Summer 78. Donderdag 2 October 1902. 25 J aargang. ut Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. jpovr™' Katholiekendag Nijmegen. AH TOON TIELE 6 CENT PER WEEK De Echo van hst Zuiden adverteeren. e Uit ge ver Abonneert U op Abonneert U op het oudste blad van Waalwijk, de prijs is f 0.75 per 3 maanden, per post f O 90, of Oótober begint een nieuw kwartaal. n liifslrnlNrkr Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A. b o n li e in e n t s p r ij s por 3 maanden f Ü.~5. Franco per post door het geheele rijk f Ü.9Ü. Brieveningezonden stukken gelden ens., franco te zenden aan den Uitgever. IM Waalwijkscbc cn Langstrnatscüe Courant, eon blad, dat met Nieuwjaar 25 jaar be staat en alles geelt wat men kan verlangen degelijke hoofdartikels cn mededeelingen rooral op 't gebied van schoen- en leder industrie. Alle en uitgebreide nieuwstijdingen uit Waalwijk en omstreken breedvoerige ver slagen van gemeenteraad en andere ver gaderingen, boeiende feuilletons, mengel werken enz. aan onze bodes te voldoen, 't welk voor de arbeidende bevolking een zeer gemakke lijke maatregel is. Tevens is er aan verbonden een prachtig Geïllustreerd Zondagsblad, eu zeer doelmatig Modeblad'!'"» :»>- is daarom ook bet aangewezen blad om te (vV De 3e diocesane Katholiekendag, Zondag te Nijmegen gehouden gaf aan de stad bezoek van duizenden, waarop trouwens ge rekend was, omdat ter gelegendheid van dien dag ook zou plaats hebben de onthulling van bet monument, bier opgericht voor bisschop mgr. Hamer, geboren Nijmegenaar, en de Paters Dobbe, Zijlmans en Jaspers, die met hem bij de gruwelen in China den marteldood stierven. Het was iu een woord een schitterenden heerlijken dag. Drommen volks voerden de ochtendtreinen uit het bisdom 's-Hertogenboscb aan, waar onder Brabant's hoofdstad en Tilburg sterk vertegenwoordigd waren. ZoSals het pro gramma van den Katholiekendag aangaf werd er om kwart voor tienen een plechtige mis iu de St. Ignatius-kerk opgedragen door den bisschop van 'sHertogen boscb, mgr. Van de Ven. Om halfelf werden in verschillende ge bouwen de vergaderingen der 6 afdeelingeu geopend. Van bet daarin verhandelde bier onder een kort verslag. Een uur later werden de genoodigden tot bijwoning van de groote gebeurtenis vau den dag, de monument-onthulling ontvangen in het hoofdgebouw der It. K. Gezellen-ver- eeniging, waar Prov. J. V. de Groot O. P. uit Amsterdam, eeu welkomstrede h'eld, iu de plaats van staatsraad mr. C. J. A. Hey- denrijck, die verhinderd was over te komen. Spreker wees erop, dat aan bet feest een edele gedachte ten grondslag ligtde huldiging van bisschop Hamer, die zijn leven gaf voor hen die hem dierbaar waren. Eu het feest aldus spreker, heeft een nationaal karakter want niet uitsluitend katholieken, ook anders denkenden, zoo Hare Majesteiten de Konin ginnen cn Prins Hendrik, hebben in de kosten van 't monument bijgedragen. Verder riep spreker het welkom toe aan de bescherm heer van het outhullingafeeat, mgr. Van de Ven, den heer Knobbel Hr. Mr. Gezant in China, van wien bisschop Hamer zooveel vrieudschap genoot. Tegen tweeën begaf men zich in optocht, bij de Korenbeurs opgesteld, langs de hoofd straten, waarin uit de woningin der katholieken algemeen werd gevlagd, naar het voor 't publiek verkeer afgesloten feestterrein, 't verlengde deel der Molenstraat, sedert vandaag krachtens raadsbesluit, Bisschop Hamerstraat geheeten. In de langen stoet, waarin ruim 3UU0 personen, behalve de eerwacht van mgr. Van de Ven, de rijtuigen met al de com missieleden en met als bruidjes enchineesjes rijk uitgedoste meisjes en knapeudie bloemen en palmtakken kwamen brengen op 't met vele kransen bedekte voetstuk van 't stand: beeld opgemerkt werden cursusgeuooten van de vermoorde missionarisen geestelijken uil hot. missiehuis te Sparrendaal, tal van vereenigingen met banieren, waaronder ook de sterk vertegenwoordigde katholieke pers en een zestal