ANTOON TIELE&,
Algemeen Advertentie-Bureau,
Ilaiidels berichten.
Telegrammen.
oor Verstand en Hart
370ste Staatsloterij.
MENGELWERK.
Waarom de conducteur
niet stopte.
erlandschen middenstand en audere
nen van gezagdeze rapporten zullen
den loop der volgende maand aan de
chillende congresleden worden toegezon-
i zoodat dezen gelegenheid zullen lieb—
zich ten volle voor het debat voor te
iden.
Twist.
laandag ontstond tusschen eenige werk-
;n van 't in aanbouw zijnd liefdegesticht
Leur twist tusschen D., opperman, e.i
kostganger, metselaar M u't Prinsen-
Op een gegeven oogenblik greep M.
eikeu korteling om daarmee zijn tegen-
der een slag toe te brengen, maar trof
lukkig een ander, die de vechtenden
e scheiden. Deze zeeg onmiddellijk
11 en bleek een schedelbreuk te hebben
imen.
onderdag w..s de justitie uit Breda ter
ise tot 't instellen van een onderzoek,
die gehuwd is en vader van 5 kinderen,
jvankelijk naar Breda overgebracht.
Levend verbrand
an den Westzanerdijk, een eindje voor
liet Israëlietisch kerkhof te Zaandam,
t, of liever stond een huisje met twee
ingen, in elke waarvan een als kluizenaar
nd persoon woonde. De een, Willem
i, een bijna 70-jarig man, die veel
iruik van sterken drank maakte, be
ide het gedeelte aan de zijde van West-
de tweede, G. R, eenigszins zonder
en doof, bewoonde het andere gedeelte,
oen de buren ongeveer *3 uur Donder*
lacht werden gewekt, was G. R bezig
inboedeltje te redden. Van zijn buur-
wist hij niets nf. Spoedig bleek echter,
Willem Kliju op dat oogenblik reeds
prooi der vlammen was geworden,
et schijnt, dat hij ook den vorigen
d weder in beschonken U estand is
sgekomen en is hij misschien in dien
and door den rook gestikt. G. R
laarde door den rook te zijn gewekt,
et huis,' toebehoorende aan de wed. P.
cker, is tot den grond afgebrand.
Brand.
it Amsterdam meldt men
e middernacht is er een hevige brand
ebroken in de mouterij van de Amstel-
wcrij op de Muritskade, terwijl het
ijt' in vollen gang was. Te elf upr
onds wordt naar den regel het werk
de brouwerij opnieuw begonnen. Toch
op het terrein van den brand niet be-
l door welke oorzaak liet vuur was
taan. Waarschijnlijk brak het eerst uit
den westelijken hoek van de mouterij
,t bij 't gebouw der mouterij. In het
ar wordt gewoonlijk een groote voorraad
t ingeslagen voor het gansche jaar. Men
•ijpt dus, dat het vuur een ontzaglijke
'eelheid brandstof vond. De wind was
waarts en dreef dus de vlammen naar
roor de mouterij gelegen lagere geöouwen
rin zich bet kantoor der directie en liet
lhuis bevinden. De boeken werden in
rijl in veiligheid gebracht en de raaclii-
liet tijdig den sloom uit den ketel,
gansche gebouw der mouterij, vier ver
engen boog, stond al spoedig in lichte-
i. De vuurgloed verlichtte den gansclien
rek. In het holle van den nacht spoed-
duizenden te voet en per rijtuig zich
het tooneel van den feilen brand. Het
luw en de opgeslagen mout waren na—
rlijk verzekerd. Van de drie directeuren
brouwerij, de heeren dr. Van Marwijk
y, jhr, E. de Pester en Bientait, waren
twee eerstgenoemden ter plaatse. De
iterij is geheel verloren. Het gebouw
.d over zijn gansche lengte in vlammen,
r de brandweer slaagt er waarschijnlijk
het vuur tot dit deel der inrichting te
jrken. De wind was inzooverre gunstig,
de woonhuizen ten Oosten en ten Zuiden
brouwerij gelegen geheel vrij bleven.
)ok de paarden werden voor alle zeker-
l uit den stal gehaald en in de karren-
ise onder dak gebracht. De brand Ie
le een schouwtpel op, als hier in jaren
is gezien.
usscn, 25 Juli. De Bood vnn werkver—
iffing door middel van vlasbewerking, in
streken eenmaal zoo'n rijke bron vau
vaart, heeft dit jaar wederom een 20 tal
ders vlas aangekocht, zoodat een veer-
il arbeiders van den winter wederom een
c weekgeld kunneu verdieuen.
