Nummer 92. Donderdag 20 November 1902. 25e Jaargang. urn I eentebeïangen. SOLIDITEIT. I m A1T00N T I E L E N, Vanuit de Langstraat j* Bekendmaking. U i o e v e u FEUILLETON. BÜITENLANR België. mü «I fc[ 11 f; De aan&lag op Koning Leopold II. W JlTflVf ^v^?i>&a*szxa-tt*w7* D^.i':£Sujs'/j*ar SSS5StkC3 IfflELlSSSï r-TresgiKFr Iilf.il.: i..;;8k5S. s J^yYy-TG l.'J" r^~^.Ti<...-M^Tr..awb O' Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n n e in e n t s r ij s per 8 maanden f O." 5. Franco per post door liet geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden Uitgever, rar ssaRs^EassoKass? vssbbbsbb enz., franco te zenden aan den WAA1WIJK. Voorbereidend militair onderricht De Burgemeester van Waal wijk maakt bekend dat het voorbereidend militair onderricht zal gegeven worden bij J. Fransen en zal aanvangen Donderdag 20 November a.s. om 5'/j uur des na middags. Dit onderricht zal verder gegeven worden iederen Dinsdag van ll1/2 u. v.n:. lot 1>/, n.n.iw en iederen Donderdag van 5'/j u. n.in. tot 7'/2 u n. m Waalwijk, 18 Nov. 1902. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN De Burgemeester der Gemeente Waalwijk, ter afkondiging ontvangen hebbende het kohier dar Personeele Belasting no. 4, over het dienstjaar 1902, 3de kwartaal, MAAKT BEKEND: Dat genoemd kohier door den Heer Directeur van 's Rijks Directe Belastingen dezer provincie op den 14en November j.l. is executoir verklaard, en op heden aan den betrokken Ontvanger der Directe Belastingen ter invordering is toegezonden. Waalwijk 17 Nov. 1902. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. Men schrijft aan het „Centrum" De eertijds zoo bloeiende Langstraat door worstelt een ernstige crisis, 't Is vooral het gilde van „St Crispijn" dat liet- moet ont gelden, en wel speciaal die leden van het gilde, welke nog het eerzame handwerk be oefenen. Lang reeds heelt men dit zien aankomen Niet. met vriendelijke blikken zag de hand schoen maker, de fabriekschoorsteenen ver rijzen. De stoomschoenfabrieken toch zouden met hem de concurrentie beginnen. Zoo goedschiks zich gewonnen geven, dat deed de handwerker niet. Hij bond met den fabrikant een strijd aan op leven en dood Doch hier zooals overal elders, kon het eind geen ander zijn, dan liet verdringen van het handwerk door de machines. Te meet nog wijl de werktuigen in de schoen fabrieken modellen zijn, van wat het in— dustrieele vernuft verinag. Men zou in breedvoerige beschouwingen kannen treden, over hef voor en nadeel door de invoering der machineriën veroorzaakt. Het ware in dit gevat doelloos. De stoom schoen fabrieken zijn er, en laat ik er bij voegen gelukkig ook. Wat toch /.ou het den handwerker haten VXV _ZfT4.k«U*T> 2£S T. I DOOR A. C. V. D. H. 41 {Auteursreeht verzekerd volgens de wet.) Slap lagen zijne armen op het dek. de borat werd nauwelijks door eenigen ademtocht bewogen. In het vartrek, eenmaal door honderden was kaarsen verlicht, was het nu stil en somber als hield da doodsengel reeds de zeis gereed om het leven van den hoogleeraar af te maaien. Lucia schoof de zware zijden gordijnen voor de vens lera op zijde De doordringende zonnestralen speelden op het gelaat van den zieke en deden er de onheilspellende kleur te beter van uitkomen. Lucia zette zich aan zijne legerstede neer en veegde nu en dan het parelende zweet van den zieke af. Zij waschte zijn aangezicht met een verkoelend vocht, en gaf hem nu en dan met een zilveren lepel wat frisch water te drinken. Dagen achtereen zat zij bij hem, zonder dat hij eenig teeken van leven gaf alleen de kreunende adem