muziekkorpseu. Zoodra het gezelschap 't in feestelijk ver sierde terrein (waarop ook een hoog opgetrokke Cltiueesche stadspoort stond) had bereikt, genoodigden en houders van kaarten de voor ïeu bestemde zitplaatsen hadden ingenomen, en ook de bisschop, door zijn eerewacht begeleid, eu de leden van het gemeente bestuur op het terrein waren aangekomen, ving de plechtigheid aan met de uitvoering der bisschop Hamer-cantate (gedicht van den heer J. R. van der Lans, hoofdredacteur van de Gelderlander, getoonzet door den heer A. Roothaan door een koor van mannen en knapen en orkest. Ónder deze uitvoering werd het monument onthuld. De ontwerper, de beeldhouwer Bart vau Hove heeft den bisschop afgebeeld met de cappa magna, die in statige plooien om de schouders daalt en van achter nog een weinig afhangt over de verhooging waarop liet eigenlijk beeld zich verheft en waartegen aan de voorzijde tusschen lauwertakken het bisschoppelijk wapen is aangebracht. Het hoofd is met de bisschoppelijke baiet gedekt. De bisschop staat er, met 't gelaat naar 'i Keizers Karelplein gekeerd, ia kalme vast beraden houding, met de rechter zijn bisschop pelijk kruis aan de borst drukkend, de linkerhand licht vooruitgestoken in het gebaar van vastbesloten, kalme berusting waarmee hij de woorden spreektlk blijf, gaat mijne kinderen. God zij met u. Die woorden zijn tegen het voetstuk ge beiteld ter plaatse waar dit is gesierd met den palm van het maartelaarschup. Het beeld is in brons gegoten en geplaatst op een vierkant steenen voetstuk, oprijzend uit een breed bassement. De drie overige zijden worden ingenomen door bronzen medallions van de drie genoemde gezellen van bisschop Hamer, waaronder ook de Waalwijksche martelaar Andreas Zijl mans. Het geheel verheft zich acht meter boven den beganen grondhet beeld zelf meet jD/s meter, terwijl de bronzen verhooging, waarop het staat Va meter hoog is. Het monument, dat een mooi stuk werk is, is met een oploopeud grastapijt, waarondereen blocmenbed slingert, omringd. Dr. Sehaepinan, in vol ornaat, hield ver volgens eene feestrede. Dit is aldus ving sprekfcr aan een groote dag, een verheven oogcnblik. Iu brons gegoten staat voor ous het beeld van eeu bescheiden zoon der oude kcizersatad, ou een onsterfelijke held, een glorieuse martelaar. Nijmegen heeft hem gekend, een stil, vredig kind, hij is langs de straten gegaan als eeu rustige knaap, iu de school ecu ijverig eD gehoorzaam leerling, in de kerk een vrome aaubidder der heilige ge heimen, zijn jonge levensvreugd vindend iu het dienen der H. Mis. Naar vrome R omsche zede on.wikkelt zich zij i leven geleidt lijkhij ge\oelt roeping tot den geestelijken stand; zijn ouders zegenen zijn schreden op den koninklijken weg. Hij bezoekt de Seminariën, steeds dezelfde, rustig en kloek. Hij gaat het eenvoudige, maar schoone leven van den dieneuden priester ie gemoet. O wonderbaar spel van het leven, o, aanbiddelijke beschikking der Voorzienigheid. Daar klinkt eeu woord, daar roept een stem en de jonge man, die de vredige herderstaf ter hand zou nemen, neemt de reisstaf des zendeling; op en gaat tot de heidenen, tot het laud, waar onder Gods stralende zonue millioenen en millioeuen dolen in de schaduwen des doods. Daar arbeidt hij tot eere van zijn Heer en Mees ter, lot heil der zielen die dorsten en hongeren en die hij onvermoeid en onbezwek geleidt tot de levende wateren voor wie hij breekt het ieveusbrood. Nog eenmaal ziet Nijmegen hem terug een zendeling-bisschop, een apostel, opvolger der apostelen. Een korte pooze van rusi, WAALWIJK.