ONTWAAKT
Belangrijk
r
Amerika.
FEUILLETON.
Hugh Conway.
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws
uit het Engelscli
ramp verloren gegaan zijn. Hij zou zelf met
senator Knight op de „Suchet" naar St.
Pierre vertrekken, de stad in oogeuschouw
nemen en daarna een rondvaart om het
eiland maken.
Het heet, dat gouverneur Mouttet die om
het leven gekomen is, voornemens was op
Hemelvaartsdag, den dag van de ramp, te
St. Pierre een godsdienstoefening bij te wonen
waar gedankt zou worden, dat het gevaar
voor eeu uitbarsting van den Pelée voorbij
was.
Op Dominica zijn 300 bewoners van St.
Pierre in roeiboolen behouden aangekomen.
Te Foit d« France zijn 50 personen aan
gebracht, die te St. Pierre tie lijken beroof
den.
De troepen die te Saint Pierre zijn ge~
statiouneerd, hebben bevel ontvangen op de
roovers te schieten.
Hulp.
De minister van koloniën te Parijs heeft
bekend gemaakt, dat maatregelen zijn ge
nomen, om zoo spoedig mogelijk hulp te
veilecnen op Martinique. Groote zendingen
zijn verscheept door de naburige koloniën
en van uur tot uur kunnen Araerikaansche
transportschepen te Foit de trance aanko
men, die levensmiddelen aanbrengen, bere
kend voor 150.000 personen gedurende 3
weken. Bovendien heelt het departement
van koloniën de afzending gelast van 150 000
K.G. .«tokvisch, 100.000 K.G. meel en 45.000
K.G. conserven. Van de 450.000 francs, die
reeds door openbare inschrijvingen bijeen
zijn, l eeft de minister reeds 100,000 francs
voor verdeeling onder de bevolking van de
bchocfiigen op Martinique beschikbaar ge
steld.
De toekomst der Antillen.
Prof. Heilbrin te New-York heelt in ver
band met de jongste vulkanische werkingen
in de Caraibische Zee verklaard, dat alle
Antillen achtereenvolgens zullen verdwijnen.
l)e voortdurende uitbarstingen bewijzen, dat
in den schoot der aarde langzamerhand een
gat ou'staat. Wanneer dit gat zekere afme
tingen zal hebben verkregen, zal de ver
dwijning der eilanden een feit worden. De
kleine Antillen liggen in een gebied, waar
de aardkorst uiterst zwak is.
Nog gewichtiger dan de plaatsing van hel
standb:eld te Washington, indien er althans
iets belangrijkers is dan een Pruisisch vorst,
is het zelfstaudig optreden der Cubaanschc
republiek. Deze zal naar besloten is, zelfstandig
wordei met Amerika alleen verbonden door
een snzereiniteitsverdiag en den plicht om
vloolstations af te staan,
Was 't Amerika dan werkelijk recht ge
meend, toen het Cuba van het klassieke
„Spanje's dwangjuk" bevrijdde De oorlog op
de Filippijnen leert wel anders.
Maar wie zich tegeu annexatie verzetten
waren politiek en machtiger factor
de handel.
De i olitiek verzette zich tegen de opneming
van ruim een half millioeu negers, die in
Amerika dikwijls wel als menschen, maar
niet als behoorlijke Ameiikaueu worden be
schouwd.
En de handel wilde de invoerrechten op
Cubaanschen suiker behouden, die bij an
nexatie natuurlijk zouden vervallen, Ziedaar,
waarom Amerika Cuba aanstaanden gisteren
als vrije natie heeft geconstitueerd.
Hel ging met de volgende plechtigheden
Palnia teekende als president van de
Cubaausche Republiek dc akte. Nadat er
gelukwcnscheu gewisseld waren, haalde Wood
de Amerikaansche gouverneur, zelf de Ame-
rikaansche vlag neer, die gesalueerd werd
en hei sch weer met eigen hand de Cubaausche
vlag als een daad van de Vereenigde Staten.
Generaal Gomez hielp daarbij.