De leerp, die het kind is iu de jeugd
[gegeven
Gemeenlijk zal het behouden al zijn leven
Vondel.
Het kinderhartje is als wasch
Waarin geduld en mild
De meester prent en druki
De lette-, die hij wilt.
Id.
85 sluks, verkocht
395 kg
met
pro-
WAALWIJK 25 Juli 1902.
Bij weinig n invoer was de handel in hoornvee
gunstig gvsteni 1 vooral wat nagenoeg rijpe kalf*
beesten oetrefi.
Kalf beesten f 150 Al 240.
l)ilo vaarten 1130 a I 190.
Jonge varken* aangevoerd
van f 7 50 a f 13.
Ter botermarkt afgeslagen en verkocht
van f 1.18 A I 1.2S per kg.
Kieren 3 6 4 cein, per stuk.
De aanvoeren van huiden
half- en winterhaar uit de voorname
duclieplaatsen van La Plata en ltio
Grande, beginnen zoo zachtjes aan op de Euro
peesclie markten te komen. Meestal echter nog
zeilende, daar do campagne later geduurd heeft
dan vorige jaren. Er is p.m. 300.000 stuks vpe
meer geslacht dan verleden jaar op 't zelfde
tijdstip zoodat er eene ruime keuze huiden
in goede soorten te wachten zal zijn. De
geringe voorraad zomerhuiden die thans nog
aan de markt, is word', zeer hoog op prijs
gehoudeu. Lichte ossen en koehuiden ver-
keeren in flauwere stemming. De voorraad
te Antwerpen bedraagt thans slechts in 't
geheel 78.828 stuks.
Voor leder bestaat thans goede kooplust;
in 't buitenland zijn de prijzen vooral voor
prima zwaar wel zoo vast als hier. Inland-
sche schors iets minder in prijs dan ver
leden jaar. Vreemde looimiddelen vooral
Valonea en Garouillc worden ook thans
tegen mindere prijzeu aangeboden.
DUSSEN, 25 JuLi.
Boterprij9 per K.G. van f 1.04 a fl. 11. Middel-
markt 1 1.08. Aanvoer 160 K. G. Eieren f 0 80
de 26 stuks.
Levenslust is levenskracht
Levenslust is vroolijk strijden
Hopend en geduldig lijden
Is een kinderlijk verblijden,
Dat den Hemel tegenlacht.
De Genestet.
Vie geen moed hoeft om te sterven
'ial den moed tot leven derven.
Id.
het leven is schoon
/oor wie dingt naar de kroon
)ie de baud van den christen mag grijpen.
Id.
Sprekers, hoorders, denkers, daders
/indt ge in soorten, rijp en groen
'eldzaara vindt ge wel vereenigd
ipreken, hooren, denken doen.
Id.
LONDEN, 25 Juli. De Times ver
neemt uit JohannesburgTot einde Juli zullen
in het geheel 1000 krijgsgevangenen in Zuid
Afrika teruggekeerd zijn. Daarna zullen er
elke week twee duizend gaan, zoodat het
aantal krijgsgevangen Boeren einde November
terug zal zijn. Enkele boeren—gezinnen zullen
uaar Canada, Australië en Nieuw-Zeeland gaan
om daar op Eugelsche staatskosten, landbouw
kundige siudien *te doen. Het gros van de
gevangenen keert over Harrismith terug waar
aanstalten worden gemaakt voor het vervoer
van 30,000 menschen.
PARIJS, 25 Juli In de school van Sainte
Marie in de wijk Batignollcs, verklaarden de
zusters aan den commissaris vao politie, door
bemiddeling van den president van den raad
van beheer dat zij het besluit tot uitzetting
zouden afwachten. In de school v.n de
zusiers der Heilige Maria in de rue Saint
Maur verklaarde Girart, oud—secretaris van
Jules Guerin aan den Commissaris, dat de
zusters weigerden te openen.
In het huii van de zusters der Voorzienig
heid in de rue Haies, werd verklaard, dat
de zusteis eveneens besloten wareu toi het
laatst toe weerstand te bieden. In andere
inrichtingen deden zich dezelfde incidenten
voor. Overal waar zich geestelijke instellingen
bevonden, staan troepen „Leve de vrijheid 1"
„Leven de zusters !M en „Weg met de gees
telijkheid 1" le schreeuwen. Er heeft zich geen
ernstig incident voorgedaan. Mevrouw Loubet
heeft hedenmorgen aan ecu deputatie van
dames doen antwoorden dat zij haar niet kon
ontvangen om te spreken over regeeringszaken.
