Rummer 94.
Woensdag 27 November 1902.
25e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
lUIIMll ïiMANDO.
II (l i W IJ li 11 v H \I V li Ui u m
TOON TIELEN,
SOCIALE ACTIE.
feuilleton.
Bekendmaking.
Een Wet tegen wildschade.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Z t e_r d g a v o n cl
Abonne m entsprijs per 8 maanden t 0. 5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieven' ingezonden stukken, gelden enz., franco te eenden aan
Uitgever.
U IT G E V E R
WAALWIJK.
Advertentiën 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden idmaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordcclige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel,
in.
Dit is een bard oordeel, maar te hard
m
Nog slechts kort geleden lazen we
cene philippica aan 't adres der socialisten,
met name hun leider, het volgende: „Mr.
Troelstra bezigt al zijne bekwaamheid, die
niet gering is, otn den klassenstrijd tc ver
scherpen. Hij en zijne partij heeft die
noodig want zonder dien strijd heelt zijne
partij geen reden vau bestaan. Daarom moet
dag in dag uit,'t volk door zijn drogredenen
worden vergiftigd,moet alles wat kan dienenten
bewijze dat men den belangenstrijd wenscht
te doen ophouden of ts temperen, in een
valsch daglicht worden geplaatst- moet alle
goede trouw worden geloochend en ieder
die zich niet aan de leiders dier partij wil
overgeven, worden dood verklaard of geboycot.
Mr. Troelstra en zijne vrienden stellen
zich, met opzet en met nadruk, voor als
verwoede vijanden van alhet bestaande van
het Koningschap; van onze, de vrijheid
zooveel mogelijk eerbiedigende verhoudingen
van alle Christelijke Kerken.
Is niet de kern van de socialistische actie,
geen ander gezag te erkennen dan dat der
zelf gekozen overheid En moet daarom,
gelijk' het laatst de /Nieuwe Delttsche
Courant" zoo ad-rem uitdrukte, niet alles
wat deze regeling op die wijze in den weg
staat, onherroepelijk goedschiks of kwaad
schiks worden opgeruimd Het kapitaal,
het recht op privaat bezit, de persoonlijke
vrijheid en onafhankelijkheid, dat alles moet
opgeofferd worden aan de algeheele staats-
voogdij. En op deze basis, die wederkeeiig
op niets anders berust dan op de zelfzucht
der socialisten, is de geheele sociale actie
dier partij gegrondvest. Bovendien bleven
die heeren, die in hun evangelie van on
tevredenheid (een teekenende naam voor hun
sociaal program van actie) steeds den wrevel
der mindere klassen tegen de bestaande
orde voeden en wakker houden, zich zeiven
immer en altijd volkomen gelijk, wij zouden
ze mannen van karakter kunnen noemen.
Maar eilieve, waar blijft de practijk van
hun theorie „afschaffing van privaat bezet,"
als men hoort spreken van millionnairs
socialisten in België?
Als men leest, dat in Duitschland de
sociaal-democraten zich wel lieten voeren
uit het zaadbakje van een rentenier
Als men over 't algemeen de leiders der
partij ziet schitteren als //grands sinjeurs,"
wijl hun volgelingen den groven werkkiel
o zoo gaarne zouden afleggen voor den staats-
jas, dien zij voor een bon uit het algemeen
staatsmagazijn kunnen halen, als eenmaal der
socialisten-staat zijne triomphen zou vieren.
Neen, in vele hunner beweringen en
utopieën zijn de socialisten //holle vaten".
Die heeren leiders gelijken in deze wel iets
op wijlen de volksvrienden Eugéne Sue en
Victor Hugo. De eerste, een berucht
Fransche schrijver, die er op pochte het
arme werkvolk tegen de verdrukkers in
bescherming te nemen, had zulk een hate
lijke n afkeer tegen zijne beschermelingen,
dat hij zijne knecht beval brieven van hen
op een verguld zilveren schotel te ontvangen
en over te brengen.
En onze laatst zoo verheerlijkte Victor
Hugo, de poseerende kampioen der werk
lieden, woonde in 1870 te Brussel in een
koninklijk paleis, uianr, huurde een klein,
ellendig gemeubileerde kamer, om daar de
gevluchte werklui van Parijs te outvangen
die dan natuurlijk geloofden, dat de groote
man armoe leed.
