ANTOON TIELE&, Algemeen Advertentie-Bureau, Ilaiidels berichten. Telegrammen. oor Verstand en Hart 370ste Staatsloterij. MENGELWERK. Waarom de conducteur niet stopte. erlandschen middenstand en audere nen van gezagdeze rapporten zullen den loop der volgende maand aan de chillende congresleden worden toegezon- i zoodat dezen gelegenheid zullen lieb— zich ten volle voor het debat voor te iden. Twist. laandag ontstond tusschen eenige werk- ;n van 't in aanbouw zijnd liefdegesticht Leur twist tusschen D., opperman, e.i kostganger, metselaar M u't Prinsen- Op een gegeven oogenblik greep M. eikeu korteling om daarmee zijn tegen- der een slag toe te brengen, maar trof lukkig een ander, die de vechtenden e scheiden. Deze zeeg onmiddellijk 11 en bleek een schedelbreuk te hebben imen. onderdag w..s de justitie uit Breda ter ise tot 't instellen van een onderzoek, die gehuwd is en vader van 5 kinderen, jvankelijk naar Breda overgebracht. Levend verbrand an den Westzanerdijk, een eindje voor liet Israëlietisch kerkhof te Zaandam, t, of liever stond een huisje met twee ingen, in elke waarvan een als kluizenaar nd persoon woonde. De een, Willem i, een bijna 70-jarig man, die veel iruik van sterken drank maakte, be ide het gedeelte aan de zijde van West- de tweede, G. R, eenigszins zonder en doof, bewoonde het andere gedeelte, oen de buren ongeveer *3 uur Donder* lacht werden gewekt, was G. R bezig inboedeltje te redden. Van zijn buur- wist hij niets nf. Spoedig bleek echter, Willem Kliju op dat oogenblik reeds prooi der vlammen was geworden, et schijnt, dat hij ook den vorigen d weder in beschonken U estand is sgekomen en is hij misschien in dien and door den rook gestikt. G. R laarde door den rook te zijn gewekt, et huis,' toebehoorende aan de wed. P. cker, is tot den grond afgebrand. Brand. it Amsterdam meldt men e middernacht is er een hevige brand ebroken in de mouterij van de Amstel- wcrij op de Muritskade, terwijl het ijt' in vollen gang was. Te elf upr onds wordt naar den regel het werk de brouwerij opnieuw begonnen. Toch op het terrein van den brand niet be- l door welke oorzaak liet vuur was taan. Waarschijnlijk brak het eerst uit den westelijken hoek van de mouterij ,t bij 't gebouw der mouterij. In het ar wordt gewoonlijk een groote voorraad t ingeslagen voor het gansche jaar. Men •ijpt dus, dat het vuur een ontzaglijke 'eelheid brandstof vond. De wind was waarts en dreef dus de vlammen naar roor de mouterij gelegen lagere geöouwen rin zich bet kantoor der directie en liet lhuis bevinden. De boeken werden in rijl in veiligheid gebracht en de raaclii- liet tijdig den sloom uit den ketel, gansche gebouw der mouterij, vier ver engen boog, stond al spoedig in lichte- i. De vuurgloed verlichtte den gansclien rek. In het holle van den nacht spoed- duizenden te voet en per rijtuig zich het tooneel van den feilen brand. Het luw en de opgeslagen mout waren na— rlijk verzekerd. Van de drie directeuren brouwerij, de heeren dr. Van Marwijk y, jhr, E. de Pester en Bientait, waren twee eerstgenoemden ter plaatse. De iterij is geheel verloren. Het gebouw .d over zijn gansche lengte in vlammen, r de brandweer slaagt er waarschijnlijk het vuur tot dit deel der inrichting te jrken. De wind was inzooverre gunstig, de woonhuizen ten Oosten en ten Zuiden brouwerij gelegen geheel vrij bleven. )ok de paarden werden voor alle zeker- l uit den stal gehaald en in de karren- ise onder dak gebracht. De brand Ie le een schouwtpel op, als hier in jaren is gezien. usscn, 25 Juli. De Bood vnn werkver— iffing door middel van vlasbewerking, in streken eenmaal zoo'n rijke bron vau vaart, heeft