christen-democraat. En wanneer dat Zoo is, dan hegrijpen wij ook, waarom dc eeuwen door de historie ligt daar om het te bewijzen haar bloei immer vond juist in de oude, altijd jonge Heilige Roorasche Kerk, waarom Zij hare wijding ontvangen mocht van den Room- schen Paus, den waarachtiger] vertegen woordiger op aarde van den God van liefde cr gerechtigheid. Waar wel bijna niemand meer zal gevonden worden, die heden nog durft beweren, dat onze maatschappelijke verhoudingen zijn, gelijk ze wezen moeten, zal it en ook gaarne toegeven, .lat verandering en verbetering dringend noodig is. Na gezegd te hebben, dat ook aan andere standen de democratie haar zorgen wijdr vervolgde spr. Of echter de Christelijke Democratie niet *in het bijzonder* hare aandacht schenkt aan den vierden stand, aan de oplossiug van het arbeidersvraagstuk M. H. De leer van het individualisme, de leer der abso lute vrijheid en onafhankelijkheid van den indivudueele mensch op godsdienstig, wijs- geerig, staatkundig, maatschappelijk gebied, de ineenstorting van het gildewezen,' de uiteenrukking van het organisme der maatschappij, gepaard aan de nieuwe wijze van productie, aan de uitvinding op allerlei gebied, aan de ontzettende verandering en uitbreiding der verkeersmiddelen, die geheele ommekeer in de maatschappij, zij kwam bovenmate ten goede aan e.enige weinigen, maar bracht juist den vierden stand in een toestand, die, naar het woord des Pausen vaak weinig van dien der slaven verschilt.' Eu waar dan verder Leo XIII ons zegt,' dat het arbeidersvraagstuk is van onzen tijd' dat er spoedig en afdoende moet wordeu' geholpen, dan zal zal het toch niemand bevreemden, dat wij als katholieken een voudig onzen plicht doen, gehoorzaam zijn aan het woord des Pausen en vóór alles daar trachten te helpen, waar de nood het hoogst geklommen is. Wij die terecht ons verzetten tegeu eene gelijkheid, zeoals die door sommigen ge predikt wordt, wij, die er op gesteld zijn eii er terecht op gesteld zijn, dat het stands verschil in de wereld worden erkendwij die opvorderen bijzonderen eerbied en ont zag voor hen die hooger zijn geplaatst, zullen wij niet, bijzoudeie bescherming eischen voor lien, die lager staan en daar door zwakker zijn Zoo niet, dan worden wij zelf voorstanders der gelijkheid, of het hard verwijt zal terecht ous trefteu, dat wij dan slechts ongelijkheid willen, wanneer zulks ons zei ven voordeel geeft. Laten wij het erkennen, M. H. velen zijn er, die in een toestand verkeeren, met de rechtvaardigheid in strijd. Nog niet overal wordt erkend, dat de menschelijke arbeid geen koopwaar, de arbeider niet met een werktuig gelijk te stellen is, maar in hem de mensch moet geeerbiedigd geschapen naar Gods beeld, met een' onsterfelijke aiel. Zeker, M. H. wij weten, dat er tussohen de menschen onderling on gelijkheid zijn en blijven zal, maifr wij eischen dat allen niet slechts erkennen maar ook in het maatschappelijk leren toonen zullen te erkennen* dat er bestaat die gelijkheid, die wij zoo heerlijk genieten, wanneer wij allen, zonder onderscheid van ran^ of stand, aanzitten aan dezelfde Tafel gespijzigd met dezelfde spijze, De Spijze, hemelzoet, liet Brood, van God gegeven, Des Heereu Vleesch en Bloed. Wij erkennen en eischen de erkenning allen, dat er verschil bestaat in rang stand en waardigheid, maar wij eischen ook, dat zij, die hooger geplaatct zijn, zulks niet slechts beschouwen als een privelegie, maar als een last, hun opgelegd, een last' die plichten meebrengt, welke naar behooreu vervuld, hun dan ook het volste