In deu ministeraad heeft Corabes den
president der republiek ter teekening voor
gelegd het eerste dekreet waarbij het gebod
wordt uitgevaardigd tcgenover26congregratieu
te Parijs en in het departement van de Seine
welke eweigerd hebben overeenkomstig het
verzoek van den prefect vrijwillig uiteen te
gaan hun inrichtingen te sluiten. Het dekreet
zal morgen verschijnen in de Journal Officie!
Aan deu prefect zijn de noodige instructies
gegeven de politie zal zorg dragen dat het
bevel wordt nagekomen. Dergelijke sluittings-
dekreten zullen achtereenvolgens voor elk
departement worden uitgevaardigd
plakbiljetteu. Te Landesneau staat de be
volking op wachtde vrouwen zeggen, dat
zij zich zullen laten doodschietpii en hun
lichamen zullen laten vertreden, maar nie
mand zal binnengaan iu de inrichtingen
de zuster-voogd s heeft verklaard dat zij
slechts voor geweld zouden wijken. De
bevolking heeft, hier posfen uitgezet, di-,
elkaar aflossen als schildwachten en de
mannen slapen 's nachts op het marktplein.
Een sirene moet de menschen waarschuwen
als de nood daar is
De
Prijs
Trekking van 23 Juli 1902.
hoogste prijzen der 1ste klasse.
van f 1500: No. 2629 15149,
200 No. 14-878 19563
„100: No. 899 8213 16376
Trekking van 24 Juli 1902.
Prijs van f 1000: No. 14117
H f 100: No. 6857 12288
20187
De president van den miuisteraad heeft
aan de prefecten der departementen, waar
godsdienstige congregatiën zijn gevestigd, een
instructie gezonden van de volgende inhoud
zend uit mijn naam oogenbiikkelijk langs
officieelen weg een waarschuwing aan de
moeder—voogdes, dat de regeering van plan
is de congregra.ie aansprakelijk te stellen
voor de houding, aangenomen (Lor de in
richtingen onder haar beheer, welke over
eenkomstig de wet van 1 Juli 1901 moeten
sluiteu. en voor de wanordelijkheden die van
die houding het gevolg kunnen zijn.
LONDEN. Uit Hongkong wordt geseind
dat er een Chineesche stoomboot omgeslagen
is op de Wester rivier. Twee honderd
menschen ziju verdronken.
BREST, 25 Juli. Te Ploudaniel versper
ren de bewoners iD rijen den weg en de
school is verschanstde zuster-voogdes heelt
verklaard wij zullen ons tot het einde
verzetten men zal ons moeten doodschieten
indien men wil dat we ons overgeveu, nie
mand zal het cordon verbreken of er zal
bloed vloeien.
Te Quimper en in de landelijke gemeen-
teil wordt tot verzet aangespoord door aan*
Zij noemden heiu verlegen Wim, omdat
hij bij het minste of geringste bloosde.
Hij was conducteur op een omnibus en
op een ellendig regenac'itigen avond in No
vember bloosde hij erg en veel.
Een klein tenger figuurtje in de verte
wenkte hem te stoppen en hij trok aan de
bel en de omnibus hield stil.
In het wazige licht zijner olielamp zag
Wim, dat het dametje hijgende en doodmoe
zich haastte en onwillekeurig riep hij
Haast je maar langzaam, hoor
Wat is dat nou gromde een lange
oude heer in den omnibus. Ik betaal hier
niet om op mijn gemak het uitzicht op
deze smerige straten te bewonderen.
Het meisje stapte in.
Het spijt mij. Ik kon niet harder...
oopen, zeide zij ademloos tot den jongen
conducteur.
Wim trok aan de bel en keek met zijn
oprechte grijze oogen het meisje vol mede
lijden aan. Zij zag er zoo klein, teer en af
getobd uit. Zij nam haast geen nota van de
dingen om haar heen, maar zat klein in
een hoekje, de oogen gesloten.
Eén voor één stapten de passagiers uit.