Gouverneur Wood, zijn staf en de Ame
rikaansche troepen gingen dadelijk nadat de
Cubaausche vlag geheschen was, aan boord
en de Amerikaansche schepen verlieten
tegelijk de haven.
Te Santiago droeg generaal Whiteside het
gezag aan zijn Cubaanschen opvolger over,
scheepte zich daarna met de Amerikaansche
ruiterij in en \'ertrok.
door
33)
.Miss Pauline verzoekt u uwe wandeling voort
te zetten,» sprak zij op barschen toon: «en niet
op lianr te wachten. Zij zal straks op d: Clea
ring bij u komen.
Ik nam mijn hoed en maakte mij gereed om
het liuis to verlaten. Priscilln had geen woord
gesproken, waaruit bleek dat zij met mijn aan
staand vertrek bekend was, doch toen ik het huis
uitging, zeide zij bevend van toorn
„Master Gilbert, gij zijt een veel grooter dwaas
dan ik ooit gedacht had.'
Zulk een compliment mocht zelfs van een
oude, trouwe dienstbode niet onbeantwoord
blijven. Ik keerde mij dus om om haar de les
te lezen, maar Priscilla sloeg mij de deur voor
den neus dicht. Ik vervolgde mijn weg; bij
mijn leed vergeleken was deze beleediging ook
de moeite niet waard. Ik kon immers van Pris
cilla de fijngevoeligheid niet verwachten, om mijn
zeldzamen toestand te begrijpen. Bovendien,
moest ik vóór mijn vertrek nog een belangrijk
ondeihoud met haar hebben.
De «Clearing,* zooals wij het noemden, was
een plek aan de zijde van een heuvel in de na
bijheid.
Van daar had men een fraai gezicht op de
tegenover gelegen heuvels en de kronkelenden
stroom door de vallei. Het was een mijner lie-
velings-j lekjes. Hier had ik uren met Pauline
zitten spreken hier had iU de woorden van liefde
beducht, die ik haar eens zoude toefluisteren,
en hier zou ik haar thans voor eeuwig vaarwe
WAALWIJK, 21 Mei 1902.
Benoeming.
De heer E. C. Guije volontair ter se
cretarie alhier, is met ingang van 1 Juni
a. s. benoemd tot ambtenaar ter secretarie
te Ede (Gelderland.)
Aangifte Schutterij.
Voor hen, die meenen dat, met het oog
op de aanstaande afschaffing der schutterij,
het niet meer noodig is zich voor iie
schutterij te doen inschrijven, kan het zijn
nut hebben er op te wijzen dat de schutterij
nog vijf jaren blijft beslaan en dat zij, die
verzuimen zich aan te geven, zonder loting
bij de schutterij worden ingelijfd, zoodat zij,
wonende hier ol naar eenegemeente verhuizende
waar een dienstdoende schutterij bestaat, nog
vijf jaren hunne schutterlijke plicht zouden
moeten vervullen.
Ieder, die in 1877 geboren is, zal dus
verstandig doen met zich nog vóór 1 Juni
a. s. aan te melden.
Zilveren Bruiloft.
Onder vele blijken van belangstelling vier
den dezer dagen de echtelieden N. de Groot
en echtgenoote en Adrianis van ililst en
echtgenoote hun zilveren bruiloft.
Ziekte H. M. de Koningin.
liet bulletin van Dinsdagochtend 9 uur
luidt
De toestand van II. M. de Koningin
blijft zeer bevredigend. De toename der
krachten veroorloofde eergisteren voor het
eerst, sedert het begin der ziekte, dat llart
Majesteit nu dagelijks gedurende korten
tijd het bed verwisselt voor een rustbank.
L. Pot, arts.
De ramp op Martinique.
Men seint uit den Haag:
Het van Curasao tot het vcrloenen van
hulp naar Martinique uitgezonden pantserschip
Koningin Regentes is blijkens hier ontvan
gen bericht, Dinsdag aan het geteisterde
eiland aangekomen. Het schip he-ft een
zoo groot mogelijke, hoeveelheid levensmid
delen aan boord ter verdeeliDg onder de
noodlijdende bevolking.
Prins Hendrik.