Doch Victor Hugo en zijne roem in deze
is gestorven en het kan niet uitblijven, dat
het° socialisme, dat zeer zeker aan grove
overdrijving lijdt, sterft ten slotte aan in
nerlijke onbeduidendheid. Hun sociale aciie,
beinvloed door een sociaal geloof, dat tot
fanatisme versteend is, en daardoor ook een
verwoed bestrijder van eiken geopenbaarden
godsdienst, berust op de ontkenning van
elk gezag en kan volgens hen alleen een
uitgangspunt hebben in den idealen toestand,
geschapen door de invoering van algemeen
kiesrecht, zoowel voor mannen als voor
vrouwen. Maar, zoo hooren we vragen, is
hun belangstelling in het lot van den werk
man dau niet te prijzen? Is er in hun
actie, op 't gebied van arbeidsbetrekkingen,
dan niets, wat onze aandacht waard is en
waarvan een niet-socialist tot op zekere
hoogte iets kan onderschrijven? Bovendien,
hebben de socialisten dan in 't geheel geen
verdiensten Wel zeker, ook met de socia
listen zou men voor een bepaald doel kun-
samenwerken, echter het verschil in
levensbeschouwing zal zich telkens en tel
kens weer doen gevoelen, waarbij dan nog
dit komt, dat de sociaal-democraten feitelijk
geen duurzame verbetering der bestaande
maatschappij kunnen wenschen, omdat zi
die maatschappij ten doode opgeschreven
achten. Toch zou het, om met het „Centrum"
te spreken, een teeken zijn van een jam
merlijk zwak vertrouwen in eigen sociale
inzichten, als men op liet gebied van prac-
tische hervormingspolitiek van eenigen maat
regel afzag, omdat b.v. de socialisten ook
dien maatregel voorstaan.
Doch dit nu verder daargelaten, wij wen
schen nog even te antwoorden op de vraag
Hebben de socialisten, ondanks huune uto
pistische sociale actie, dan in 't geheel geen
verdiensten? En dan erkennen wij onmid
dellijk, de socialisten hebben ontegenzegge
lijk verdiensten en wel hoofdzakelijk hier
door, dat zij de andere partijen als 'l ware
wakker geschud hebben op T gebied vau
sociale hervorming. Wij willen hiermede
niet beweren, dat die andere partijen in hun
program de sociale actie toch niet op den
voorgrond hadden geschoven, maar iets lijkt
me er toch wel van waar, dat de socialis
ten hiertoe een grooten stoot hebben gege
ven, want wrijving wekt wrijving en vooral
een begin wrijving in de verkeerde richting.
Overigens kunnen wij niet genoegzaam
waarschuwen voor het gevaarlijke en toch
zoo verlokkelijke der sociale actie der sociaal
democratische partij, gevaarlijk niet alleen,
omdat zij ons medesleurt in den maalstroom
van den klassenstrijd in zijne onverkwik-
lelijksten vorm, maar ook, omdat zij een
verbitterde vijandin is van den godsdienst
in 't algemeen.
„De godsdienst, dat is onsa vijand," zoo
roepen de leiders het soms heel ontaktisch
uit, want een godsdienstig man houdt t
gezag hoog en dat noemen wijonzin
Verlokkelijk is die actie, omdat zij ge-
oerd wordt onder den schijn, mateloos
belang te stellen in de minst-bedeelden
der maatschappij, welke belangstelling inner
lijk niets anders is dan de voorgewende
brug om te komen tot datgene, wat ze
bedoelen der socialisten toekomststaat, die
persoonlijke vrijheid en onafhandclijkheid
boodt en die godsdienst als iets onnoodigs
en onnuttigs beschouwt.
Bij de behandeling der begrooting vau
hoofdstuk IX in de afdeelingen der Tweede
Kamer ook de vraag gesteld, of spoedig
een herziening der .Jachtwet kon worden
te gemoet gezien. Terecht is o. i. deze
vraag gedaan want gelijk hij thans is, kan
de toestand niet blijven. Wie daaraan nog
twijfelen mocht, zal. wel doen kennis te
nemen van de artikelen in liet „Katholiek
Sociaal Weekblad", door dr. A. Resemans
gepubliceerd.