)e omnibus was gewoonlijk leeg aan de
laatste stopplaats en de conducteur keek
daarom nog eens naar zijn laatste passagier
als om te waarschuwen, dat het eind van
den rit naderde. Hij meende, dat zij in
slaap moest zijn en stampte daarom met
den voet, maar zij verroerde zich niet. Hij
ging den wagen binnen en keek haar aan,
maar hij werd vuurrood, want eensklaps
pende zij de oogen.
Wat is er? vroeg zij, lot hem op
ziende.
Ik dacht, dat gij er uit moest.
Oh, neen. Ik ben er nog nieten ik
iep niet ook, dank u, antwoordde zij
Toen zij uitstapte, zeide zij „Goeden
avond* tot hem, mei een inneinenden glim-
ach. En andermaal bloosde de conducteur
een blos van genoegen ditmaal.
Eiken avond trachtte Wim in het donker
iet teere figuurtje te herkennen, eiken
avond, een week lang tevergeefs. Totdat,
weer op een avond, een kleine vrouwenge
stalte haastig uit den mist opdook en de
conducteur hielp haar instappen met groote I groote leelijke wond.
oorzichtigheid en nam het groote pak, dat
zij droeg en zette het onder de bank.
Zij waren weder alleen, toen de omnibus
het eind van de rit naderde, en, terwijl
het meisje naar hera opkeek, zeide zij
Eindelijk heb ik wat werk gevonden
Werk vroeg Wim.
Ja blouses. Een dubbeltje per
blouse dat is al.
't Is schande, dat ze je daarvoor af
beulen, zeide de conducteur warm.
En liet is zoo'n eind weg, ging zij
voort. Ik loop er heen, maar terug dat
kan ik niet halen.
Dat moest ge ook niet doen, gaf Wim
ernstig ten antwoord. Het is nergens goed
voor om op die manier een paar centen uit
te sparen en je gezondheid er aan te wa-
gen.
Och 't eindje zal voor mij toch wel
het armhuis zijn, gaf zij met eeu droevigen
glimlach ten antwoord.
Weineen, zei hij op een toon van
volkomen overtuiging, daar gaat ge nooit
heen niet zulke muizenissen in het hoofd
halen.
Zij antwoordde niet. En een minuut of
twee later stopte de bus en Wim hielp
haar uitstappen.
Zij ging met den omnibus den volgenden
dan trok hij aan de bel en sprong op de
modderige straat-
Waarom rijdt ge niet mee vroeg hij.
Oh, ge moet niet stoppen. Kijk die
oude heer eens boos nairje kijken. Ik heb
geen geld om te betalen
Zonder een woord te zeggen, greep
Wim liet puk; dan duwde hij haar de trede
van den bus op en zeiKom mee.
Ik moet zeggen, dat het een gangetje
gaat tegenwoordig. De passagiers op te
houden met vrijagesbromde de lange
oude heer, die eiken avond meereed.
Maar een breede, welgedane juffrouw-
met een mandje ami haar arm, gaf Wim
eeu goedkeurenden wenk en lachte hem
viiendt'lijk toe, zoodat hij wter bloosde tot
onder zijn haar.
Den volgenden Vrijdag droeg hij een klein
kartonnen doosje onder zijn uniformpet
waarmede hij zper onvoorzichtig was. Hij
lneld zijn hoofd er stil en stijf door, zoodat
tegen liet eind van den rif Mina hem gek
scherend vroeg of hij een stijven hals had
Wim verzekerde van niet, nam toen zijn
pet at, lichtte liet kleine doosje van zijn
kruin en gaf het haar.
Er zit wat in zeide zij.
De conducteur deed een stap voorwaarts
en zeide, terwijl hij verlegen aau zijn snor
draaidehel is voor u.
Verbaasd zag zij hera aan dan opende
zij het doosje en bracht er uit te voorschijn
een flacon met eau de cologne, uiet gouden
stop.
Oh, riep zij uit, haar klein neusje
op den geopende» hals der flacon zettend
welk een heerlijke geur en wat een mooie
stop. Dan haar hoofd opheffend en den
conducteur aankijkend, zeide zij, nu zelve
verlegendank u, maar het is to goec
voor mij.
N ets is te goed voor u, gal' Wim
ten antwoord en iets in zijn oogen deet
haar de hare ineenslaan.
II.
Den volgenden Vrijdag werd liet geluk
van den jongen conducteur ineens wreede-
lijk vernield.
Mina stapte in den omnibus als gewoon
lijk, maar zij scheen ongewoonlijk geagiteerd
Wim sloeg haar zonder te begrijpen gade.