De Haagsche kroniekschrijver van de.
N. Gr. Ct. schrijft o. a.
Prins Hendrik heeft Zijn studies en Zijn
geliefkoosde bezigheden weder hervat. Men
deelde mij het een en ander over Z. K. II.
mede en verklaarde mij, zonder eenige be
doeling van vleierij, dat de jonge Prins op
't Loo als op de handen wordt gedragen.
Zijn minzaamheid is voorbeeldig; Hij
moet voor elkeen, zelfs voor den minsten
boerenarbeider toegankelijk en vriendelijk
zijn en vol zorgen voor degenen, die in
dienst zijn van Hem en van de Koningin.
Zoo moet Hij o. a. besloten hebben elk
arbeider, opzichter of ander beambte op het
domein een eigen woning te doen bouwen,
waarmede men al druk bezig is; Hij laat
groote uitgestrektheden gronds ontginnen
en bebosschen en beijvert zich op alle
wijzen om werk te verschaffen. De nieuwe
laiterie op het Loo zal ook weder vele handen
vorderen en tevens het Koninklijk domein
met een model-inrichting een pronkstal
verrijken.
Bij dit alles zet de Prins met veel ijver
Zijn taal- en andere studiën vooral be
treffende landbouw en waterstaat in Neder
land voort en men kan er zeker van
zijn dat binnen een niet al te lang tijds
verloop het Nederlandsche volk de vruchten
van Zijn energische pogingen om zich op dit
gebied te bekwamen, op verrassende wijze
zal plukken.
k was zeer droevig gestemd toen ik de «Clea
ring* bereikte. Ik strekte mij op den hellenden
bodem uit, en richtte mijn oogen op het voetpad
waarlangs zij komen moest.
Een omgevallen boomstronk ondersteunde mijn
hoofd, de boomen rondom mij suisden in de
ochtendkoelte, het eentonig gekabbel van den
stroom beneden mij drong van uit de verte tot
mij door, kleine witte wolken dreven langzaam
langs het uitspansel. Het wis een schoone, tot
droouierijen stemmenden morgen. Ik had in de
laatste Dachten zoo weinig geslapen. Pauline
kwam nog niet. Is het wonder dat mijne oogen
dicht vielen, en dat voor een poos al mijn leed
en teleurstelling verbannen werden door den
slaap, waaraan ik zoo groote behoefte had Was
het wel slaap? Ja, want om te droomen moet
men 6lapen. Ach 1 Indien deze droom werkelijk
heid ware, dan zou het leven weder waarde
voor mij hebben. Ik droomde, dat mijne vrouw
naast mij zat, dat zij mijn hand vatte, en die
hartstochtelijk aan hare lippen bracht, en dat
haar wang bijna de mijne raakte. Het scheen
zoo natuurlijk, dat ik mij op mijn harde ligplaats
omwendde, en toen verdween deze schoone droom,
doordien ik ontwaakte.
Ik opende mijn oogen. Voor mij stond Pauline.
Hare groote donkere oogen blikten open en eerlijk
in de mijne. Ik zag ze slechts één seconde, maar
dat was lang genoeg om mijn bloed door mijn
aderen te doen snellsn, mij overeind te doen
springen, mij den moed te schenken haar ijlings
in mijn armen te sluiten, haar lieftallig gelaat
met kussen te bedekken, en te roepen«Ik bemin
ul Ik bemin ul Ik bemin u!»
WaDt de blik dien ik opving uit Pauline's
oogen zeide mij meer dan duizend woorden, dat
zij mij boven alles (er wereld lief had.
Geen pen is in staat de snelheid dezer gewaar
wording te beschrijven. Zij was de mijüe de
mijoe voor eeuwig 1 Ik wist liet, en gevoelde
het. Doch ik moest het van hare schoone lippen
vernemen.
„Puulinc! Pauline! riep ik: «bemint ge mij
Een rilling van vreugde voer door hare leden.
«Of ik h bemin? U bemin?' antwoordde
zij, en verborg haar blozend gelaat op mijn
schouder.
Moordaanslag.
