christen-democraat.
En wanneer dat Zoo is, dan hegrijpen wij
ook, waarom dc eeuwen door de historie
ligt daar om het te bewijzen haar bloei
immer vond juist in de oude, altijd jonge
Heilige Roorasche Kerk, waarom Zij hare
wijding ontvangen mocht van den Room-
schen Paus, den waarachtiger] vertegen
woordiger op aarde van den God van liefde
cr gerechtigheid.
Waar wel bijna niemand meer zal gevonden
worden, die heden nog durft beweren, dat
onze maatschappelijke verhoudingen zijn,
gelijk ze wezen moeten, zal it en ook gaarne
toegeven, .lat verandering en verbetering
dringend noodig is.
Na gezegd te hebben, dat ook aan andere
standen de democratie haar zorgen wijdr
vervolgde spr.
Of echter de Christelijke Democratie niet
*in het bijzonder* hare aandacht schenkt
aan den vierden stand, aan de oplossiug
van het arbeidersvraagstuk M. H. De leer
van het individualisme, de leer der abso
lute vrijheid en onafhankelijkheid van den
indivudueele mensch op godsdienstig, wijs-
geerig, staatkundig, maatschappelijk gebied,
de ineenstorting van het gildewezen,'
de uiteenrukking van het organisme der
maatschappij, gepaard aan de nieuwe wijze
van productie, aan de uitvinding op allerlei
gebied, aan de ontzettende verandering en
uitbreiding der verkeersmiddelen, die geheele
ommekeer in de maatschappij, zij kwam
bovenmate ten goede aan e.enige weinigen,
maar bracht juist den vierden stand in een
toestand, die, naar het woord des Pausen
vaak weinig van dien der slaven verschilt.'
Eu waar dan verder Leo XIII ons zegt,'
dat het arbeidersvraagstuk is van onzen tijd'
dat er spoedig en afdoende moet wordeu'
geholpen, dan zal zal het toch niemand
bevreemden, dat wij als katholieken een
voudig onzen plicht doen, gehoorzaam zijn
aan het woord des Pausen en vóór alles
daar trachten te helpen, waar de nood het
hoogst geklommen is.
Wij die terecht ons verzetten tegeu eene
gelijkheid, zeoals die door sommigen ge
predikt wordt, wij, die er op gesteld zijn
eii er terecht op gesteld zijn, dat het stands
verschil in de wereld worden erkendwij
die opvorderen bijzonderen eerbied en ont
zag voor hen die hooger zijn geplaatst,
zullen wij niet, bijzoudeie bescherming
eischen voor lien, die lager staan en daar
door zwakker zijn Zoo niet, dan worden
wij zelf voorstanders der gelijkheid, of het
hard verwijt zal terecht ous trefteu, dat wij
dan slechts ongelijkheid willen, wanneer
zulks ons zei ven voordeel geeft.
Laten wij het erkennen, M. H. velen
zijn er, die in een toestand verkeeren, met
de rechtvaardigheid in strijd. Nog niet
overal wordt erkend, dat de menschelijke
arbeid geen koopwaar, de arbeider niet met
een werktuig gelijk te stellen is, maar in
hem de mensch moet geeerbiedigd
geschapen naar Gods beeld, met een'
onsterfelijke aiel. Zeker, M. H. wij weten,
dat er tussohen de menschen onderling on
gelijkheid zijn en blijven zal, maifr wij
eischen dat allen niet slechts erkennen
maar ook in het maatschappelijk leren
toonen zullen te erkennen* dat er bestaat
die gelijkheid, die wij zoo heerlijk genieten,
wanneer wij allen, zonder onderscheid van
ran^ of stand, aanzitten aan dezelfde Tafel
gespijzigd met dezelfde spijze,
De Spijze, hemelzoet,
liet Brood, van God gegeven,
Des Heereu Vleesch en Bloed.
Wij erkennen en eischen de erkenning
allen, dat er verschil bestaat in rang
stand en waardigheid, maar wij eischen
ook, dat zij, die hooger geplaatct zijn, zulks
niet slechts beschouwen als een privelegie,
maar als een last, hun opgelegd, een last'
die plichten meebrengt, welke naar behooreu
vervuld, hun dan ook het volste recht
geven, de voordeelen, aan dien rang of
stand verbonden, te genieten.