en het krampachtig slikken bewezen, dat de ziel het omhulsel nog niet had verlaten. Nu en dan slechts, als zij behoefte aan slaap of frissche lucht gevoelde, verwijderde Lucia zich gedurende eenige uren en werd hare taak door de echtgenoote waargenomen. Zoo had zij reeds negen dagen gewaakt, toen de mufti op het onverwachts de oogen opende, verwilderd om zich heen zag en met eene zwakke stem riep »Hadji Abdallah, wij deden verkeerd met.... Hij kon deze woorden r.iet voleinden. Hij viel in slaap en sluimerde gerust. Naar alle waar schijn 1 ijkheid was de crisis gepasseerd en het ziekteproces gewonnen. Zoo rustig als thans 'och had hij zich nog niet gehouden de adem haling, die voor het eerst weer geregeld ging bewees, dut er beterschap gekomen was. Nie— maud was hiermede blijdar dan de echtgenoote en Lucia. staande digende nog is merken. als in de Langstraat geen fabrieken waren verrezen. Het ligt toch voor de hand, dat de schoenindustrie zich naar elders zou hebben verplaatst. En dat ware voor deze nijvere streek het ergste. Een geluk mag het daarom genoemd worden, dat. mannen van energie den toestand inzagen en er spoedig bij waren om het handwerk op machinale leest te schoeien. Jammer dat de evolutie niet meer geleide lijk mocht, gaan. De overgang ging te snel. Schokken werden daardoor ver oorzaakt die pijnlijk door de handwerks- bazen, doch nog pijnlijker door hunne knechts werden gevoeld. Er kwamen te veel handen vrij. Vandaar gebrek aan voldoend werk. Het aanbod der handwerkers overtrof de vraag en het stukloon daalde. Doch ook als dit laatste in naam niet daalde, dan toch wisten vele handwerksbazen door middel der niet genoeg te laken gedwongen winkel nering, feitelijk het loon gedeeltelijk achter te houden. Toegegeven dat het was om zich te houden, tegenover de overwel concurrentie der fabrieken dan dat middel niet genoeg te brand- Zoowel op den baas als op zijn knecht werkt het demoraliscerend. De eer3te staart zich blind op de voordeelen, uit zijn winkel te halen, en verliest uit het oog dat om zijn zaak slaande te houden, ze gc schraagd moet worden, door energie, door werkkracht en door handelskennis. De laatste (de knecht) voelt zich moedelooszoolang hij onder de zweep der winkelnering door moet Wat baat hem wat meer loon als dat loon door de gedwongen nering tot 2/3 en minder wordt gereduceerd Doch „het daghet in het Oosten". Dooi de grootste fabrikanten, is reeds voor goed met de winkelnering gebroken en het laat zich aanzien dat de anderen zullen volgen. Zij voelden dat, in een zaak van beteekenis, de gedwongen nering der arbeiders als „hallast" over boord geworpen moet worden. Zij zagen in dat vak- en handelskennis, dc elementen zijn die een zaak doen bloeien. Met taaie wils- en werkkracht togen ze aan het werk. Debouches werden gezocht en gevonden, met de oude sleur werd voor goed gebroken. En wanneer nu na weinige jaren de overgang van hand- tot machinaal- «'erk zal hebben plaats gegrepen wanneer de meeste handwerkers den huiseiijken en gezellige» werkstoel, voor een plaats aan e machines zullen hebben verruilddan zal voor den knappen handwerker ook nog steeds voldoende werk gevonden worden. Am KitTENTiËN 1 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentie» Smaal ter plaatsing opgegeven, worden Zuiaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal rege)* eu advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel, z.t;./ Moge die overgang tevens een zuiverings proces zijn, die de Schoenindustrie in d< Langstraat volkomen zuivert van den kanker der gedwongen