dit jaar wederom een 20 tal ders vlas aangekocht, zoodat een veer- il arbeiders van den winter wederom een c weekgeld kunneu verdieuen. De leerp, die het kind is iu de jeugd [gegeven Gemeenlijk zal het behouden al zijn leven Vondel. Het kinderhartje is als wasch Waarin geduld en mild De meester prent en druki De lette-, die hij wilt. Id. 85 sluks, verkocht 395 kg met pro- WAALWIJK 25 Juli 1902. Bij weinig n invoer was de handel in hoornvee gunstig gvsteni 1 vooral wat nagenoeg rijpe kalf* beesten oetrefi. Kalf beesten f 150 Al 240. l)ilo vaarten 1130 a I 190. Jonge varken* aangevoerd van f 7 50 a f 13. Ter botermarkt afgeslagen en verkocht van f 1.18 A I 1.2S per kg. Kieren 3 6 4 cein, per stuk. De aanvoeren van huiden half- en winterhaar uit de voorname duclieplaatsen van La Plata en ltio Grande, beginnen zoo zachtjes aan op de Euro peesclie markten te komen. Meestal echter nog zeilende, daar do campagne later geduurd heeft dan vorige jaren. Er is p.m. 300.000 stuks vpe meer geslacht dan verleden jaar op 't zelfde tijdstip zoodat er eene ruime keuze huiden in goede soorten te wachten zal zijn. De geringe voorraad zomerhuiden die thans nog aan de markt, is word', zeer hoog op prijs gehoudeu. Lichte ossen en koehuiden ver- keeren in flauwere stemming. De voorraad te Antwerpen bedraagt thans slechts in 't geheel 78.828 stuks. Voor leder bestaat thans goede kooplust; in 't buitenland zijn de prijzen vooral voor prima zwaar wel zoo vast als hier. Inland- sche schors iets minder in prijs dan ver leden jaar. Vreemde looimiddelen vooral Valonea en Garouillc worden ook thans tegen mindere prijzeu aangeboden. DUSSEN, 25 JuLi. Boterprij9 per K.G. van f 1.04 a fl. 11. Middel- markt 1 1.08. Aanvoer 160 K. G. Eieren f 0 80 de 26 stuks. Levenslust is levenskracht Levenslust is vroolijk strijden Hopend en geduldig lijden Is een kinderlijk verblijden, Dat den Hemel tegenlacht. De Genestet. Vie geen moed hoeft om te sterven 'ial den moed tot leven derven. Id. het leven is schoon /oor wie dingt naar de kroon )ie de baud van den christen mag grijpen. Id. Sprekers, hoorders, denkers, daders /indt ge in soorten, rijp en groen 'eldzaara vindt ge wel vereenigd ipreken, hooren, denken doen. Id. LONDEN, 25 Juli. De Times ver neemt uit JohannesburgTot einde Juli zullen in het geheel 1000 krijgsgevangenen in Zuid Afrika teruggekeerd zijn. Daarna zullen er elke week twee duizend gaan, zoodat het aantal krijgsgevangen Boeren einde November terug zal zijn. Enkele boeren—gezinnen zullen uaar Canada, Australië en Nieuw-Zeeland gaan om daar op Eugelsche staatskosten, landbouw kundige siudien *te doen. Het gros van de gevangenen keert over Harrismith terug waar aanstalten worden gemaakt voor het vervoer van 30,000 menschen. PARIJS, 25 Juli In de school van Sainte Marie in de wijk Batignollcs, verklaarden de zusters aan den commissaris vao politie, door bemiddeling van den president van den raad van beheer dat zij het besluit tot uitzetting zouden afwachten. In de school v.n de zusiers der Heilige Maria in de rue Saint Maur verklaarde Girart, oud—secretaris van Jules Guerin aan den Commissaris, dat de zusters weigerden te openen. In het huii van de zusters der Voorzienig heid in de rue Haies, werd verklaard, dat de zusteis eveneens besloten wareu toi het laatst toe weerstand te bieden. In andere inrichtingen deden zich dezelfde incidenten voor. Overal waar zich geestelijke instellingen bevonden, staan troepen „Leve de vrijheid 1" „Leven de zusters !M en „Weg met de gees telijkheid 1" le schreeuwen. Er heeft zich geen ernstig incident voorgedaan. Mevrouw Loubet heeft hedenmorgen aan