Zondagavond had te Laren (N.-H.) een
moordaanslag plaats, waarvan de oorzaak de
volgende is.
Eenige maanden geleden werd op den
Nnardcrweg bij Laren een meisje aangerand
door den ongeveer 20-jarigen G. Majoor,
arbeider. Dit meisje vertelde haren vader
wat haar was overkomen en deze, de be
jaarde G. Donker, koster der Prot. kerk,
maakte werk van deze geschiedenis door de
justitie met het gebeurde in kennis te
stellen met het gevolg dat G. Majoor ver
oordeeld werd tot ten maand hechtenis.
Dit beviel deze niet bijzonder, en in
plaats van zich zei ven de schuld te geven,
weet hij alles aan G. Donker. Deze was,
volgens hem de oorzaak van zijn veroor—
deeling. Hij zou hem wel krijgen.
Zondag-avond te ongeveer half twaalf
begaf de dader zich naar de woning van G.
Donker. Hij klopte aan en Donker opende
de deur. Plotseling weid de oude man met
een mes in de buik gestoken. Na deze latte
daad verwijderde de dader zich oogenblik-
kelijk, na echter herkend te zijn.
De gestokene begaf zich toen met zijne
dochter naar de burgemeester, bij wien de
gemeeutedokter woont, doch deze laatste was
niet thuis. Daarna naar dr. Tenkinck ge
gaan zijnde, werd Donker aldaar verbonden,
waarbij bleek, dat de wonde zeer ernstig
was.
Onbegrijpelijk is, dat de burgemeester hij
de aangifte verwees naar den veldwachter,
die natuurlijk zonder machtiging van den
burgemeester, hulp-officier van justitie, den
dader niet kon arresteeren.
Het gevolg was, dat particulieren den
officier van justitie te Amsterdam moesten
waarschuwen en dat de dader eerst Maan
dag-middag werd gearresteerd, na eerst nog
kalm een uurtje te hebben muziek gemaakt,
alsof hij van den prins geen kwaad wist.
Het ongeluk te Hoek-van-Holland.
Het ontzettend tooneel, dat zich Dinsdag
1.1. op de Noordzee, voor den Nieuwen Wa
terweg, heeft afgespeeld, wekt algemeene
deelueming.
Drie mannen allen huisvaders verloren in
den harden strijd voor het dagclijksch brood
bun leven, nalatende, voor 't oogenblik, on
verzorgde vrouwen en kinderen.
Met hun vlet waren de roeiers Jan Bos,
29 jaar, Jacob Schruijer, 30 jaar en Klaas
Kuiper, 31 jaar, leden van de roeivereeni-
ging Eendracht" Willemspleiu 2, Rotterdam
uitgegaan om leveranties op te nemen van
binnenkomende schepen.
Door een storizee of rukwind moet de vlet
omgeslagen zijD, waarna twee der opvarenden
onmiddelijk in de diepte verdwenen. De derde
vermoedelijk Jacob Schuijer, werd door de
bemaning van het in de nabijheid zijnde
stoomschip »Junio gezien, zittende op de om
gekeerde vlet en luid om hulp roepende.
Maar de pogingen tot redding laaiden.
Onbekendheid met tij en stroom deed ook
levensgevaar ontstaan voor de bemanning
van de uitgezette sloep en ook de laatst
overgebleven vletter werd eeu prooi der zee.
De nagelaten betrekkingen verkeeren op
het oogenblik in zeer benaarde financieele
omstandigheden.
Jan Bos laat na een ziekelijke vrouw, door
een kwaal ongeschikt tot werken en vier
jonge kinderen. Met eenige zekerheid kan
voor Bos' weduwe een uiikeeriug van een
levensverzekeringmaatschij. verwacht worden.
Jacob Schuijer laat achter een evmeens
ziekelijke vrouw (nog kort geleden onderging
zij een operatie) en drie zeer jeudige kinderen
waarvan er twee lijdende zijn.
Toen wij haar bezochteu, liep dc aitr.e
vrouw aan het strand, zoekende haar man...
Dit huisgezin heeft dire'cten steun hoog—
noodig Schuijer's weduwe heeft totaal geen
fondsen te harer beschikking.