winkelnering Hiervoor maakten wij reeds met een enkel woord gewag van de handelskennis, zoo broodnoodig om een zaak te doen bloeien Dat ook deze wetenschap bij velen der bazen ontbreekt, ieder die de toestanden kent za zulks ten volle beamen. Het is niet genoeg te kunnen spelen inet wissels, liet is niet genoeg crediet weUn te verkrijgen. Handig seharrelen met handelspapier en te groote credieten leiden onwillekeurig op een hellend vlak en aan het einde daar van den afgrond. En daarom kan niet genoeg geijverd wor den voor degelijk onderwijs in boekhouden en handelswetenschap, die onze nijvere fabn kanien en bazen doen inzien, dat nevens vakkennis, die wetenschappen alleen den grondslag vormen tot den bloei eener zaak Na eenige uren ontwaakte de mufti, hij wilde zich oprichten, maar kon het niet, Lucia echler nam hem op en steunde hem met kussens in de lenden. Hij opende de oogen en sprak met zwakke stemHadji, waar ben ik Toen hij echter, als uit een langen droom ontwakende, Ge oogen op Lucia vestigde, riep hij verwonderd uit: O hemel, zijt gij het? Hoe lang lig ik reeds hier? Negen dagen, geachte heer, sprak Lucia. Met Gods hulp zijt gij t ehouden. Vermoei u niet te zeer, uwe krachten zijn te veel verminderd. Houd u dus rustig. Water, water! riep hij, ik versmacht van dorst. Lucia haastte zich aan zijn verzoek te voldoen doch gaf hem niet meer dan zij hoog noodig oordeelde. Zijn dorst scheen wel onleschbaar, telkens riep hij opnieuw: .water, water!" Hoor eens, geachte heer, sprak Lucia, voor het oogen'olik krijgt gij geen enkel teugje meer, uwe verzwakte maag kan het niet verdragen. Een streng dieet moet gij in acht nemen, indien gij wilt, dat de beterschap, die naar ik hoop uudaag is ingetreden, bestendig zij. Waar is Hadji? vroeg hij. Zeg hem, dat hij terstond hier kome, ik heb hem belangrijke dingen mede te deelen. Hadji is ou van huis, geachte heer, hij zai echter wel spoedig terug zijn en dan zal ik hem tot u voeren. Vergeet het niet, Lucia. Met viel hij weer in diepen slaap. Waar was Hadji gebleven? In al dien tijd had men niets van hem gehoord. Men had al boden gezonden om hem te zoeken, doch hunne nasporingen waren vruchteloos gebleven. Wat moest men den mufti antwoorden, wan neer hij bij zijn ontwaken opnieuw naar hem vroeg Den volgenden morgen gebood de beterende zieke Hadji zonder dralen bij hem te brengen. De vader wilde en moest hem spreken. Heer, sprak Lucia, Hadji heeft gemeer.d ter wille van zijne g zondheid deze thans zoo ongezonde stad voor enkele weken te moeten verlaten. Hij zal dus zoo spoedig niet teiugzijn. Indien gij hem echter met geweld wik spreken en de z .uk geen uitstel lijden kan, zullen wij hem hierheen ontbieden. Ziedaar eene eigenschap, die voorheen in hooge mate liet karakter van het Neder- laiulsclie volk heeft gekenmerkt. Om zijne degelijkheid was de Nederlander bekend en beroemd bij zijne naburen: Vondel die in zijn tijd reeds de „Roskam" hanteerde otn hen gevoelig te treffen, die zondigde tegen genoemde deugd, sprak van de „deege deeg- lijkheid" der echte vaderlandsgezinden uit die dagen. Thans spreekt men (meer voornaam, omdat liet een vreemden klank heeft) van soliditeit. De Er.gelschmaii is halsstarrig, de Franschman is geestig, de Duitscher is indringerig en de Hollander is solide. Gelukkige Hollanders, als de spreekwijze steeds naar waarheid van u kon gebruikt worden Doch wij weten allen, dat hij, die den naam heeft van vroeg opstaan, gerust lang te bed mag blijven en zoo heet ook Nederland nog steeds solide, heewel eerlijkheid, voorzichtigheid