ecu deputatie van dames doen antwoorden dat zij haar niet kon ontvangen om te spreken over regeeringszaken. In deu ministeraad heeft Corabes den president der republiek ter teekening voor gelegd het eerste dekreet waarbij het gebod wordt uitgevaardigd tcgenover26congregratieu te Parijs en in het departement van de Seine welke eweigerd hebben overeenkomstig het verzoek van den prefect vrijwillig uiteen te gaan hun inrichtingen te sluiten. Het dekreet zal morgen verschijnen in de Journal Officie! Aan deu prefect zijn de noodige instructies gegeven de politie zal zorg dragen dat het bevel wordt nagekomen. Dergelijke sluittings- dekreten zullen achtereenvolgens voor elk departement worden uitgevaardigd plakbiljetteu. Te Landesneau staat de be volking op wachtde vrouwen zeggen, dat zij zich zullen laten doodschietpii en hun lichamen zullen laten vertreden, maar nie mand zal binnengaan iu de inrichtingen de zuster-voogd s heeft verklaard dat zij slechts voor geweld zouden wijken. De bevolking heeft, hier posfen uitgezet, di-, elkaar aflossen als schildwachten en de mannen slapen 's nachts op het marktplein. Een sirene moet de menschen waarschuwen als de nood daar is De Prijs Trekking van 23 Juli 1902. hoogste prijzen der 1ste klasse. van f 1500: No. 2629 15149, 200 No. 14-878 19563 „100: No. 899 8213 16376 Trekking van 24 Juli 1902. Prijs van f 1000: No. 14117 H f 100: No. 6857 12288 20187 De president van den miuisteraad heeft aan de prefecten der departementen, waar godsdienstige congregatiën zijn gevestigd, een instructie gezonden van de volgende inhoud zend uit mijn naam oogenbiikkelijk langs officieelen weg een waarschuwing aan de moeder—voogdes, dat de regeering van plan is de congregra.ie aansprakelijk te stellen voor de houding, aangenomen (Lor de in richtingen onder haar beheer, welke over eenkomstig de wet van 1 Juli 1901 moeten sluiteu. en voor de wanordelijkheden die van die houding het gevolg kunnen zijn. LONDEN. Uit Hongkong wordt geseind dat er een Chineesche stoomboot omgeslagen is op de Wester rivier. Twee honderd menschen ziju verdronken. BREST, 25 Juli. Te Ploudaniel versper ren de bewoners iD rijen den weg en de school is verschanstde zuster-voogdes heelt verklaard wij zullen ons tot het einde verzetten men zal ons moeten doodschieten indien men wil dat we ons overgeveu, nie mand zal het cordon verbreken of er zal bloed vloeien. Te Quimper en in de landelijke gemeen- teil wordt tot verzet aangespoord door aan* Zij noemden heiu verlegen Wim, omdat hij bij het minste of geringste bloosde. Hij was conducteur op een omnibus en op een ellendig regenac'itigen avond in No vember bloosde hij erg en veel. Een klein tenger figuurtje in de verte wenkte hem te stoppen en hij trok aan de bel en de omnibus hield stil. In het wazige licht zijner olielamp zag Wim, dat het dametje hijgende en doodmoe zich haastte en onwillekeurig riep hij Haast je maar langzaam, hoor Wat is dat nou gromde een lange oude heer in den omnibus. Ik betaal hier niet om op mijn gemak het uitzicht op deze smerige straten te bewonderen. Het meisje stapte in. Het spijt mij. Ik kon niet harder... oopen, zeide zij ademloos tot den jongen conducteur. Wim trok aan de bel en keek met zijn oprechte grijze oogen het meisje vol mede lijden aan. Zij zag er zoo klein, teer en af getobd uit. Zij nam haast geen nota van de dingen om haar heen, maar zat klein in een hoekje, de oogen gesloten. Eén voor één stapten de passagiers uit. )e omnibus was gewoonlijk leeg aan de laatste stopplaats en de conducteur keek daarom nog eens naar zijn laatste passagier als om te waarschuwen, dat het eind van