^ maar de liefde kent geen rust. Weer gaat hij uit tot de millioenen, die hem wachten, niet als arbeider, maar als een overwinnaar opgaande ter zegepraal. Nog eenige jaren van arbeid, van zwoegen en worstelen. Daar komt de zegepraal, daar brengt hem de wreede marteldood der martelaren zegen— kroon. O spel des levens, o wondei baar spel! Daar rijst hij nu voor ons, in onverweer— baar brous de bescheiden zoon van Nijmegen, de verheven martelaar. Daar rijst hij nu voor ons en in de stralende glorie der zon en door de mist en nevel en onder regen en stormvlagen zal hij aan de komende geslachten spreken van ofterdeugd en helden- t...u Auvkrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel, f r. moet. In een majestueus gebaar heeft de kunstenaar het onsterflijke woord „gaat gij, ik blijl", vereeuwigd en in verheven bewe ging, in de hand, die het kruis verheft cn het kruis aanvaardt, vertolkte hij het onver gankelijke »Crux fidelis", o kruis der trouwe, o kruis onze eenige hoop. Dit is een groote dag, dit is een verheven oogenblik. Niet alleen voor de „huisgenoo- ten des geloofs". Zeker, vergeten mocht ik het niet, vergeten kon ik het niet, vergeten wilde ik het niet, dat de man, de geslagene, de verminkte, verzengde, de onthoofde, de na den dood nog geschondene, die hier in het kleed der eere voor ons verrijst, een rooinsche bisschop was. Zeker, Ferdinaud Hamer was een van hen, die met groote fierheid kunnen zeggen „En ik ik wacht, noch hoop, noch bid voor mij Dan met het lijkwaad des Roomschen krijgers om." Maar ook, vergeten kan of mag, vergeten wil ik niet dat deze Hamer was een kind vau de stad en het rijk van Nijmegen, een lid van de goe gemeente eu vrome burge— rijen in vree vereend, een zoon van het vrije Nederlandsche volk, eeu held van der Dietschen stam, Dit mag ik toch, dit moet ik toch wel zeggen iu hem waren vereenigd de ecDvoud, de stoerheid, de vroomheid van ons volk. Iu hem ware de moedige geestdrift, de dcege degelijkheid van onze beste vaderen. Nog dat vergeten van zich zeiven dat met de gevaren, die te trotseeren en de plagen die te dragen zijn, een sp;l drijft van scherts en jokkernij. Nog: die bekoorlijke ge meenzaamheid met het heldhaftige, die he: ongewone alledaagsch zou maken als de dagelijks verrijzende zon ooit alledaagsch kan zijn. Hij was een echte Nederlandsche man. Maar hij was meer. „Mauuen hebben wij noodig" heeft eens een groot man gezegd. Maar bijna een halve eeuw geleden is over dat woord heen gegaan en op dit oogenblik, in deze dagen van weemoedige zelfbespiegeling, van gees telijke ontmanuiog vau slapheid naar het hoogere cn zelfzucht voor het lagere, heeft men meer oodig dau mannen, „helden" behoeven wij. De held, dat is de man die kan. Die kan, niet alken door grooter, foischer, weidscher kracht, hij is de man, die boven zich zeiven staat, die zich kan geven, zich kan offeren. In hem is iets meer dan het menschelijke, reeds de antieke sage laat den heros geboren worden uit goden- en menschenhartstocht saam. Daarin ligt een onbewuste voorbedie— ning van iets hoogers dan heroeumond en lieldeufaam. Ja, er is iets hoogers dan de held dat is ile martelaar. Wat bij den held moed is, dat is bij den martelaar geestdrift en wat hartstocht kan heeten bij den held, dat is bij den martelaar de liefde, die sterft nim mermeer. Wij kennen er in onze dagen, die helden en martelaren zijn. Zou ik hen vergeten Vergeten de mannen, wier naam ik niet behoef te noemen, omdat bij de heugenis reeds uwe harte klopt, wier naam gij hoort in iedere luchttocht, die vol is en trilt van hun ioera. lk zou vergeten de mannen, die met hun Bijbel in hart en het geweer iu hun hand alle gevaren hebben getrotseerd en kalm en kloek in den dood zijn gegaan voor hun vaderland, voor hun vrijheid, voor hun onafhaukelijkhetd, voor hun recht, voor het bestaan en de eer van huu stam. Voor goederen, die het puurste en wichiigste goud niet kon betalen, goederen voor welke men het leven geeft. Hooge goederen en hooger zijn er toch. Hooger, ja Want al deze goederen, hoog en edel als zij zijn, zijn toch van dezen tijd. Niet van de aardsche maar toch van eindige orde, van de orde der vergankelijkheid. Maar hooger dingen en var. de orde der onvergankelijkheid zijn de onsterfelijke, on verderfelijke dingen, de onzienlijke, die geen oog