en trouw in de zaken soms ver te zoeken zijn. Leefde Vondel in onze dagen, dan bleef het bij geen „Roskam", dan schoot hij zijn scherpste pijlen af en gecselde al die schending van goede trouw, al die plichtvergetenheid met schor pioenen. Want ons volk staat thans ver be neden het booge standpunt, dat het eenmaal als handelsnatie innam. Wij bedoelen hiermee niet, dat onze handel achteruitgingdaarvoor u mm ar •jyrr*r dflOOTBBM ftWKC Waarheen is hij gegaan Naar het zuiden, geachte heer. Naar welke plaats? De plaats kan ik mij niet meer herinneren, mijne geëerde meesteres weet zonder twijfel in welke stad of streek hij zich ophoudt. Och Lucia, ik begrijp die uitvluchten, gij wilt mij zijn vertrek verbloemen. Schande over den lafaard, die zijn vader aan zijn lot durft over laten. Hij wist nog niet van uwe ziekte. Hij wist het maar al ie goed. Zelf heb ik hem gezegd, dat de ziekte mij onder de leden zat ik voelde te goed, dat ik aangetast was. En dan mij alleen tp laten op een tijd, dat ik zijne hulp zoozeer bekoelde? Geachte heer, ik heb zijne taak overgenomen, gij hebt toch niet te klagen over mijne behandeling? De inufti keek haar bewogen aan, nam hare hand, en sprak Allah, mijn kind, beloone u voor hetgesn gij aan mij gedaan hebt. Zonder u ware ik wellicht reeds naar het kerkhof gebracht. Vergeef mij hetgeen ik jegens u misdreven heb, ik heb u altijd verkeerd beoordeeld, Ik zag in u een wraakzuchtig wezen, terwijl al uwe handelingen, het blijkt mij nu duidelijk, niets anders beoogden dan ons aller geluk. Geen dank, heer. Zoo ik er in geslaagd ben uw oordeel aangaande mijn persoon te wijzigen, ben ik genoeg beloond. Een weck later wandelde de mufti, op den schouder van Lucia leunend, door den tuin achter het huis, tocu een jonkman het bergpad, dat naar de ouderlijke woning leidde, aftrad. Het was Hadji, die thans huiswaarts keerde. Hij had van vreemden den toestand zijns vaders vernomen en kwam haastig toegesneld om zich vun alles nauwkeurig op de hoogte te stellen. Hij dacht niet anders of zijn vader had het lot aller aangetasten gedeeld. Stel u daarom zijne verwondering, schrik en vreugde tegelijk voor, toen hij zijn vader, leunend op den schouder van Lucia, langzaam en met afgemeten tred door den tuin zag wandelen. Hoe was hij veranderd Zijne krachtige gestalte was gebogen, zijn aan gezicht doodsbleek eD outvlecscht. Hij durfde bijna niet naderen; hij vermande zich echter en was in een paar sprongen bij den zijn oorzaken, die mei den besten wil der wereld niet te keeren waren de groote natiën hebben ons klein landje voorbijgestreefd. Wij mis'en hare rijke hulpbronnen. Maar de handelsstand is volstrekt niet meer, wat hij eenmaal was. De vroegere voorzichtigheid en zorgvuldigheid zijn velerwege moeten wijken voor roekeloosheid en onverschilligheid. In plaats van spaarzaam en verstandig be steden van het geld, waagt men het maar op die waaghalzerij, waarvan men vroeger zoo gruwde. En merkt uien, dat het gewicht in de kwade schaal het Yer gaat winnen (onze voorouders lieten het zoo ver nier, komen en dat men gaat valleu dan nog allerlei salto mortales gemaakt om op de been te blijven Met stalen voorhoofd (de schaamte is lang de wereld uit,!) eene speculatie be gonnen, die bij slechten afloop velen ongeluk kig zal maken. /7 Apres nous le déluge", dat is de wilde schreeuw, waarmee men het getergde geweten tracht te smoren. Wat eenmaal schande was is thans geen schande meer. Het bankroet, hetwelk v-oeger gevreesd werd als het grootste ongeluk, dat geschuwd werd als een brand merk, is thans