Nummer 71. Tweede Blad. ANTONIO FERNANDO. Rijkspostspaarbank BUITENLAND. Frankrijk. Duitschland. FBV1LLMTOS. Servië, Rusland. Amerika. BINNENLAND. {Auteursreeht verzekerd volgens de wet.) Aan het postkantoor te Waalwijk en de daaronder ressorteerende hulpkantoren werd gedurende de maand Augustus, ingelegd f 9567.24 terugbetaald - 6550.81 Het laatste, door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 3607. Over de nieuwe verwoestende uitbarsting op Martinique heeft men nog niet veel meer bijzonderheden dan de telegrammen vermelden. Uit de telegrammen, op het ministerie van koloniën te Parijs ontvangen, schijnt te volgen dat men reeds den 25sten Augustus de voorteekenen bemerkte van nieuwe vulkanische werkzaamheiddien dag hadden aardschokken plaats van noord J naar zuid gericht. De uitbarsting begon reeds den volgenden nacht; vlammende stoffer vielen tot op een paarhonderd meter van den krater neer in de richting van Morne—Rouge. Het is vreemd dat de bevolking, na al hetgeen er gebeurd is, en met zulke waarschuwingen, niet dadelijk de bedreigde streek ontruimd heeft. Maar misschien waren de bewoners vau Morne Rouge eraan gewend te midden van al die verschrikkingen te leven, en ge loofden zij niet meer aan het gevaar. De uitbarsting heeft hen nu bijna alle verzwolgen De vulkaan heeft dezen keer zoo hevig gewerkt, dat geheel Guadeloupe, de vorige malen gespaard gebleven met asch bedekt was. Dit bracht niet weinig ontsteltenis teweeg bij de bevolking van dat eiland, maar de gou verneur liet dadelijk een onderzoek instel len naar de vulkanen van het eiland, en zoo verkreeg men de zekerheid dat daar niets te duchten was, en dat al de asch afkomstig was van Martinique. Als voorzorgmaatregel heeft de minister van koloniën toch een oorlog schip naar Basse-Terre gezonden. Uit Pointe—aPitre wordt aan de Herald gemeld dat ook daar de bevolking hevig verschrikt was. De bewoners van de berg hellingen vluchten naar de stad. Alle zaken stonden stil. Een aardschok, voor al te Carupano aan de Venezolaansche kust zeer hevig, bewijst dat de onderaardsche beroeringen zich zeer ver uitstrekken. In vele bladen word ook de uitbarsting die het Japansche eilandje Toio- Sjima verwoestte, met deze nieuwe uitbarsting op Martinique in verband gebracht ten onrechte echter, want ze heeft al eenigen tijd geleden plaats gehad alleen de bevestiging vai het bericht is tegelijk met de berichten over Martinique gekomen. Woensdagmorgen om kwart voor acht is de keizer aan het hoofd der vaandelcom— pagnie, van Posen uit naar het paradeterrein nabij Lawica gereden, later gevolgd door de keizerin en de prinsen. Op speciale uil— uoodiging van den keizer, waren op het paradeveld aanwezig de gouverneur, generaal van Warschau. Tschertkow, met adjudant en DQOil A. C. V. D. H. 25 Goddank, riep Carlo, zij is gered. Aan Mahomed alleen de eer, viel de kadi hem in de rede, hij alleen heeft die wonderda dige genezing gewrocht en zich van u als werk tuig bediend. Nochtans, ontvang mijn dank voor uwe hulp en reken in de toekomst op mijne erkentelijkheid. Do moeder streek hem over het het hoofd met de woorden Mogen al de haren van uw hoofd gezegend zijn. Hierop trok zich Carlo bescheiden terug. In zijn vertrek gekomen, bedankte hij God voorde verleende hulp en smeekte Hem, dat hij het medelijden in het hart zijnsxmeesters zou zenden, opdat deze hem spoedig de vrijheid mocht schenken. Oliva