Nummer 71.
Tweede Blad.
ANTONIO FERNANDO.
Rijkspostspaarbank
BUITENLAND.
Frankrijk.
Duitschland.
FBV1LLMTOS.
Servië,
Rusland.
Amerika.
BINNENLAND.
{Auteursreeht verzekerd volgens de wet.)
Aan het postkantoor te Waalwijk en de
daaronder ressorteerende hulpkantoren werd
gedurende de maand Augustus,
ingelegd f 9567.24
terugbetaald - 6550.81
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 3607.
Over de nieuwe verwoestende uitbarsting
op Martinique heeft men nog niet veel
meer bijzonderheden dan de telegrammen
vermelden. Uit de telegrammen, op het
ministerie van koloniën te Parijs ontvangen,
schijnt te volgen dat men reeds den 25sten
Augustus de voorteekenen bemerkte van nieuwe
vulkanische werkzaamheiddien dag hadden
aardschokken plaats van noord J naar
zuid gericht.
De uitbarsting begon reeds den volgenden
nacht; vlammende stoffer vielen tot op een
paarhonderd meter van den krater neer in
de richting van Morne—Rouge. Het is
vreemd dat de bevolking, na al hetgeen er
gebeurd is, en met zulke waarschuwingen,
niet dadelijk de bedreigde streek ontruimd
heeft. Maar misschien waren de bewoners
vau Morne Rouge eraan gewend te midden
van al die verschrikkingen te leven, en ge
loofden zij niet meer aan het gevaar. De
uitbarsting heeft hen nu bijna alle verzwolgen
De vulkaan heeft dezen keer zoo hevig
gewerkt, dat geheel Guadeloupe, de vorige
malen gespaard gebleven met asch bedekt was.
Dit bracht niet weinig ontsteltenis teweeg bij
de bevolking van dat eiland, maar de gou
verneur liet dadelijk een onderzoek instel
len naar de vulkanen van het eiland, en zoo
verkreeg men de zekerheid dat daar niets
te duchten was, en dat al de asch afkomstig
was van Martinique. Als voorzorgmaatregel
heeft de minister van koloniën toch een oorlog
schip naar Basse-Terre gezonden.
Uit Pointe—aPitre wordt aan de Herald
gemeld dat ook daar de bevolking hevig
verschrikt was. De bewoners van de berg
hellingen vluchten naar de stad. Alle zaken
stonden stil.
Een aardschok, voor al te Carupano aan
de Venezolaansche kust zeer hevig, bewijst
dat de onderaardsche beroeringen zich zeer
ver uitstrekken. In vele bladen word ook de
uitbarsting die het Japansche eilandje Toio-
Sjima verwoestte, met deze nieuwe uitbarsting
op Martinique in verband gebracht ten
onrechte echter, want ze heeft al eenigen tijd
geleden plaats gehad alleen de bevestiging
vai het bericht is tegelijk met de berichten
over Martinique gekomen.
Woensdagmorgen om kwart voor acht is
de keizer aan het hoofd der vaandelcom—
pagnie, van Posen uit naar het paradeterrein
nabij Lawica gereden, later gevolgd door de
keizerin en de prinsen. Op speciale uil—
uoodiging van den keizer, waren op het
paradeveld aanwezig de gouverneur, generaal
van Warschau. Tschertkow, met adjudant en
DQOil A. C. V. D. H.
25
Goddank, riep Carlo, zij is gered.
Aan Mahomed alleen de eer, viel de kadi
hem in de rede, hij alleen heeft die wonderda
dige genezing gewrocht en zich van u als werk
tuig bediend. Nochtans, ontvang mijn dank voor
uwe hulp en reken in de toekomst op mijne
erkentelijkheid.
Do moeder streek hem over het het hoofd met
de woorden
Mogen al de haren van uw hoofd gezegend
zijn.
Hierop trok zich Carlo bescheiden terug. In
zijn vertrek gekomen, bedankte hij God voorde
verleende hulp en smeekte Hem, dat hij het
medelijden in het hart zijnsxmeesters zou zenden,
opdat deze hem spoedig de vrijheid mocht
schenken.