aan de orde van den dag. Na een fatsoenlijk faillissement (men heeft ze tegenwoordig in soorten) staat de gevallen koopman weer maar op en handelt weer en geeft en verwerft weer krediet en staat mis schien later opnieuw voor het geval, dat hij niet aau zijne geldelijke verplichting kan voldoen. Dit zijn geen opzienbarende uit zonderingen meer dit zijn gewoue gevallen geworden. Maar dit doodt ook het vertrouwen in den handelsstand en maakt den handel in plaats van een zegen vaak tot een vloek. De „Spiegel der vaderlandse!»' kooplieden" van Pieter Langendijk mag vooral thans wel ten spiegel worden voorgehouden. De oudjes in dit tooneelstuk hadden gespaard en handel gedreven in deugd en in eere. De zoons lieten de schijven rellen, tot zij tengevolge hunner dwaze koopmans schappen, verkwisting en weelde, daarbij dapper geholpen door hunne vrouwen aan den rand van den afgrond kwamen. Het geld, door de ouders bewaard en in veilig heid gebracht, moest ten slotte dienen om de door hunne lichtzinnigheid misdadige zoons uit de handen van het gerecht te houden. Gaat het tegenwoordig vaak niet evenzoo En dan die bankmachinatiën ■/Een man als de bank" zei men voorbeen als men wilde uitdrukken, dat iemand door en door eerlijk, was, dat men in alle op- mufti, dien hij onder tranen van vreugden de handen drukte. Allah zij geloofd, dat ik u levend weder - vind, riep hij uit. Had Allah niet beter over mij gewaakt, dan gij, mijn zoon, ik ware reeds lang dan weg van alle vleesch gegaan. Vergeef mij, vader, ik had gemeend Mij te moeten ontvluchten, niet waar, wijl ik u meedeelde, dat ik de gevreesde ziekte onder de leden had. Ik dacht aam mijn jeègdig leven. Dat had gij, als het noodig geweest was, moeten opofferen om het mijne te redden. Ik heb u het leveu geschonken Ik schaam mij als 'tware u mijn zoon te noemen. Moest dit meisje, dat ons geheel en al vreemd is, dat door ons menigmaal miskend en slecht behandeld is, mij meer liefde en genegenheid betoonen dan mijn zoon Hadji viel op de knieën om zijn vader ver giffenis te vragen. Welaan, geachte heer, sprak Lucia, die raede- ijden met den jonkman kreeg, al was hij, strikt genomen dat medelijden niet waurd, denk niet meer :.an het verledene, wij allen zijn inenscheD vol fouten en .gebreken en dc naastenliefde cischt, dat wij elkander veel vergeven. Nu, om uwentwille Lucia, schenk ik hem vergiffenis. Mijne achting echter zal hij door een beter gedrag zijner waardig maken. Het drietal wandelde nu naar huis. Hier wachtte hun een verrassing. De vrouw van den zichten op hem rekenen kon. Wie zal tegen woordig dit spreekwoord nog in bescherming nemen, vooral in onze provincie inet zijn onzalige Noprdbrabantsche bank De zaak is te ernstig om cr mee te spotten, hoewel die spot meer dan verdiend was. Een heviger gevoel, een gevoel van verbittering moet zich meester maken van hen, die zich op zoo'u wijze behandeld zien door mannen, aldus spelend met de Nederlandsche solidi teit. Oud-llollaiidsche degelijkheid, keer weder en verlos ons zoo gauw mogelijk van die heele of halve gewaande grootheden, die onzen handel vermoorden en ons krediet bederven. K. Na afloop van den plechtige» dienst, welke Zaterdag in de Saiut-Gudule kerk te Brussel gecelebreerd was ter nagedachtenis aan wijlen koningin Marie Henrieite, in tegenwoordig heid des konings, van de meeste leden der koninklijke familie en van het hof, ^zette om kwart over 12 ongeveer de uit vijf- rijtuigen be staande koninklijke stoet zich in beweging, om door de rue Royale terug te keeren naar het paleis. Koning Leopold, die