Nummer 92.
Donderdag 20 November 1902.
25e Jaargang.
urn I
eentebeïangen.
SOLIDITEIT.
I
m
A1T00N T I E L E N,
Vanuit de Langstraat
j*
Bekendmaking.
U i o e v e u
FEUILLETON.
BÜITENLANR
België.
mü «I fc[
11 f;
De aan&lag op Koning Leopold II.
W JlTflVf ^v^?i>&a*szxa-tt*w7*
D^.i':£Sujs'/j*ar SSS5StkC3 IfflELlSSSï r-TresgiKFr
Iilf.il.: i..;;8k5S. s J^yYy-TG l.'J" r^~^.Ti<...-M^Tr..awb
O'
Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n e in e n t s r ij s per 8 maanden f O." 5.
Franco per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden
Uitgever,
rar ssaRs^EassoKass? vssbbbsbb
enz., franco te zenden aan den
WAA1WIJK.
Voorbereidend militair onderricht
De Burgemeester van Waal wijk maakt bekend
dat het voorbereidend militair onderricht zal
gegeven worden bij J. Fransen en zal aanvangen
Donderdag 20 November a.s. om 5'/j uur des na
middags.
Dit onderricht zal verder gegeven worden
iederen Dinsdag van ll1/2 u. v.n:. lot 1>/, n.n.iw
en iederen Donderdag van 5'/j u. n.in. tot 7'/2 u
n. m
Waalwijk, 18 Nov. 1902.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN
De Burgemeester der Gemeente Waalwijk, ter
afkondiging ontvangen hebbende het kohier dar
Personeele Belasting no. 4, over het dienstjaar
1902, 3de kwartaal,
MAAKT BEKEND:
Dat genoemd kohier door den Heer Directeur
van 's Rijks Directe Belastingen dezer provincie
op den 14en November j.l.
is executoir verklaard, en op heden aan den
betrokken Ontvanger der Directe Belastingen ter
invordering is toegezonden.
Waalwijk 17 Nov. 1902.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
Men schrijft aan het „Centrum"
De eertijds zoo bloeiende Langstraat door
worstelt een ernstige crisis, 't Is vooral het
gilde van „St Crispijn" dat liet- moet ont
gelden, en wel speciaal die leden van het
gilde, welke nog het eerzame handwerk be
oefenen.
Lang reeds heelt men dit zien aankomen
Niet. met vriendelijke blikken zag de hand
schoen maker, de fabriekschoorsteenen ver
rijzen. De stoomschoenfabrieken toch zouden
met hem de concurrentie beginnen. Zoo
goedschiks zich gewonnen geven, dat deed
de handwerker niet. Hij bond met den
fabrikant een strijd aan op leven en dood
Doch hier zooals overal elders, kon het
eind geen ander zijn, dan liet verdringen
van het handwerk door de machines. Te
meet nog wijl de werktuigen in de schoen
fabrieken modellen zijn, van wat het in—
dustrieele vernuft verinag.
Men zou in breedvoerige beschouwingen
kannen treden, over hef voor en nadeel door
de invoering der machineriën veroorzaakt.
Het ware in dit gevat doelloos. De stoom
schoen fabrieken zijn er, en laat ik er bij
voegen gelukkig ook.
Wat toch /.ou het den handwerker haten
VXV _ZfT4.k«U*T> 2£S T. I
DOOR A. C. V. D. H.
41
{Auteursreeht verzekerd volgens de wet.)
Slap lagen zijne armen op het dek. de borat
werd nauwelijks door eenigen ademtocht bewogen.
In het vartrek, eenmaal door honderden was
kaarsen verlicht, was het nu stil en somber als
hield da doodsengel reeds de zeis gereed om het
leven van den hoogleeraar af te maaien. Lucia
schoof de zware zijden gordijnen voor de vens
lera op zijde De doordringende zonnestralen
speelden op het gelaat van den zieke en deden
er de onheilspellende kleur te beter van uitkomen.
Lucia zette zich aan zijne legerstede neer en
veegde nu en dan het parelende zweet van den
zieke af. Zij waschte zijn aangezicht met een
verkoelend vocht, en gaf hem nu en dan met
een zilveren lepel wat frisch water te drinken.