Oliva had een rustigen nacht. De zoo gevreesde
woudkoortsen bleven gelukkig achterwege. Bij
het aanbreken yan den nacht opende zijdeoogen
en vroeg aan hare moeder
Waar is hij
Wien bedoelt gij, kindlief P sprak de moeder.
Niemand, moeder, ik weet niet wat ik zeg.
Welnu dan, mijn kind, slaap rustig, dit
s het best voor u, Carlo zeide mij, dat vol
strekte rust dringend noodig voor u was. Bij de
minste beweging, die gij maakt, zou uwe wonde
kunnen openspringen.
Wie heeft mijne wonde verbonden
Ik, mijn kind, met kruiden, die Carlo mij
degeveu heeft. De edele man moest ons echter in
i^ werk behulpzaam zijn, daar ik meer dan
eens op het punt stond in onmacht te vallen.
Op eens trad de kadi binnen. Hij viel zijne
odchter om den hals, uitroepende
de commandant van het regiment lijfgarde—
infanterie uit Petersburg „Koning Friedrich
Willem III" met een luitenant—kolonel en
zestien officieren voor deu keizer een
gereede aanleiding om ons nadrukkelijk te
betoogen hoe innig 't tusschen hem en den
czaar gesteld is, eerst door een dronk aan de
paradelunch op den czaar, dan door de ver-
leeuing van den ZwartenAdelaar aan den
generaal en ten slotte door een speciale
begroeting van de Russische gasten, waarbij
gesproken werd van „de trouwe wapenbroeder
schap tusschen beide legersenz. enz.
De parade moet bij prachtig herfstweer
nitnemend geslaagd zijn. De keizer vervulde
er natuurlijk de hoofdrol bij, doch had voor
deze gelegenheid den kroonprins naasi zich,
terwijl de keizerin de uuiformhadaaugetrokken
van haar kurrassierregiment te Pasewalk en
daarbij te paaid was gestegen. De voorbij-
marsch werd herhaald en midden door de
langs den weg geschaarde vereenigingen,
begaf de keizer zich terug naar Posen met
de vaandelcompagnie, terwijl de rijkskanselier
ondertusschen de voormiddag uren gebruikt
had om visites te maken bij de plaatselijke
en provinciale autoriteiten.
Woensdagavond was de stad geïllumineerd
waarbij uitmuntten het aartsbisschoppelijke
paleis, het priesterserainarium en de huizen
der domheeren, en de menigte op straat was
heel opgewekt, zooals gewoonlijk bij de der
gelijke pretjes, waarbij iets te zien valt van
vorstelijke pracht en praal.
In bijzijn van den Keizer en de Keizerin
de andere vorstelijke personen, den rijks
kanselier, de ministers en de geestelijkheid
van de beide gezindten, heeft Donderdag-
voormiddag de plechtige onthulling van het
standbeeld van Keizer Frederik plaats gehad.
De Keizer en de Keizerin begaven zich
daarna naar het gebouw van deu Landdag,
waar de provinciale stenden hun hulde
brachten eu de eerewijn geschonken werd.
In antwoord op eeue toespraak van den
Landdag—maarschalk betuigde de Keizer
dank voor de vaderlandslievende ontvangst.
Ik betreur het zeer, zeide hij, dat een deel
mijner onderdanen zich moeilijk in Duitsche
toestauden schijnt te kunnen schikken wie
echter beweert, dat aan de belijders van den
katholieken godsdienst moeilijkheden in den
weg worden gelegd bij het uitoefenen van
hunne godsdienstplichten, of dat zij gedwon
gen worden van hun geloof afstand te doen,
die maakt zich schuldig aan eme groote
leugen. Mijn geheele regeeringstijd, ver
volgde de Keizer, de woorden, die ik te
Aken heb gesproken, bewijzen hoe hoog ik
den godsdienst stel. Wie anders denkt, be-
leedigt daarmede den nakomeling vart den
grooten Koning, die gezegd heeftlaat een
iegelijk zalig worden op zijné wijze. Men
behoeft met beducht te zijn dat de eigenaar
digheden van den volksstam, de overleverin
gen die in het volk leven, uitgeroeid zullen
wordeD. Aan het werk zijuer voorvaderen
acht de Keizer het zich verschuldigd, aldus
eindigde hij zorg te dragen dat deze
provincie voor goed vereenigd zij met de
Pruisische monarchie, dat zij te allen tijde
„goed Pruisisch, goed Duitsch" blijve. Met
dezen weusch ledigde de Keizer den hem
toegereikten beker op het welzijn van de
provincie en van de stad Posen.