Klaas Kuiper laat na een jouge vrouw en
een lief meisje van 7 jaar.
Deze vrouw is gezond en zal wel in staat
zijn wat te verdienen met werken of was—
scheu.
De drie gezinnen wonen te Hoek-van-Hol-
Deze woorden, deze daad waren voldoende
doch onmiddellijk hief zij haar hoofd weder op
cn drukte hare lippen op do mijne.
„Ja, ik bemin u; ik bemin u, mijn echt
genoot!"
„Wanneer hebt gij het u herinnerd?»
Een oogenblik zweeg zij. Zij maakte zich uit
mijne omarming los; daar opende zij het boven
gedeelte van liBur kleed, en nam een blauw lint
van haren hals. Daaraan hiDgen da twee ringen.
Zii schitterdan als vonken in de morgenzon.
Zij maakte ze los en reikte ze mij toe.
«Gilbert, mijn lieveling, mijn echtgenoot; in
dien het uw wil is dat ik uwe vrouw zal wezen,
indien gij mij waardig acht dit te zijn, zoo
neem ze aan en plaats ze, waar zij behooren te
blijven."
Én toen deed ik, onder menige omhelzing en
menige gelolte van eeuwige trouw, de ringen
weder aan haren vinger, en wist dat mijn lijden
geëindigd was.
«Maar wanneer hebt gij het u herinnerd?"
«Geliefde,» fluisterde zij, en haar stem klonk
als hemeUche muziek «ik wist het toen ik u
aan den oever der rivier zag staan. Toen keerde
het op éénmaal tot mij weer. Toen ik uw ge
laat zag, wist ik alles.'
«En waarom zeidet ge mij het niet?»
Zij liet haar hoofd weder op mijn schouder
rusten. «Ik had behoefte om te weten te komen
of gij mij lief budt. Waarom zoudt gij dit doen?
Indien dit niet het geval ware, konden wij
scheiden, en zoudt gij weder vrij zijn. Maar
thans niet Gilbert; thans beu ik voor eeuwig de
uwe.'
Hare gedachten waren dus dezelfde geweest
als de mijne; geen wonder dat ik haar verkeerd
begrepen had. «Gij zoudt mij vele dagen van
verdriet bespaaid hebben, indien ik geweten had
dat gij niet onverschillig omtrent mij waart.
Maar, waarom ontdeed gij u van de ringen,
Pauline
«De eene dag verliep na de andere, en gij
bleeft zwijgen. Toen nam ik ze af. llaar ik
bewaarde ze op mijn hart, om ze u terug te
geven wanneer gij dit zoudt wenschen.*
Ik drukte de hand wuaraan zij 8chitterdeD op
nieuw aan mijne lippen. «Dus is alles nu klaar
en helder voor u, mijne vrouw?'
«Niet allesmaar genoeg. De waarheid, de
land, waar zij zich vóór korten tijd cn tijdelijk
in verband met hun beroep, gevestigd hadden
De roeivereeniging „Eendracht" zal finan
cieel doen wat zij kaö, maar haar draag
kracht is niet groot, daar zij bestaat uit le
den, die zelf hard moeten werken voor hun
bestaan. Met lofwaardigen ijver hebben de
leden zich reeds tot eenige autoriteiten ge
wend om verlof te erlangen met lijsten te
mogen rondgaan het geldt hier de gezinnen
te helpen van mannen die hun leven
verloren bij het uitoefening van hun beroep.
Baardwijk. In den nacht van Maandag
op Dinsdag wrrden bij zekere V. alhier,
eenige kippen ontvreemd.
Kaatsheuvel. Ofschoon A. Brekelmans er.
echtgenoote op den dag hunner gouden
bruiloft geen bijzondere feestlijkheden ver
langden, rekenden de beide harmonieën al
hier zich toch ten plicht dezen dag eeniger—
mate op te luisteren. Maandagmorgen ver
gezelde „Euphonia de jubilarissen dan ook
naar de kerk cn bracht heD na de H. Mis
huiswaarts, terwijl Apollo* hun des namid
dags om 5 uur eene sereuade bracht. On
danks het slechte weder bracht een en
ander veel volk op dc been. Het feest
droeg verder geheel en al eeu huiselijk ka
rakter.
