Nummer Tl.
Zondag 7 September 1902.
25e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
CONGRES MIDDENSTAND,
AKTOOI TIELEN,
Uitgevek:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Bekendmaking.
3 Sept.
4 Sept.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n e m e n t s p r ij s per 8 maanden t' 0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJl.
Advertentiïn 17 regel» f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groot#
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden ümaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels «n
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contractu
gesloten. Reclames 15 cent per regel,
Woensdag en Donderdag is te Amsterdam
het congres voor den middenstand gehouden.
Zeer talrijke belangstellenden waren opge
komen om mede de belangen van de
neringdoenden te bespreken.
Het congres werd geopend door den beer
J. S. Meuwsen, voorzitter der Alg. Winke
liersvereniging te Amsterdam en van *t
regelings-coraiié.
Prof. N o o r d z ij, bij acclamatie tot voor
zitter benoemd, aanvaardde deze taak met
een welsprekend woord, waarin hij zeide
„Wel een sterk bewijs is dit congres, dat
in alle deelen van ons land de behoefte
aan samenwerking, aan vereeniging ge
voeld wordt, en wel mocht dr. N o u w e n s
een rapport aan het verenigingsleven wijden,
en daarin constateeren, dat meer dan 50
verenigingen met ruim 40 000 leden aan
dit congres deelnemen (Applaus). En
hoopvol is bet, dat het congres ruim 1200
inschrijvers telt. Het wijst er op dat het
„laat maar gaan* vervangen is in „weest
u zelf' (Applaus.)
(Wij geven verder in 't kort weer 't
verhandelde in de afdeelings- en algemeene
vergaderingen. Verslagen omtrent de feest-
telijkheden enz. enz., laten wij achterwege
zij zijn voor den lezer van minder belang)
Afdeelingsvergadering.
Woensdagmiddag werd in drie afdeelingen
vergaderd.
In de eerste afdeeling werd behandeld
„Het vereenigingsleven."
Rapporten over dit onderwerpwerden onder
scheidenlijk uitgebracht door dr. J. Nou-
w e u s, van Heeswijk, door den heer J.
B i e s e 1 a a r, van Amsterdam, door den
heer H. Bergman, van Utrecht en door
mr. II. P. de Wild e. van Arnhem.
Na een uitgebreid debat werden de vol
gende conclusies van den heer J. S. M e u w-
s e n, van Amsterdam aangenomen
lo. dat zoo spoedig mogelijk plaatselijke
vereenigingeu voor den handeldrijvenden
middenstand opgericht worden, waar dat
mogelijk is
2o. dat dadelijk opgericht worde een na
tionale bond vail vereenigingeu voor den
handeldrijvenden middenstand
3o. dat uitgenoodigd worden om zitting
te nemen in een commissie tot voorbereiding
de algemeene voorzitter prof N o o r d t z ij,
de drie afdeelingsvoorzitters, de heeren C o 1-
lecteur uit Rotterdam, Plet uit Nijmegen,
dr. N o u w e n s uit Heeswijk, Schuur
man uit Rotterdam, mr. De Wilde uit
Arnhem en de algemeene secretaris, de heer
Meuwse u uit Amsterdam.
De tweede afdeeling hield zich bezig met
de „Oneerlijke concurrentie" en de vormen
waarin die zich kan voordoen.
Hierover werden rapporten uitgebracht
door mr. P. J. M. A a 1 b e r s e, te Leiden
en den heer J. P. N o r d h o in s o n, te
Amsterdam, die tot de volgende conclusie,
genomen na een lang debat, leidden
„De 2e afd. van het congres van den
handeldrijvenden middenstand, gehoord de
rapporten en het belangrijk debat daarop
volgende, overtuigd door die rapporten en
de mededeelingen, dat die stand ernstig in
leven en welvaart wordt bedreigd door de
oneerlijke concurrentie, spreektdenoodzakelijk
hcid uit, dat alle dotltrett'ende maatregelen
worden genomen ter bestrijding van dezen
socialen kanker."