heeft gezien, van welke geen oor heeft gehoord. Dat zijn het geloof, de hoop, de liefde, die den lijd met levende banden binden, verborgen voor de wijze en ver— staodigen, die de Vader aan de kindfrkens heeft geopeobaard. De dingen, die de onmisbare voorwaar den zijn van alle echte ontwikkeling en alle waarachtige beschaving, daar zij en zij alleen den mensch de hooge consciëntie kunnen geven dat hij is van Gods geslacht. Zij, die uitgaan om deze blijde boodschap te biengen aan de vreemde, de armen de veriatenen, zij die vaderland en maagschap verlaten om zielen te bevrijden, zielen te winnen door de genade en voor de glorie vau den God Almachtig, zij zijn de helden, die zonder van heldendom te weten in de rij der helden het hoogste staan. Eu wanneer nu die heldenkracht op haar harden weg, den kruisgang Gods den wree den dood ontmoet dan wordt de held voltooid, volschapen. Dan vlamt door dat menschenhart een gouden pijl de pijl vau Gods liefde, die al het aardsche doodend het eeuwige doet leven. Dan valt er in die ziel een ongebroken straal van de zon der gerechtigheid, die in en over den dood de glorie der glorieu werpt. Dan geeft de mrnsch zich zeiven, in jubelende vrijheid en zegcpralenden offermoed. Ziedaar den martelaar. Ziedaar een wien dit aardsche leven walgt repellens vitae taediura nu hij het kan geven voor het leven van aodere, in de hoogste liefdedaad, „Victorum genus optimum" de edelste schaar van zegepralende helden roemt de oude hymne de martelaren. En inderdaad, onder de helden der menschheid staat de martelaar het hoogst. Ik weit op welke plek ik sta; ik weet welke vergelijking dit woord voor u doet op rijzen. Toch, ook iu de schaduw van den Valkenhof ook onder de allesbeheerschende gestalte van dien Karei, die de grootheid met zijo naam heeft saamgesmolten en eens luidend maakte, toch herhaal ik de marte laar de hoogste held. Zeker, deze Hamer is geen wereldveroveraar, geen volkeuschepper, geen stichter vau een beschaving, die de ecuwen doordringt met haar zuurdeesem. Hij voert niet met zich een stoet van pala dijnen, geen Roland, geen Olivier, geen Willem van Orar.je, geen Turpijn. Hij draagt geeu zwaard joyeuse, gestaald in hemelvuur. Hij is geen groote, hij is een eenvoudig burgermau zijn hoogste eere is „vader en moeder" voor de zijnen te zijn. Maar in deu laaien gloed der martelie wordt hij herboren, herschapen, gioot als de grootsten onder ons. Hier houd ik in. Wij zijo de landzalen van Thomas Hemelke van Kempen, wij stellen bij ouzc mannen geen vergelijking ▼an gioo'.er grootheid of heiliger heiligheid iu. Wij danken dcu gever aller gaven, die hen ons geschonken heeft. Wij zien wat dezen mannen gemeen is en deze twee, de keizer weergaloos eu de Bisschop-Martelaar, zijn beide weldoeners van het Vaderland. Zij hebben het Vaderland gediend door huu daden, geöerd door hun eere, gekroond door hun glorie. Zij hebben voor ons geschapen die erfenis onzer Vaderen, die wij zu leo handhaven in uood eu dood. Dat is het gevoel, dat ons allen deed samenkomen, dat ons allen vereenigt rondom dit beeld. Alle ware vroomheid, alle ware grootheid is het gemeen bezit van geheel het volk. Dat is zijn teerspijs, zijn wijn van vreugde en kracht op den tocht door de historie. O mijn klein, mijn gelukkig, mijn glorievol VaderlandU geelt de almachtige God die gave der waardeering, die de groot heid Uwer kinderen huldigt cn viert. Daarom zijl gij ons groote Vaderland. Gij verstaat uwe kindereu wat taal des geestes zij spreken, als z"'j spreken van geloof en liefde, van moed cn kracht. Gezegend zijt Gij, mijn Vaderland Wat de Martelaar zou bidden, bid ik U toe: Met een nakroost Uw helden en martelaren waardig zegeue U in de verste geslachten de almachtige Heere God! Na het uitspreken dezer rede werd het monument door den ruim SOjarigen dr. J. P. St. Berends, voorzitter van het Hamer- comité, overgedragen aan de gemeente Nijmegen, door wie het, bij monde