Haar hoofd wendde zij onophoudelijk van
hem af, dan zette zij haar hoed voor, dan
achteruit, zenuwachtig telkens haar haar
wrong betastend, en als in gestadigen angst,
uaar buiten kijkend.
En plotseling begreep hij. Zoo plotseling,
dat zijn adem stokte en een nevel voor zijn
oogen kwam, die hein niet toeliet iets te
onderscheiden. Het volgend oogenblik stond
Wim met zijn rug naar de passagiers, suf
voor zich ui starend iu de donkere van re
gen glimmende straten.
Toen zij den omnibus verliet vroeg hij
op droeven toon
Ge zijt dus gehuwd
En kalm antwoordde zij Ja.
En terwijl zij dit zei, viel het schijnsel
van de lantaarn op een dun gouden ringetje
om den middelvinger van haar linkerhand
en de weerkaatsing trol Wiin's oog, terwijl
hij zich verbaasd afvroeg hoe hij nooit te
voren op haar hand gelet.
Later drong plotseling de gedachte zich
aan hem op, dat haar man een ruw wezen
moest zijn. Hij balde de vuist, terwijl hij
in zijn klein kamertje op en ueder liep en
dacht aan den droeven blik harer oogen,
haar woorden omtrent haar werk en het
armhuis. Eii toen, den volgenden Vrijdag,
terwijl zij bij de deur zat, woei de wind een
kleine, zachte lok van haar voorhoofd op,
als bevestiging van zijn vermoeden, een
Zacht, als deden de woorden hem pijn,
vroeg hij in eers Heeft hij het gedaan?
Ach, zei ze droevig, hij wist 't niet
dat hij het deed.
Wim keerde, om zijn ontroering te ver
bergen, haar den rug toe en keek de straat
op, zonder nochtans iets te zien.
Dan kwam er een andere Vrijdag, een
paar weken later, toen zij iu den omnibus
stapte met de wanhoop in haar oogen.
Toen zij alleen waren vroeg de conducteur
naar de oorzaak, maar zij antwoordde niet.
Wim's verlegenheid vlood voor zijn ver
langen haar bij te staan.
Zeg mij wat er aan de hand is, drong
hij aan. Ge kunt mij gerust vertrouwen eu
en misschien kan ik u helpen.
Dat kan niemand, zeide zij. Maar
dan drong het verlangen uaar sympathie,
gevoegd bij de groote vriendelijkheid, die
uit zijn ooger sprak, haar, onder.ks haar-
zelve, toch, hem van haar leed deelgenoot
te maken en kwamen angstig de woorden
van haar lippen Hij moet de gevange
nis in 1
Wim zei niets.
Hij wilde het terugbrengen, zeide zij,
nog verlangend hem te verontschuldigen.
Hij had een betrekking gekregen in een
winkel en hij hij nam geld uit de lade.
met oogen vol haat tegenover den dief, voor
wien het geld bestemd was Mina's echt
genoot
De ironie van het geval maakte, dat hij
in een harlelijken lach uitbarstte. En hij
zei het zichzeiven nog eens, dat hij het al
leen deed om harentwille. Maar hij wou
toch wel, dat het een kleiner sommetje be
trof.
Hij zond het geld door tussclienkomst van
een vriend en liet dezen beloven geen woord
van de herkomst te zeggen.
Maar Mina wist. Toen zij den volgenden
zij hein aan
rij dag en den Vrijdag daarna en de jonge En morgen moet hij afrekenen en het is
couducteur was in het paradijs die twee
avonden. Hij was verlegen en onhandig en
in de wolken en Mina's vermoeid, bleek
lief gezichtje werd verhelderd door vriende
lijke glimlachjes, telkens als zij tot hem
sprak.
Toen kwatn er een Vrijdag een misera
bele natte, ijskoude avond toen zij Wim
ziende het hoofd schudde en den omnibus
voorbij liet gaan. Zij liep erg langzaam eu
droeg een pak, bijna zoo groot als zijielve.
Een oogenblik aarzelde de conducteur
er
nietmaar hij wilde heusch Zij bleef in
de woorden steken en barstte in tranen uit.
Hoeveel was 't vroeg Wim kortaf.
Twee-en-veertig gulden.
Toen hield de omnibus stil en zij stond
op en, troosteloos, ging zij haar weegs.
Eenige uren later zat Wim in zijn klein
kamertje, met een briefje van veertig en
twee gulden in de hand.