den rit naderde. Hij meende, dat zij in slaap moest zijn en stampte daarom met den voet, maar zij verroerde zich niet. Hij ging den wagen binnen en keek haar aan, maar hij werd vuurrood, want eensklaps pende zij de oogen. Wat is er? vroeg zij, lot hem op ziende. Ik dacht, dat gij er uit moest. Oh, neen. Ik ben er nog nieten ik iep niet ook, dank u, antwoordde zij Toen zij uitstapte, zeide zij „Goeden avond* tot hem, mei een inneinenden glim- ach. En andermaal bloosde de conducteur een blos van genoegen ditmaal. Eiken avond trachtte Wim in het donker iet teere figuurtje te herkennen, eiken avond, een week lang tevergeefs. Totdat, weer op een avond, een kleine vrouwenge stalte haastig uit den mist opdook en de conducteur hielp haar instappen met groote I groote leelijke wond. oorzichtigheid en nam het groote pak, dat zij droeg en zette het onder de bank. Zij waren weder alleen, toen de omnibus het eind van de rit naderde, en, terwijl het meisje naar hera opkeek, zeide zij Eindelijk heb ik wat werk gevonden Werk vroeg Wim. Ja blouses. Een dubbeltje per blouse dat is al. 't Is schande, dat ze je daarvoor af beulen, zeide de conducteur warm. En liet is zoo'n eind weg, ging zij voort. Ik loop er heen, maar terug dat kan ik niet halen. Dat moest ge ook niet doen, gaf Wim ernstig ten antwoord. Het is nergens goed voor om op die manier een paar centen uit te sparen en je gezondheid er aan te wa- gen. Och 't eindje zal voor mij toch wel het armhuis zijn, gaf zij met eeu droevigen glimlach ten antwoord. Weineen, zei hij op een toon van volkomen overtuiging, daar gaat ge nooit heen niet zulke muizenissen in het hoofd halen. Zij antwoordde niet. En een minuut of twee later stopte de bus en Wim hielp haar uitstappen. Zij ging met den omnibus den volgenden dan trok hij aan de bel en sprong op de modderige straat- Waarom rijdt ge niet mee vroeg hij. Oh, ge moet niet stoppen. Kijk die oude heer eens boos nairje kijken. Ik heb geen geld om te betalen Zonder een woord te zeggen, greep Wim liet puk; dan duwde hij haar de trede van den bus op en zeiKom mee. Ik moet zeggen, dat het een gangetje gaat tegenwoordig. De passagiers op te houden met vrijagesbromde de lange oude heer, die eiken avond meereed. Maar een breede, welgedane juffrouw- met een mandje ami haar arm, gaf Wim eeu goedkeurenden wenk en lachte hem viiendt'lijk toe, zoodat hij wter bloosde tot onder zijn haar. Den volgenden Vrijdag droeg hij een klein kartonnen doosje onder zijn uniformpet waarmede hij zper onvoorzichtig was. Hij lneld zijn hoofd er stil en stijf door, zoodat tegen liet eind van den rif Mina hem gek scherend vroeg of hij een stijven hals had Wim verzekerde van niet, nam toen zijn pet at, lichtte liet kleine doosje van zijn kruin en gaf het haar. Er zit wat in zeide zij. De conducteur deed een stap voorwaarts en zeide, terwijl hij verlegen aau zijn snor draaidehel is voor u. Verbaasd zag zij hera aan dan opende zij het doosje en bracht er uit te voorschijn een flacon met eau de cologne, uiet gouden stop. Oh, riep zij uit, haar klein neusje op den geopende» hals der flacon zettend welk een heerlijke geur en wat een mooie stop. Dan haar hoofd opheffend en den conducteur aankijkend, zeide zij, nu zelve verlegendank u, maar het is to goec voor mij. N ets is te goed voor u, gal' Wim ten antwoord en iets in zijn oogen deet haar de hare ineenslaan. II. Den volgenden Vrijdag werd liet geluk van den jongen conducteur ineens wreede- lijk vernield. Mina stapte in den omnibus als gewoon lijk, maar zij scheen ongewoonlijk geagiteerd Wim sloeg haar zonder te begrijpen gade. Haar hoofd wendde zij onophoudelijk