Wij wenschen hier op die beschouwingen,
evenals op de vorige van den bekwamen schrij
ver, de aandacht te vestigen. Zij kunnen van
nut zijn bij het debat in de beide Kamers.
In verband met hetgeen voor eenigen
tijd in de Tweede Kamer over deze materie
werd gesproken, bepleit dr. Resemans de
„dubbele schadeloosstelling voor wildschade".
De heer Kolkman erkende het onomwonden
tijdens de discussie over de motie-Helsdingen
Wat ons geheel ontbreekt en waar ik naar
toe zou willen is, wat de Duitschers noemen
een „Wildschadengesetz is ei door het
wild inderdaad schade berokkend, dan
behoort deze schade te worden vergoed".
De minister beloofde, dat hij in dien
geest zijn aandacht zou wijden aan de
oplossing der jachtqusestie en zou trachten
een regeling te treffen. Prof. Resemans zet
nu in zijn opstellen uiteen, hoe een der
gelijke regeling zou te maken zijn. llij doet
dit op klare, voor eenieder bevattelijke
wijze, waarbij tevens opnieuw tastbaar wordt,
dat liet hier niet slechts een quaestie geldt
van billijkheid, maar van „recht."
Geen afdoende verbetering acht hij
mogelijk, dan door in de wet op te nemen
het beginsel ran „dubbele schadevergoe
ding bij snel en kosteloos recht voor den
rechtmatigcn eischer.#
De eisch dubbele schadevergoeding zal
wellicht verzet uitlokken Hoe kan men
het dubbele laten betalen van bet bedrag
der aangerichte schade Wordt dit geen
onrecht Als men de zaak op de keper
beschouwt, blijkt al spoedig, dat het antwoord
ontkennend moet luiden. Enkele schade
vergoeding, zegt prof. Resemans, is „geen
volledige," en hiervan geeft hij verklaring
door een voorbeeld
43
Auteursrecht verzekerd volgens de wet.)
lk bebouw een hoeve van. 25 hectaren
in een heerlijk jachtrecht en lijd jaar in
jaar uit veel scha van heerlijk wild, in
zonderheid fazanten en Konijnen, laat ik
zeggen gemiddeld honderd gulden per
jaar. Die schade is veelal nauwelijks
merkbaar, als zijnde verdeeld over vele
maanden en over al dc perceeleu. Slechts
bij uitzondering is zij zóó klaarblijkelijk,
dat er voldoende grond is tot het instellen
der rechtsvordering „met zekerheid van
welslagen*. Neem bijv. de massa fazanten
in de aangrenzende wildremise. Wanneer
ze een veld met pas opkomend graan
geheel afvreten, zooaïs gebeurt, dan ja is
hel bewijsbaarmaar wanneer ze i:i den
oogst nu op het koren, in hoopen staande
na drie weken op den haver, daarop weer
op de boekweit aanvallen en veel schade
doen door 't geen zij opvreten en vooral
door 't geen zij loswoelen, dan is het
natuurlijk zoo goed als niet te bewijzen.
Toch „is" er wel degelijk de schade. Stel
nu dat de schade in het oog valt
bijv. dat een hectare graan of jonge mast
grootendeels verwoest is, neem eens,
dat volgens deskundigen voor 75 gld.
schade is aangericht, dan krijg ik deze
vergoed. Maar de andere, de „door-
loopende", blijft te mijnen laste. Wanneer
nu ingeval van veroordeeling „dubbele
schadevergoeding moet worden opgelegd
dan krijg ik, voortdurend benadeelde, toch
voor dien keer eenigszius vergoeding voor
vroegere benadeeling, dan zal de eigenaar
worden uitbetaald met 150 gulden terwijl
dit nadeel slechts de helft beloopt. Dat
dubbele, die 75 gld. te veel in casu,
heeft hier het karakter van betaling voor
reeds geleden, doch niet vergoede schade,
is otn zoo te zeggen restitutie voor vroe
gere benadeeliug.
