Nummer 65.
Zondag 17 Augustus 1902.
25e Jaargang.
I
Toegewijd
aan Handel,
Industrie en
Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
WONINGWEI.
ivfOMii m
ASTOOI ME L E ff
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Wmmm
Bekendmaking.
FEUILLETON.
n nwiiim—innjUL
SEnBBAaBSaBnBBSBBHnni
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
A b o n n e m e n t s p r ij 3 per 3 maanden f Ü.~5.
Franco per post door het geheeie rijk f(L9ü.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden
Ui tire ver.
aan
den
UlTG E VER:
■P W A AL 'IJK.
~?aasas^v,aa?fp?ffii
II.
OVERAL V E R K R IJ G B A A R
Thans geven we de voornaamste artikels
en daarna eene kleine verklaring van 1
in zijn geheel.
1. Voor schriften betreffende, aan de
woningen te stellen eischen.
Artikel. 1.
Gemeenteraad stelt voorschriften
eischen, waaraan moet
de
{Auteursrecht verzelcerd volgens de wetf)
1 Do
vast betreffende
worden voldaan
a bij hei bouwen van woningen,
h. b;j het geheel of voor een gedeelte
vernieuwen van woningen,
c. met betrekking niet onder b begrepen
woningen,
2. de gemeenteraad stelt voorschriften
vast nopens behoorlijke bewoning.
Artikel 2.
1. De voorschriften, in artikel 1 bedoeld
kunnen verschillend zijn naar gelang van
den aard en de bestemming der woningen
alsmede van hare ligging.
2. bij de voorschriften kunnen eischen
worden gesteld omtrent de zuivering van
ongedierte, de afscheiding van slaapplaatsen
liet aantal woningen in een zelfde gebouw
in verband met de inrichting van dat gebouw
alsmede omtrent het aantal bewoners in ver
band met de ruimte der vertrekken.
3. De eischen omtrent het aantal bewoners
in verband met. de ruimte der vertrekken
blijven buiten toepassing ten aanzien van
woningen, waarin
a. geene andere personen wonen dan die
haar reeds bewoonden bij het indienen van
de verordening, waarbij de eischen worden
gesteld
b. de overschrijding het gevolg is van
vermeerdering van het gezin door geboorte
of door weder opneming van tijdelijk elders
gevestigde leden na het tijdstip, waarop de
woning door het gezin betrokken werd.
4'. Onder gezin zijn begrepen de bloed
en aanverwanten, die volgens de artikelen
376378 en ariikel 383 van het Burgelijk
Wetboek in de termen kunnen vallen om
op onderhoud aanspraak te maken.
Artikel 3.
1. Ten aanzien van geheel of voor een
gedeelte te vernieuwen of nieuw te bouwen
woningen of als woning in gebruik te nemen
gebouwen of gedeelleti van gebouwen worden
door den gemeenteraad voorschriften vast
gesteld betredende
a. de plaatsing van de gebouwen ten
opzichte van den openbaren weg en van
«lkander,
b. het hoogtepeil van de vloer der beneden-
woontrekken en de hoogte van de gebouwen,
c. de afmetingen der ter bewoning in te
richten vertrekken eu van trappen en portaleu,
d. privaten,
e. beschikbaarheid van drinkwater,
f. voorkoming van brandgevaar,
g. voorkoming vochtigheid,
h. hechtheid van fundamenten, muren,
vloeren, trappen, zolderingen en dak,
i. verwijderingen van rook water en vuil,
j. toevoer van licht en lucht,
2. Ten aanzien van dc vernieuwing ran
een gedeelte cener woning worden alleen die
voorschriften van toepassing verklaard, die
met liet vernieuwen gedeelte verband houden.
3 Ten aanzien van bestaande niet onder
liet eerste lid begr.pcn woningen worden
door den gemeenteraad voorschriften vast
gesteld betrctfcnde de in het eerste lid onder
e—j vermelde punten.