van hem af, dan zette zij haar hoed voor, dan achteruit, zenuwachtig telkens haar haar wrong betastend, en als in gestadigen angst, uaar buiten kijkend. En plotseling begreep hij. Zoo plotseling, dat zijn adem stokte en een nevel voor zijn oogen kwam, die hein niet toeliet iets te onderscheiden. Het volgend oogenblik stond Wim met zijn rug naar de passagiers, suf voor zich ui starend iu de donkere van re gen glimmende straten. Toen zij den omnibus verliet vroeg hij op droeven toon Ge zijt dus gehuwd En kalm antwoordde zij Ja. En terwijl zij dit zei, viel het schijnsel van de lantaarn op een dun gouden ringetje om den middelvinger van haar linkerhand en de weerkaatsing trol Wiin's oog, terwijl hij zich verbaasd afvroeg hoe hij nooit te voren op haar hand gelet. Later drong plotseling de gedachte zich aan hem op, dat haar man een ruw wezen moest zijn. Hij balde de vuist, terwijl hij in zijn klein kamertje op en ueder liep en dacht aan den droeven blik harer oogen, haar woorden omtrent haar werk en het armhuis. Eii toen, den volgenden Vrijdag, terwijl zij bij de deur zat, woei de wind een kleine, zachte lok van haar voorhoofd op, als bevestiging van zijn vermoeden, een Zacht, als deden de woorden hem pijn, vroeg hij in eers Heeft hij het gedaan? Ach, zei ze droevig, hij wist 't niet dat hij het deed. Wim keerde, om zijn ontroering te ver bergen, haar den rug toe en keek de straat op, zonder nochtans iets te zien. Dan kwam er een andere Vrijdag, een paar weken later, toen zij iu den omnibus stapte met de wanhoop in haar oogen. Toen zij alleen waren vroeg de conducteur naar de oorzaak, maar zij antwoordde niet. Wim's verlegenheid vlood voor zijn ver langen haar bij te staan. Zeg mij wat er aan de hand is, drong hij aan. Ge kunt mij gerust vertrouwen eu en misschien kan ik u helpen. Dat kan niemand, zeide zij. Maar dan drong het verlangen uaar sympathie, gevoegd bij de groote vriendelijkheid, die uit zijn ooger sprak, haar, onder.ks haar- zelve, toch, hem van haar leed deelgenoot te maken en kwamen angstig de woorden van haar lippen Hij moet de gevange nis in 1 Wim zei niets. Hij wilde het terugbrengen, zeide zij, nog verlangend hem te verontschuldigen. Hij had een betrekking gekregen in een winkel en hij hij nam geld uit de lade. met oogen vol haat tegenover den dief, voor wien het geld bestemd was Mina's echt genoot De ironie van het geval maakte, dat hij in een harlelijken lach uitbarstte. En hij zei het zichzeiven nog eens, dat hij het al leen deed om harentwille. Maar hij wou toch wel, dat het een kleiner sommetje be trof. Hij zond het geld door tussclienkomst van een vriend en liet dezen beloven geen woord van de herkomst te zeggen. Maar Mina wist. Toen zij den volgenden zij hein aan rij dag en den Vrijdag daarna en de jonge En morgen moet hij afrekenen en het is couducteur was in het paradijs die twee avonden. Hij was verlegen en onhandig en in de wolken en Mina's vermoeid, bleek lief gezichtje werd verhelderd door vriende lijke glimlachjes, telkens als zij tot hem sprak. Toen kwatn er een Vrijdag een misera bele natte, ijskoude avond toen zij Wim ziende het hoofd schudde en den omnibus voorbij liet gaan. Zij liep erg langzaam eu droeg een pak, bijna zoo groot als zijielve. Een oogenblik aarzelde de conducteur er nietmaar hij wilde heusch Zij bleef in de woorden steken en barstte in tranen uit. Hoeveel was 't vroeg Wim kortaf. Twee-en-veertig gulden. Toen hield de omnibus stil en zij stond op en, troosteloos, ging zij haar weegs. Eenige uren later zat Wim in zijn klein kamertje, met een briefje van veertig en twee gulden in de hand. Het was een heel