Nummer 11. Donderdag 5 Februari 1903. 26 Jaargng. J Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. U it gever: m HELmmra. De staking te Amsterdam. ANÏOOI TIELEN, Bekendmaking. FEUILLETON. Een schokkende ontmoeting: aZHBSSP" ,M fOBSSOB rWSHJHGffWSHSTGtó^KaB e Echo van het Zuiden Langslraatsclie ('mail, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavon d. A b o n n e m e n t s p r ij s per 3 maanden f 0.~5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. "2e. genot van pensioen of lijfreote. 3e. bezit van eene insphrijvjng in de Groot boeken der Nationale Schuld of van eenig inleg in de rijkspostspaarbank of in eene gemeentelijke oi bijzondere spaarbank WAALWIJK. Advkrtentiën 17 regels f Ü.60 daarboven 8 cent per regel, groots letters naar plaatsruimte. 'Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden ümaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel, Burgemeester en Wethouders van Waalwijk maken bekend, dat het suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag over 1902. door Heeren Ge deputeerde Staten van Noord-Brabant, bij besluit van 21 dezer, G no, 34, is goedgekeurd en gedu rende vijf maanden ter inzage op de secretarie is nedergelegd, Waalwijk. 26 Januari 1903. Burgemeester en Wethouders voornoemd, K. DE VAN DER SCIiUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. De Burgemeester der Gemeente Waalwijk, ter afkondiging ontvangen hebbende het Kohier der grondbelasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen over het Dienstjaar 1903. MAAKT BEKEND Dat genoemd Kohier door den Heer Directeur van 's Rijks Directe Belastingen dezer Provincie op den 24 dezer is executoir verklaard, en op heden aan den betrokken Ontvanger der Directe Belastingen ter invordtrfug is toegezonden. Waalwijk, den 28 Januari 1903 De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SC 11UEREN. KENNISGEVING ingevolge artt. 11, 12 en 13 der Kieswet. De Burgemeester van Waalwijk noodigt 'e mannelijke inwoners dezer gemeente, waaronder ook zij, die den leeftijd van vijf en twintig jaren vóór of op den 15 Mei van dit jaar hebben bereikt, uit, ten einde op de eerlang op te maken lij'.t an kiezers voor leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad te worden geplaatst, om vóór den 15 Februari aanstaande, ter gemeente-secretarie te doen blijken: I. Voor het geval zij in eene andere gemeente zijn aangeslagen, van hun aanslag over het volle laatstverloopen dienstjaar in eene der Rijks directe belastingen, genoemd bij art. 1, letter a der kieswet, wat de grondbelasting betreft, in éér.e andere gem'eei.te of in meer gemeenten te zatnei-, tot een bedrag van ten minste éen gulden, door overlegging der voor voldaan geteekende aanslagbiljetten. Hierbij wordt opgemerkt, dat de aanslag der vrouw geldt voor haren man, die van minder jarige kinderen, wegens goederen, waarvan hun vader het vruchtgenot heeft, voor hunnen vader. II. Voor het geval zij zijn medeeigenaren eener onverdeelde nalatenschap, wier namen bij den aanslag in het kohier zijn vermeld, van hun betaalden aanslag in de grondbelasting, over het volle laatstverloopen dienstjaar, mits hun aandeel in dien aanslag ten minste een gulden bedraagt. Bij de schriftelijke aangifle, waaruit hun aandeel in den aanslag moet blijken, moeten worden overgelegd het aanslagbiljet of door den ontvanger gewaarwerkt duplicaat daarvan en de noodige bescheiden ten bewijze van het gemeen schappelijk bezit. Onder aanslagen in de grondbelasting sub I en II worden verstaan de hoofdsom en de Rijks-opeen ten. Ili. Indien zij niet in deze gemeente overeen komstig het bepaalde sub a van art. 1 der met y.-r KWTJiJWi' .5icl-.irr-.K-*. Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S. EERSTE GEDEELTE. (16) ZEVENDE HOOFDSTUK. Deze is opgestaan. «En nu kom. Is dat uw bagage. Sluit u het koffer en laat het hier staan. Er komt een wagen van het slot, om uw bagage af te halen, hij is ons op den voet gevolgd én zal dus wel zoo hier zijn.' Willburg pakt zijn papieren in en sluit zijn koffer. »\lijn meeste bagage staat nog op het station. Zou u zoo goed willen zijn, ook duurden wagen heen te zenden.' „Goed, goed! geef u hier de noodige aanwij zing. „Wil u mij dan nog even excuseeren, ik moet ook mijn rekening nog betalen.' „Pardon dat alles zal mijn huismeester wel bezorgen, gaat u dus maar mede.' Willburg wil toch even de waardin groeten. Die oude, trouwhartige vrouw bevalt hem. Hij vindt haar weenend, wat hem zeer verwondert. Gaarne zou hij dan ook willen weten, wat dit beteekent, doch de graaf wil per sé weg. Toch weel de waardin Willburg nog te beduiden, dat hij zwijgen moet over hetgeen zij hem dezen morgen vertelde. Hij begrijpt het en staat ver baasd, dat de demonische macht van den presi dent nog tot hier doordringt. Zoo lang het rijtuig op den stolïigen landweg rijdt, zwijgeu de heeren. Nauwelijks echter is de wagen een zeer bekoorlijken boschweg opgereden, zijn aangeslagen, namelijk over het volle laatstverloopen dienstjaar in de grondbelasting voer een bedrag van teu minste één gulden (hoofdsom en Rijks-opc mten), in de vermogens belasting, in de belasting op bedrijfe- en andere inkomsten of in de peraoneele belasting, door eene schriftelijke aangifte, dat zij voldoen aan een der volgende voorwaarden lo. dat zij als hoofden van gezinnen of als alleen wonende peispnen op 31 Januari sedert den laten Augustus van het vorig jaar hebben bewoond, krachtens huur, achtereenvolgens in dezelfde gemeente niet meer dan twee huizen of gedeelte van huizen, voor elk waarvan, met of zonder bijbehoorende grond of lokalen en bijgebouwen, niet ter bewoning bestemd, de werkelijke huurprijs, per week berekend, ten minste heeft bedragen de som, voor de gemeente of het gedeelte der gemeente, waar het huis gelegen is, vermeld in de bij de kieswet gevoegde tabel; zijnde voor deze gemeente f 1.25 of, krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur, eenzelfde vaartuig van ten minste 24 kubieke meter, of 24000 K. G. laadvermogen. 2o. dat zij op den 31sten Januari sedert den lsten Januari van het laatstverloopen jaar achtereenvolgens bij niet meer d*n twee personen, ondernemingen, openbare of bijzondere instellingen in dienstbetrekking of als inwonende zoon in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam zijn geweest en als zoodanig over dat jaar een inkomen hebben genoten als voor de gemeente of het gedeelte der gemeente, waar zij wonen, is vermeld in de bij d kieswet gevoegde tubel zijnde voor deze gemeente f 350, Ü1 dat zij op den lsten Februari in het genot zijn van een door eene onderneming, openbare of bijzondere instelling verleend pensioen ot verleende lijfrente van gelijk bedrag met dien verstande dat vuor hen, die in beide gevallen verkeeren, zoo noodig ter bereiking van het vereischte bedrag, het inkomen, het pensioen en de lijfrente worden samengeteld inkomen, pensioen of lijlrente der vrouw geldt voor haren man, dat van inwonende minder jarige kinderen voor de helft voor hunnen vader. 3. dat zij op den lsten Februari sedert een jaar den eigendom met recht van vrije beschik king hebben van ten minste f 100. (nominaal) ingeschreven in de Grootboeken der nationale schuld of van ten minste f 50.ingelegd in de Rijkspostspaarbank; in een gemeentelijke spaar bank" of in eene spaarbank, beheerd door het bestuur van eene rechtspersoonlijkheid bezittende vereeniging, van eene naamlooze vennootschap, van eene coöperatieve vereeniging of van eene stichting; onder de bijzondere hiergenoemde spaarbanken, zijn le banken opgericht na 1 Mei 1900, alleen begrepen voor zoover en voor zoo lang als zij blijkens opgave aan het bestuur der gemeente waar zij gevestigd zijn een waarborg fonds van f 25.000.bij de Nederlandsche Bank hebben gedeponeerd. 