Dagen achtereen zat zij bij hem, zonder dat hij
eenig teeken van leven gaf alleen de kreunende
adem en het krampachtig slikken bewezen, dat
de ziel het omhulsel nog niet had verlaten. Nu
en dan slechts, als zij behoefte aan slaap of
frissche lucht gevoelde, verwijderde Lucia zich
gedurende eenige uren en werd hare taak door
de echtgenoote waargenomen. Zoo had zij reeds
negen dagen gewaakt, toen de mufti op het
onverwachts de oogen opende, verwilderd om
zich heen zag en met eene zwakke stem riep
»Hadji Abdallah, wij deden verkeerd met....
Hij kon deze woorden r.iet voleinden. Hij viel
in slaap en sluimerde gerust. Naar alle waar
schijn 1 ijkheid was de crisis gepasseerd en het
ziekteproces gewonnen. Zoo rustig als thans
'och had hij zich nog niet gehouden de adem
haling, die voor het eerst weer geregeld ging
bewees, dut er beterschap gekomen was. Nie—
maud was hiermede blijdar dan de echtgenoote
en Lucia.
staande
digende
nog is
merken.
als in de Langstraat geen fabrieken waren
verrezen. Het ligt toch voor de hand, dat
de schoenindustrie zich naar elders zou
hebben verplaatst. En dat ware voor deze
nijvere streek het ergste. Een geluk mag
het daarom genoemd worden, dat. mannen
van energie den toestand inzagen en er
spoedig bij waren om het handwerk op
machinale leest te schoeien.
Jammer dat de evolutie niet meer geleide
lijk mocht, gaan. De overgang ging te
snel. Schokken werden daardoor ver
oorzaakt die pijnlijk door de handwerks-
bazen, doch nog pijnlijker door hunne knechts
werden gevoeld. Er kwamen te veel handen
vrij. Vandaar gebrek aan voldoend werk.
Het aanbod der handwerkers overtrof de
vraag en het stukloon daalde. Doch
ook als dit laatste in naam niet daalde, dan
toch wisten vele handwerksbazen door middel
der niet genoeg te laken gedwongen winkel
nering, feitelijk het loon gedeeltelijk achter te
houden. Toegegeven dat het was om zich
te houden, tegenover de overwel
concurrentie der fabrieken dan
dat middel niet genoeg te brand-
Zoowel op den baas als op zijn
knecht werkt het demoraliscerend. De eer3te
staart zich blind op de voordeelen, uit zijn
winkel te halen, en verliest uit het oog dat
om zijn zaak slaande te houden, ze gc
schraagd moet worden, door energie, door
werkkracht en door handelskennis. De laatste
(de knecht) voelt zich moedelooszoolang hij
onder de zweep der winkelnering door moet
Wat baat hem wat meer loon als dat loon
door de gedwongen nering tot 2/3 en minder
wordt gereduceerd
Doch „het daghet in het Oosten". Dooi
de grootste fabrikanten, is reeds voor goed
met de winkelnering gebroken en het laat
zich aanzien dat de anderen zullen volgen.
Zij voelden dat, in een zaak van beteekenis,
de gedwongen nering der arbeiders als
„hallast" over boord geworpen moet worden.
Zij zagen in dat vak- en handelskennis, dc
elementen zijn die een zaak doen bloeien.
Met taaie wils- en werkkracht togen ze aan
het werk. Debouches werden gezocht en
gevonden, met de oude sleur werd voor
goed gebroken. En wanneer nu na weinige
jaren de overgang van hand- tot machinaal-
«'erk zal hebben plaats gegrepen wanneer
de meeste handwerkers den huiseiijken en
gezellige» werkstoel, voor een plaats aan
e machines zullen hebben verruilddan
zal voor den knappen handwerker ook nog
steeds voldoende werk gevonden worden.
Am KitTENTiËN 1 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentie» Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden Zuiaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal rege)* eu
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel,
z.t;./
Moge die overgang tevens een zuiverings
proces zijn, die de Schoenindustrie in d<
Langstraat volkomen zuivert van den kanker
der gedwongen winkelnering
Hiervoor maakten wij reeds met een enkel
woord gewag van de handelskennis, zoo
broodnoodig om een zaak te doen bloeien
Dat ook deze wetenschap bij velen der bazen
ontbreekt, ieder die de toestanden kent za
zulks ten volle beamen.