Wij beseffen volkomen, dat er voor de
maatschappij veel voordeel in kan gelegen
sommigen overvloedig met
goederen zijn bedeeld, maar als
wij zien de opeenhooping van fabelachtige
kapitalen, in handen van Óen of eenige
weinigen, waardoor die weinigen in staat
gesteld worden, eene gaasclie wereldmarkt
te bclieerschen, als wij verder zien welke
middelen, als beursmauoeuvres en andere
worden aangewend om die kapitalen no-'
reusachtiger te maken, dar. bekruipt ons
eene gioote vreeze, dan zien wij daarin een
toestand, die verbetering eischt.
Wij weten uit het woord van Christus,
dat wij armen* altijd zullen hebben, maar
wij geven nog met toe, dat onder die „armen*
van liet Evangelie te verstaan is het pau
perisme van onzeu tijd.
Nooit, M. H. zullen wij aan het volk
voorspiegelen een hemel op aarde. Neen,
wij,-weten, dat rampspoed en ellende immer
luer ons deel zal zijn. Wij behooren niet
tot hen, die met het bestaan der erfzonde
geen rekening houden wij ziju volkomen
ons bewust, dat ook in het maatschappelijk
vraagstuk het woord van den grooten Da
Costa waarheid is
Op den bodem aLler vragen
Ligt ter wereld zondeschuld,
maar vastelijk zijn wij overtuigd, dat de
maatschappij beter wezen kan, dan
heden is.
van
en
zijn, wanneer
aardsche
ze
E vurig p^eidooj. VOerde spreker ver
volgens voor de vrouw, de moeder die
thans zoo dikwijls haar kracht en tijd ver
bruikt in de fabriek, terwijl deze aan haar
gezin behoorde.
Gijzijt zoo bevreesd voor //uithuizigheid*
zulks veronderstelt, dat er tenminste zij
eeu huismaar kan men nog spreken van
huis, van huisgezin, wanneer en vader en
moeder èn kinderen den ganschen dag ver
blijven in werkplaats of fabriek?
Maar zullen wij niet, door de vrouw uit
de vrouw uit de fabriek weg te nemen,
vele huisgezinnen der ellende ten prooi
geven Zijn de inkomsten door de vrouw
verkregen, niet onontbeerlijk Het kan zijn
M. H. Maar, wanneer het loon van den
man in het algemeen zoodanig is, dat de
vrouw mede gedwongen wordt door arbeid
in de fabriek een voor het gezin voldoend
levensonderhoud te verwerven en dus ge
dwongen wordt haar gezin, de opvoeding
harer kinderen te verwaarloozen, zal men
dan nog durven zeggen, dat zulk eeu loon,
aan de eischen der rechtvaardigheid voldoet
En zouden wij dan ook wel mistasten,
wanneer wij de veronderstelling uiten, dat
het verzet tegen het doeu ophouden van
den vrouwenarbeid deels hierin zijn grond
vindt, dat iner. gevoelt, dat daarmede de
gebreken in i et loon van den man aan het
licht komen en om verbetering zullen
vragen en men dus zal ophouden de voor
deelen te genieten, aan den vrouwenarbeid
verbonden, zoolang genoten door hen, die
nimmer er aan hebben willen denken, hoe
veel rampspoed en ellende daardoor teweeg
gebracht werd in tal van gezinuen en daar
door in gansch de maatschappij.
Het particulier initiatief echter wie
zal het ontkennen kan niet ontberen den
machtigen steun der Kerk, die door haar
leer en hare priesters de gansche sociale actie
bezielt, aar. die actie wijding geeft, ze weet
te leiden en te houden in het goede spoor.
Hulde daarom aan de priesters, die bij al de
parochiale bezigheden immer nog tijd vinden
zich te wijden aan de sociale actie, die,
brekend inet het systeem, dat de Franschman
zoo juist als //Sacristisine* te qualificeeren
wist, voortdurend blijken geven het kort
bevel„Gaat tot net volk,* te hebben
verstaan.