4. dat zij hebben voldaan aan de cischen van bekwaamheid, door of krachtens de wet gesteld voor de benoembaarheid tot eeuig ambt voor de vervulling van eenige betrekking of voor de uitoeleniiig van eenig bedrijf of beroep. Voor hen die krachtens vroeger gedane aan gifte op de loopende kiezerslijst voorkomen, is hernieuwde aangifte onnoodig, indien de plaatsing op die lijst berustte op lo. bewoning van een huis of gedeelte van een huis of van een vaartuig, mits zij op 31 Ja nuari alsnog hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde huis of hetzelfde vaartuig bewonen fisy txam&TBSaT.zna of de gr8af vei breekt het zwijgen. „Daar links boven liggen mijne bergwerken zijn gelaat neemt een zaakuitdrukking aan er liggen nog voor raillioenen aan zilver en koper, 't° is echter zaak, ze er uit te krijgen. En dat moet anders gaan dan nu. Voor een man van uwe bekwaamheden zal een nieuwe en betere methode wel te vinden zijn.» Het rijtuig rijdt langzaum, het gaat steil bergop. Plotseling slaakt de graaf een uitroep van verrassing. Boven op de hoogte 8 aat een amazone. De blauwe voile om haar cylinder waait in den wind. „Nora roept de oude heer verheugd cd met zijn roodzijden neusdoek wuift hij haar een groet toe. „Mijn vrouw,' wendt hij zich verklarend tot Willburg. De dame, een nog jeugdige, slanke en mooie verschijning, komt op haar klepper de hoogte af, het rijtuig tegemoet. Dit genaderd, slaat zij schertsend met haar sierlijke karwats naar den rooden doek. „Hoe smakeloos, dergelijke begroeting Dat klinkt zeer hoogmoedig, daar bij werpt de schoone vrouw het hoofd met de goudblonde lokken trotsch in den nek. Will burg heelt haar aangestaard als een geestverschij ning, zijne oogen richten zich strak op haar gelaat. „Laura!' schreeuwt hij plotseling, en springt rechtop in het rijtuig. „Laura! Zij is het, mijn trouwelooze vrouw!" klinkt het al zachter uit ziju mond en zoo bleek als een doode valt hij in 't rijtuig terug. „Een zonderlinge manzegt de gravin, in wier gelaat geen zenuw zich vertrekt. Dan geeft ze baar klepper een licht tikje en rijdt weg. „Nora 1" roept de graaf haar na. Zij wendt zich vluctitig'om. ,lk kan geen zieke menschen zien veront schuldig mij! En weg vliegt ze, als een pijl uit den boog. De oude heer is in doodelijke verlegenheid. Wat zal hij beginnen? Willburg ligt nog altijd in de kussens van het rijtuig de vuisten gebald den mond krampachtig gesloten de oogen dicht. „Mijnheer Willburg 1' roept de graaf, «kom tot u zeiven een treffende gelijkenis heeft u misleid. Het is mijn gemalin, die u zoo even gezien hebt de rijksgravin Nora van Mau-- 4e. aflegging van een examen. Daarentegen is hernieuwde aangifte wel noodig voor hen wier plaatsing op de lijst berustte op le. bewoning van een huis of gedeelte van een huis of *an een vaartuig, indien zij niet meer op 31 Januari hetzelfde hnis of een ge deelte \an hetzelfde huis of hetzelfde vaartuig bewonen of 2e. op genot van inkomen in dienstbetrekking of als inwonende zoon, in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam, hetzij met of zonder genot, van pensioen en lijfrente. Voorts wordt opgemerkt, dat zij die vallen onder eene der nommers 1—4 van No. III, om bevoegd te zijn tot het kiezen van leden van den gemeenteraad, over l.< t volle laatsverloopen dienstjaar iu deze gemeente moeten zijn aange slagen in eene plaatselijke directe belasting en dien aanslag op den lsten Maart ten volle hebben beiaald bedragende voor deze gemeente f 1,25 Ten slotte wordtioan belanghebbenden mede gedeeld, dat voor het doen van aangiite van heden af ter secretarie kosteloos verkrijgbaar zijn blanco iormulieren. Waalwijk den 1 Februari 1903. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHÜEREN. Het Gemeentebestuur van Waalwijk maakt bekend dat ter secretarie der gemeente voor belanghebbenden ter lezing is nedergelegd de lijst der bij de tussehentijdsche in de maand December 1902 gehouden keuringen, toegelaten tn niet toegelaten springstieren. Waalwijk 3 Februari 1903. De Burgemeester voornoemd K. DE VAN DER SCHUEREN. NAT. MILITIE. De Burgemeester van Waalwijk maakt bekend dat do lotelingen, die in aanmerking wenschen ie komen bij de bereden korpsen (huzaren of veldartillerie) zich daartoe kunnen vervoegen bij of schriftelijke mededeeling kunnen doen aan den Hoer Provincialen Adjudant te 's Hertogen bosch. Hierbij zij er aan herinnerd, dat zij die belmo ren tot de beredjn corpsen na volbrenging van den bij de wet bepaalden diensttijd niet over gaan naar de landweer, doch bij diensteindiging een bewijs van ontslag ontvangen. Waalwijk 3 Februari 1903. De Burgemeester voornoemd K. DE VAN DER SCHUEREN. De werkstaking, en eenieder zal voldoende begrijpen, welke staking door ons wordt bedoeld, is geëindigd. Het verdere verloop en het einde daarvan vindt men onder Binnenland. Wij achten deze staking wel kort van duur, maar kolossaal in omvang en van et pare iuan weder op 't voorhoofd. Het rijtuig stijgt steeds langzaam, tot het boven op een platvorm is gekomen, waar de wind, die inmiddels een weinig sterker is geworden, het verhitte aange zicht van den ouden man een aangename koelte toewaait. Gok ontspant hij de zenuwen van Willburg. Langzaam slaat deze de oogen op, ziet, zwaar ademend, verward om zich heen en fluistert zacht: „Het schijnt een droom een hallucinatie' hij strijkt zich met de rechterhand over hel voorhoofd «en toch was ze het I Hoe komt mijn vrouw hier en in zoo'n bevoorrechte positie Den graaf is ondanks den zachten toon geen woord ontsnapt. „Ongelukkige man!' zegt hij medelijdend, de hand van Willburg hartelijk drukkend „uzijt zeker reeds zwaar getroffen het verlies van een teer geliefde vrouw te beklagen Ik wil mij niet in uw vertrouwen dringen u behoeft mij niets te vertellen. De hoofdzaak is, dat gij n maar weer zoo gauw mogelijk herstelt. U zaagt er zoo even uit als een doode. Ik kan er mij dan ook wel indenken, wal het zeggen wil, als men iemand, boven alles liefheeft en dan zoo'n geliefd wezen te moeten verliezen, terwijl men plotseling, door een vergissing misleid, meent de verlorene voor zich te zienjong, frisch en le vendig. Ik voel maar al te goed, hoe dat iemand tot in 't diepste van ziju ziel moet schokken. Eensklaps neemt het gelaat van den graaf een levendige uitdrukking aan. Graaf von Mansfeld-Herchestorf houdt zich niet veel met ernstige gedachten bezig, van na ture en door zijne positie ia hij tot een leven van „zich goed doen' geneigd en de dingen langs zich heen te laten gaan, om ze te laten voor wat ze zijn, als er maar zijn welbehagen niet onder lijdt. En toch iets is er, dat in staat is, hem vólkomen te doen veranderende afgodische liefde tot zijn tweede gemalin. De graaf bemint ztin verblindend schoone, jonge vrouw met de liefde van een jongeling; in haar tegenwoordig heid straalt zijn gelaat van geluk en vreugde. En daarom gevoelt hij nu zoo innig medelijden met Willburg; daarom verlevendigt zijn gelaat, daarom richt zich zijn gestalte op en zegt hij terwijl hij de hand van Willburg in de zijne groot gewicht om 't princiep waarvan zij i? uitgegaan, wel van zulk een aard om aan V hoofd van dit blad eenige uittreksels der voornaamste bladen, over de oorzaak en vooral hare gevolgen, te geven Verschillende bladen hebben hier weer huns inzien een krachtig middel gevonden oin tegen de huidige regecring te velde te trekken, wat zeer onrechtvaardig is en wat in deze ook door bladen der oppositie, flink en duidelijk wordt weerlegd. Wij beginnen hier met een artikel uit de N. Rott. Ct., dat onze meening, oordeel en zienswijze in deze zaak vrijwel weergeeft: Wat één man doen kan Den 9en