had een rustigen nacht. De zoo gevreesde woudkoortsen bleven gelukkig achterwege. Bij het aanbreken yan den nacht opende zijdeoogen en vroeg aan hare moeder Waar is hij Wien bedoelt gij, kindlief P sprak de moeder. Niemand, moeder, ik weet niet wat ik zeg. Welnu dan, mijn kind, slaap rustig, dit s het best voor u, Carlo zeide mij, dat vol strekte rust dringend noodig voor u was. Bij de minste beweging, die gij maakt, zou uwe wonde kunnen openspringen. Wie heeft mijne wonde verbonden Ik, mijn kind, met kruiden, die Carlo mij degeveu heeft. De edele man moest ons echter in i^ werk behulpzaam zijn, daar ik meer dan eens op het punt stond in onmacht te vallen. Op eens trad de kadi binnen. Hij viel zijne odchter om den hals, uitroepende de commandant van het regiment lijfgarde— infanterie uit Petersburg „Koning Friedrich Willem III" met een luitenant—kolonel en zestien officieren voor deu keizer een gereede aanleiding om ons nadrukkelijk te betoogen hoe innig 't tusschen hem en den czaar gesteld is, eerst door een dronk aan de paradelunch op den czaar, dan door de ver- leeuing van den ZwartenAdelaar aan den generaal en ten slotte door een speciale begroeting van de Russische gasten, waarbij gesproken werd van „de trouwe wapenbroeder schap tusschen beide legersenz. enz. De parade moet bij prachtig herfstweer nitnemend geslaagd zijn. De keizer vervulde er natuurlijk de hoofdrol bij, doch had voor deze gelegenheid den kroonprins naasi zich, terwijl de keizerin de uuiformhadaaugetrokken van haar kurrassierregiment te Pasewalk en daarbij te paaid was gestegen. De voorbij- marsch werd herhaald en midden door de langs den weg geschaarde vereenigingen, begaf de keizer zich terug naar Posen met de vaandelcompagnie, terwijl de rijkskanselier ondertusschen de voormiddag uren gebruikt had om visites te maken bij de plaatselijke en provinciale autoriteiten. Woensdagavond was de stad geïllumineerd waarbij uitmuntten het aartsbisschoppelijke paleis, het priesterserainarium en de huizen der domheeren, en de menigte op straat was heel opgewekt, zooals gewoonlijk bij de der gelijke pretjes, waarbij iets te zien valt van vorstelijke pracht en praal. In bijzijn van den Keizer en de Keizerin de andere vorstelijke personen, den rijks kanselier, de ministers en de geestelijkheid van de beide gezindten, heeft Donderdag- voormiddag de plechtige onthulling van het standbeeld van Keizer Frederik plaats gehad. De Keizer en de Keizerin begaven zich daarna naar het gebouw van deu Landdag, waar de provinciale stenden hun hulde brachten eu de eerewijn geschonken werd. In antwoord op eeue toespraak van den Landdag—maarschalk betuigde de Keizer dank voor de vaderlandslievende ontvangst. Ik betreur het zeer, zeide hij, dat een deel mijner onderdanen zich moeilijk in Duitsche toestauden schijnt te kunnen schikken wie echter beweert, dat aan de belijders van den katholieken godsdienst moeilijkheden in den weg worden gelegd bij het uitoefenen van hunne godsdienstplichten, of dat zij gedwon gen worden van hun geloof afstand te doen, die maakt zich schuldig aan eme groote leugen. Mijn geheele regeeringstijd, ver volgde de Keizer, de woorden, die ik te Aken heb gesproken, bewijzen hoe hoog ik den godsdienst stel. Wie anders denkt, be- leedigt daarmede den nakomeling vart den grooten Koning, die gezegd heeftlaat een iegelijk zalig worden op zijné wijze. Men behoeft met beducht