van den burgemeester, den heer van Schaeck Maihon, werd aanvaard. De plechtigheid, gedurende welke het meermalen regende, eindigde met door orkest begeleiden zang en met een défilé der vereenigingen met hare banieren het monument. om Behalve verschillende plaatselijke autoritei ten woonden ook de onthulling bij de ontwerper van het monument, de commissaris der Koningin in Noordbrabant en IIr. Ms. gezant in China, de lieer Knobel. Algcinecnc Vergadering. Ten half zeven was de groote zaal van de sociëteit De Vereeniging met de galerijen geheel gevuld met de opgewekte menigte, die hier haar laatste bijeenkomst houden ging- Toen mgr. van de Ven in paars gewaad binnentrad, klonk het „Ecce saccrdos mag nu 8' en na dit plechtig gezang werd door den voorzitter Jhr. mr. O. van Nispen tot Sevenaer de vergadering met een „Geloofd zij Jezus Christus* geopend. De voorzitter begroet te allereerst mgr. de Bisschop, aan wiens initiatief deze samen komsten te danken zijn. Wij kunnen, sprak hij, niet beter onze aanhankelijkheid aan Paus en bisschoppen toonen, dan door huu voorschriften op te volgen. Hij begroette den Burgemeester, den vertegenwoordiger der Koningin en sprak de bede uit, dat God Haar en haar Gemaal moge sparen. Hij wekte op om mede te leven het volle leven onzer dagen, en dan bovenal te zijn mannen van de daad. Daarna werden de conclusies, zooals des morgeus in de afdeelingeu aangenomen, voorgelezen en trad na de onberispelijke uitvoering van het „Laudute Dominum* mr. A. baron van Wijnbergen op met zijn rede over de Christelijke Democratie. Rede van mr. .V. baron v. Wijnbergen over de Christelijke Democratic. Het is dan heden voor de derde male, aldus ving spr. aan, dat wij, Katholieken van het Diocees 's-Hertogenbosch, blijde gehoor gevend aan de roepstem van onzen Bisschop, in grooten getale zijn saaingekomen om voort te arbeiden aan de groote en grootsche taak, welker vervulling mede op ons rustom elkander op te wekken met lust en moed voort te gaan op den eenmaal ingeslagen weg, den goeden weg, die ons die ons door Paus en Bisschop gewezen werdom nieuwe krachten te vergaren voor de dagen, die, naar wij hopen, God ons geven zal, teneinde allen, vereend door den band der Christelijke liefde, deel te nemen aan de behartiging der ons zoo heilige, katholieke zaak, en daardoor op waarachtige wijze te dienen het algeineeu belang, in éen woord, om te zijn en te blijven overal, te allen tijde en in alle opzichten ware kinderen onzer Heiligs Moederkerk, trouwe Zonen tevens van ons allen zóo dierbaar Nederland. Uitgenoodigd, op deu avond van dezen Katholiekendag het woord te voeren, meen ik niet beter te kunnen doen dan U te vragen met mij eenige oogenbikken Uwe aandacht te willen schenken aan de zaak, die thans een voorwerp van overdenking en bestudeering uitmaakt der gansche Katholieke, der gansche christelijke wereld De Christelijke Democratie. Christelijke Democratie hoe verschillend zal de indruk wezen, M. H., die het hooren van dat woord op ieder Uwer maakt. Waar om Omdat de waarheid van het //onbekend maakt onbemind* ook hier zich nog vaak geweldig voelen iaat. Mocht ik, M. H., hedenavond erin slagen die onbekendheid, waar ze nog bestaan mocht, weg te nemen. Mochten wij, allen zonden uitzondering, het gevoelen, wat het I '.ggen wil te wezen christen-democraa'. Daar zijn geen geleerde vertoogen noodig om te doen inzien, daar wordt geen fijn verstand noch wetenschappelijke vorming vereischt om te begrijpen, wat de Christelijke Democratie is, en wat ze wil. Neen, M. H., hij, die dat heerlijk boekske, den cathechis- mus, als kind goed heeft geleerd, en, man geworden, het niet vergeten heeft, of nog eenvoudiger, wie het kort gebod //Bemint bovenal God*, eu het tweede, daar aan gelijk, „en Uwen naaste als U zelve*, be grijpt en te volbrengen weet, hij zal wezen iu de heerlijke beteekenis van het woord

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 1