En eindelijk hebben wij van 1100de de
hulp van den Staat. De individuen, door
eigen belang verblind, zien maar zelden,
wat het algemeen belang eischt; die wet
moet het hun dan leereu, die wet, die gelijk
Lacordaire zegt, waar het geldt de ver
houding te regelen tusschen den sterke en
den zwakke geen dwang oplegt, maar juist
vrijheid geeft.
De Christelijke Democratie, het zal nu
duidelijk wezen, is die heilzame, christelijke
actie voor het volk, bestaande in het be
oefenen der liefde, in het betrachten 'er
rechtvaardigheid. Dankbaar mogen wij wijzen
op al hetgeen de Christelijke liefde in deze
diocese heeft verricht. Denkeu wij slechts
aan onze heerlijke Vincentiusvereeniging
denken wij slechts aan onze kloosterzusters
aan die zusters, die de feministen van onzen
tijd zich tot voorbeeld inogen stellen, aan
die zusters van liefde, die door hun onbe
grensde opofferende, belanglooze toewijding
door hun onuitputtelijk geduld, temidden
van eene eerzuchtige, hebzuchtige wereld,
voortdurend door daden aan die wereld weten
te toonen, hoezeer de mensch tot de engelen
naderen kan.
Maar naast de wet van liefde ligt de
der rechtvaardigheid. Zullen wij nu,
ons niet met hart en ziel de zaak
volks aan te trekken, ontrouw worden
de heerlijke traditie der Kerk, die de
eeuw door immer de rechten der zwakkeren
gehandhaafd en verdedigd heeft Neen,
M. H., duizendmaal neen Laten wij toch
zelf medewerken, steunen tevens, waar
anderen zich wijden aan de goede zaak der
Christelijke Democratie 1 Laten wij toch
nimmer jegens haar achterdocht koestereu
laten wij toch nooit door te zeggen, dat de
Christelijke Democratie een stuk socialisme
zoude wezen, ons zelve een brevet uitreiken
van verregaande onwetendheid. Of zouden
wij, die de beginselen der revolutie verwer
pen, de consequentiën ervan aanvaarden
Neen, M. EL, niets staat zoo beslist tegen
over het socialisme, staat tevens het socia
lisme zoozeer in den weg, als juist de
Christelijke Democratie. Waarom trekken de
socialisten immer te velde tegen de priesters,
die zich met de zaak des volks inlaten., tegen
Adviseurs onzer Volksbonden Omdat deze
den arbeider doen inzien, dat hij door hen
te volgen alles verkrijgt, wat het socialisme
zou kuunen geven en dan //den hemel
bovendien*.
Wij hebben gehoord het woord van den
Fans in zijne Encyclieken. Wij vernemen
telkens de krachtige aansporing van onzen
bisscl'icp.
Van ons wordt slechts gevraagd wat toe-
wijding vooral aan hen, die op den laagsten
trap geplaatst zijn, maar toch. kinderen van
denzelfden Vader, telken dage met ons
bit'ideu die „menschelijkjite aller beden*
„Geef ons heden ons dag-elijksch brood*.
ffDat de Almachtige God ons werken,
ons streven, ons poginge:n mogen zegenen,
dat vragen wij, katholieken vaia dit Diocees,
in blij vertrouwen, aan //-onze* Zoete Lieve
Vrouwe vau den Boschdat vragen wij in
de stad aan den grooten. zoon dezer stede,
den gezaligden Petrus Cs.nisias dat vragen
wij op dezen dag aan Hein, wien wij heden
hebben gebracht rechtma tige hulde, aan den
man van heldenmoed en heldendeugd, aan
den Bisschop-Martelaar, aam den g.rooten
Hamer, van wien wij vaste-lijk vertrouwen,
dat Hij, staande voor den Trone Gods, zijn
Nederland niet vergeten zal", aldus ein
digde spreker.
Het is moeilijk een woord te vinden ter
aanduiding van het applaus dat op deze
schitterende rede die wij slechts zeer ge
deeltelijk geven konden, volgdehet wa9
daverend het was overweldigendhet was
eene uiting van opbruisende geestdrift van
diep voelen en machtig willen.
Na het Tu es Petrus sprak de ZEerw.
pater H. Rayraakers over de Christelijke
Liefde.