rina veranderingen, die aanleiding gaven tot
blijde verwachting, doch aan deze is nu een
einde gemaakt door etn wijziging in het
normale verloop, welke geleid heelt tot een
ontijdige bevalling, waarbij zich geen verdere
complicatien voorgedaan hebben, bij normale
temperatuur en normalen pols.
Het volk betreun ten zeerste dat thans
wederom de hoop op een troonopvolger is
vervlogen.
Te Agram hebben een paar der vele na
tionaliteiten, die in dat deel vau Europa
als broeders samen leven, de Croatiërs en
Serviërs, hevige ruzie. De eersten verniel
den en plunderden de magazijnen der Ser
viërs. De politie was niet sterk genoeg om
(Te orde te herstellen, zoodat tal van botsin
gen plaats hadden, waarbij een groot aantal
personen gewond en velen gearresteerd
werden.
Maar de oproerlingen te Agram beproefden
de leiders der beweging, die gevangen zitten,
te bevrijden. Een compagnie infanterie
moest ze in bedwang houden. De staat van
beleg is nu afgekoudigd te Agram, terwijl
ook op andere plaatsen bloedige tooneeleu
zijn voorgevallen.
Een oud officier werd met zijn fan ilie uit
zijn huis gesleept en vermoord.
Het officieel orgaan meldt„Vóór eenige
maanden kwamen er in den toestand der cza-
Kind, uoem mij den moordenaar, op dat
ik op staanden voet hem laat terechtstellen.
Vergiffenis voor hem, vader, smeekte Oliva.
Watl riep de vader gramstorig, vergiffenis,
aan zoo'n hond I Neen, nimmer, in der eeuwig
heid nietl Als rechter ben ik verplicht hier
voorbeeldig te straffen en ik heb reeds mijne
dienaren gelast een 9treng onderzoek naar het
•gebeurde in te stellen. Waar zijt gij gister in
aen avondstond geweest Ik gebied u het mij te
zeggen.
Geachte heer, klonk er eensklaps eene
vriendelijke stem, mag ik u beleefd verzoeken
de zieke niet met vragen te bestormen, gij ver
moeit haar te zeer, de bloedvaten zouden kunnen
openspringen en doodelijke bloediBg zou gewis
hier het gevolg zijn. Rust, volstrekte rust past de
zeike.
Het was de stem van Carlo, die het ditmaal
waagde ongevraagd binnen te komen. Het was of
de kadi hier thans aan zijn dienaar onderdanig
was. Hij zweeg en verwijderde zich met gebalde
vuisten. Een blik van onbeschrijfelijke 'eeaerheid
wierp Oliva op den man, aan wien zij voor een
groot deel haar leven verschuldigd was. Zij
wilde hem toespreken, doch hij legde haar door
een', teeken met de hand het stilzwijgen op. Na
voor den geheelen dag zijne orders voor den
zieke te hebben afgegeven, orders, die stipt
moesten opgevolgd worden, nam hij met een
stillen groet afscheid en trad de kamer van den
kadi binnen.
Geachte heer, zeide hij, gij neemt mij toch
niet kwalijk, dat ik deze morgen voor het eerst
uit mij zeiven binnen gekomen ben
Neen, Carlo, ik neem u r.iets kwalijk riep
de kadi. terwijl hij hem aan het hart prangde,
maar wilt ge mij een dienst bewijzen
Niets zal mij aangenamer zijn, geachte
heer.