Januari zond het Blaauw- hoedenveem, ter ontvangst van goedeien uit het aan de firma Wm, H. Muller Co. gecharterd stoomschip Stassfurt, een be diende, niet aangesloten bij de Handels- en Pakhuisbedienden vereeniging, welke corpo ratie hun, die tot het gilde gerekend wenschen te worden, het lidmaatschap als eene verplichting oplegt. De betrokken werklieden weigerden met dien bediende samen te werken en de lading van het stoomschip op te slaan. Zij werden ver vangen door anderen, niet bij eenige orga nisatie aangeslotenen, die in hunne plaats het werk verrichtten maar diegenen, welke vrijwillig en in weerwil van herhaalde sommatie den arbeid hadden gestaakt, eischten het onmiddellijk ontslag van hunne" plaatsvervangers-,/Onderkruipers". Toen dit, wegens met de nieuwe mannen gesloten overeenkomst, moest worden geweigerd, werd de boycot uitgesproken, niet alleen over alle veemen en maatschappijen, die zich bedienden van de nieuw aangeworven werkkrachten, maar ook voor alle goederen, die door de „onderkruipers" waren aange raakt, of gelijk bij de werklieden-orga nisaties gebruikelijke term luidt waren „besmet". En het //goed" droeg de besmetting over op ieder, die er zich mee inliet, het naar dok of pakhuis vervoerde, behulpzaam was bij overlading in waggon en op iedere vennootschap of maatschappij, in wier dienst of op wier order de manupulatie geschiedde. Zoo breidde de boycot zich uit en schaadde in zijne gevolgen ook ondernemingen, die buiten het transportbedrijf staan, gelijk de suikerraffinaderijen, waarvan de werklieden weigerden de grondstof (ruwe suiker) te behandelen, aangevoerd door de werklieden- „onderkruipers" van geboycotte veemen, maar die eveneens weigerden, zelven die grond stof, uit de opslagplaatsen aan de haven, neemt„Ik kan bevroeden, mijnheer Willburg, wat u fhans gevoelt. Wij zien ons heden voor het eerst en toch heb ik een onbegrensd vertrou wen in U, alsot wij reeds jaren met elkander bekend zijn. Ziet u, ik bezit zulk een lieve vrouw, die mij het liefste op de wereld is „builen mijn eer!' Hij verheft trotsch het hoofd. Toen u zoo even, verward dooreen toevallige gelijkenis, uitriep «Laura mijn trouwelooze vrouw 1 toen kromp er ook in mij iets tezamen, ook mij duizelde het voor een oogenblik, want de gedachte steeg plotseling in mij op, mijn Nora kon werkelijk op een goeden dag van mij worden weggerukt. Hoort u, mijnheer en hij omvat Will burg's arm met ijzeren greep ik zou hem dooden als een hond, die mij berooven wilde van mijn eenige vreugde, mijn zoet geluk, mijn troost in mijn ouden dagl' In zijn oogen liggen doodsangst en bedreiging. Eensklaps wendt hij zich af, tranen ontvallen zijn wimper?, tranen van een oudeD man om een nog jong geluk. ill burg zit als droomende naast hem wel licht heeft hij maar half gehoord, wat de graaf tot hem gezegd heeft, doch dit heeft hij wel begrepen, dat het leven van dezen goeden, ouden man innig verbonden is aan die vrouw, die als een geestverschijning gekomen en ook weder verdwenen is. Zijn geest schijnt nog altijd be vangen doch, daar wordt het hem weer helder hij heeft ze toch van nabij gezien neen, het is geen droombeeld, maar klare werkelijk heid die wonderschoone vrouw met haar nixeoogen, met haar robijnroode lippen, die zoo zoet verlokkend maar ach, ook zoo koud weteD te lachen. En dan die steml O, nooit, neen nooit in zijn leven vergeet hij ze. Dat weeke, melodische orgaan, dat zoete woorden kan uiten, zeifs al klonken ze toornig en verachtelijk. Zij was het! Juist zooals hij ze in hare teere jeugd voor zich gezien had, omstraald met den liefdekrans van jonkvrouwelijke overmoedigheid, o zoo slank en fijn en toch zoo koninklijk schoon en zoo was ze weer voor hem verschenen. (Wordt vervolgd.) uaar de raffinaderij te vervoeren, uit soli dariteitsgevoel met hunne ontslagen of uit het werk getreden kameraden. Het