Over een rapport van mr. J. B. Pole
naar in zake „Uitverkoop onder valsche
voorgevens, dat in deze afdeeling mede aan
de orde werd gesteld, werl wegens het ver
gevorderde uur geen conclusie genomen.
In de derde afdeeling werden rapporten
uitgebracht door de heeren Joh. C. de
Ilaas (Utrecht,) Fred. Bianchi (Am
sterdam) en mr. Z. van den B e r g h,
handelende resp. over „Handelsopleidicg",
„Beroeps- en handelsonderwijs" en „Snel en
goedkoop recht."
De beide eerste rapporten, die gezamenlijk
werden behandeld, leiddtn tot de volgende
conclusie „liet cougres spreekt den wensch
uit, dat overal door overheid en belang
hebbenden zooveel mogelijk gedaan worde
wat kan strekken tot verkrijging, uitbreiding
en verbetering van het handelsonderwijs."
De conclusie van mr. Z. van den
B e r g h, luidende dat „dringend noodig is
een hervorming van ons procesrecht, die
voor de gewone zaken een min omslachtiger
en min kostbaren procesgang invoert", werd
aangenomen met algemeene stemmen met
uitlating van het woord „dringend".
Algemeene Vergadering.
Onder voorzitting van prof. N o o r d t z ij,
werd te 3l/3 uur de algemeene vergadering
geopend.
Prof. O. P ij f f e r o e n, uit Gent, ver
kreeg daarna het woord met eene in het
Vlaamsch uitgesproken rede over „De Mid
denstand".
Hij verklaarde weinig vermoed te hebben,
toen hij het vorige jaar ons land bezocht,
om den Middenstand te bestudeeren, dat
thans reeds een Internationaal Congres voor
den handeldrijvenden middenstand, te Ara
sterdam zou georganiseerd ziju.
Hulde bracht spr. daarvoor voornamelijk
aan de Algemeene Winkeliersvereniging te
Amsterdam, die wakker den strijd voor de
belangen van den Middenstand heeft aan
gebonden.
Verder verdienen hulde alle plaatselijke
vereenigingeu, die op de bres staan in dezen
strijd voor den Middenstand.
Het nut vaD de twee vorige congressen
besprekend, vestigde spr. er de aandacht
op, dat daar het program van den Midden
stand gevormd is, zijn wenschen geformu
leerd en de misstanden zijn aangetoond.
Dit congres zal zeker de voortzetting van
die congressen zijn. Daarom zijn thans
zooveleu opgekomen doordrongen van het
groote belang, den Middenstand als een
zelfstandige klasse in de maatschappij te
bewaren.
En die stand zal zelfstandig kunnen
blijven als deze vergadering blijk geeft van
kracht en wil.
(Langdurig en luid Applaus.)
Nadat de voorzitter den spreker had be
dankt, gaf hij het woord aan den heer M.
II. G. F. Fiedel dj Dop.
Deze hield eene rede over de positie van
den handeldrijvenden middenstand tegen
over de coöperatie en de groote maga
zijnen.
De spreker wees er op, dat de groote
magazijnen hun ontstaan dankten aan
Frankrijk. Hij bracht de geschiedenis dezer
groote magazijnen: Bon Marchê, Louvre enz.
in herinnering, wijzeud op den enormen
omzet van millioenen francs. Een groot
magazijn kan vooral door de groote quanta
goedkooper omzetten dan de kleine winkels.
l)e vrees voor verdringing van den kleinen
winkelier door de groote magazijnen lijkt
spr. echter nog niet gegrond. De groote
magazijnen zijn betrekkelijk gering in aan
tal. De mogelijkheid zulk een zaak
te beheeren zal steeds tot een zeer
klein aantal personen beperkt zijn. De
vermeerdering van het aantal artikelen zal
meestal tengevolge hebben vermindering van
de zorg, aan elk te besteden. De poging
in Amsterdam een magazijn op te richten,
waar alles kan worden gekocht, leed schip
breuk.