De Echo van het Zuiden
css
Courant
De Burgemeester der Gemeente aalwijk, ter
ai kondiging ontvangen hebbende het kohier dei
Parsoneele Belasting no. 4, over het dienstjaar
1902, 3de kwartaal,
MAAKT BEKEND:
Dat genoemd kohier door den Heer Directeur
vrii 's Rijks Directe Belastingen dezer provincie
up den 14en November j.l.
is executoir verklaard, en op lieden aan den
betrokken Ontvanger der Directe Belastingen ter
invordering is toegezonden.
Waalwijk 17 Nov. 1902.
De Burgemeester voornoemd,
K. ÜE VAN DER SCHUEREN.
Burgemeester en Wethouders van W..al wijk
Belet op art. 73 der militiewet van 1901 en
art. 46 van het koninklijk besluit van 2 Decem
ber 1901 (staatsblad no. 230) maken bekend dat
de zitting van den militieraad voor de lotelingen
«lezer gemeente zal gehouden worden te Tilburg
op het stadhuis op Vrijdag den 19den December
1!K)2, des voorniiddags om elt uur; dat alsdan
voor den militieraad moeten verschijnen de lo-
«dingen, die vrijstelling verlangen wegens zieke
lijke gesteldheid of gebreken, of wegens gemis
aan de gevorderde lengte.
Waalwijk, den 20 November 1902.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
K. DF/VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIE MPT.
DOOR A. C. V. D. H.
Wel Pietro, vertel me na een9, welken
«lp zaken na uw vertrek in Almeria namen,
an hrtl mU reed. eezegd, ho« Nathan
bezittingen gekocht en die monnik in Algiers u
i TnM bd bii zijn terugkeer in Spanje voor u
U werken. Heeft hij uw vroegeren leermeester
opgezocht HCe«t deze bij het gerecht in uw
v°orde«l gewerkB
7oker is er na mijn vertrek veel voorgevallen en
en heeft, toen Nathan mijn eigendom betrok, de
Q.;?iP een streng ouderzoek naar de reden van
miin geheTrnzinnig verdwijnen ingesteld. Wn.rvoor
IPV Pr anders zoo naar mij gezocht te
w«,r°deen Dit geschiedde natuurlijk op last der
jiistitie. wag volgen8 uwe meening
ooggetuige vau die nachtelijke begrafenis g :weest.
ni6!_Wjar?dat liet die schacheraar, toen ik hem
beüChWiTJwe«r oVehft0Hjk0uwes broeders niet
zeker''een ^roZ° 42&Z?™
ïater in bet geheel niets meer u,t Almeria
bekend J!mo Hndt g^ie.p
aandrang mij gee9tigheid gevraagd, nooit
Sf jSVbooTSe'n. dat iAotonio
*eIüaHeeftbuw vader nog lang geleefd r
Dat zal wel niet zijn. Ik zeide u immers
dat hij bij mijn vertrek al erg sukkelende was.
En het lot uwer beide kinderen zal u zeker
wel onbekend gebleven zijn?
Die zullen, denk ik, reeds lang in Afrika s
bodem rusten.
Heeft die oom in Griekenland mets meer
van zich doen hooren
Niets, kapitein.
Zoo ik in uwe plaats geweest ware, Pietro,
had ik toch Almeria uog etn9 bezocht. Wie zou
u na zooveel jaren herkend hebben Dan hndt
gij eens kunnen zien, hoe de vork daar aan den
steel zat en kwasi kunnen hooren of Antonio
Fernando ook door het gerecht veroordeeld wus
Ik durfde Almeria niet bezoeken. De vrees,
dat mij ook maar écn ourgev herkende kon, heeft
mii steeds van mijn geboorteplaats teruggehouden.
Welnu, Pietro, dan zal ik zelf, wanneer wij
in Genua zijn, een onderzoek Daar de vroegere
zakeD instellen. *1 u v
Och, spaar die moeite, kupitein. Ik heb
kinderen 'noch bloedverwanten meer, ik wil
voortaan dood voor de wereld zijn.