Nicuwkuik, 20 Mei, Gkteren 2den Pink
sterdag mocht onze liedertafel „Oefening
baart Kunst van Onsenoort en Nieuwkuik
het voorrecht smaken, op den zangwedstrijd
uitgeschreven door het Rotterdams Mannen
koor „Orpheo" te Rotterdam, bekroond te
worden met den tweeden prijs in de tweede
afdeeling.
Den kranigeu zangers ons etresalut.
Heusden, 20 Mei. Daar door de Directie
der Maatschappij tot Exploitatie van Staat
spoorwegen geen extra treinen op Zon- en
Feestdagen meer worden toegestaan, heeft
het Bestuur der Aartsbroederschap „Proces
sie van Heusden naar Kevelaar" besloten
de jaarlijksche Bedevaart naar Kevelaar te
houden op Maandag 18 Augustus d. v. heen
en deu volgenden dag terug. De treinen
zullen alsdan loopeu. Moerdijk—Zwaluwe
BredaTilburg BoxtelZevenbergen—Zwa
luwe— Waalwijk 's—BoschBoxtel Baarle
NassauTilburg—Boxstel cm vandaar ge
zamenlijk de reis voort te zetten.
is de geluksaankondiging van Samuel
Heckscher senr. in Hamburg welke
zich in dit noramer van onze courant be
vindt' Dit huis heeft zich door zijn promp
te en stilzwijgende Uitbetaling der
hier en iu den omtrek gewonne bedragen
eene zoo goede naam verworven, dat wij al
onze lezers aanbevelen op deze advertentie
acht te geven.
Moderne Stoomschepen.
De bemanning der vloot bestaat uit meer
dan 10000 personen, waarvan er 6500 het
zuivere zeemansberoep uitoefenen daaronder
zijn 505 kapiteins en scheepsofficieren en
522 machinisten. Het overige sclieepsper-
soneel als dokters, betaalmeesters, koks,
hofmeesters enz. is nog meer dan 3500 per
sonen sterk. Ook het personeel aan land is
aanzienlijk en bestaat met inbegrip der
directie uit 320 personen uit den koopmans
stand, meer dan 200 technici als ingenieurs
enz., waarbij nog komen 6000 dokarbeiders,
kuipers en stouwers. Alles bij elkaar heeft
de „Norddeutscher Lloyd' 18400 menschen
in dienst.
Aan proviand, passagiersverbruik inbegre
pen, werd in 1901 een kapitaal van meer
dan 91/2 millioen mark uitgegeveD. Ver
bruikt werden o.a. 536000 stuks wild en
gevogelte, 828000 centenaars vleesch. 130000
centenaars aardappelen, 60U0Q centnaars tneel
en brood, 44000 centenaars versche en
gedroogde groenten, 20000 centenaars ooft en
liefde, de toewijding-, dit alles, mijn echtgenoo1
kan ik mij herinnerenen dit alles zal ik ver
gelden, indien ik dit met mijne liefde doen kan.'
Laat ai het overige wat er tusschen ons be
sproken eD beéedigd, verzekerd en beloofd werd
op deze plek waar wij thans werkelijk onder
Gods hemel in den echt verbonden waren, ge
heiligd blijven, waarde Lezeree en Lezer.
Ten laatste verlieten wij, hoewel ongaarne, deze
plaa'9, waar ons gelnk een nanvang had geno
men. Wij wierpen nog een blik in het rond op
de liefelijke omgeving, en zeiden een stil vaarwel
aan heuvel, vallei en stroom daarop keerden
wij tot de wereld, en het nieuwe leven vol
liefde dat ons wachtte, terug.
Wij wandelden voort als in een droom, waaruit
wij eerst werden opgewokt door het gezicht van
huizen en menschen.
«Pauline,* fluisterde ik, «kunt gij heden avond
deze plaats verlaten. Wij zullen naar Londen
gaan.»