recht geven, de voordeelen, aan dien rang of stand verbonden, te genieten. Wij beseffen volkomen, dat er voor de maatschappij veel voordeel in kan gelegen sommigen overvloedig met goederen zijn bedeeld, maar als wij zien de opeenhooping van fabelachtige kapitalen, in handen van Óen of eenige weinigen, waardoor die weinigen in staat gesteld worden, eene gaasclie wereldmarkt te bclieerschen, als wij verder zien welke middelen, als beursmauoeuvres en andere worden aangewend om die kapitalen no-' reusachtiger te maken, dar. bekruipt ons eene gioote vreeze, dan zien wij daarin een toestand, die verbetering eischt. Wij weten uit het woord van Christus, dat wij armen* altijd zullen hebben, maar wij geven nog met toe, dat onder die „armen* van liet Evangelie te verstaan is het pau perisme van onzeu tijd. Nooit, M. H. zullen wij aan het volk voorspiegelen een hemel op aarde. Neen, wij,-weten, dat rampspoed en ellende immer luer ons deel zal zijn. Wij behooren niet tot hen, die met het bestaan der erfzonde geen rekening houden wij ziju volkomen ons bewust, dat ook in het maatschappelijk vraagstuk het woord van den grooten Da Costa waarheid is Op den bodem aLler vragen Ligt ter wereld zondeschuld, maar vastelijk zijn wij overtuigd, dat de maatschappij beter wezen kan, dan heden is. van en zijn, wanneer aardsche ze E vurig p^eidooj. VOerde spreker ver volgens voor de vrouw, de moeder die thans zoo dikwijls haar kracht en tijd ver bruikt in de fabriek, terwijl deze aan haar gezin behoorde. Gijzijt zoo bevreesd voor //uithuizigheid* zulks veronderstelt, dat er tenminste zij eeu huismaar kan men nog spreken van huis, van huisgezin, wanneer en vader en moeder èn kinderen den ganschen dag ver blijven in werkplaats of fabriek? Maar zullen wij niet, door de vrouw uit de vrouw uit de fabriek weg te nemen, vele huisgezinnen der ellende ten prooi geven Zijn de inkomsten door de vrouw verkregen, niet onontbeerlijk Het kan zijn M. H. Maar, wanneer het loon van den man in het algemeen zoodanig is, dat de vrouw mede gedwongen wordt door arbeid in de fabriek een voor het gezin voldoend levensonderhoud te verwerven en dus ge dwongen wordt haar gezin, de opvoeding harer kinderen te verwaarloozen, zal men dan nog durven zeggen, dat zulk eeu loon, aan de eischen der rechtvaardigheid voldoet En zouden wij dan ook wel mistasten, wanneer wij de veronderstelling uiten, dat het verzet tegen het doeu ophouden van den vrouwenarbeid deels hierin zijn grond vindt, dat iner. gevoelt, dat daarmede de gebreken in i et loon van den man aan het licht komen en om verbetering zullen vragen en men dus zal ophouden de voor deelen te genieten, aan den vrouwenarbeid verbonden, zoolang genoten door hen, die nimmer er aan hebben willen denken, hoe veel rampspoed en ellende daardoor teweeg gebracht werd in tal van gezinuen en daar door in gansch de maatschappij. Het particulier initiatief echter wie zal het ontkennen kan niet ontberen den machtigen steun der Kerk, die door haar leer en hare priesters de gansche sociale actie bezielt, aar. die actie wijding geeft, ze weet te leiden en te houden in het goede spoor. Hulde daarom aan de priesters, die bij al de parochiale bezigheden immer nog tijd vinden zich te wijden aan de sociale actie, die, brekend inet het systeem, dat de Franschman zoo juist als //Sacristisine* te qualificeeren wist, voortdurend blijken geven het kort bevel„Gaat tot net volk,* te hebben verstaan. En eindelijk hebben wij van 1100de de hulp van den Staat. De individuen, door eigen belang verblind, zien maar