Het is niet genoeg te kunnen spelen inet
wissels, liet is niet genoeg crediet weUn te
verkrijgen.
Handig seharrelen met handelspapier en
te groote credieten leiden onwillekeurig op
een hellend vlak en aan het einde daar
van den afgrond.
En daarom kan niet genoeg geijverd wor
den voor degelijk onderwijs in boekhouden
en handelswetenschap, die onze nijvere fabn
kanien en bazen doen inzien, dat nevens
vakkennis, die wetenschappen alleen den
grondslag vormen tot den bloei eener zaak
Na eenige uren ontwaakte de mufti, hij wilde
zich oprichten, maar kon het niet, Lucia echler
nam hem op en steunde hem met kussens in de
lenden. Hij opende de oogen en sprak met
zwakke stemHadji, waar ben ik
Toen hij echter, als uit een langen droom
ontwakende, Ge oogen op Lucia vestigde, riep hij
verwonderd uit: O hemel, zijt gij het? Hoe
lang lig ik reeds hier?
Negen dagen, geachte heer, sprak Lucia.
Met Gods hulp zijt gij t ehouden. Vermoei u
niet te zeer, uwe krachten zijn te veel verminderd.
Houd u dus rustig.
Water, water! riep hij, ik versmacht van
dorst.
Lucia haastte zich aan zijn verzoek te voldoen
doch gaf hem niet meer dan zij hoog noodig
oordeelde. Zijn dorst scheen wel onleschbaar,
telkens riep hij opnieuw: .water, water!"
Hoor eens, geachte heer, sprak Lucia, voor
het oogen'olik krijgt gij geen enkel teugje meer,
uwe verzwakte maag kan het niet verdragen.
Een streng dieet moet gij in acht nemen, indien
gij wilt, dat de beterschap, die naar ik hoop
uudaag is ingetreden, bestendig zij.
Waar is Hadji? vroeg hij. Zeg hem, dat hij
terstond hier kome, ik heb hem belangrijke
dingen mede te deelen.
Hadji is ou van huis, geachte heer, hij zai
echter wel spoedig terug zijn en dan zal ik hem
tot u voeren.
Vergeet het niet, Lucia. Met viel hij weer
in diepen slaap.
Waar was Hadji gebleven? In al dien tijd had
men niets van hem gehoord. Men had al boden
gezonden om hem te zoeken, doch hunne
nasporingen waren vruchteloos gebleven.
Wat moest men den mufti antwoorden, wan
neer hij bij zijn ontwaken opnieuw naar
hem vroeg
Den volgenden morgen gebood de beterende
zieke Hadji zonder dralen bij hem te brengen.
De vader wilde en moest hem spreken.
Heer, sprak Lucia, Hadji heeft gemeer.d ter
wille van zijne g zondheid deze thans zoo
ongezonde stad voor enkele weken te moeten
verlaten. Hij zal dus zoo spoedig niet teiugzijn.
Indien gij hem echter met geweld wik spreken
en de z .uk geen uitstel lijden kan, zullen wij
hem hierheen ontbieden.
Ziedaar eene eigenschap, die voorheen in
hooge mate liet karakter van het Neder-
laiulsclie volk heeft gekenmerkt.
Om zijne degelijkheid was de Nederlander
bekend en beroemd bij zijne naburen: Vondel
die in zijn tijd reeds de „Roskam" hanteerde
otn hen gevoelig te treffen, die zondigde tegen
genoemde deugd, sprak van de „deege deeg-
lijkheid" der echte vaderlandsgezinden uit
die dagen.
Thans spreekt men (meer voornaam, omdat
liet een vreemden klank heeft) van soliditeit.
De Er.gelschmaii is halsstarrig, de Franschman
is geestig, de Duitscher is indringerig en de
Hollander is solide. Gelukkige Hollanders,
als de spreekwijze steeds naar waarheid
van u kon gebruikt worden Doch wij weten
allen, dat hij, die den naam heeft van vroeg
opstaan, gerust lang te bed mag blijven en
zoo heet ook Nederland nog steeds solide,
heewel eerlijkheid, voorzichtigheid en trouw
in de zaken soms ver te zoeken zijn. Leefde
Vondel in onze dagen, dan bleef het bij geen
„Roskam", dan schoot hij zijn scherpste pijlen
af en gecselde al die schending van goede
trouw, al die plichtvergetenheid met schor
pioenen. Want ons volk staat thans ver be
neden het booge standpunt, dat het eenmaal
als handelsnatie innam. Wij bedoelen hiermee
niet, dat onze handel achteruitgingdaarvoor
u mm ar •jyrr*r dflOOTBBM ftWKC
Waarheen is hij gegaan
Naar het zuiden, geachte heer.