Kom kom, Pietro, je moet de wereld door
zoo'» zwart glas niet inzien Ik heb zooveel
dingen op mijn kerfstok en toch ben ik vroolijk
en^pgeruiind^t geeQ broedermoord op uw
geweten niet Maar 0f d00r mijn toedoen
menigeen niet in het stof heeft gebeten, valt nog
te betwijfelen. Ik ben ook eenmaal met mijne
makkers door de politie achtervolgd alleen door
van mijne vuurwapens een vlijtig gebruik te
maken, is het mij gelukt aan hunne nazettingen
te ontsnappen. Ik kom echter in geneel Italië;
ik weet niet of ik veroordeeld ben, doch veron
derstel, dat de justitie mij eenige jaren .Carcero
duro" had toegedacht, zoo zijn er sinds dien tijd
toch te veel jaren verloopen, om mij nog achter
slot en grendel te kunnen zetten. Zoo kan het
bii u ook zijn.
Antonio schudde droevig het hoofd en verzonk
W!lr ^oe^nu^ietro, riep de kapitein al schert
send, weer met die gallige gedachten bezig. Z,ult
eii u zeiven dan nimmer vergiflenis scheuken
Nimmer, kapitein, zoo God niet door eene
weldaad, een mirakel zou ik haast zeggeD, mij
doet voelon, dat Hij mijne misdaad niet meer
gedenken wil.
Kom, jongen, wij willen er nog een glaasje
op drinken. De reis gaat zoo voorspoedig, het
weder is zoo schoon en gunstig, de gouden zon
glanst zoo helder en vroolijk, als wil zij ons een
blijden, gelukkigen dag voorspellen. Hoor, Pietro,
hoe die lustige mannen op het dek hunliederen
over den stillen plas doen weerklinken. Kunt gij
daar ongevuelig voor blijven? Ik niet.
En met luide stem zong de kapitein het opge
wekte matrozenlied mede:
Zoekt gij, nijvre burgers, uw heil op het land,
Wij kiszen het schuimende sop.
Bespringen den mast, klemmen 't roer in de hand,
Ons lied stijgt ten hemel steeds op. od En
Rn zinkt ai ons schip in een hevigen no
worden de golven ons graf,
Dan sieren de nimfen ons na onzen dood Met
kransen, die Flora haar gaf
Bij nacht en bij dag, als in stormen en vree
Steeds juichen wij, Janmaats:/ O,leve de zee!"
Ook het edele vocht werd niet gespaard, althans
in de kajuit. Verscheidene malen was de beker
al gevuld. Nu eens dronk de kapitein op de
gezondheid van Pietro, dan weer op het vaderland.
Lie vroolijkheid van de kapitein werkte aanste
kelijk op Pietro, Voor het eerst verkeerde deze
in een vroolijke stemming. Hij stond op het
punt met den kapitein mede te zingen, toen er
zacht aan de deur der kajuit werd geklopt.
Binnen I riep de kapitein.
Een matroos vorscheen.
Wat is er van je order, maat?
Kapitein, ik geloof dat gij goed zoudt doen
met eens even op het dek te komen. Aan den
horizon is een rooden gloed zichtbaar, nu en
dan hoort men het geknal van schoten uit de
verte ik geloof, dat er een schip in nood verkeert.
Wat 1 Ik kom terstond.
Wat een voorspoedige dog belooft ons die
glanzende zonne, niet waar kapitein? sprak
Pietro op ironischen toon.
Nu, Pietro, cal het een comedie of een
tra$etro ghaalde de schouders op, zeggende ik
hoop het eerste, kapitein.
Welnu, volg mij, dan zullen wij zien, wat
or te doen valt, wat eer en plicht ons gebieden-
Od het dek gekomen richtte de kapitein zijn
kiiker op den zuidelijken horizon, waaraan een
large vurige streep zichtbaar was. Thans nu de
vreugdetonen niet weerklonken, hoorde men
steeds duidelijker het gedreun van scho.en
Mannen, vooruit 1 Het roer gekeerd alle
zeilen bijgezet, ieder op zijn postG.nas verkeert
een schip in hevigen nood, het is in lichte laaie.