Artikel 4.
1. Met betrekking tot een of meer der
in artikel 3 vermelde punten kan door
Gedeputeerde Staten, den inspecteur, belast
aiet het toezicht op de handhaving van de
wettelijke bepalingen betreffende de volks
huisvesting, gehoord bij een met redenen
omkleed besluit vrijstelling worden verleend
hetzij voor alle woningen, het zij naar gelang
van haren aard, bestemming of ligging voor
sommige.
2. Door Gedeputeerde Staten kan, den
inspecteur gehoord bij een met redenen om
kleed besluit vrijstelling worden verleend
van de verplichting tot het vastellen van
voorschriften nopens behoorlijke bewoning
3. De vrijstelling, bedoeld in het eerste
en in het tweede lid, wordt voor niet langer
dan vijf jaren verleend op aanvrage van den
gemeenteraad en kan, den inspecteur gehoord
op aanvrage van den gemeenteraad, bij een
met redenen omkleed besluit worden verlengd
telkens voor een bepaalden tijd, vijf jaren
niet te boven gaande.
4. Gedeputeerde Staten deeleu, met over
legging van het raadsbesluit en van het
advios van den inspecteur, hunne beslissing
mede aan de centrale gezondheidsraad. Deze
brengt daaromtrent zoo hij termen tot ver-
AdvkrtentiEn 1-7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groot,
letters naar plaatsruimte. Advertenticu Smaal ter plaatsing opgegeven
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regel, tn
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contract
gesloten, lleclames 15 cent per regel,
Artikel 7.
nietiging dezer beslissing aauwezig ttebf, een
met redenen omkleed advies uit aan den
Minister van Binnenlandsclie Zaken.
5. Word door d reg. het besluit van Ge
deputeerde Staten vernietigd, dan hebben
deze opnieuw uitspraak te doen met inacht
neming van onze. beslissing.
6. De artikelen 166 en 169173 der
Provinciale wet zijn ten deze van toepassing.
Artikel 5.
1. Het is verboden zonder schriftelijke
vergunning van Burgemeester en Wethouders:
a. een gebouw op te richten of geheel
of voor een gedeelte te vernieuwen,
b. krachtens eettig zakelijk recht tot
woning in gebruik te nemen of als eigenaar
of in eenige andere hoedanigheid tot woning
in gebruik te geven een gebouw of eeu
gedeelte van een gebouw, laatstelijk niet als
woning gebezigd.
2. In gemeenten, waar voorschriften met
betrekking tot gebouwen zijn vastgesteld,
wordt de vergunning, behoudens het bepaalde
bij het eerste lid van ariikel 6, alléén ge
weigerd op grond, dat aan die voorschriften
niet wordt voldaan.
3. Een besluit tot het verleenen van
voorwaardelijk vergunning of tot weigering
der vergunning is altijd met redenen omkleed
4. Van het besluit, bedoeld in het
voorgaande lid, is beroep op den gemeente
raad toegelaten, volgens regelen, bij plaatse
lijke verordening vust te stellen.
Artikel 6.
1. Voorzoovar eene verordening met
betrekking tot gebouwen Burgemeester en
Weihouders daartoe uitdrukkelijk bevoegd
verklaart kunnen zij
a. nadere eischen vaststellen ten opzichte
van in die verordening bepaaldelijk aangewezen
punten
b. vrijstelling verleenen van het voldoen
aan in die verordening bepaaldelijk omschreven
eischen.
2. In het geval, omschreven sub a. van
het voorgaand lid, is beroep op den gemeente
raad toegelaten, volgens regelen, bij plaatse
lijke verordening vast te stollen.
3. Van het besluit van den gemeenteraad
wordt door Burgemeester en Wethouders
onverwijld kennis gegeven aan hem, die het
beroep heeft ingesteld.
4. Wijkt het besluit van den gemeente
raad van dat van Burgemeester en
Wethouders verleende vergunning.