Naar welke plaats?
De plaats kan ik mij niet meer herinneren,
mijne geëerde meesteres weet zonder twijfel in
welke stad of streek hij zich ophoudt.
Och Lucia, ik begrijp die uitvluchten, gij
wilt mij zijn vertrek verbloemen. Schande over
den lafaard, die zijn vader aan zijn lot durft
over laten.
Hij wist nog niet van uwe ziekte.
Hij wist het maar al ie goed. Zelf heb ik
hem gezegd, dat de ziekte mij onder de leden
zat ik voelde te goed, dat ik aangetast was.
En dan mij alleen tp laten op een tijd, dat ik
zijne hulp zoozeer bekoelde?
Geachte heer, ik heb zijne taak overgenomen,
gij hebt toch niet te klagen over mijne
behandeling?
De inufti keek haar bewogen aan, nam hare
hand, en sprak
Allah, mijn kind, beloone u voor hetgesn
gij aan mij gedaan hebt. Zonder u ware ik
wellicht reeds naar het kerkhof gebracht. Vergeef
mij hetgeen ik jegens u misdreven heb, ik heb
u altijd verkeerd beoordeeld, Ik zag in u een
wraakzuchtig wezen, terwijl al uwe handelingen,
het blijkt mij nu duidelijk, niets anders beoogden
dan ons aller geluk.
Geen dank, heer. Zoo ik er in geslaagd ben
uw oordeel aangaande mijn persoon te wijzigen,
ben ik genoeg beloond.
Een weck later wandelde de mufti, op den
schouder van Lucia leunend, door den tuin
achter het huis, tocu een jonkman het bergpad,
dat naar de ouderlijke woning leidde, aftrad.
Het was Hadji, die thans huiswaarts keerde.
Hij had van vreemden den toestand zijns vaders
vernomen en kwam haastig toegesneld om zich
vun alles nauwkeurig op de hoogte te stellen.
Hij dacht niet anders of zijn vader had het lot
aller aangetasten gedeeld. Stel u daarom zijne
verwondering, schrik en vreugde tegelijk voor,
toen hij zijn vader, leunend op den schouder
van Lucia, langzaam en met afgemeten tred door
den tuin zag wandelen. Hoe was hij veranderd
Zijne krachtige gestalte was gebogen, zijn aan
gezicht doodsbleek eD outvlecscht.
Hij durfde bijna niet naderen; hij vermande
zich echter en was in een paar sprongen bij den
zijn oorzaken, die mei den besten wil der
wereld niet te keeren waren de groote natiën
hebben ons klein landje voorbijgestreefd. Wij
mis'en hare rijke hulpbronnen. Maar de
handelsstand is volstrekt niet meer, wat hij
eenmaal was. De vroegere voorzichtigheid en
zorgvuldigheid zijn velerwege moeten wijken
voor roekeloosheid en onverschilligheid.
In plaats van spaarzaam en verstandig be
steden van het geld, waagt men het maar
op die waaghalzerij, waarvan men vroeger
zoo gruwde. En merkt uien, dat het gewicht
in de kwade schaal het Yer gaat winnen (onze
voorouders lieten het zoo ver nier, komen
en dat men gaat valleu dan nog allerlei
salto mortales gemaakt om op de been te
blijven Met stalen voorhoofd (de schaamte
is lang de wereld uit,!) eene speculatie be
gonnen, die bij slechten afloop velen ongeluk
kig zal maken.
