illusie van het jonge Vorstenpaar op nieuw te zien Vernietigd, vooral nu gebleken is dat, ware alles naar wensch gegaan, ons in September eeu Prins van Oranje zou zijn geboren. Maar al het leed zal spoedig vergeten en naar we vertrouwen mogen, voor nieuwe hope in de toekomst plaats maken, als het gevaar geheel is geweken en de beminde Vorstin allengs in krachten toeneemt gelijk in de laatste dagen. Dat onder deze omstandigheden van alle reisplannen in den vreemde voorloopig i» afgezien, behoeft wel geen betoog. Beu ik wel iu gelicht dan zou het nu in de voor nemens liggen, om, zoodra Hr. Ms. positie het gedoogt, het Loo te verlaten om eeuigeu tijd op het lustslot Soestdijk te gaan door brengen. Of de vorstelijke familie daarna naar het Loo terugkeert of naar Schwerin gaat, is nog onbeslist, maar in elk geval is er nu geen reden om te verwachten dat de Koningin en de prins gemaal vóór Sep tember weder naar den Haag zullen komeu. De geneesheeren op het Paleis Het Loo hebben de aandacht gevestigd op het ge bruik van melk ten Paleize in verband met Hr. Ms. jongste infectie-ziekte. Besprekingen met Prins Hendrik hebben geleid tot installatie v»n eeu eigen vee stapel. De oude boerderij van Prinses Marianne in het Koninklijk Park zal daartoe worden ingericht. Een nieuwe Friesche stal wordt reeds aangebouwd. en

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 2