Overgaande tot de coöperatie, liet sp. ook
de geschiedenis van deze voorafgaan. Econo
misch, sociaal en moreel kan het terrein zijn
der coöperatie. In het eerste kan zij met den
winkelstand in botsing komen. Volgens spr.
ligt het op den weg van 't congres uit te
maken, in hoeverre de winkelstand be
schermd moet worden tegen de coöperatie.
Spr. meende de voordeelen van de coöpera
tie weinig te moeten achten. De winkelier
besteedt meer zorg dan de directeur der
coöperatieve vereeniging. Sp. protesteerde
tegen de voorstelling van het grootaandeel
van vervalschiug van levensmiddelen onder
den winkelstand. Het beginsel der coöpe
ratie, het kapitaal ondergeschikt te maken
aan de verbruikers, belet den directeuren,
evengoed te beloonen als den winkelier
De werkelijk vakman-winkelier kan, meent
sp., altijd met de coöperatie concurreeren.
Omtrent de coöperatie in Nederland gaf de
»p. een kort historisch overzicht. Men
trachtte, aldus concludeerde sp., met alle
wettige middelen de kansen gelijk te maken
tusschen winkelier en coöperatie. Ten slotte
opwekkend tot vak-aaneensluiting, sprak spr.
den wensch uit voor een groote toekomst
van den handeldrij vendei: middenstand (luid
applaus,)
Dr. Anton R e t z 6 a e h uit Freiburg
(Baden) hield nog een rede over het onder
werp Em Bi ld von der gegcnwdrtigeu Lage
des Deutschen kleinen und mittleren Kauff-
mannstandes.
Hij stelde op den voorgrond, dat in het
Duitsche rijk in de 19e eeuw de stand der
kooplieden percentsgewijze veel sterker is
toegenomen dan de overige bevolking.
Toch is in Duitschland ook een stiooming
onder de concumeutenjj merkbaar om in
directe verbinding te treden met de produ
centen. Het gevolg is geweest de stichting
van tal van consumptie-coöperaties, die echter
niet over 't geheele land verspreid zijn,
maar iu de eene streek veel meer voorko
men dan iu de aDdere.
Te vreezen vijanden zijn deze consumptieve
vcrecuigingen zeker, maar de vijandeu zijn
ook de groote magazijnen, die den détail
handelaars veel concurrentie aandoen.
Ook de venters langs de huizen werden
door sprekers als concurrenten genoemd.
Van drie zijden wordt de Middenstand
bestookt, door kapitalisten, proletariërs en
door eigen verdeeldheid. „Eendracht maakt
macht", dat is de leuze die hier slechts
verbetering kan brengen. (Langdurig applaus.)
Afdeelings-vergaderingen.
In de eerste afdeeling werd behandeld
het vraagstuk der coöperatie met de rap
porten van de heeren K. Citroen en J.
Droste, werd de coöperatie afgekeurd als
schadende den middenstand en ook op den
langen duur de arbeiders. Aangenomen werd
een conclusie van den heer Fiedeldy Dop.
Ie. wettelijk te verbieden dat coöperaties
aan niet-leden verkoopen, 2e. verbieden dat
ambtenaren bestuursleden van coöperaties
zijn, teneinde dwang op de ondergeschikten
te voorkomen, 8e. werd de wenschelijkheid
uitgesproken, dat de winkeliers gezamenlijk
zouden inkoopen om der coöperaties het
hoofd te kunnen bieden.
Inzake het crediet, het tweede vraagpunt,
na rapporten van mr. Wienecke en den
heer Van Embden is besloten het onderwerp
tot een voorwerp van studie te maken, daar
het te gewichtig is om zoomaar conclusies
te nemen.
Het vraagstuk van eeo informatie-bureau
is door gebrek aan tijd niet behandeld.
In de 2e afdeeling werden de volgende
conclusies aangenomen
le. van den heer H. Revelmaus Jr. te
Zutfen. „De handeldrijvende middenstan 1
heeft noodig goedkoope en gemakkelijke
gelegenheid, waar vervalschiug en knoeierij,
van handelsartikelen door scheikundig
onderzoek worden geconstateerd" en ver
zoekt dat inrichtingen daartoe zullen worden
gesticht.