te zijn dat de eigenaar digheden van den volksstam, de overleverin gen die in het volk leven, uitgeroeid zullen wordeD. Aan het werk zijuer voorvaderen acht de Keizer het zich verschuldigd, aldus eindigde hij zorg te dragen dat deze provincie voor goed vereenigd zij met de Pruisische monarchie, dat zij te allen tijde „goed Pruisisch, goed Duitsch" blijve. Met dezen weusch ledigde de Keizer den hem toegereikten beker op het welzijn van de provincie en van de stad Posen. rina veranderingen, die aanleiding gaven tot blijde verwachting, doch aan deze is nu een einde gemaakt door etn wijziging in het normale verloop, welke geleid heelt tot een ontijdige bevalling, waarbij zich geen verdere complicatien voorgedaan hebben, bij normale temperatuur en normalen pols. Het volk betreun ten zeerste dat thans wederom de hoop op een troonopvolger is vervlogen. Te Agram hebben een paar der vele na tionaliteiten, die in dat deel vau Europa als broeders samen leven, de Croatiërs en Serviërs, hevige ruzie. De eersten verniel den en plunderden de magazijnen der Ser viërs. De politie was niet sterk genoeg om (Te orde te herstellen, zoodat tal van botsin gen plaats hadden, waarbij een groot aantal personen gewond en velen gearresteerd werden. Maar de oproerlingen te Agram beproefden de leiders der beweging, die gevangen zitten, te bevrijden. Een compagnie infanterie moest ze in bedwang houden. De staat van beleg is nu afgekoudigd te Agram, terwijl ook op andere plaatsen bloedige tooneeleu zijn voorgevallen. Een oud officier werd met zijn fan ilie uit zijn huis gesleept en vermoord. Het officieel orgaan meldt„Vóór eenige maanden kwamen er in den toestand der cza- Kind, uoem mij den moordenaar, op dat ik op staanden voet hem laat terechtstellen. Vergiffenis voor hem, vader, smeekte Oliva. Watl riep de vader gramstorig, vergiffenis, aan zoo'n hond I Neen, nimmer, in der eeuwig heid nietl Als rechter ben ik verplicht hier voorbeeldig te straffen en ik heb reeds mijne dienaren gelast een 9treng onderzoek naar het •gebeurde in te stellen. Waar zijt gij gister in aen avondstond geweest Ik gebied u het mij te zeggen. Geachte heer, klonk er eensklaps eene vriendelijke stem, mag ik u beleefd verzoeken de zieke niet met vragen te bestormen, gij ver moeit haar te zeer, de bloedvaten zouden kunnen openspringen en doodelijke bloediBg zou gewis hier het gevolg zijn. Rust, volstrekte rust past de zeike. Het was de stem van Carlo, die het ditmaal waagde ongevraagd binnen te komen. Het was of de kadi hier thans aan zijn dienaar onderdanig was. Hij zweeg en verwijderde zich met gebalde vuisten. Een blik van onbeschrijfelijke 'eeaerheid wierp Oliva op den man, aan wien zij voor een groot deel haar leven verschuldigd was. Zij wilde hem toespreken, doch hij legde haar door een', teeken met de hand het stilzwijgen op. Na voor den geheelen dag zijne orders voor den zieke te hebben afgegeven, orders, die stipt moesten opgevolgd worden, nam hij met een stillen groet afscheid en trad de kamer van den kadi binnen. Geachte heer, zeide hij, gij neemt mij toch niet kwalijk, dat ik deze morgen voor het eerst uit mij zeiven binnen gekomen ben Neen, Carlo, ik neem u r.iets kwalijk riep de kadi. terwijl hij hem aan het hart prangde, maar wilt ge mij een dienst bewijzen Niets zal mij aangenamer zijn, geachte heer. Ik heb dezen morgen reeds vier mijner dienaren uitgestuurd om een ouden