Het was een heel som voor hem, en nu
nu moest hij het geld afstaan voor wie-
weet-welken schurk. Hij keek er naar
krer den conducteur zag, kee
met groote dankbare oogen.
Ik wist, dat gij 't waart, zeide zij
eenvoudig. Ik zal nooit in staat zijn u te
danken, maar ik zal 't nooit vergelen zoo
lang ik leef.
Drie Vrijdagen Itwani zij nis gewoonlijk
dan volgden twee iroosteluoze Vrijdagen,
waarop zij niet verscheen. Maar op den
derden kwam zij weder en Wim verbaasde
er zich over, dat zij de roode bloemen uit
haar hoed genomen had. Toen zij alleen
waren, zei zij de reden
Mijn man is Jood
Een schok van vreugde joeg het bloed
naar \%iin's gelaat, maar hij wendde het af,
beschaamd en bevreesd, dat zij het zien
zou.
Hij heeft berouw getoond, zeide zij
nog voor liern pleitende.
Ik zal niet over hem oordeelen, ant
woordde Wim.
Vrijdagen kwamen en gingen. Zij deed
hetzelfde werk en keerde steeds met
den omnibus huiswaarts en voor Wim waren
die avonden de gelukkigste. Hij zag, dat
haar van smart en zorgen sprekende blik
langzaam uil haar oogen verdween, dat de
kommervolle trek om haar mondhoeken min
der scherp werd, dat liet kleine schoone ge
laat al minder moeheid verried.
Op een Vrijdag kocht hij een klein bou-
quetje van roode rozen voor haar en lei
het verlegen in haar schoot. Zij nam het
aan, met een allerliefst blosje.
Het herinnert mij aan mijn vroeger
tehuis, zei zij. Ik woonde vroeger buiten.
Houdt ge daar niet van vroeg Wim
Oh, integendeelIk bemin het buiten
leven! Het zou zoo goed voor mij zijn.
Van dat oogenblik af, rijpte een nieuw plan
bij den conducteur. Eeu paar weken later
en de fortuin was hein gunstig. Het was
op een Vrijdagmorgen, dat hij liet goede
nieuws vernam en dien avond was er nie
mand in de omnibus dan Mina, die al bij
het begin van de rit was ingestapt.
Terwijl zijn hart klopte en zijn gelaat
vuurrood zag, besloot hij de gelegeuheid
aan te grijpen.
Ik ben nu in staat om op het land
te gaan leven, begon hij. Ik heb een beetje
geld bij elkaar
Oh zei Mina, terwijl zij bleek en
rood werd.
Ik heb eeu betrekking gekregen aan
een der locaaltreinen in Utrecht en daar
weet ik een heel lief huisje met een fer-
raeu lap grond
Wou je daar gaan wonen vroeg zij.
Ja, ik ik wou gaan trouwen, stot
terde hij, ten minste als de vrouw, die ik
op 't oog heb, me hebben wil.
Mina keek niet op.
Het is een vreeselijk gezellige woning,
Mina, ging hij peinzend voort. Echt lan
delijk, met een grooten boom vlak voor het
venster, en behalve dien lap grond achter
liet huis, nog een tuintje er voor; en je
hebt gezegd, dat je van het landleven hield,
Mina.
Dat doe ik, luidde, verlegen haar
antwoord.
Wim trok zijn grooten rooden zakdoek-
uit neus. Het is niet makkelijk in een
hotterenden omnibus een huwelijksaanzoek
te doen en Wim vond het een vreeselijkn
taak.
Mina keek hem eens aan en er kwamin
een paar quit kuiltjes in hare wangen.
Mina, zei Wim, ik wouw dat huisj
zao graag hebben
Weer zag zij hem aan en dan fluisterde
zij verlegen Ik ook, Wim. En boven
al het geratel en lawaai van den omnibus
op de keien, had hij deze weinige, toch zou
zacht gesproken, woorden verstaan.
Hei, hei Stop Hei schreeuwde de
zelfde lange oude heermaar de omnibus
ratelde door.
Hij holde haar hijgend en puffend ach
terna.
Conducteur! Hei! Stop Ik zal je rap
porteeren schreeuwde hij, nijdig zijn parn-
pluie zwaaiend.
Maar de conducteur hoorde hera niet Hij
zat in de omnibus, met een klein mooi
kopje rustend tegen zijn borst.
Hei! Stop! Ik zal rapport van je la
ten maken Hei, heiHet geroep werd
zwakker en zwakker in de verte. En de
omnibus ratelde voort...