Ik heb dezen morgen reeds vier mijner
dienaren uitgestuurd om een ouden Arabier op
te sporen, die op een paar dnizend passen van
hier woont en dien ik voor den moordenaar
mijner dochter houd. Ge kent hem wel, dien
ouden schacheraar, die onlangs door mij wegens
knevelarij en oneerlijke praktijken tot twee
honderd «lagen en eene grooie geldboete is
veroordeeld. Die slagen heeft hij mij wel verge
ven, maar dat hij in mijn handen nog die boete
President Roosevelt, die op zijn rondreis
allerwegen redevoeringen houdt welke met
belangstelling gevolgd worden, ook buiten
Amerika, is gisteren, zich per jachtwagen
van Pittsfield iu Massachusetts naar Lennox
op ettelijke mijlen afstands begevende, het
slachtoffer geworden van een ongeluk van
ernstigen aard, dat echter voor hem per
soonlijk geen gevolgen van beteekenis had.
Over' het ongeluk te Pittsfield, waarvan
president Roosevelt bijna het slachtoffer
geworden is, zijn nu meer bijzonderheden
bekend geworden, eu daaruit blijkt dat het
zeer weiuig gescheeld heeft of Amerika had
binnen het jaar twee presidenten verloren op
gewelddadige wijze, want den 6den dezer is
de verjaardag van MacKicley's dood. Hc
uitvoerigste verhaal is dat van Cortelvou,
's Presidenten secretaris, dat de N. R. C.
aan de Daily- Mail ontleeut.
Het was gisteren de laatste dag van
Roosevelt's politieke rondreis door de staten
van Nieuw-Engeland. Het gezelschap reed
door de heuvels van Berkshire, tusschen
Pittsfield en Lenox in het eerste, met vier
paarden bespannen rijtuig zaten de President,
Crane, gouverneur van Massachusetts, Cor
telvou, eu Smith, de secretaris vau den
gouverneur. Op den bok had een der agenten
van den veiligheidsdienst, Craig, plaats
genomen, naast den koetsier Pralt. Achter
het rijtuig van den president kwamen nog
vijf andere rijtuigen met eenige personen van
het gevolg en journalisten.
Men reed, op een paar mijlen van Pitts
field, een heuvelhelling af. Midden over
den weg liep de lijn van een electsische
tram de rijtuigen bevonden zich links van
de lijn, aan den onbeschaduwden kant van
den weg. Al de traras die men tegengekomen
was, hadden stilgehouden als de president
laugs kwam, totdat van een kleine hoogte
vooruit een stampvolle tram aankwam juist
toen de koetsier op het noodlottige denk
beeld kwam, de lijn over te steken naar
moest betalen, neen, dat vergeeft hij nimmor.
Ook zag ik, hoe bij het verlaten van het
rechtsgebouw, die man zijne wraakgierige oogen
op mij richtte als wilde hij mij zeggen ,ik zal
mij wreken. Nu, hij heeft zich gewroken
maar nu wil ik het ook doen op mijne beurt.,
Vreeselijk zal de hem toebedeelde straf zijn zoo
hij, waaraan ik geen oogen blik twijfel, de
schuldige mocht blijken te zijn. Ga nu de stad
in en roep straat in, straat uit:
#Roud vast, Aboe MalekHoud vast Aboe
Malek 1 De kadi gebied het I Wee dengene, die
hem schuilplaats verleent».
Hebt gij hem ontdekt, gelast dan enkele
bewoners hem sterk gekneveld voor mij te
brengen.
Heel goed, geachte heer, ik zal aan uw
bevel gehoorzamen doch men dwaalt zoo licht,
door iemand zoo maar op eens voor den schul
dige te houden.
Zwijg, Carlo, spreek mij niet tegen. Is hij
onschuldig, dan laat ik hem los. Ik wil dien
man voor mij zien, ik wil het bij Mahomed
Tegen zulke woorden viel niets meer in te
brengen. Carlo boog en vertrok.
Arme Aboe Malek,, zuchtte hij in eich zelf,
welk lot i« u beschoren Gave de goede God,
dat niemand u vond. Schuldig of niet, wreed
zult gij in ieder geval moeten booten.