Arabier op te sporen, die op een paar dnizend passen van hier woont en dien ik voor den moordenaar mijner dochter houd. Ge kent hem wel, dien ouden schacheraar, die onlangs door mij wegens knevelarij en oneerlijke praktijken tot twee honderd «lagen en eene grooie geldboete is veroordeeld. Die slagen heeft hij mij wel verge ven, maar dat hij in mijn handen nog die boete President Roosevelt, die op zijn rondreis allerwegen redevoeringen houdt welke met belangstelling gevolgd worden, ook buiten Amerika, is gisteren, zich per jachtwagen van Pittsfield iu Massachusetts naar Lennox op ettelijke mijlen afstands begevende, het slachtoffer geworden van een ongeluk van ernstigen aard, dat echter voor hem per soonlijk geen gevolgen van beteekenis had. Over' het ongeluk te Pittsfield, waarvan president Roosevelt bijna het slachtoffer geworden is, zijn nu meer bijzonderheden bekend geworden, eu daaruit blijkt dat het zeer weiuig gescheeld heeft of Amerika had binnen het jaar twee presidenten verloren op gewelddadige wijze, want den 6den dezer is de verjaardag van MacKicley's dood. Hc uitvoerigste verhaal is dat van Cortelvou, 's Presidenten secretaris, dat de N. R. C. aan de Daily- Mail ontleeut. Het was gisteren de laatste dag van Roosevelt's politieke rondreis door de staten van Nieuw-Engeland. Het gezelschap reed door de heuvels van Berkshire, tusschen Pittsfield en Lenox in het eerste, met vier paarden bespannen rijtuig zaten de President, Crane, gouverneur van Massachusetts, Cor telvou, eu Smith, de secretaris vau den gouverneur. Op den bok had een der agenten van den veiligheidsdienst, Craig, plaats genomen, naast den koetsier Pralt. Achter het rijtuig van den president kwamen nog vijf andere rijtuigen met eenige personen van het gevolg en journalisten. Men reed, op een paar mijlen van Pitts field, een heuvelhelling af. Midden over den weg liep de lijn van een electsische tram de rijtuigen bevonden zich links van de lijn, aan den onbeschaduwden kant van den weg. Al de traras die men tegengekomen was, hadden stilgehouden als de president laugs kwam, totdat van een kleine hoogte vooruit een stampvolle tram aankwam juist toen de koetsier op het noodlottige denk beeld kwam, de lijn over te steken naar moest betalen, neen, dat vergeeft hij nimmor. Ook zag ik, hoe bij het verlaten van het rechtsgebouw, die man zijne wraakgierige oogen op mij richtte als wilde hij mij zeggen ,ik zal mij wreken. Nu, hij heeft zich gewroken maar nu wil ik het ook doen op mijne beurt., Vreeselijk zal de hem toebedeelde straf zijn zoo hij, waaraan ik geen oogen blik twijfel, de schuldige mocht blijken te zijn. Ga nu de stad in en roep straat in, straat uit: #Roud vast, Aboe MalekHoud vast Aboe Malek 1 De kadi gebied het I Wee dengene, die hem schuilplaats verleent». Hebt gij hem ontdekt, gelast dan enkele bewoners hem sterk gekneveld voor mij te brengen. Heel goed, geachte heer, ik zal aan uw bevel gehoorzamen doch men dwaalt zoo licht, door iemand zoo maar op eens voor den schul dige te houden. Zwijg, Carlo, spreek mij niet tegen. Is hij onschuldig, dan laat ik hem los. Ik wil dien man voor mij zien, ik wil het bij Mahomed Tegen zulke woorden viel niets meer in te brengen. Carlo boog en vertrok. Arme Aboe Malek,, zuchtte hij in eich zelf, welk lot i« u beschoren Gave de goede God, dat niemand u vond. Schuldig of niet, wreed zult gij in ieder geval moeten booten. LaDgzaam