zelden, wat het algemeen belang eischt; die wet moet het hun dan leereu, die wet, die gelijk Lacordaire zegt, waar het geldt de ver houding te regelen tusschen den sterke en den zwakke geen dwang oplegt, maar juist vrijheid geeft. De Christelijke Democratie, het zal nu duidelijk wezen, is die heilzame, christelijke actie voor het volk, bestaande in het be oefenen der liefde, in het betrachten 'er rechtvaardigheid. Dankbaar mogen wij wijzen op al hetgeen de Christelijke liefde in deze diocese heeft verricht. Denkeu wij slechts aan onze heerlijke Vincentiusvereeniging denken wij slechts aan onze kloosterzusters aan die zusters, die de feministen van onzen tijd zich tot voorbeeld inogen stellen, aan die zusters van liefde, die door hun onbe grensde opofferende, belanglooze toewijding door hun onuitputtelijk geduld, temidden van eene eerzuchtige, hebzuchtige wereld, voortdurend door daden aan die wereld weten te toonen, hoezeer de mensch tot de engelen naderen kan. Maar naast de wet van liefde ligt de der rechtvaardigheid. Zullen wij nu, ons niet met hart en ziel de zaak volks aan te trekken, ontrouw worden de heerlijke traditie der Kerk, die de eeuw door immer de rechten der zwakkeren gehandhaafd en verdedigd heeft Neen, M. H., duizendmaal neen Laten wij toch zelf medewerken, steunen tevens, waar anderen zich wijden aan de goede zaak der Christelijke Democratie 1 Laten wij toch nimmer jegens haar achterdocht koestereu laten wij toch nooit door te zeggen, dat de Christelijke Democratie een stuk socialisme zoude wezen, ons zelve een brevet uitreiken van verregaande onwetendheid. Of zouden wij, die de beginselen der revolutie verwer pen, de consequentiën ervan aanvaarden Neen, M. EL, niets staat zoo beslist tegen over het socialisme, staat tevens het socia lisme zoozeer in den weg, als juist de Christelijke Democratie. Waarom trekken de socialisten immer te velde tegen de priesters, die zich met de zaak des volks inlaten., tegen Adviseurs onzer Volksbonden Omdat deze den arbeider doen inzien, dat hij door hen te volgen alles verkrijgt, wat het socialisme zou kuunen geven en dan //den hemel bovendien*. Wij hebben gehoord het woord van den Fans in zijne Encyclieken. Wij vernemen telkens de krachtige aansporing van onzen bisscl'icp. Van ons wordt slechts gevraagd wat toe- wijding vooral aan hen, die op den laagsten trap geplaatst zijn, maar toch. kinderen van denzelfden Vader, telken dage met ons bit'ideu die „menschelijkjite aller beden* „Geef ons heden ons dag-elijksch brood*. ffDat de Almachtige God ons werken, ons streven, ons poginge:n mogen zegenen, dat vragen wij, katholieken vaia dit Diocees, in blij vertrouwen, aan //-onze* Zoete Lieve Vrouwe vau den Boschdat vragen wij in de stad aan den grooten. zoon dezer stede, den gezaligden Petrus Cs.nisias dat vragen wij op dezen dag aan Hein, wien wij heden hebben gebracht rechtma tige hulde, aan den man van heldenmoed en heldendeugd, aan den Bisschop-Martelaar, aam den g.rooten Hamer, van wien wij vaste-lijk vertrouwen, dat Hij, staande voor den Trone Gods, zijn Nederland niet vergeten zal", aldus ein digde spreker. Het is moeilijk een woord te vinden ter aanduiding van het applaus dat op deze schitterende rede die wij slechts zeer ge deeltelijk geven konden, volgdehet wa9 daverend het was overweldigendhet was eene uiting van opbruisende geestdrift van diep voelen en machtig willen. Na het Tu es Petrus sprak de ZEerw. pater H. Rayraakers over de Christelijke Liefde. Hij schetste de noodzakelijkheid der chris telijke liefde, de meesteres