LaDgzaam vervolgde Carlo zijn weg. In de
stad aangekomen riep hij- luidde de woorden
zijns meesters en weldra weergalmde het uit
duizenden monden, van alle kanten:
,Houd vast, Aboe Malekhoud vast Aboe
Malek I De kadi gebiedt het! Wee dengene, die
hem schuilplaats verleent 1*
Wanneer wij voor een korten tijd het woord
van Antonio overnamen, deden wij dit eerstens
om den vader het verhaal van vele pijnlijke
zaken te bespeuren, tweedens wijl wij dingen
moesten mededeeleD, die hem op den grooten
plas totaal onbekend waren gebleven, zien wij
wat er in Almeria kort na het vertrek van An
tonio voorviel.
Nathan, die gelijk wij zagen voor een spotprijs
eigenaar was geworden van het landhuis mat
deszelfs tuinen en landerijen, maakte zich ge
ilen beschaduwden kant van den weg. Hij'
meende dat dit nog wel ging, en zal ook
gedacht hebben dat de tram, evenals de
andere, zou stoppen, maar pas was het
voorspan de lijn gepasseerd, of het bleek
dat de botsing ouvermijdelijk was.
„De tram„, zegt Cortelvou, „schoof tegen
het bijdehaodsche paard aan, wierp het
tegen het rijtuig en hief dit tot een helling
van 45 graden op. De schok was vreeselijk.
Craig, die opgesprongen was, en de koetsier
werden van den bok geworpen, de agent
kwam onder de wielen van het tramrijtuig'
en werd verpletterd, hij was op slag dood.
Gouverneur Crane cn ik omvatten den
President. Hij werd niet uit het rijtuig ge
worpen, maar zijn gelaat kwam met zulk een
slag tegen het portier aan, dat het hevig
opzwol. Ikzelf werd aan mijn ueus gekwetst.
Crane en Smith die aan deu auderen kant
zaten, bleven geheel ongedeerd. De reizi
gers in de tram, en de menscheu die in de
andere rijtuigen zaten, snelden toe.
„Er verliep een uur voordat wij uaar
Stockbridge kondeu doorrijden. De President
hield zich bewonderenswaardig kalm, ofschoon
de dood van den heer Craig, op wien hij
zeer gesteld was, hem diep trof. Eerst be
stond het plan, niet op te houden voor Brid
geport, maar na overleg besloten wij, op de
vastgestelde halten uit te stappen. Zoo hiel—
deu wij reeds in Great Barringtcn stil. Maar
de president had vooruit laten seinen dat
hij verzocht niet te juichen, en het volk
hield zich daaraan.
„De President vroeg den verschrikten tram
bestuurder, waarom hij tegeu het rijtuig
aangereden was."
Denkt u misschien dat ik het opzette
lijk deed was de wedervraag.
Ik had toch in elk geval het recht om
over te steken
U hadt het recht om uit te kijken,
antwoordde de motor-man.
„De bestuurder en de conducteur van de
tram werden in hechtenis genomen en weg
gebracht, want de omsiauders begonnen een
dreigende houding tegen hen aan te nemen."
Andere berichtgevers meld'en nog dat
Roosevelt behalve builen op gelaat en ach
terhoofd, sneden over zijn lip en zijn kin
gekregen heeft. Te Stockbridge hield hij de
menschen niet te leur te stellen, een korte
toespraak.
De koetsier van het rijtuig, Pratt, moet
reeds een paar uren nadat hij iu het hospitaal
opgenomen werd, overleden zijn.
De correspondent van de Times te New
York zegt nog, dat de President zijn tegen
woordigheid van geest zoo goed behield dat
hij onmiddellijk na het ongeluk een koerier
zoo snel mogelijk naar Pittsfield liet rijden
om juiste berichten erover te seinen. Roose
velt verdient, zegt de correspondent, de
dankbaarheid van het publiek, want een
gerucht, dat de President dood of zwaar
gewond was, zou waarschijnlijk noodlottige
gevolgen gehad hebben.
WAALWIJK, 6 September 1902.
Kamer van Koophandel.