Hij schetste de noodzakelijkheid der chris
telijke liefde, de meesteres en koning'n der
deugden en haar triuinf in het leven der
martelaars, die heden worden herdacht.
vAls dwergen weliswaar staan wij aan den
voet dier reuzen der Christelijke liefde
blijven wij niettemin immer staan aan hunne
zijde in dichte drommen en volgen wij in
onze levenstaak hunne grootsche schreden.
„Hier bij het beeld en het voorbeeld onzer
helden en hunne Christenen zweren wij heden
trouwe liefde aan onze Doorluchten en be
minden Bisschop, aan onze geestelijke Herders
en Leiders. Zweren wij moedige liefde, groot
moedige en blijmoedige liefde tot elkander
in den heiligen strijd voor de zaak Gods,
den strijd tegen ongeloof en ondeugd, tegeu
de onkerstening en ontaarding van huisgezin
eu maatschappij*.
Tom verhief zich de vereerde kerkvorst
en geliefde vader mgr. van de Ven en wenschte
de vergadering, zijn vergadering geluk met
het succes van den da?.
Het
Dierbare diocesanen
Hooggeachte heeren
is hedenavond voor mij
een aange
name plicht op dit oogenblik u allen van
harte geluk te weuschen met den uitste
kenden afloop vau dezen derden Katholie
kendag, die in geen enkel opzicht bij zijn
voorgangers achterstaat en zich daarenbo
ven nog onderscheidt door de hartverhef
fende gebeurtenis, de onthulling van het
monument van den grooten, maar thans
verheerlijkten martelaar, mgr. Hamer.
Als wij nagaan mijne heeren, de con-
clusien rakende de katholieke actie, die
hier dezen morgen zijn aaugeboden, toege
licht, besproken en tot meerdere volmaakt
heid gebracht, dan mogen wij zeggen, dat
wij een belangrijken arbeid volbracht heb
ben en dat ons bisdom een zegenrijke toe
komst tegemoet gaatals aan deze couclusien
uitvoeriug gegeven wordt.
Wij achten het reeds van hoogc waarde,
dat de katholieke actie bij onze diocesanen
zoo algemeen en zoo ernstig de aandacht
trekt, overwogen en met belangstelling be
hartigd wordt.
Het is ons een troost en een genot,
zooveel krachten van beteekenis werkzaam
te zien om de goede zaak te dienen elkan
ders belangen te behartigen en de bestaande,
toestanden op godsdienstig, maatschappe-
ijk en zedelijk gebied te verbeteren.
In
dit ten hoogste, maar
het hierbij niet blijven
wet
door
des
aan
Wij waardeeren
gij begrijpt, dat
moet.
Wij moeten een stap verder.
Wij hebben heraadslaagd, overlegd, mid
delen opgespoord, maar nu is het de 6eurt
aan den arbeid, die moet worden uitge
voerd.
Goede besluiten, mijne heeren, verlichten
den geest, verwarmen het Hart, doch heb
ben eerst waarde bij de uitvoering.
Daarom verzoek ik u voor goed de han
den aan het werk te slaan.
Er zijn veie conclusien genomen, de te
verwerken stof is ontzaglijk het is nu de
taak te trachten aan die stof vorm te
geven.
Gij allen gaat nu tot uwe haardsteden
terug in opgewekte stemminggij moet nu
verhalen aan allen die thuis gebleven zijn,
wat gij gehoord en gezien hebt en welke
besluiten zijn genomen en treedt in over
leg om datgene wat goedgekeurd of be
sloten is, tot uitvoering te brengen.
Ziet niet op tegen enkele moeilijkheden,
wijkt niet voor eenigen strijdde goede
zaak vordert offers, heeft veel te ver
duren.
De vijand van alle goeds zal niet nala
ten hinderpalen in den weg te legen, maar
wij, mannen moeten doorzetten wat wij be
sloten hebben.
Maar daarbij hebben wij Gods zegen
noodig. Wij hebben hedenmorgen Gods
zegen afgesmeekt over onze besluiten, den
H. Geest gevraagd ons te verlichten met
Zijn Goddelijk licht en ons den weg aan
te wijzen, dien wij te bewandelen hebben.