en koning'n der deugden en haar triuinf in het leven der martelaars, die heden worden herdacht. vAls dwergen weliswaar staan wij aan den voet dier reuzen der Christelijke liefde blijven wij niettemin immer staan aan hunne zijde in dichte drommen en volgen wij in onze levenstaak hunne grootsche schreden. „Hier bij het beeld en het voorbeeld onzer helden en hunne Christenen zweren wij heden trouwe liefde aan onze Doorluchten en be minden Bisschop, aan onze geestelijke Herders en Leiders. Zweren wij moedige liefde, groot moedige en blijmoedige liefde tot elkander in den heiligen strijd voor de zaak Gods, den strijd tegen ongeloof en ondeugd, tegeu de onkerstening en ontaarding van huisgezin eu maatschappij*. Tom verhief zich de vereerde kerkvorst en geliefde vader mgr. van de Ven en wenschte de vergadering, zijn vergadering geluk met het succes van den da?. Het Dierbare diocesanen Hooggeachte heeren is hedenavond voor mij een aange name plicht op dit oogenblik u allen van harte geluk te weuschen met den uitste kenden afloop vau dezen derden Katholie kendag, die in geen enkel opzicht bij zijn voorgangers achterstaat en zich daarenbo ven nog onderscheidt door de hartverhef fende gebeurtenis, de onthulling van het monument van den grooten, maar thans verheerlijkten martelaar, mgr. Hamer. Als wij nagaan mijne heeren, de con- clusien rakende de katholieke actie, die hier dezen morgen zijn aaugeboden, toege licht, besproken en tot meerdere volmaakt heid gebracht, dan mogen wij zeggen, dat wij een belangrijken arbeid volbracht heb ben en dat ons bisdom een zegenrijke toe komst tegemoet gaatals aan deze couclusien uitvoeriug gegeven wordt. Wij achten het reeds van hoogc waarde, dat de katholieke actie bij onze diocesanen zoo algemeen en zoo ernstig de aandacht trekt, overwogen en met belangstelling be hartigd wordt. Het is ons een troost en een genot, zooveel krachten van beteekenis werkzaam te zien om de goede zaak te dienen elkan ders belangen te behartigen en de bestaande, toestanden op godsdienstig, maatschappe- ijk en zedelijk gebied te verbeteren. In dit ten hoogste, maar het hierbij niet blijven wet door des aan Wij waardeeren gij begrijpt, dat moet. Wij moeten een stap verder. Wij hebben heraadslaagd, overlegd, mid delen opgespoord, maar nu is het de 6eurt aan den arbeid, die moet worden uitge voerd. Goede besluiten, mijne heeren, verlichten den geest, verwarmen het Hart, doch heb ben eerst waarde bij de uitvoering. Daarom verzoek ik u voor goed de han den aan het werk te slaan. Er zijn veie conclusien genomen, de te verwerken stof is ontzaglijk het is nu de taak te trachten aan die stof vorm te geven. Gij allen gaat nu tot uwe haardsteden terug in opgewekte stemminggij moet nu verhalen aan allen die thuis gebleven zijn, wat gij gehoord en gezien hebt en welke besluiten zijn genomen en treedt in over leg om datgene wat goedgekeurd of be sloten is, tot uitvoering te brengen. Ziet niet op tegen enkele moeilijkheden, wijkt niet voor eenigen strijdde goede zaak vordert offers, heeft veel te ver duren. De vijand van alle goeds zal niet nala ten hinderpalen in den weg te legen, maar wij, mannen moeten doorzetten wat wij be sloten hebben. Maar daarbij hebben wij Gods zegen noodig. Wij hebben hedenmorgen Gods zegen afgesmeekt over onze besluiten, den H. Geest gevraagd ons te verlichten met Zijn Goddelijk licht en ons den weg aan te wijzen, dien wij te bewandelen hebben. Zegenrijk is deze dag geweest en daar voor moeten wij God danken en dien dank toonen door uit te voeren wat wij