/7 Apres nous le déluge", dat is de wilde
schreeuw, waarmee men het getergde geweten
tracht te smoren. Wat eenmaal schande was
is thans geen schande meer. Het bankroet,
hetwelk v-oeger gevreesd werd als het grootste
ongeluk, dat geschuwd werd als een brand
merk, is thans aan de orde van den dag. Na
een fatsoenlijk faillissement (men heeft ze
tegenwoordig in soorten) staat de gevallen
koopman weer maar op en handelt weer en
geeft en verwerft weer krediet en staat mis
schien later opnieuw voor het geval, dat hij
niet aau zijne geldelijke verplichting kan
voldoen. Dit zijn geen opzienbarende uit
zonderingen meer dit zijn gewoue gevallen
geworden.
Maar dit doodt ook het vertrouwen in den
handelsstand en maakt den handel in plaats
van een zegen vaak tot een vloek.
De „Spiegel der vaderlandse!»' kooplieden"
van Pieter Langendijk mag vooral thans
wel ten spiegel worden voorgehouden. De
oudjes in dit tooneelstuk hadden gespaard
en handel gedreven in deugd en in eere.
De zoons lieten de schijven rellen, tot
zij tengevolge hunner dwaze koopmans
schappen, verkwisting en weelde, daarbij
dapper geholpen door hunne vrouwen aan
den rand van den afgrond kwamen. Het
geld, door de ouders bewaard en in veilig
heid gebracht, moest ten slotte dienen om
de door hunne lichtzinnigheid misdadige
zoons uit de handen van het gerecht te
houden. Gaat het tegenwoordig vaak niet
evenzoo En dan die bankmachinatiën
■/Een man als de bank" zei men voorbeen
als men wilde uitdrukken, dat iemand door
en door eerlijk, was, dat men in alle op-
mufti, dien hij onder tranen van vreugden de
handen drukte.
Allah zij geloofd, dat ik u levend weder -
vind, riep hij uit.
Had Allah niet beter over mij gewaakt,
dan gij, mijn zoon, ik ware reeds lang dan weg
van alle vleesch gegaan.
Vergeef mij, vader, ik had gemeend
Mij te moeten ontvluchten, niet waar, wijl
ik u meedeelde, dat ik de gevreesde ziekte
onder de leden had.
Ik dacht aam mijn jeègdig leven.
Dat had gij, als het noodig geweest was,
moeten opofferen om het mijne te redden. Ik
heb u het leveu geschonken Ik schaam mij als
'tware u mijn zoon te noemen. Moest dit meisje,
dat ons geheel en al vreemd is, dat door ons
menigmaal miskend en slecht behandeld is, mij
meer liefde en genegenheid betoonen dan mijn
zoon
Hadji viel op de knieën om zijn vader ver
giffenis te vragen.
Welaan, geachte heer, sprak Lucia, die raede-
ijden met den jonkman kreeg, al was hij, strikt
genomen dat medelijden niet waurd, denk niet
meer :.an het verledene, wij allen zijn inenscheD
vol fouten en .gebreken en dc naastenliefde
cischt, dat wij elkander veel vergeven.
Nu, om uwentwille Lucia, schenk ik hem
vergiffenis. Mijne achting echter zal hij door
een beter gedrag zijner waardig maken.
Het drietal wandelde nu naar huis. Hier
wachtte hun een verrassing. De vrouw van den
zichten op hem rekenen kon. Wie zal tegen
woordig dit spreekwoord nog in bescherming
nemen, vooral in onze provincie inet zijn
onzalige Noprdbrabantsche bank De zaak
is te ernstig om cr mee te spotten, hoewel
die spot meer dan verdiend was. Een heviger
gevoel, een gevoel van verbittering moet
zich meester maken van hen, die zich op
zoo'u wijze behandeld zien door mannen,
aldus spelend met de Nederlandsche solidi
teit.
Oud-llollaiidsche degelijkheid, keer weder
en verlos ons zoo gauw mogelijk van die
heele of halve gewaande grootheden, die
onzen handel vermoorden en ons krediet
bederven. K.