Zegenrijk is deze dag geweest en daar
voor moeten wij God danken en dien dank
toonen door uit te voeren wat wij hier
besloten hebben.
Wij moeten Gods zegen vragen, opdat
die in ruime mate afdale over onze werken
in de toekomst. Ik ga dien zegen over
u afsmeeken.
Wij zijn met God begonnen, wij willen
ook met God eindigen.
Ik als afgezondene des Heeren smeek
dat in ruime mate die zegen afdale over
al onze werken in loekomst.
Van harte geef ik U mijn Bisschoppelij-
ken zegen.
Knielt allen in den geest neer.
Mgr. gaf daarop den zegen en de ver
gadering antwoordde in vrome stemming
Amen.
Ardeelingsvergadering.
In de eerste afdeeling, voorzitter de heer
J. van Besouw, uit Goirle, werd behandeld
het sociale vraagstuk voor den werkgever
en ingeleid door pater Lamb. Poell, die de
wenschelijkheid betoogde van het oprichten
van patroonsvereenigingen en het vormen
van propaganda-clubs in de parochiën. Op
ziju voorstel sprak de vergadering den wensch
uit, dat in alle parochiën van eenige be
teekenis de oprichting van bedoelde instel
lingen worde ter hand genoineu en door
gevoerd.
De tweede afdeeling, voorz. de heer C.
Verbeeien, lid van den Nijmeegschen ge
meenteraad, hield zich bezig met het sociale
vraagstuk voor de werklieden. In deze
afdeeling was de eerste inleider van con
clusien pater Van Hooff alhier, waarop wij
zigingen waren voorgesteld door pater Van
Erp uit den Bosch. Met de aanvaarding
der gewijzigde conclusiën sprak de afdeeling
als haar wensch uit
1. dat elke vereeniging van katholieke
werklieden den katholieken godsdienst en
het katholiek leven als nummer ééu op
haar piograinma moet hebben en daarom
in 't bijzonder nadruk inoet leggen op het
vieren van den Zondag, op onderricht en
voorlichting der leden, waar het hunne
rechten en plichten geldt, op de noodza
kelijkheid van strijd tegen elke vereeniging
als dusdanig, wier streven niet uitgaat van
de erkenning van den godsdienst, van de
instandhouding van huisgezin en familie
leven
2. dat alle geschikte middelen moeten
worden aangewend
a. om de zedelijke verheffing te bevor
deren, door zich toe te leggen op godsdienstige
ontwikkeling, spaarzaamheid, vakkennis en
voorde jongeren door eerbiediging van het
ouderlijk gezag; om te bestrijden datgene
wat het bereiken van dit doel in den weg
staat, in liet bijzonder ongeregelde uitsoan-
uingen en voor het jongere geslacht ontijdige
verkeering
3o. dat tusschen patroon en werkman
moet bestaan eeue wederzijdsche belang
stelling en dat een gemeenzaam overleg,
vooral in het bepalen van een minimum
loon, zeer ge wensch t is
4o. dat ten zeerste aanbeveling verdient
de oprichting van coöperatieve bouwvereeui-
gingen, tot het verkrijgen van een eigen
woning en die vereenigiugen van hooger
lund krachtig gesteund worden.
Iu de tweede sectie dezer afdeeling ver
dedigde de heer Hermans uit Boxmeer
conclusies omtrent onderlinge samenwerking
tot versterking der fondsen voor lotsverbe
tering, zooals zieken - en begrafenisfondsen.
De vergadering ging met die conclusies
mee, welke den wensch uitdrukken
lo. dat de diocesane r. k. werklieden
zoodra mogelijk eene innige federatie aan
gaan en dat op vast bepaalde dagen bare
gedelegeerden bijeenkomen om onderlinge,
samenwerking te bevorderen 2. dat, om
tot dit doel te geraken, de bestuurders der
diocesane r. k. werkliedenvereenigingen al
vast beraadslagen over a. samenwerking
harer fondsen tot steun bij ziekte b. op
richting van een diocesaan fonds tot steun
bij overlijden c. de middelen, welke moeten
aangewend worden, om noodige en nuttige
sociale kennis onzer werklieden te bevor
deren.