hier besloten hebben. Wij moeten Gods zegen vragen, opdat die in ruime mate afdale over onze werken in de toekomst. Ik ga dien zegen over u afsmeeken. Wij zijn met God begonnen, wij willen ook met God eindigen. Ik als afgezondene des Heeren smeek dat in ruime mate die zegen afdale over al onze werken in loekomst. Van harte geef ik U mijn Bisschoppelij- ken zegen. Knielt allen in den geest neer. Mgr. gaf daarop den zegen en de ver gadering antwoordde in vrome stemming Amen. Ardeelingsvergadering. In de eerste afdeeling, voorzitter de heer J. van Besouw, uit Goirle, werd behandeld het sociale vraagstuk voor den werkgever en ingeleid door pater Lamb. Poell, die de wenschelijkheid betoogde van het oprichten van patroonsvereenigingen en het vormen van propaganda-clubs in de parochiën. Op ziju voorstel sprak de vergadering den wensch uit, dat in alle parochiën van eenige be teekenis de oprichting van bedoelde instel lingen worde ter hand genoineu en door gevoerd. De tweede afdeeling, voorz. de heer C. Verbeeien, lid van den Nijmeegschen ge meenteraad, hield zich bezig met het sociale vraagstuk voor de werklieden. In deze afdeeling was de eerste inleider van con clusien pater Van Hooff alhier, waarop wij zigingen waren voorgesteld door pater Van Erp uit den Bosch. Met de aanvaarding der gewijzigde conclusiën sprak de afdeeling als haar wensch uit 1. dat elke vereeniging van katholieke werklieden den katholieken godsdienst en het katholiek leven als nummer ééu op haar piograinma moet hebben en daarom in 't bijzonder nadruk inoet leggen op het vieren van den Zondag, op onderricht en voorlichting der leden, waar het hunne rechten en plichten geldt, op de noodza kelijkheid van strijd tegen elke vereeniging als dusdanig, wier streven niet uitgaat van de erkenning van den godsdienst, van de instandhouding van huisgezin en familie leven 2. dat alle geschikte middelen moeten worden aangewend a. om de zedelijke verheffing te bevor deren, door zich toe te leggen op godsdienstige ontwikkeling, spaarzaamheid, vakkennis en voorde jongeren door eerbiediging van het ouderlijk gezag; om te bestrijden datgene wat het bereiken van dit doel in den weg staat, in liet bijzonder ongeregelde uitsoan- uingen en voor het jongere geslacht ontijdige verkeering 3o. dat tusschen patroon en werkman moet bestaan eeue wederzijdsche belang stelling en dat een gemeenzaam overleg, vooral in het bepalen van een minimum loon, zeer ge wensch t is 4o. dat ten zeerste aanbeveling verdient de oprichting van coöperatieve bouwvereeui- gingen, tot het verkrijgen van een eigen woning en die vereenigiugen van hooger lund krachtig gesteund worden. Iu de tweede sectie dezer afdeeling ver dedigde de heer Hermans uit Boxmeer conclusies omtrent onderlinge samenwerking tot versterking der fondsen voor lotsverbe tering, zooals zieken - en begrafenisfondsen. De vergadering ging met die conclusies mee, welke den wensch uitdrukken lo. dat de diocesane r. k. werklieden zoodra mogelijk eene innige federatie aan gaan en dat op vast bepaalde dagen bare gedelegeerden bijeenkomen om onderlinge, samenwerking te bevorderen 2. dat, om tot dit doel te geraken, de bestuurders der diocesane r. k. werkliedenvereenigingen al vast beraadslagen over a. samenwerking harer fondsen tot steun bij ziekte b. op richting van een diocesaan fonds tot steun bij overlijden c. de middelen, welke moeten aangewend worden, om noodige en nuttige sociale kennis onzer werklieden te bevor deren. De vergadering der derde afdeeling, ge leid door dr. Bauning, lid van den Nij