Zooals reeds in een vorig bericht werd
medegedeeld, besloot de Kamer vau Koop
handel en Fabrieken alhier in hare laatste
vergadering, haar steun te verleenen aan
een drietal adressen, gericht tot den Minister
reed zijne woning te betrekken. Was geheel
Almeria reeds in rep en roer, toen de tijding ran
het spoorloos verdwijnen van Antonio en zijn
gezin zich door de «tad verbreid had, nog
grooter werd de verbazing, toen men Nathan
men een «triomfantelijk gezicht zijn ouderwetschen
maar scliden huisraad naar het «choone landhuis
zag overbrengen. Hoe was die woekeraar, vroeg
men allerwegen, io het bezit van zoo'n kostbaar
goed gekomen Gewis had hij hier weer van
oneerlijke praktijken gebruikt gemaakt, want hij
was te arm, meende men, om ook maar een
vierde deel van zoo'n uitgebreid goed te kunnen
koopen. Wie weet, had hij niet op een geheim
zinnige wijze Antonio en zijne kinderen van het
leven beroofd en hunne lichamen in den grond
verborgen of eenvoudig, met gewicht bezwaard,
in de rivier geworpen. Alle verwijten slingerde
men Nathan naar het hoofd en wanneer deze, in
schijnbare kalmte en gelatenheid, Mahomed om
troost en sterkte in het lijden smeekte, kende de
volkswoede geen grenzen meer. Men bespuwde
hem, wierp hem met steenen achterna, men
dreigde zelfs zijne nieuwe woning in brand
te steken, opdat hij roet al zijn onrechtvaardig
verkregen goed daarin mocht omkomen. Men
eisehte dat het gerecht hier een streng onderzoek
zou instellen. Dit gebeurde ook werkelijk. De
alguazil, vergezeld van vier gewapende knechten,
trad, om de volkswoede te doen bedaren, de
woning van Nathan binnen. Deze ontving hem
vriendelijk en deed hem aan een groote, zware
eikenhouten talel nederzitte dezelfde tafel waaraan
ook Antonio op den hewusten avond had plaats
genomen.
Nathan, sprak de alguazil op strengen toon,
gij hoort hoe het volk hier buiten u eenstemming
beschuldigt.
Ach ja, waarde heer, ik heb het gehoord,
ach, waartoe kan de afgunst den mensch toch
al niet verleiden! Zoo lang woon ik nu al in
Almeria en hebt ge ooit, rechtvaardige heer, iets
van mij gezien of gehoord, dat met de wetten
des lauds in strijd was. Ikvrees God, eer den koning
eerbiedig de over mij gestelde macht en niet
tegenstaande
Hoor eens, Nathan, laat ons niet langdradig
wordenzeg mij eens, hebt gij het recht u hier
in deze woning te vestigen,
Maar, waarde heer, het ia toch zonneklaar,
van Waterstaat, Handel en Nijverheid, reap,
door den Nederlandsehen Uitgeversbond,
de Kamer te Dordt en die te Vlissingen.
Ingevolge dat besluit zijn door de Kamers
gemotiveerde adressen verzonden aan ge
noemden Minister, in zake als volgt
A Zij betuigde hare groote ingenomen
heid met de voorstellen van den Nederlaud-
schen Uitgeversbond, welke met het oog
op het in 1904 te Rome te houden Inter
nationaal Postcongres, eenige wijzingen in
overweging gaf die bij eene aanstaande
herziening van posttarieven ter sprako
kunnen worden gebracht. Deze wijzingen
zijn in hoofdzaak de volgende:
le. voor gedrukte stukken hetzelfde
tarief vast te stellen als voor Nieuwsbladen.
2e. het tarief van 15 cents voor post
pakketten uit te strekken tot zendingen
van 2 Kilo, dat van 20 cents tot zendingen
van 5 kilo, en het maximum gewicht te
stellen op 10 Kilo, tarief 25 cents.
3. met betrekking tot het Internatio
naal verkeer het port voor gedrukte stukken
proportioneel te verminderen, b.v. van 1
tot 50 gram 2ï/i cent, van 50 tot 200
gram 5 cent, van 200 tot 500 gram 71/,
cent enz. en het maximum der verzendingen
te stellen op 3 Kilo.