De vergadering der derde afdeeling, ge
leid door dr. Bauning, lid van den Nij
meegschen gemeenteraad, behandelde de be
strijding van het drankmisbruik. De eerste
spreker was de heer Vesters uit Vucht, op
wiens conclusies, betrekkelijk werkgever en
drankmisbruik, verschillende wijzigingen wa
ren voorgesteld.
Deze afdeeling kwam tot het uitspreken
van den wensch dat
1. de werkgevers de matigheid of ont
houding beoefenen, zich bij eene plaatselijke
r.k. drankbestrijdersvereeniging aansluiten
en daarvoor in hun kring propaganda maken
2. de werkgevers aan de beteugeling van
het drankmisbruik onder de werklieden een
werkzaam aandeel nemen door: a. sterken-
drank op fabriek en werkplaats ten strengste
te weren, voor alcoholvrije dranken te zorgen
en nooit aan werklieden sterken drank te
schenken b. nooit loonen in herbergen uit
te betalen c. de spaariaamheid ouder het
werkvolk aan te moedigen, in het bijzonder
door koop en verkoop van spaarzegels te
bevorderenmet alle gestrengheid op te
treden tegen het z.g. Maandaghouden d.
geen te langen arbeidslrijd op te leggen e
den arbeid van gehuwde vrouven in fabriek
of werkplaats zooveel mogelijk tegen te gaan
eu huishoudonderwijs voor fabrieksmeisjes
te bevorderen f tot den bouw van goede
arbeiderswoningen mede te werken g. dege
lijke kennis omtrent het alcohol-vraagstuk
te verspreiden.
De tweede sectie dezer afdeeling had het
over den werkman en het drankmisbruik en
sprak, n8 een inleiding van een heer Van
Tecffelen uit Druten, als hare overtuiging
uil dat de leden van r.—k. volksbonden
werkliedenvereenigiugen en vak-organisaties
eerst dau hun socialen plicht naar behooreu
vervullen, als zij lid worden van een r.-k.
drankbestrijdersvereeniging.
De vierde afdeeling, voorzitter de heer
Tummers, uit Erp, behandelde onderwijs en
wetenschap.
De heer Kemps, schoolhoofd te Diuther,
leidde in bespreking vauhetgeeu verwezenlijkt-
is van de op vroegere katholiekendagen ge
nomen conclussiën. Deze vergadering nam
conclusies aan waarbij a. wordt overwogen
lo. hetgeen de eerste katholiekendag weu-
schelijk, de tweede uoodzakelijk achtte en
2o. dat de goede resultaten der katholie
kendagen, ook op 't gebied van onderwijl
en opvoeding eerst dan ten volle zullen
verkregen worden wanneer de
besluiten algemeen worden
genomen
uitgevoerdb.
wordt erkend, dat reeds veel iu deze riclitiotf
gedaan werd, doch de afdeeling overtuig
is ,dit er nog veel te doen verblijf en (ïe
noodzakelijkheid betoogd, dat ouders, op
voeders en verder allen die, nog'meer
beijveren, om op de katholiekendagen uit
gesproken wenscheu iu vervulling le doen
gaan.
Deze discussie gaf in den beginne eene
onverkwikkelijke kweste, doordat eerst debat
werd geweigerd,doch op den algemeeue wensch
later werd gegeveti.
Dr. L. J. Sicking conrector van het Bossche
gymnasium leidde in de volgende conclusiën
De 4e afdeeling overwegende, dat de
studie van den godsdienst nooit door eon
katholiek mag beschouwd als een voor hem
afgehandeld vakdat meer bijzonder de
beoefenaar der wetenschap, zoowel tijdens
zijn voorbereidende studiën als na hare vol
tooiing moet trachten zich eene volmaaktere
kennis van den godsdienst te verwerven
dat deze kennis veel zal bijdragen niet
alleen om hem zeiven in zijn geloof te ver-
sterken, maar ook om hem in staat te
stellen den waren godsdienst tegen de on-
geloovige wetenschap te kunnen verdedigen
juicht toe wat in de laatste jaren is gedaan
om bij ouze outwikkelde jongelieden en
mannen de kennis van den godsdienst te
doen toenemenspreekt den wensch uit
dat deze de hun aangeboden gelegenheden
tot godsdienstige ontwikkeling benutten
dat zij door eigen studie hunne kennis van
den godsdienst trachten te vermeerderen
en erkent, dat het godsdienstige- weten-
schappehjk vereenigingsleven verdient ge
steund en bevorderd te worden.