meegschen gemeenteraad, behandelde de be strijding van het drankmisbruik. De eerste spreker was de heer Vesters uit Vucht, op wiens conclusies, betrekkelijk werkgever en drankmisbruik, verschillende wijzigingen wa ren voorgesteld. Deze afdeeling kwam tot het uitspreken van den wensch dat 1. de werkgevers de matigheid of ont houding beoefenen, zich bij eene plaatselijke r.k. drankbestrijdersvereeniging aansluiten en daarvoor in hun kring propaganda maken 2. de werkgevers aan de beteugeling van het drankmisbruik onder de werklieden een werkzaam aandeel nemen door: a. sterken- drank op fabriek en werkplaats ten strengste te weren, voor alcoholvrije dranken te zorgen en nooit aan werklieden sterken drank te schenken b. nooit loonen in herbergen uit te betalen c. de spaariaamheid ouder het werkvolk aan te moedigen, in het bijzonder door koop en verkoop van spaarzegels te bevorderenmet alle gestrengheid op te treden tegen het z.g. Maandaghouden d. geen te langen arbeidslrijd op te leggen e den arbeid van gehuwde vrouven in fabriek of werkplaats zooveel mogelijk tegen te gaan eu huishoudonderwijs voor fabrieksmeisjes te bevorderen f tot den bouw van goede arbeiderswoningen mede te werken g. dege lijke kennis omtrent het alcohol-vraagstuk te verspreiden. De tweede sectie dezer afdeeling had het over den werkman en het drankmisbruik en sprak, n8 een inleiding van een heer Van Tecffelen uit Druten, als hare overtuiging uil dat de leden van r.—k. volksbonden werkliedenvereenigiugen en vak-organisaties eerst dau hun socialen plicht naar behooreu vervullen, als zij lid worden van een r.-k. drankbestrijdersvereeniging. De vierde afdeeling, voorzitter de heer Tummers, uit Erp, behandelde onderwijs en wetenschap. De heer Kemps, schoolhoofd te Diuther, leidde in bespreking vauhetgeeu verwezenlijkt- is van de op vroegere katholiekendagen ge nomen conclussiën. Deze vergadering nam conclusies aan waarbij a. wordt overwogen lo. hetgeen de eerste katholiekendag weu- schelijk, de tweede uoodzakelijk achtte en 2o. dat de goede resultaten der katholie kendagen, ook op 't gebied van onderwijl en opvoeding eerst dan ten volle zullen verkregen worden wanneer de besluiten algemeen worden genomen uitgevoerdb. wordt erkend, dat reeds veel iu deze riclitiotf gedaan werd, doch de afdeeling overtuig is ,dit er nog veel te doen verblijf en (ïe noodzakelijkheid betoogd, dat ouders, op voeders en verder allen die, nog'meer beijveren, om op de katholiekendagen uit gesproken wenscheu iu vervulling le doen gaan. Deze discussie gaf in den beginne eene onverkwikkelijke kweste, doordat eerst debat werd geweigerd,doch op den algemeeue wensch later werd gegeveti. Dr. L. J. Sicking conrector van het Bossche gymnasium leidde in de volgende conclusiën De 4e afdeeling overwegende, dat de studie van den godsdienst nooit door eon katholiek mag beschouwd als een voor hem afgehandeld vakdat meer bijzonder de beoefenaar der wetenschap, zoowel tijdens zijn voorbereidende studiën als na hare vol tooiing moet trachten zich eene volmaaktere kennis van den godsdienst te verwerven dat deze kennis veel zal bijdragen niet alleen om hem zeiven in zijn geloof te ver- sterken, maar ook om hem in staat te stellen den waren godsdienst tegen de on- geloovige wetenschap te kunnen verdedigen juicht toe wat in de laatste jaren is gedaan om bij ouze outwikkelde jongelieden en mannen de kennis van den godsdienst te doen toenemenspreekt den wensch uit dat deze de hun aangeboden gelegenheden tot godsdienstige ontwikkeling benutten dat zij door eigen