Na afloop van den plechtige» dienst, welke
Zaterdag in de Saiut-Gudule kerk te Brussel
gecelebreerd was ter nagedachtenis aan wijlen
koningin Marie Henrieite, in tegenwoordig
heid des konings, van de meeste leden der
koninklijke familie en van het hof, ^zette om
kwart over 12 ongeveer de uit vijf- rijtuigen be
staande koninklijke stoet zich in beweging,
om door de rue Royale terug te keeren
naar het paleis. Koning Leopold, die bij
dergelijke gelegenheden gewoonlijk in het
tweede of derde rijtuig zit, had ditmaal
plaats genomen in het eerste en dit is de
oor/aak, dat de aanslag feitelijk geen aanslag
op den koning is gewordeu.
toen de stoet vlak tegenover het gebouw
van de Banque de Bruxelles was gekomen,
waar zich minder menschen hadden opge
hoopt dan elders, deed plotseling, op het
oogenblik, dat het derde rijtuig voorbijreed,
een kleine, zwaarlijvige man met dikken,
zwarten knevel, die op den rand van het
trottoir stond, een slap vooruit en loste uit
een slechte, kleine revolver twee schoten op
het derde rijtuig, waarin de groothofniaar—
schalk graaf a'Oultremont, graaf Assche en
graaf Strauch zalen. De eerste kogel ver
brijzelde het portierraampje, zonder iemand
'.e treflen en de tweede vloog boven het
rijtuig weg.
De arrestatie.
Nadat de man had geschoten, gingen de
omstanders onwillekeurig verschrikt opzij,
maar onmiddellijk daarop wierp de menigte
zich op den dader, die zeer bleek was en
trapte en schopte hem en bewerkte hem met
alle mogelijke instrumenten, als wandel
stokken, parapluies, enz. Onder het geroep
Ik begeer geen loon, geachte meesteres, ik
begeer slechts te berkrijgen, wat ik reeds zooveel
jaren kwijt ben.
En dat is
De vrijheid.
Allen zwegen.
De vrouw van den mufti keek bedroefd voor
zich, terwijl de hooglceraar de ha d aon ge
fronste voorhoofd bracht en Hadji met dc vinger
op tafel trommelde.
Welaan kind, sprak de meesteres, gij zult
vrij zijn, in dier voege, dat gij in Fez en om
streken gaan moogt naar uw verkiezen. Wij
zullen u voortaan als onze dochter behandelen
en u van alle dienstbaarheid ontslaan, niet waar,
heer
Gewis, voegde de mufii er bij, gij zijt
voortaan onze dochter. Al wat wij bezitten,
zult gij later met mijne andere kinderen gelijke
lijk di-elen.
Ik verlang niets vau uwe nalatenschap,
geachte heer, ik verlang vrijheid, onbeperkte
vrijheid
Wat verstaut gij daardoor
Dat ik van dit oogenblik geheel en al vrij
zal ziju, dat gij, noch iemand uit Fez, iets meer
over mij te gebieden zult hebben, dat ik naar
Altiieria kan vertrekken, wanneer ik zulks ver
kies.
Zijt gij het dan zoo moe bij ons
Dal wel niet, maar de bij vliegt naar haar
korf, de zwaluw naar haar nest en ik verlang
caar Almeria, ^lae.r het hui*, waarin ik geboren
mufti, van dc komst vau den Hadji onderricht, ben, naar den tuin, waarin ik als kind gespeeld,
naar de vrienden met wie ik de gelukkigste
dagen mijns levens doorgebracht heb; ik verlang
mijn \ader en broeder weer te zien, ik verlang
op Spanje's bodem te sterven en te rusten nuast
hen, die mij het aanzijn gaven.
En uw vadei is doodl Uw broeder in
balling chap I
Misschien is het lot hun gunstig geweest
of beter gesproken, misschien heeft Hij, die mij
lot hiertoe zijn bijstand verleend heeft, ook Lei»
in de ure des gevaars niet verlaten.
en blij dat haar echtgenoot behouden was, hud
eene goede taf-?l aangericht eu noodigde hen uit
plaats le nemen. Al had de mufti nog geen
etenslrek, al was spijs hern zelfs nog nadeelig,
toch nam hij aan den disch plaats.
Inmiddels neigde de zou ter kimme en de
echtgenoote schoof de gordijnen op zijde om het
laatste licht nog toegang tot het vertrek to
gunnen.
Lucia, sprak zij, toen de mufiie zich gereed
maakte zich naar zijne kamer te begeven, ik
heb u beloofd, dat gij, zoo mijn gemaal door
uwe zorgen mocht herstellen, mij alles vragen
mocht; dat ik uwe wenschen, zoo het maar
eonigszins in mijn vermogen was, zou vervullen
Wat begeert gij thans voor loon?
(Wordt vervolgd.)