Die conclusiën werden aangenomen.
In de vergadering der vijfde afdeeling
(Boerenbond), waarvan voorzitter pater Van
den Eisen, uit Heeswijk, werd door kapelaan
H. W. Roes, uit Deurne, ingeleid een con
clusie, waarbij de wensch wordt uitgesproken,
dat algemeen de oprichting van christelijks
boerenbonden in de hand gewerkt worde en
een christelijke grondslag en leiding gevor
derd worde vooralle laudbouwvereenigingeu.
Deze conclusie werd aangenomen.
Door den heer A. B. Michielseu, kassier
boerenleenbank te Dreuinel, werd gesproken
over het nut der leenbanken en ingeleid
een conclusie, behelzende den wensch dat
alle katholieken, die in de samenleving zoo
door betrekking, geboorte als anderzins in
vloed of gezag kunnen oefenen en wien het
welzijn van den nijveren boerenstand ter
harte gaat, de oprichting van zulke banken
zoowel in de klei- als in de zandstreken,
krachtdadig zullen bevorderen eu deze met
raad en daad steunen in haar werking. Ook
met deze conclusiën vereenigde men zich.
De zesde afdeeling, voorzitter de heer
Nieuwen huizen, alhier, was gewijd aan de
belangen van den middelstand. Met de door
pastoor Prinsen uit 's-Hertogenbosch inge
leide conclusies vereeuigde zij zich daarbij
spreekt de afd. uita. als hare overtuiging
dat de vereeniging van den neringdoenden
middelstand noodzakelijk is en moet geves
tigd zijn op christelijken grondslag b. den
wensch, dat door samenwerking van gees
telijken eu leeken, ter plaatse waar mogelijk,
eeu afdeeling van „de Hanze* wordt opge
richt. Verder werd in de zesde afdeeling
aangenomen^ een door den heer Sassen uit
Helmond ingeleide conclusie, waarbij de
wensch wordt uitgesproken dat neringdoenden
en verbruikers ieder naar zijne male en
krachten overeenkomstig de beginselen vau
z/de Hanze* zal medewerken tot de meest
mogelijke beperking van het winkelrecht.
Wij zijn gekomen aan het einde van
dezen schitterenden gewichtigen dag, waarvan
wij natuurlijk met het oog op het bestek van
ons blad niet een geheel uitgebreid verslag
kunnen geven.
Thans zullen de woorden van onzen be
minden BisschopNa de conclusies de
daden 1 er moet uitvoering gegeven wordeu
aan 't gesprokenein toepassing worden
gebracht. De tijd gaat snel voorbij. Dus
aan den arbeid met jeugdige kracht.
Met jeugdige kracht lof waren het optreden
van den voorzitter van den katholiekendag,
Jhr. Mr. O. van Nispen tot Zevenaar, de
woorden van een jeugdigen edelman baron
van Wijnbergen of de stoere figuur en de
krachtige taal van een Pater Haymakers
niet zoovele symbolen van jeugdigen frisschen
ijver.
Daar stonden de helden van China, de
martelaren herleefd in brons en graniet, als
voorbeelden, die aanzetten tot de daad. Nij
megen het schoone oord, vlagde en jubelde
om haren grooten zoon, maar ook de harten
van talrijke Waalwijkers waren met trotsch-
heid en vreugde vervult, want eveueens een
bescheiden zoon, n.l. de jeugdige Andreas
Zijhnans, de martelaar, een der lieldeu, die
onder Hamers aanvoering, den marteldood
stierven, werd hier gehuldigd. Zij wijzen
ons den weg die te volgen valt.
Een schitterende dag voor de katholieken
maar ook voor geheel Nederland was het I
Van onzen kant nog een woord van hulde
sn dank aan de Mij. de Gelderlander die het
de journalisten in Nijmegen, zoo aangenaam,
makkelijk heeft gemaakt. Haar komt daar
voor alle eer toe.