«En daarna? vroeg zij op veelbeteekeuenden
toon.
„Kunt gij mij dit vragen? Naar Italië.'
Zij dankte mij met een handdruk. Wij waren
thans hare woning genaderd. Zij verliet mij
en snelde Priscilla weder voorbij naar bianen
Priscilla had mij een dwaas genoemd 1 ik moest
mij wreken.
«Priscilla,» zeide ik op ernstigen toon, «ik
vertrek met den omnibu9 van heden avond. Ik
zal u wel van Londen uit schrijven.'
Ik was dus meer dan gewroken! De goede
oude ziel wierp zich luid weenend aan mijne
voeten.
„O, Master Gilbert, ga niet heen; Deen ga niet
weg, air. Wat moet er van die arme jonge lady
van mi98 Paulina worden Zij bemint tot zelfs
den grond dien gij betreedt.»
Ik had wèl verwijten, doch geenszins een zoo
danige ontboezeming verweent. Ik legde mijn
hand op haren schouder.
«Maar, Priscilla: Miss Pauline. Mrs. Vaughan
mijne vrouw, gaa' met inij mede.'
Thans begon Priscilla nog luider te weenen
doch stortte zij vreugde-tranen.
Tien dagen later stond Pauline naa9t het graf
van haren broeder. Volgens baar uitdrukkelijken
wil, bezocht zij het alleen. Ik wachtte vóór het
hek der begraafplaats tot zij weder bij mij kwam
vruchten, 14000 centenaars visch, kreeften
enz. 7565 centenaars boter, 6830 cente
naars suiker, 3633 centenaars zout, 560
centenaars thee en 165000 centenaars melk.
De gezamenlijke proviand bad een gewicht
van 36000 tou a 1000 K.G., wat de lading
uitmaakt van 3900 spoorwagens of meer
dan 92 spoortreinen van 80 assen elk. Het
ijsverbruik alleen was 11833 ton of 1184
wogenvraebten.
Het kolenverbruik bedroeg 1134000 ton,
waarvoor een bedrag van 208/< millioen
mark werd betaald. Als bewijs hoe groot
'eze hoeveelheid is, moge dienen dat 3er-
jn aan steenkool, cokes, bruinkool en
brikketten 395000 ton verbruikte, zoodat
de vloot van de „Norddeutsche Lloyd* bijna
een derde deel der kolen verstookte, die
Berlijn voor meer dan ls/4 millioen inwoners
en baar talrijke industrieele bedrijven noodig
had. Wat een enorm verschil in uitgaven
het bij zoodanig verbruik geeft of de kolen
duur dan wel goedkoop zijn, is gemakkelijk
na te gaan,
Hoe sterk het kolenverbruik toeneemt
met de snelheid der schepen, kan hieruit
blijken, dnt een snelstoomer van een eenige
jaren oude type voor eer heen- en terugreis
tusschen Bremerhaven en New-York onge
veer 320U ton kolen noodig heeft, terwijl
de Kaiser Wilhelm der Gro»se* daarvoor
ongeveer 8000 ton gebruikt.
Het is wel interessant epnigszins nader
in te gaan op het kolenverbruik van zoo'n
reuzenstoomschip. Genoemde ^Kaiser Wil-
ïelra der Grosse* dan, die 12 dubbele
cetels heeft met 8 vuren ieder en 2 enkele
tetels met 4 vuren ieder, te zamen dus
104 vuren, verstookt per uur voor het
in-gangbouden van de machine van 27000
paardekrachten 20250 K.G. dit is per dag
486000 K.G of 486 ton. Voor verwar—
ming, keuken, verlichting enz. bovendien
nog gemiddeld 25 ton per dag, wat bij
een reisduur van 7 dagen een totaal ver
bruik geeft vau 3577 ton of 3577000 K.G.