1- Dc besluiten tot vaststelling, aan
vulling, wijziging of intrekking van de in
artikel 1 bedoelde voorschriften zijn aan de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten aan
wie zij binnen tweemaal 24 uren na de
vaststelling worden toegezonden onderworpen
lie goedkeuring betreft zoo zij aan eene
verordening in haar geheel wordt verleend
alleen die voorschriften, welke aan goedkeuring
onderworpen zijn. De artikelen 196 en 197
der Gemeentewet zijn ten deze van toepassing
met dien verstande, dat de daar genoemde
termijn wordt gesteld op twee maanden.
2. Alvorens te beslissen winnen Gede
puteerde Staten het advies van den inspecteur
in.
3. Het besluit van Gedeputeerde Staten
waarbij de goedkeuring wordt geweigerd, is
altijd met redenen omkleed. Van dit besluit
kan de gemeenteraad binnen 30 dagen, te
rekenen van de dagteekening der beslissing
van (gedeputeerde Staten, bij ons voorziening
vragen. Artikel 201 der Gemeentewet is ten
deze van toepassing.
4. Gedeputeerde Staten deelen, met over
legging van het raadsbesluit en van het
advies van den inspecteur, hunne beslissing
mede aan den centralen gezondheidsraad.
Deze brengt daaromtrent, zoo hij termen tot
vernietiging dezer beslissing aanwezig acht,
een met redenen ontkleed advies uit den
Minister van Binnenlandsclie Zaken.
5. Wordt, buiten het geval var. voorziening
bedoeld in hei derde lid door ons bet besluit
van Gedeputeerde Staten vernietigd, dau
hebben deze opnieuw uitspraak te doen met
in acht neming van onze beslissing.
De artikelen 166 en 169-173 der provinciale
wet en de artikelen 166, 168, 172 en 174
177 der Gemeentewet zijn ten deze van
toepassing, met dien verstande, dat de af
kondiging geschied binnen veertien dagen
na dagteekening van het besluit, waarbij de
g tedkeuring wordt verleend eu dat het for
mulier van afkondiging bij algemeenen maat
regel van bestuur wordt vastgesteld.
Artikel 8.
1. Indien binnen twee jaren na het in
werking treden dezer wet geene voorschriften
als bedoeld ir. artikel 1 en goedgekeurd
overeenkomstig artikel 7, tot stand zijn ge
komen, noodigen Gedeputeerde Staten Bur
gemeester en Wethouders uit zoodanige
voorschriften te ontwerpen en binnen een
bepaalden termijn bij hen in te zenden.
cn
w.WHu»W!wr--rat~;h L..
Courant,
i
Do Burgemeester der gemeente Waalwijk;
G.elet np de deshp.trc.ffeode aanschrijving van
zijne Excellentie den Heer Minister van Binncn-
landsche Zaken dd. 9 Juli 1. maakt bekend, dat
Hare Majesteit de Koningin het verlangen heeft
te kennen gegeven op Hoogstdezelver verjaardag
31 Augustus aanstaande die dit jaar valt op een
Zondag, openbare eerbewijzen niet te doen op
dien dag maar op den daaropvolgenden Maandag
zijnde I September.
Uit dien hoofde zal op 31 Augustus a. s. noch
parade bij het leger, noch vlagvertoon op de
oorlogschepen geschieden, terwijl ook het vlag
gen van openbare gebouwen niet op Zondag
maar op Maandag daarna zal plaats hebben.
Waalwijk, 12 Augustus 1902.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
Het Gemeentebestuur van Waalwijk maakt
bekend, dat met ingang van 1 September e.k.
als Rijkstuiobouwleeraar zal werkzaam zijn
binnen :1e provincie Noord-Brabant en Zeeland
de heer J. P. M. Camman en dat hem als stand
plaats is aangewezen de gemeente Teteringen.
Waalwijk, 11 Augustus 1902.
liet Gemeentebestuur voornoemd,
De Burgemeester,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN L1EMPT.