som voor hem, en nu nu moest hij het geld afstaan voor wie- weet-welken schurk. Hij keek er naar krer den conducteur zag, kee met groote dankbare oogen. Ik wist, dat gij 't waart, zeide zij eenvoudig. Ik zal nooit in staat zijn u te danken, maar ik zal 't nooit vergelen zoo lang ik leef. Drie Vrijdagen Itwani zij nis gewoonlijk dan volgden twee iroosteluoze Vrijdagen, waarop zij niet verscheen. Maar op den derden kwam zij weder en Wim verbaasde er zich over, dat zij de roode bloemen uit haar hoed genomen had. Toen zij alleen waren, zei zij de reden Mijn man is Jood Een schok van vreugde joeg het bloed naar \%iin's gelaat, maar hij wendde het af, beschaamd en bevreesd, dat zij het zien zou. Hij heeft berouw getoond, zeide zij nog voor liern pleitende. Ik zal niet over hem oordeelen, ant woordde Wim. Vrijdagen kwamen en gingen. Zij deed hetzelfde werk en keerde steeds met den omnibus huiswaarts en voor Wim waren die avonden de gelukkigste. Hij zag, dat haar van smart en zorgen sprekende blik langzaam uil haar oogen verdween, dat de kommervolle trek om haar mondhoeken min der scherp werd, dat liet kleine schoone ge laat al minder moeheid verried. Op een Vrijdag kocht hij een klein bou- quetje van roode rozen voor haar en lei het verlegen in haar schoot. Zij nam het aan, met een allerliefst blosje. Het herinnert mij aan mijn vroeger tehuis, zei zij. Ik woonde vroeger buiten. Houdt ge daar niet van vroeg Wim Oh, integendeelIk bemin het buiten leven! Het zou zoo goed voor mij zijn. Van dat oogenblik af, rijpte een nieuw plan bij den conducteur. Eeu paar weken later en de fortuin was hein gunstig. Het was op een Vrijdagmorgen, dat hij liet goede nieuws vernam en dien avond was er nie mand in de omnibus dan Mina, die al bij het begin van de rit was ingestapt. Terwijl zijn hart klopte en zijn gelaat vuurrood zag, besloot hij de gelegeuheid aan te grijpen. Ik ben nu in staat om op het land te gaan leven, begon hij. Ik heb een beetje geld bij elkaar Oh zei Mina, terwijl zij bleek en rood werd. Ik heb eeu betrekking gekregen aan een der locaaltreinen in Utrecht en daar weet ik een heel lief huisje met een fer- raeu lap grond Wou je daar gaan wonen vroeg zij. Ja, ik ik wou gaan trouwen, stot terde hij, ten minste als de vrouw, die ik op 't oog heb, me hebben wil. Mina keek niet op. Het is een vreeselijk gezellige woning, Mina, ging hij peinzend voort. Echt lan delijk, met een grooten boom vlak voor het venster, en behalve dien lap grond achter liet huis, nog een tuintje er voor; en je hebt gezegd, dat je van het landleven hield, Mina. Dat doe ik, luidde, verlegen haar antwoord. Wim trok zijn grooten rooden zakdoek- uit neus. Het is niet makkelijk in een hotterenden omnibus een huwelijksaanzoek te doen en Wim vond het een vreeselijkn taak. Mina keek hem eens aan en er kwamin een paar quit kuiltjes in hare wangen. Mina, zei Wim, ik wouw dat huisj zao graag hebben Weer zag zij hem aan en dan fluisterde zij verlegen Ik ook, Wim. En boven al het geratel en lawaai van den omnibus op de keien, had hij deze weinige, toch zou zacht gesproken, woorden verstaan. Hei, hei Stop Hei schreeuwde de zelfde lange oude heermaar de omnibus ratelde door. Hij holde haar hijgend en puffend ach terna. Conducteur! Hei! Stop Ik zal je rap porteeren schreeuwde hij, nijdig zijn parn- pluie zwaaiend. Maar de conducteur hoorde hera niet Hij zat in de omnibus, met een klein mooi kopje rustend tegen zijn borst. Hei! Stop! Ik zal rapport van je la ten maken Hei, heiHet geroep werd zwakker en zwakker in de verte. En de omnibus ratelde voort...

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 6