vervolgde Carlo zijn weg. In de stad aangekomen riep hij- luidde de woorden zijns meesters en weldra weergalmde het uit duizenden monden, van alle kanten: ,Houd vast, Aboe Malekhoud vast Aboe Malek I De kadi gebiedt het! Wee dengene, die hem schuilplaats verleent 1* Wanneer wij voor een korten tijd het woord van Antonio overnamen, deden wij dit eerstens om den vader het verhaal van vele pijnlijke zaken te bespeuren, tweedens wijl wij dingen moesten mededeeleD, die hem op den grooten plas totaal onbekend waren gebleven, zien wij wat er in Almeria kort na het vertrek van An tonio voorviel. Nathan, die gelijk wij zagen voor een spotprijs eigenaar was geworden van het landhuis mat deszelfs tuinen en landerijen, maakte zich ge ilen beschaduwden kant van den weg. Hij' meende dat dit nog wel ging, en zal ook gedacht hebben dat de tram, evenals de andere, zou stoppen, maar pas was het voorspan de lijn gepasseerd, of het bleek dat de botsing ouvermijdelijk was. „De tram„, zegt Cortelvou, „schoof tegen het bijdehaodsche paard aan, wierp het tegen het rijtuig en hief dit tot een helling van 45 graden op. De schok was vreeselijk. Craig, die opgesprongen was, en de koetsier werden van den bok geworpen, de agent kwam onder de wielen van het tramrijtuig' en werd verpletterd, hij was op slag dood. Gouverneur Crane cn ik omvatten den President. Hij werd niet uit het rijtuig ge worpen, maar zijn gelaat kwam met zulk een slag tegen het portier aan, dat het hevig opzwol. Ikzelf werd aan mijn ueus gekwetst. Crane en Smith die aan deu auderen kant zaten, bleven geheel ongedeerd. De reizi gers in de tram, en de menscheu die in de andere rijtuigen zaten, snelden toe. „Er verliep een uur voordat wij uaar Stockbridge kondeu doorrijden. De President hield zich bewonderenswaardig kalm, ofschoon de dood van den heer Craig, op wien hij zeer gesteld was, hem diep trof. Eerst be stond het plan, niet op te houden voor Brid geport, maar na overleg besloten wij, op de vastgestelde halten uit te stappen. Zoo hiel— deu wij reeds in Great Barringtcn stil. Maar de president had vooruit laten seinen dat hij verzocht niet te juichen, en het volk hield zich daaraan. „De President vroeg den verschrikten tram bestuurder, waarom hij tegeu het rijtuig aangereden was." Denkt u misschien dat ik het opzette lijk deed was de wedervraag. Ik had toch in elk geval het recht om over te steken U hadt het recht om uit te kijken, antwoordde de motor-man. „De bestuurder en de conducteur van de tram werden in hechtenis genomen en weg gebracht, want de omsiauders begonnen een dreigende houding tegen hen aan te nemen." Andere berichtgevers meld'en nog dat Roosevelt behalve builen op gelaat en ach terhoofd, sneden over zijn lip en zijn kin gekregen heeft. Te Stockbridge hield hij de menschen niet te leur te stellen, een korte toespraak. De koetsier van het rijtuig, Pratt, moet reeds een paar uren nadat hij iu het hospitaal opgenomen werd, overleden zijn. De correspondent van de Times te New York zegt nog, dat de President zijn tegen woordigheid van geest zoo goed behield dat hij onmiddellijk na het ongeluk een koerier zoo snel mogelijk naar Pittsfield liet rijden om juiste berichten erover te seinen. Roose velt verdient, zegt de correspondent, de dankbaarheid van het publiek, want een gerucht, dat de President dood of zwaar gewond was, zou waarschijnlijk noodlottige gevolgen gehad hebben. WAALWIJK, 