studie hunne kennis van den godsdienst trachten te vermeerderen en erkent, dat het godsdienstige- weten- schappehjk vereenigingsleven verdient ge steund en bevorderd te worden. Die conclusiën werden aangenomen. In de vergadering der vijfde afdeeling (Boerenbond), waarvan voorzitter pater Van den Eisen, uit Heeswijk, werd door kapelaan H. W. Roes, uit Deurne, ingeleid een con clusie, waarbij de wensch wordt uitgesproken, dat algemeen de oprichting van christelijks boerenbonden in de hand gewerkt worde en een christelijke grondslag en leiding gevor derd worde vooralle laudbouwvereenigingeu. Deze conclusie werd aangenomen. Door den heer A. B. Michielseu, kassier boerenleenbank te Dreuinel, werd gesproken over het nut der leenbanken en ingeleid een conclusie, behelzende den wensch dat alle katholieken, die in de samenleving zoo door betrekking, geboorte als anderzins in vloed of gezag kunnen oefenen en wien het welzijn van den nijveren boerenstand ter harte gaat, de oprichting van zulke banken zoowel in de klei- als in de zandstreken, krachtdadig zullen bevorderen eu deze met raad en daad steunen in haar werking. Ook met deze conclusiën vereenigde men zich. De zesde afdeeling, voorzitter de heer Nieuwen huizen, alhier, was gewijd aan de belangen van den middelstand. Met de door pastoor Prinsen uit 's-Hertogenbosch inge leide conclusies vereeuigde zij zich daarbij spreekt de afd. uita. als hare overtuiging dat de vereeniging van den neringdoenden middelstand noodzakelijk is en moet geves tigd zijn op christelijken grondslag b. den wensch, dat door samenwerking van gees telijken eu leeken, ter plaatse waar mogelijk, eeu afdeeling van „de Hanze* wordt opge richt. Verder werd in de zesde afdeeling aangenomen^ een door den heer Sassen uit Helmond ingeleide conclusie, waarbij de wensch wordt uitgesproken dat neringdoenden en verbruikers ieder naar zijne male en krachten overeenkomstig de beginselen vau z/de Hanze* zal medewerken tot de meest mogelijke beperking van het winkelrecht. Wij zijn gekomen aan het einde van dezen schitterenden gewichtigen dag, waarvan wij natuurlijk met het oog op het bestek van ons blad niet een geheel uitgebreid verslag kunnen geven. Thans zullen de woorden van onzen be minden BisschopNa de conclusies de daden 1 er moet uitvoering gegeven wordeu aan 't gesprokenein toepassing worden gebracht. De tijd gaat snel voorbij. Dus aan den arbeid met jeugdige kracht. Met jeugdige kracht lof waren het optreden van den voorzitter van den katholiekendag, Jhr. Mr. O. van Nispen tot Zevenaar, de woorden van een jeugdigen edelman baron van Wijnbergen of de stoere figuur en de krachtige taal van een Pater Haymakers niet zoovele symbolen van jeugdigen frisschen ijver. Daar stonden de helden van China, de martelaren herleefd in brons en graniet, als voorbeelden, die aanzetten tot de daad. Nij megen het schoone oord, vlagde en jubelde om haren grooten zoon, maar ook de harten van talrijke Waalwijkers waren met trotsch- heid en vreugde vervult, want eveueens een bescheiden zoon, n.l. de jeugdige Andreas Zijhnans, de martelaar, een der lieldeu, die onder Hamers aanvoering, den marteldood stierven, werd hier gehuldigd. Zij wijzen ons den weg die te volgen valt. Een schitterende dag voor de katholieken maar ook voor geheel Nederland was het I Van onzen kant nog een woord van hulde sn dank aan de Mij. de Gelderlander die het de journalisten in Nijmegen, zoo aangenaam, makkelijk heeft gemaakt. Haar komt daar voor alle eer toe.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 2