ilet 't oog op onvoorziene gebeurtenissen
zijn de kolenbunkers ingericht om 4596
ton te kunnen bevatten. Om de 8577 ton
colon, die bet schip op een enkele uit
reis naar New-York verbruikt, naar de
Kaiserhafen in Bremerhaven te brengen,
zijn 358 kolenwagens noodig van 10 ton
elk. De statistiek wijst aan, dat in Duitscb-
land door een gezin van gemiddeld vier
personen per jaar 10 ton kolen worden
verstookt.^ De hoeveelheid welke het stoom
schip Kaiser Wilhelm der Grosse" ge
bruikt voor de reis naar New-York, is dus
voldoeude om 400 gezinuen gedurende eeu
geheel jaar van kolen te voorzien
Zooals gezegd, heeft de Kaiser Wilhelm
der Grosse" machines van 27000 paarde-
krachten het is dus na te gaan hoeveel
grooter nog het kolenverbruik moet zijn
van de stoomschepen „Kaiser Wilhelm II"
en jDeutschland', die machines bezitten
van respectievelijk 38000 en 37000 paarde-
krachten
Omtrent de boeveelheid olie, die verbruikt
wordt om de verse .illende machinedeelen
te smeren, kan men zich een voorstelling
maken als men weet, dat men berekent op
iedere ton kolen een liter olie noodig te
hebben.
Neemt uien hierbij nu in aanmerking,
dat de bemaDnirg van zulke reuzenscbepen
bestaat uit tusschen de 5 en 600 personen,
dan is zeker verbazing geoorloofd over het
feit, dat bij zoodanige enorme kosten nog
winst gemaakt kan worden.
Toch schijnt het laatste woord op dit
gebied nog niet gesproken, want telken» weer
boort men van plannen tot het in de vaart
brengen van nog grootere, nog sneller va
rende stoomschepen.
Ontploffing.
Een ontploffing in de Frater en Thistle
kolenmijnen te Coalcreek kostte aan 150
het leven slechts een man ontkwam.
Haar gelaat was zeer bleek, en hare oogen stonden
vol tranendoch toen tij mijn angstig gelaat
opmerkte, glimlachte tij t rstond.
„Gilbert, mijn echtgenoot teide zij, „ik heb
geweeud doch thans lach ik weder. Het verleden
is voorbij. Moge deszelfs duisternis overtroffen
worden door de helderheid van het tegenwoor
dige en beloften der toekemst. Moge de liefde
die ik mijn eenigen broeder heb toegedragen
worden opgelost in de oneindig grootere liefde,
die ik mijnen echtgenoot schenk. Laat ons den
donkeren schaduwen den rug toekeeren, eu ons
leven beginnen I'
Behoef ik u nog meer te verhalen Nog
slechts één zaak.
Verscheiden jaren later bevond ik mij te P. rijs.
De groote oorlog was geëindigd. De sporen van
den strijd tusschen de beide volken waren bijna
verdwenen maar, die der Commune waren wijd
en zijd waar te nemen.
De Tuileriën staarden met verbrijzelde vensters
droevig op de Place de la Concorde, waaj da
standbeelden der schoone, verloren gewesten
stonden. De Vendóme zuil lag ter aarde gewor-
Cen. Da schoone stad was geblakerd door de
randstichtende toortsan harer eigen zonen
doch de vlammen waren voor een poos gebluscht,
en er was bloedige wraak genomen I Een
jong officier, een mijner vrienden, nam mij mede
om een militaire gevangenis te bezichtigen. Wij
liepen te spreken en te rooken op de binnenplaats,
toen ons een kleine troep soldaten voorbij mar
cheerde. Zij begeleiden drie mannea, die tusschen
hen in liepen met geboeide handen eu de hoofden
op de borst gebogen.
«Wat zijn dat?' vroeg ik.
«Zwarte Communisten.'
„Waar brengt men hen heen
De Franschman trok zijn schouders op. «Waar
zij allen heen moesten, om gefusileerd te
worden.
Toen zij langs mij gingen/ keek ik vol deernis
naar de ongelukkigen. Één hunner hief het
hoofd op, en staarde mij aanHat was
Macaril
Wel schrok ik toen zijne oogen de mijne ont
moetten ik schaam mij echter geenszins te zeg
gen dat er geen gevoel van medelijden voor zijn
persoon bij mij opkwam. Eindelijk had Gods
spoc