6 September 1902. Kamer van Koophandel. Zooals reeds in een vorig bericht werd medegedeeld, besloot de Kamer vau Koop handel en Fabrieken alhier in hare laatste vergadering, haar steun te verleenen aan een drietal adressen, gericht tot den Minister reed zijne woning te betrekken. Was geheel Almeria reeds in rep en roer, toen de tijding ran het spoorloos verdwijnen van Antonio en zijn gezin zich door de «tad verbreid had, nog grooter werd de verbazing, toen men Nathan men een «triomfantelijk gezicht zijn ouderwetschen maar scliden huisraad naar het «choone landhuis zag overbrengen. Hoe was die woekeraar, vroeg men allerwegen, io het bezit van zoo'n kostbaar goed gekomen Gewis had hij hier weer van oneerlijke praktijken gebruikt gemaakt, want hij was te arm, meende men, om ook maar een vierde deel van zoo'n uitgebreid goed te kunnen koopen. Wie weet, had hij niet op een geheim zinnige wijze Antonio en zijne kinderen van het leven beroofd en hunne lichamen in den grond verborgen of eenvoudig, met gewicht bezwaard, in de rivier geworpen. Alle verwijten slingerde men Nathan naar het hoofd en wanneer deze, in schijnbare kalmte en gelatenheid, Mahomed om troost en sterkte in het lijden smeekte, kende de volkswoede geen grenzen meer. Men bespuwde hem, wierp hem met steenen achterna, men dreigde zelfs zijne nieuwe woning in brand te steken, opdat hij roet al zijn onrechtvaardig verkregen goed daarin mocht omkomen. Men eisehte dat het gerecht hier een streng onderzoek zou instellen. Dit gebeurde ook werkelijk. De alguazil, vergezeld van vier gewapende knechten, trad, om de volkswoede te doen bedaren, de woning van Nathan binnen. Deze ontving hem vriendelijk en deed hem aan een groote, zware eikenhouten talel nederzitte dezelfde tafel waaraan ook Antonio op den hewusten avond had plaats genomen. Nathan, sprak de alguazil op strengen toon, gij hoort hoe het volk hier buiten u eenstemming beschuldigt. Ach ja, waarde heer, ik heb het gehoord, ach, waartoe kan de afgunst den mensch toch al niet verleiden! Zoo lang woon ik nu al in Almeria en hebt ge ooit, rechtvaardige heer, iets van mij gezien of gehoord, dat met de wetten des lauds in strijd was. Ikvrees God, eer den koning eerbiedig de over mij gestelde macht en niet tegenstaande Hoor eens, Nathan, laat ons niet langdradig wordenzeg mij eens, hebt gij het recht u hier in deze woning te vestigen, Maar, waarde heer, het ia toch zonneklaar, van Waterstaat, Handel en Nijverheid, reap, door den Nederlandsehen Uitgeversbond, de Kamer te Dordt en die te Vlissingen. Ingevolge dat besluit zijn door de Kamers gemotiveerde adressen verzonden aan ge noemden Minister, in zake als volgt A Zij betuigde hare groote ingenomen heid met de voorstellen van den Nederlaud- schen Uitgeversbond, welke met het oog op het in 1904 te Rome te houden Inter nationaal Postcongres, eenige wijzingen in overweging gaf die bij eene aanstaande herziening van posttarieven ter sprako kunnen worden gebracht. Deze wijzingen zijn in hoofdzaak de volgende: le. voor gedrukte stukken hetzelfde tarief vast te stellen als voor Nieuwsbladen. 2e. het tarief van 15 cents voor post pakketten uit te strekken tot zendingen van 2 Kilo, dat van 20 cents tot zendingen van 5 kilo, en het maximum gewicht te stellen op 10 Kilo, tarief 25 cents. 