De lieer Marinus van Hout uit Helmond
sprak aan de hand van het door hem in
gediend rapport over het venten. Na eerst
vastgesteld tehebben, wat men onder het
venten heeft te versUan, concludeerde de
spreker aldus
1°. Het venten is in strijd met de be
langen van den handeldrijvenden midden
stand, omdat
a, het venten zeer dikwijls een der
vormen van oneerlijke concurentie is en
b. de venter minder lasten heeft dan en
de luslen geniet van de lasten van den
winkelier.
2°. Het venten werkt nadeelig voor de
geheele maatschappij, omdat
a. de onbeperkte vrijheid van venten de
wetten op de bedelarij verkracht
b. de onbeperkte vrijheid van venten
een steun is voor den oneerlijken koopman
die door het venten van onrechtmatige ver
kregen goederen den diefstal in de hand
werkt of althans helpt verbergen
c. de onbeperkte vrijheid van venten zeer
dikwijls in strijd is met de openbare orde,
veiligheid en gezondheid.
Op voorstel van den inleider sprak de
afdeeling, overwegende, dat de oubeperkte-
vrijheid van venten in strijd is met de be
langen van den handeldrijvenden midden
stand en die der gansche maatschappij, en
dat niet alle vormen van venten nuttig of
noodzakelijk zijn, de overtuiging uit, dat
het de taak is der regeering eene wet in
het leven te roepen, welke het veulen aau
bepalingen en voorwaarden bindt, die meer
in 't belang zijn van de geheele maatschappij
en van den handeldrijvenden middenstand in
het bijzonder.
Vervolgens werd eene conclusie aangenomen
betreffende den arbeid in gevangenissen lui
dende Het congres wenscht, dat de staatsbe
sturen vau België en Nederland maatre
gelen zullen nemen om het werk der opge
slotenen in degevangenissen, dat concurentie
sticht, te verminderen zoo niet geheel af
schaffen en dat de bevolking der gevange
nissen geb?zigd zal worden voor zoodanigen
arbeid, dat daarmede geene concurentie
wordt aangedaan aan den handeldrijvenden
middenstand."
De heer Piedeldj Dop besprak het be
drog in den boterhandel en de boterwet en
stelde hier de volgende conclusie voor
„Het congres spreekt de wenschelijkheid
uit, dat van rijkswege aan boterhandelaavs
gelegeuheid worde gegeven hunne waren
kosteloos te laten onderzoeken in proefsta
tions, en dat in de geraeentelaboratoria aan
handelaars van genot en levensmiddelen de
gelegenheid worde geboden, hunne waren
te laten onderzoeken tegen betaling van een
gelijk bedrag als aan de andere ingezetenen
wordt in rekening gebracht.
Ten slotte behandelde de afdeeling nog
het onderwerp der gedwongen winkelnering
naar aanleiding van een desbetreffende rap
port van den heer Groenendaal te Hilver
sum. De heer Groenendaal heeft voorbeel
den van gedwongen winkelnering te Laren
(bij tapijtfabrikanten) ter kennis van het
congres gebracht. Wij hebben vroeger de
hoofdzaken reeds mede gedeeld. Eene con
clusie werd voorgesteld, luidende: „De ver
gadering van oordeel dat aan alle gedwon
gen winkelnering een einde moet worden
gemaakt, spreekt de wenschelijkheid uit,
dat ten spoedigste wettelijke maatregelen iu
dien geest worden genomen."
Ook deze conclusie werd bij acclamatie
aangenomen.
In de 3de sectie werd aangevangen met
behaudeling van het onderwerp Arbeids
wetgeving, raporteur de heer Rainbon-
net uit Zutfen, die tot conclussie komt, dat
de arbeidswetgeving beter door de belang
hebbenden zeiven kan worden ter hand ge-
genomen, dan door het centraal gezag. I)it
is echter slechts mogelijk door plaatselijke
vereeuigingen van alle patroons en alle
werklieden iu een zelfde vak werkzaam aau
welke vereenigingen de bevoegdheid wordt
toegekend om voor allen bindende bepalin-
ling te maken, onder controle van het
openbaar gezag. Erkennende dat de tijd nog
niet rijp is voor een zoo ingrijpende
wijziging staat spr. voor de oprichting van
een bond van werkgevers en werknemers
om voor het denkbeeld propraganda te
maken, In 't kort gezegd wenscht spr.
iets als de oude gilden terug, maar in ge-
inoderniseerden vorm.