B. In aansluiting met de Kamer te
Dordrecht, bepleitte zij het groote nut, dat
de invoering eener Rijkscontrole op geslacht
vee hebben zou, voornamelijk met het oog
op den vleeschuitvoer naar Engeland, waar
het nu herhaaldelijk voorkomt, dat door
Nederland geëxporteerd vleesch voor 't ge
bruik afgekeurd en zoodoende geheel eu al
in discrediet wordt gebracht. Ook voor
den sanitairen toestand hier te lande zou
een dergelijke maatregel zeer gunstig zijn.
C. Zij steunde het adres der Kamer van
Vlissingen, houdende verzoek, om voortaan
aangeteekende brieven aan huis te doen
bezorgen evenals dit in andere landen ge
schied. Het lijdt geen twijfel, of deze
maatregel zou in de handelswereld zoowel
als daarbuiten veel moeite en tijd sparen.
Premiemurkt.
Thans nu de gemeente Waalwijk hare
jaarlijksche subsidie heeft verdubbeld, zal
ook dit jaar de gewone premiemarkt plaats
hebben op Dondeidng 18 September a.s.
De keuring vangt aan des morgeus ten
10 uur en de volgende prijzen zijn uitge
loofd
1. Het beste paard van 4 tot 6 jaar.
le prijs f 20, 2e prijs f 10.
2. De beste nagenoeg rijpe kalfdragende
Koeien en Schotten, le prijs f 15, 'ie
prijs f 10.
3. De beste dito Vaars met niet meer
dan twee breede tanden, le prijs f 10 2e
prijs f 5.
4. Dito met meer dan twee breede tan
den. le prijs f 10, 2e prijs f 5.
Mits allen binnen de 14e afdeeling der
Maatschappij van Landbouw te huis be-
hooren.
5. De beste vette Koe. le prijs f 10
2e prijs f 5.
6. De beste vette Vaarzen en Schottan
dat ik daartoe het recht heb, ander« was ik ia
mijn stille straat gebleven.
Welnu, dan zal ja ook wel zoo goad aijn
mij van het eigendomsrecht te overtuigen.
Niets zal mij aangenamer zijn, waarde heer.
Dit zeggende, stond Nathan op en haalde uit
eene oude kast het stuk, waarin Antonio den
vollen eigendom van huis en landerijen voor den
prijs van 75000 realen aan hem overdroeg. Lang
beschouwde de alguazil de koopacteer viel
niets op af te dingen, alles was goed en wettelijk
opgesteld, aan alle formaliteiten was voldaan.
Wat zag Nathan met schuinsche blikken over
het papier heen, den alguazil spottend in het
gelaat.
Ja, mompelde hij in zich zeiven, je zult me
zoo gauw nog niet in uwe netten verschalken,
oude rechtsgeleerde.
Hoor eens Nathan, hernam de alguazil,
terwijl hij weer de oogen op den ouden Maho-
medaan vestigde, ik erken ten volle de deugde
lijkheid van het stuk, maar vindt gij den prijs
niet ongehoord laag?
Wat zal ik u daarvan zeggen, geachte heer
Ik voor mij vind hem hoog genoeg; een ander
had misschien meer willen besteden, ik niet.
Nu geel mij dan eens een getrouw verslag
van het onderhoud, dat gij met signor Antonio
gehad hebt en deel mij vooral mede of gij op
zijn aangezicht ook eenige onru»t of gejaagdheid
bespeurd hebt.
Vergeef me. waarde haer, dat ik hier ba-
kennen moet aan uw verzoek onmogelijk te kunnen
voldoen. Ik ben al een oud man en op mijn
leeftijd begint het geheugen sterk af te nemen.
Geloof me, dikwijls weet ik het niet meer juist
wat een dag geleden gepasseerdjis, zoodat ik ge
durig mijne vrouw om inlichtiugen moet vrsgen
Wil de alguazil mij echter eenigo vragen stellen
dan wil ik gaarne trachten, die zoo getrouw
mogelijk te beantwoorden.
(Wordt vervolgd).