20
DOOR A. C. V. D. H.
O—
Zwijgt, kinderen, doorboort mij niet het
hart, op later leeftijd misschien zult gij weten,
waarom ik dus handel. Doch u dreigt thans ook
gevaar, zoo als mij en de heele bemanning.
Gevaar, vader? Waarom? De wind is toch
10» kalm en de zee zoo effen.
Wij worden achtervolgd, kinderen, door
"pers, door menscheD, die het op onze lading
op ons leven gemunt hebben, zoo wij niet
goedschiks ons
Vooruit Antonio, hier geen praatjes en nog
binder die onmannelijke waterlanders, die ik op
uwe wangen zie. Neem een geweer en lluks
op het dek, de dans gaat beginnen; moed en vol
harding en de zege is aan onze zijde.
Weg was de kapitein al weer, terwijl Antonio
jj'ch haaste aan het bevel te voldoen. Weldra was
hij van het hoofd tot de voeten gewapend. Al-
forens echter naar het dek te gaan, omhelsde hij
f'jj'e kinderen en spruk met eeue aandoening
'rillende stem
Carlo en Lucia, misschien ziet gij mij niet
weder. Vaartwel en bidt voor mij.
Wij zullen u wederzien, vader twijfelt er
oiet aan.
Weg was Antonio, terwijl de kinderen alleen
>Q de kajuit bleven.
Be schemering begon al te vallen. Toch was
het nog licht genoeg om het vijandige schip,
f slechts op een geweerschot aisiands van de
lax Vobis" was, duidelijk waar te nemen. Het
een stevig vaartuig, welker bemanning uit
twintig go.dgewapende mannen bestor.d.
circa
Ook had het eenige kanonnen van klein kaliber
«n boord.
Geef u overl klonk het luid van liet kaper-
schip.
De »Pax Vobis' echlor beantwoordde dien
kreet met een schrikkelijke losbranding, die aan
eeu paar kapers het leven kostte. Het bloedige
spel nam nu eeu aanvang. Van weerskanten
werd met hardnekkigheid en leeuwenmoed ge
streden. Een oogenblik scheen het dat de „Pax
Vobis' overwinnaar in den strijd zou blijven,
tenmins'e haar schoten werden eenigen tijd niet
meer beantwoord. Plotseling echter dreunde
alles in het rond, de kanonnen op het kaperschip
waren thans aan het woord, en helaas, tegen de
veiwoesting,- door die schoten aangericht, was
de „Pax Vobis' niet bestand. Weldra «vmen de
wanden stuk geschoten, het schip kreeg lek op
lek, het dreigde te zinken. Na een kort beraad
met de nog overgebleven manschappen, onder
wie ook Antonio behoorde, werd tot de over
gaaf besloten. Vijf munnen van de „Pax Vobis»
iagen ontzield op het dek. Na eenige oogcnblikken
waren de kapers aan boord van liet ontredderde
schip. De bemanning, ook Carlo en Lucia, werd
zwaar geboeid op het kaperschip overgebracht.
De reeds gestorven matrozen werden eenvoudig
in zee geworpen. Enkele oogenbiikken later
zonk de „Pax Vobis," met alles wat zij nog
aan koopwaren en kostbaarheden bevatte. De
kapers hadden geen tijd gehad, dit alles nog aan
boord van hun vaartuig te brengen. De gevan
genen werden in het ruim van het schip'letterlijk
opeengestapeld.
Door twee kopers begeleid, werd beurtelings
iedere gevangene voor den kapitein gebracht en
in gebroken Spaansch gevraagd of hij of zij ook
geld bezat om een losprijs te betalen. Niemand,
lie tot dusver ondervraagd was, bezat geld ge
noeg om zijne vrijheid te betalen. Antonio kreeg
oveneens een beurt.
Zijt gij de vader dier twee kinderen
Ja, kapitein.