In de derde afdeeling werd langdurig
over Zondagsrust gosprokeu naar aanleiding
tier rapporteu van ds. Rudolph uit Leiden
en Friedeldey Dop uit Amsterdam. Het
resultaat van het debat was, het uitspreken
der weuschelijkheid eener wettelijke rege
ling van Zondagsrust, waarbij rekening
worde gehouden met de bezwaren die uit
het bedrijf voortvloeien.
Een dikwijls heftig debat werd gevoerd
naar aanleiding van de rapporten over ver
vroegde winkelsluiting door mr Lety
die dit onmogelijk en onwettig acht en de
heeren Gerzon, mr. Schuurma, dis zich
vlak tegenover mr. Lely plaatsen en die
vervroegde sluiting weuschelijk en mogelijk
achten.
Resustaat van het debat was de aanemiug
eener motie
Het congres steunt alle pogingen tot onder
zoek naar de wenschelijkheid van vervroeg
de winkelsluiting.
Algemeene Vergadering.
In den namiddag kwam het Cougres in
algemeene vergadering bijeen. De conclu-
siën, in de afdeelingsvergaderingen genomen,
werden aan het oordeel der algemeene ver
gadering onderworpen. De conclusie be
treffende den gezamenlijken inkoop van
winkelwaren vond bij een vrij sterke min
derheid tegenkanting; zij meende dat op
deze wijze toch weder coöperatie werd aan
gemoedigd, terwijl het congres zich overi
gens zoo sterk teger. coöperatie van anderen
verklaard had. De meerderheid ging echter
met de conclusie mede. De overige eon-
clusiën werden zonder tegenwerping door het
Congres aanvaard.
Naar aanleiding van het gisteren door
prof. Pyfferoen gesprokene werd nu voorge
steld dat het Congres zich met de stichting
zou belasten van een internationalen bond
voor den middenstand, samen te stellen uit
de onderscheide' e nationale middeustauds-
vereenigingen. Het hoofdcomité van dien
bond te Antwerpen zetelen.
Mr. Levy waarschuwde tegen dien ge-
wichtigen stap. Hij kent aan de midden
standscongressen liefst een zuiver nationaal
karakter toe. De bevordering van de be
langen des middenstands raken de nationale
wetgevingen en het nationale karakter.
De karakters der natiën nu verschillen on
derling en het zou gevaarlijk zijn alvorens
een nationale bond zekere wegen had afge
bakend zich over te geven aan een inter
nationalen bond.
In verband met deze waarschuwing werd
het voorstel gewijzigd en in dezen zin be
sloten, dat het congres de overweging der
weuschelijk van de stichting van een inter
nationalen bond opdroeg aau een commissie,
waarin benoemd werden de heeren Pyfferoen,
Koch en Stevens in België en dr. Nouwens,
prof. Noordtzij eu Plette in Nederland.
Vervolgens werd besloten het volgend con
gres te Rijssel te houden en in 19U5 samen
De Echo van het Zuiden.
Waahvpsche en Ungstraatsclie Courant,
OVERAL VERKRIJGBAAR
De Burgemeester der Gemeente Waalwijk, ter
afkondiging ontvangen hebbende het Kohier der
personeele belasting no. 3, over het belastingjaar
1902.
MAAKT BEKEND
Dat genoemd Kohier door den Heer Directeur
van 's Rijks Directe belastingen dezer Provincie
op den 2den dezer is executoir verklaard en op
heden aan den betrokken ontvanger der Directe
Belastingen ter invordering is toegezonden.
Waalwijk, den 5 September 1902.
De Burgemeester voornoemd,
J. TIMMERMANS Wz., (Wnd. B.)