schijnt, dat het zenden van dien ééncn niet georganiseerden bediende op 9 Januari, om dienst te doeu bij de lossing van de Stassfurt, wel de onmiddellijke aan leiding is geweest van de staking met haar nasleep, maar dat de oorzaak dieper moet worden gezocht, bijv. in een toeleg van sommige werkgevers of hunne handlangers om bij het in dienst nemen niet-georgani- seerde werklieden achter te stellen bij wèl- georganiseerden en zeker is het zenden van dien éénen, buiten het vereenigingsleven staanden pakhuisbediende en de daarop ge volgde dienstweigering der bootwerkers door de organisatie gereedelijk aangevat als eene actie uit te doen/geboren worden ter propa- geering van het beginsel, dat zij voorstaat en om de nalatigen, ii; de verschillende takken van transportbedrijf, te nopen zich aan te sluiten. Een hoog ernstig geval van eigenrechtig optreden is geleverd in de staking van het spoorwegpersoneel. En men moge er zich over verheugen, dat de stagnatie maar zoo kort heeft geduurd, het spoedig herstel der communicatie is verkregen tegen een con cessie, waarvan de gevolgen nauwelijks zijn te overzien. Niet meer of minder is aan spoorwegmaatschappijen in de uitoefening van het gezag ten deze niet langer döor de werkliedenorganisatie vertegenwoordigd toegekend dan het recht, de behandeling van goederen te weigeren, met het oog op herkomst of beslemming. Daarmede is prijsgegeven een beginsel, zonder hetwelk geen onderneming, geen handelsvennootschap zich langer een dag veilig kan gevoelen tegen de meest mogelijke willekeur, tegen elke poging om den levensader van haar bestaan af te snijden. Want waar het heden een quaestie van organisatie was, welke het spoorwegpersoneel den arbeid deed staken, omdat het geen werk wilde ver richten voor de uitgesloten veeraeu en scheepvaartmaatschappijen, aldus ook van zijn kant deze willende dwingen tot toe geven aan haar gestelde eischen, daar kan liet morgen zijn een loonquaeslie, het naar men meent ongemotiveerd ontslag van een werkman en dit alles niet slechts met be trekking tot de eigen corporatie, maar, wegens het federatief verband, ten aanzien van elke andere. Bij deze wijze van han delen treedt het geweld op zonder vooraf gaand onpartijdig onderzoek naar de recht matigheid van den eiscii, die gesteld wordt, maar alleen om zijn inwilliging door over macht af te dwingen. Reeds na een etmaal heeft men het con flict, waarbij heel het land aan de genade was overgeleverd van het spoorwegpersoneel, tot een einde gebracht. Maar een oplossing is allerminst verkregen. In het feit zelf, dat partijen slechts 24 uur tegenover elkaar hebben gestaan, waarna een der partijen op alle punten zich heeft onderworpen, ligt het bewijs, dat hier van een eigenlijken strijd geen sprake zijn kan. De partij van het beheer, die opkomt voor de gemeenschap en in wier handen, onder sanctie ook van de regeering, de belangen, de veiligheid zijn gelegd van het openbaar verkeer, heeft zich op genade of ongenade overgegeven aan de partij, die haar kracht in plichtverzaking vond. En de regeering heeft zich van elke tusschenkon st onthouden. Intussc'nen erkennen wij, dat de positie, zoowel van de directie der spoorwegmaat schappij, als van de regeering, eene uiterst moeielijke was. De weigever heeft op de eventualiteit eener algemeene werkstaking of dienstwei gering van het personeel niet gerekend en het geval in de wet, die van 1875 dag- teekent, niet voorzien. Het lijdt geen twijfel, dat naar een m d- del, om herhalingen van wat wij thans hebben beleefd, te voorkomen, dient te worden gezocht; of het gemakkelijk zal zijn een afdoend middel te vinden is eene andere vraag. Ook de staking der boot- en veemwerkers is nu heden opgeheven. De allesbehecr- sehende eisch der federatie, waarop tot nu

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1903 | | pagina 1