Welnu, dan zal u bovenal de vrijheid wel
lief zijn, zoo voor u zelf als voor uwe kinderen.
Daarbij zie ik aan heel uw wezen, dat gij tot
den defligcu stand behoort en dus wel in de
gelegenheid zijn zult een flinke som als losprijs
te betalen.
kapitein, ik 1 ad honderd vijftig duizend
realen aan boord. Zij waren geborgen in een
lederen valies. Thans echter zijn ze op den bo
dem der zee.
-?rar«rcrrar--
Waartoe moest dat geld dienen
Ik wenschte eene reis naar Griekenland te
inaken.
Bezit gij nog eigendommen
Neen, al wat ik bezat, heb ik te gelde ge
mankt en, zoo ik u zeide, is heel mijn schat
thans door de zee verslonden.
Hier wreef de kapitein zich met een ontevreden
gelaat over de haren en mompelde binnens
monds
Wat een kale vang9tl Daar moeten we nog
vier der onzen voor verliezen.
Hoor eens, sprak nij tot Antonio, ziet gij
kans binnen vier dagen aan twee honderd dui
zend realen te komen
N« en, kapitein, nog in geen vier jaren.
Welnu, dan zijt gij goed genoeg als slaaf
verkocht te worden. Gij zelf zult zooveel wel
niet. opbiengen, maar dat meiejo zal binnen een
jaar bij uitstek geschikt voor een harem of serail,
terwijl die flinke jongen
Barmhartigheid, medelijden, kapitein, Ach 1
denk dat ik rader ben. Bij alles wat u heilig
is, bid ik u
Zwijg, knjtlbatis, niets is mij heilig dan goud
en dat kunt gij mij niet verschaffen. Barmhar
tigheid en medelijden kennen wij hier niet.
Mannen, ging hij voort, brengt weg dien
huilebalk, die lomp genoeg is geweest om hon
derd vijftig duizeud realen naar den bodem der
zee te laten zinken.
Na '.wee dagen varens, dugen van ongehoorde
ellende voor de arme gevangenen, die aan alles
gebrek loden, landde het schip aan de Atrikaan-
sche kust op een paar uur afstands van Algiers.
Dc gevangenen werden aau wal gezeten zouden
te voet door het Atlasgebergte, dat hier niet hoog
is, de reis naar de markt van Algiers aanvaarden.
De stoet, die door stevige touwen aan elkan
der verbonden was, werd begeleid door vijf van
top tot teen gewapende kapers. Met moeite
sleepten de gevangenen over het beurtelings
klimmende en dalende terrein zich voort. Carlo
en Lucia vooral waren zoo uitgeput, dat zij
meermalen neervielen. Dan werden zij echter
met stompen en stooten weer tot opstaan ge
dwongen. Eindelijk echter bezweken hunne
krachten en lagen zij mnchteloos tegen den
grond. Toen een der geleiders hen weer op on-
menschelijke wijze tot opstuau wilde dwingen,
kon Antonio zich niet langer inhouden. Met de
kracht der wanhoop de achterste gevangenen
met zich mede rukkend snelt hij vooruit, vliegt
den barbaar om zijn hals en dreigt hem te wor
gen, doch valt op hetzelfde oogenblik, door een
knotslug op het hoofd getroffen, bewusteloos ter
aarde.
Carlo, Lucia, waar
Bedaar, vriend, vermoei u niet tc veel.
O hemel, waar ben ik toch
Gij zijt bij uwen vriend,
Ben ik dan niet in de macht van den sla
venhandelaar
Neen, mijn zoon, open de oogen, zie in 't
rond en overtuig u waar gij zijt, doch ik bid u,
mat u niet te zeer af, uwe wouden uan het hoofd
mochten eens openspringen.
Rampzalige, gevloekte die ik ben.