bij dergelijke gelegenheden gewoonlijk in het tweede of derde rijtuig zit, had ditmaal plaats genomen in het eerste en dit is de oor/aak, dat de aanslag feitelijk geen aanslag op den koning is gewordeu. toen de stoet vlak tegenover het gebouw van de Banque de Bruxelles was gekomen, waar zich minder menschen hadden opge hoopt dan elders, deed plotseling, op het oogenblik, dat het derde rijtuig voorbijreed, een kleine, zwaarlijvige man met dikken, zwarten knevel, die op den rand van het trottoir stond, een slap vooruit en loste uit een slechte, kleine revolver twee schoten op het derde rijtuig, waarin de groothofniaar— schalk graaf a'Oultremont, graaf Assche en graaf Strauch zalen. De eerste kogel ver brijzelde het portierraampje, zonder iemand '.e treflen en de tweede vloog boven het rijtuig weg. De arrestatie. Nadat de man had geschoten, gingen de omstanders onwillekeurig verschrikt opzij, maar onmiddellijk daarop wierp de menigte zich op den dader, die zeer bleek was en trapte en schopte hem en bewerkte hem met alle mogelijke instrumenten, als wandel stokken, parapluies, enz. Onder het geroep Ik begeer geen loon, geachte meesteres, ik begeer slechts te berkrijgen, wat ik reeds zooveel jaren kwijt ben. En dat is De vrijheid. Allen zwegen. De vrouw van den mufti keek bedroefd voor zich, terwijl de hooglceraar de ha d aon ge fronste voorhoofd bracht en Hadji met dc vinger op tafel trommelde. Welaan kind, sprak de meesteres, gij zult vrij zijn, in dier voege, dat gij in Fez en om streken gaan moogt naar uw verkiezen. Wij zullen u voortaan als onze dochter behandelen en u van alle dienstbaarheid ontslaan, niet waar, heer Gewis, voegde de mufii er bij, gij zijt voortaan onze dochter. Al wat wij bezitten, zult gij later met mijne andere kinderen gelijke lijk di-elen. Ik verlang niets vau uwe nalatenschap, geachte heer, ik verlang vrijheid, onbeperkte vrijheid Wat verstaut gij daardoor Dat ik van dit oogenblik geheel en al vrij zal ziju, dat gij, noch iemand uit Fez, iets meer over mij te gebieden zult hebben, dat ik naar Altiieria kan vertrekken, wanneer ik zulks ver kies. Zijt gij het dan zoo moe bij ons Dal wel niet, maar de bij vliegt naar haar korf, de zwaluw naar haar nest en ik verlang caar Almeria, ^lae.r het hui*, waarin ik geboren mufti, van dc komst vau den Hadji onderricht, ben, naar den tuin, waarin ik als kind gespeeld, naar de vrienden met wie ik de gelukkigste dagen mijns levens doorgebracht heb; ik verlang mijn \ader en broeder weer te zien, ik verlang op Spanje's bodem te sterven en te rusten nuast hen, die mij het aanzijn gaven. En uw vadei is doodl Uw broeder in balling chap I Misschien is het lot hun gunstig geweest of beter gesproken, misschien heeft Hij, die mij lot hiertoe zijn bijstand verleend heeft, ook Lei» in de ure des gevaars niet verlaten. en blij dat haar echtgenoot behouden was, hud eene goede taf-?l aangericht eu noodigde hen uit plaats le nemen. Al had de mufti nog geen etenslrek, al was spijs hern zelfs nog nadeelig, toch nam hij aan den disch plaats. Inmiddels neigde de zou ter kimme en de echtgenoote schoof de gordijnen op zijde om het laatste licht nog toegang tot het vertrek to gunnen. Lucia, sprak zij, toen de mufiie zich gereed maakte zich naar zijne kamer te begeven, ik heb u beloofd, dat gij, zoo mijn gemaal door uwe zorgen mocht herstellen, mij alles vragen mocht; dat ik uwe wenschen, zoo het maar eonigszins in mijn vermogen was, zou vervullen Wat begeert gij thans voor loon? (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1902 | | pagina 1