3. met betrekking tot het Internatio naal verkeer het port voor gedrukte stukken proportioneel te verminderen, b.v. van 1 tot 50 gram 2ï/i cent, van 50 tot 200 gram 5 cent, van 200 tot 500 gram 71/, cent enz. en het maximum der verzendingen te stellen op 3 Kilo. B. In aansluiting met de Kamer te Dordrecht, bepleitte zij het groote nut, dat de invoering eener Rijkscontrole op geslacht vee hebben zou, voornamelijk met het oog op den vleeschuitvoer naar Engeland, waar het nu herhaaldelijk voorkomt, dat door Nederland geëxporteerd vleesch voor 't ge bruik afgekeurd en zoodoende geheel eu al in discrediet wordt gebracht. Ook voor den sanitairen toestand hier te lande zou een dergelijke maatregel zeer gunstig zijn. C. Zij steunde het adres der Kamer van Vlissingen, houdende verzoek, om voortaan aangeteekende brieven aan huis te doen bezorgen evenals dit in andere landen ge schied. Het lijdt geen twijfel, of deze maatregel zou in de handelswereld zoowel als daarbuiten veel moeite en tijd sparen. Premiemurkt. Thans nu de gemeente Waalwijk hare jaarlijksche subsidie heeft verdubbeld, zal ook dit jaar de gewone premiemarkt plaats hebben op Dondeidng 18 September a.s. De keuring vangt aan des morgeus ten 10 uur en de volgende prijzen zijn uitge loofd 1. Het beste paard van 4 tot 6 jaar. le prijs f 20, 2e prijs f 10. 2. De beste nagenoeg rijpe kalfdragende Koeien en Schotten, le prijs f 15, 'ie prijs f 10. 3. De beste dito Vaars met niet meer dan twee breede tanden, le prijs f 10 2e prijs f 5. 4. Dito met meer dan twee breede tan den. le prijs f 10, 2e prijs f 5. Mits allen binnen de 14e afdeeling der Maatschappij van Landbouw te huis be- hooren. 5. De beste vette Koe. le prijs f 10 2e prijs f 5. 6. De beste vette Vaarzen en Schottan dat ik daartoe het recht heb, ander« was ik ia mijn stille straat gebleven. Welnu, dan zal ja ook wel zoo goad aijn mij van het eigendomsrecht te overtuigen. Niets zal mij aangenamer zijn, waarde heer. Dit zeggende, stond Nathan op en haalde uit eene oude kast het stuk, waarin Antonio den vollen eigendom van huis en landerijen voor den prijs van 75000 realen aan hem overdroeg. Lang beschouwde de alguazil de koopacteer viel niets op af te dingen, alles was goed en wettelijk opgesteld, aan alle formaliteiten was voldaan. Wat zag Nathan met schuinsche blikken over het papier heen, den alguazil spottend in het gelaat. Ja, mompelde hij in zich zeiven, je zult me zoo gauw nog niet in uwe netten verschalken, oude rechtsgeleerde. Hoor eens Nathan, hernam de alguazil, terwijl hij weer de oogen op den ouden Maho- medaan vestigde, ik erken ten volle de deugde lijkheid van het stuk, maar vindt gij den prijs niet ongehoord laag? Wat zal ik u daarvan zeggen, geachte heer Ik voor mij vind hem hoog genoeg; een ander had misschien meer willen besteden, ik niet. Nu geel mij dan eens een getrouw verslag van het onderhoud, dat gij met signor Antonio gehad hebt en deel mij vooral mede of gij op zijn aangezicht ook eenige onru»t of gejaagdheid bespeurd hebt. Vergeef me. waarde haer, dat ik hier ba- kennen moet aan uw verzoek onmogelijk te kunnen voldoen. Ik ben al een oud man en op mijn leeftijd begint het geheugen sterk af te nemen. Geloof me, dikwijls weet ik het niet meer juist wat een dag geleden gepasseerdjis, zoodat ik ge durig mijne vrouw om inlichtiugen moet vrsgen Wil de alguazil mij echter eenigo vragen stellen dan wil ik gaarne trachten, die zoo getrouw mogelijk te beantwoorden. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 5