Niemand is van den Schepper gevloekt mijn
zoon. Maar nog eecs: bedaar! Ik zal 11 later
alles vertellen, voor het oogenblik past u niets
anders dan volstrekte rust. Spreek dus niet meer,
maar dank in uw hart den Vader aller menschen,
die u op wonderdadige wijze van den dood ver
lost beeft.
Antonio zweeg. Het verleden doemde weder
voor hem op. In een ommezien stond hem het
lijden der vorige dagen weer voor den geest. Hij
richtte zijne oogen op den grijzen monnik, die
voor zijn bed zat en barstte daarop in tranen
los.
Ik dank u, God, voor uwe onverwuchtc
hulp.
Het proces is gewonnen, de crisis gelukkig
doorstaan, sprak do monnik. Antonio viel in een
diepen en gerusten slaap, waaruit hij na eenige
uren weer ontwaakte. Hij gebruikte een weinig
voedsel, dronk een glas wjjn en vroeg aan den
monnik hem een omstandiverhaal te doen van
al wat hem gebeurd was: Gaarne had de mon
nik hiermede nog een paar dagen gewacht
tot zijn patiënt wat meer kracht bekomen had,
dcch de ongerustheid op het gelaat van Antonio
lezende, meende hij niet langer te mogen dralen.
YVelnu dan mijn zoon, ik zal aan uw ver
langen voldoen, ik wil u aHei zoo getrouw
mogelijk mededcelen, maar dan moet ge mij op
uw woord beloven, u niet te zeer op te winden
en aan mijne bevelen strikt te gehoorzamen.
Dit beloof ik u, vader, ik geef or u mijne
hand op.
Zooals gij ziet, mijn zoon, ging de raonnil
voort, woon ik hier geheel alleen te midden van
deze mild gezegende natuur. Vrijwillig heb ik
deze woonplaats gekozen. Nog op geen twintig
minuten afdtands van hier ligt een smal pud,
waarover de slavenhandelaars gewoonlijk hunne
arme raedemenschen heenleiden om hen vervol
gens op de markt te Algiers te verkoopen. Nu
was het wel gemakkelijker voor dc slavenhande
laars de haven van Algiers zelve binnen te varen
doch in den laatsteu tijd heeft de dey meer dan
eens bedreigingen van den kant der mogendhe
den, vooral van Engeland ontvangen, zoodal hij
het raadzamer oordeelde de slaven voortaan Jang*
een omweg de stad binnen te laten leiden. Daar
ik altijd medelijden, diep medelijden met die
ongelukkige wezens gehad heb en ik bij onder
vinding weet, hoe 'hardvochtig die handelaars
met hem omgaan, besloot ik, toen die gruwelijke
handel weer op ruime schaal gedreven werd, mij
iu deze streek, niet ver van het u bekende pad
te vestigen. Ik hoopte daardoor menigen nog van
een wissen dood te kunnen redden.
E11 hebt ge er veel gered, varier?
Met Gods hulp, jR, mijn zoon. Zooals gij
ziet is mijne woning in eene spelonk. Nu heb ik
deze berg maar te beklimmen om uren verover
de zee te zien. Geen Bchip legt hier vlak bij de
kust aan of ik zie het. Zijn de arme gevangenen
eenmaal outscheept en heeft de treurige stoet
zich in beweging gesteld, dan daal ik den berg
af en volg hem op een afstand. Zoo eeu der
geknevelder. zich verzet of van vermoeienis zijn
weg niet meer vervolgen kan, wordt hij gewoon
lijk geheel ot half dood geslagen. Men laat hem
op deu weg liggen zonder nog naar hem om te
zien, en de overigen trekken maar verder Nu
nader ik behoedzaam den gekwet9te, neen. hein
op mijne schouders, brong hem, 700 ik niet te
ver van huis beu, naar mijne woning of in een
dichtbijzijnd boich. Ik onderzoek zijne wonden,
verbind ze en tracht ze met geneesmiddelen, die
ik altijd bij mij draag, de levensgeesten weer op
te wekken.
(Wordt vervolgd).