Snood gemaakt, of wij komen te lnat
Die aanmoediging was voor de wakkere
matrozen bijna overbodig. Ieder werkte om het
hardst en sneller dan ooit vloog het vaartuig
voort en het brandende schip tegemoet. Na een
half uur varens eerst kregen de matrozen hunne
beklagenswaardige lotgenooten in het oog. De
nood was hoog geklommen. De vuurvonken
verspreidden zich in alle lichtingen van de
masten en zeilen was mets meer zichtbaar, de
romp van het schip geleek een gloeiende massa.
De bemanning had het vaartuig reeds verlaten
Pn zwalkte in meer dan volgepropte bootjes of
reddingssloepen onder duizend angsten op den
plas rond. Akelig klonk hun hulpgeschrei te
inidden vau het geknetter en ges.s der vlammen
Daar de kapitein heel goed zag, dat aan het
brandende schip niets meer te redden viel,
gebood hij de sloepen uit te werpen om de
bemanning op het schip over0te brengen Aan
vankelijk ging dit nog zoo gemakkelijk niet,
daar de wind, zooals menigmaal bij brand
gebeurt, begon op te steken en van richting
feranderde. Een uur later waren echter allen,
die men had zien rondzwalken, op he. schip
overgebracht. Velen lagen in zwijm, enkelen
hadden door het geweldig dringen kneuzingen
Komen Nog eeoiglo tijd oogde meo 0e. brao-
dende wrak na, tot het uiteenbarste. We dra had
de zee die luttele overblijfselen geblufceht.
Nadat de kapitein gelast bad, weer in de
vroegere richting te stevenen, riep hij Pietro tot
Z1C^IWeldvrRnd°,r^Igeloof' dat alle natië.n tll8ns
od het schip vertegenwoordigd zijn. Ik zie typen
uit Marokko, Algiers. Tunis, Spanje, ja uit Italië
zelfs Vóór wij met ons onderzoek beginnen,
zullen wij de ongelukkige» eerst van spijs en
z-ank latei, voorzie,.. Wie weet ia hoeveel dagen
dij geen nat of droog over hunne lippen gehad
hebben.
Toen de geredde schepelingen den kapitein
bemerkten, kwamen de meesten op hem toege
sneld. om hem voor de verleende hulp te danken.
Zii grepen zijne handen en kusttn zijn voorhoofd.
Nadat de ongelukkigen zich aan spijs en drank
te goed hadden gedaan en de scheepsdokter de
gewonden had onderzocht, begaf de kapitein
zich naar de kajuit om proces-verbaal van het
gebeurde op te maken. Eer. paar uren later
ontbood hij Pietro bij zich.
Het is wel te bejammeren, vriend, sprak hij,
dai de kapitein van het vaartuig op zijn pos:
gevallen is. Wij zullen daarom de passagiers
beurtelings hier in de kajuit laten komen, dan
kunnen wij hooren, waarheen hunne bestemming
ia en maatregelen nemen, dat zij zoo spoedig
mogelijk het doel hunner reis bereiken. Gij zult
„ij* behulpzaam zijn. Pietro, indien uwe uitge
breide taalkennis noodig mocht blijken, niet waar
Zooveel in mijn vermogen is, kapitein.
Een vun de eersten, die bij den kapitein ver-
scheen, was de jonge Marokkaan uil l ez, gevolg-1
door zijne schoone bruid.
jjoe ia uw naam, signor, vroeg de kapitein
beleefd.
Hadji Abdallah.
Van waar komt gij?
Uit Fez ii Marokko.
Hoe kwaaint gij dan op het schip, dat van
A'i!er3Ikia hidTn Algiers nog eenige vriendeu te
bezoeken en inkoopen Ie doen.
Waarheen is «we reis.
Naar Aluaeria, kapitein,
Ob het hooren van dien naam Almeria, wierp
de kapitein een blik op Pietro, wien eenelectns-
chc schok door het lichaam scheen te varen en
die thans geheel oor en oog was.
Eo die juffrouw, geachte heer. is zeker uw3
eCh^eC0tuLt, kapitein, zij is thans mijnel raid
Wij zullen óns eerst in den echt begeven, uls
wn in Almeria goed gevesugd zijn.
Wat bewoog u dan toch uw vaderland te
verlaten en in een u vreemd werelddeel een
verblijf te kiezen
(Slot volgt.)