jVummer 31. Donderdag 16 April 1903. 26e Jaargang. Toegewijd aan HandeS, Industrie en Gemeentebelangen. De nieuwe strafbepalingen: m AE TOON TIELE A VERSLAG U itökvee: FEUILLETON. «■■clitj t Oil liclit i| meet ooget 1. Kat! geeft TWEEDE GEDEELTE. WAALWIJK. EaaesaBSHnnBBBBBEesaraKffisajg sheswshkksf,: Nachtelijke samenkomst. Een Bespiedster. )oral t Rests; tikel is nu eeiiig,; 26. Mi eren f s&KSBSBSMer '*t>ssf!E33&: 'JEaStöJSSKSE?* IVaalwjjfcsclie a Langstraatsclie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden fü.~5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan Uitgever. den m de werd i gebc veree: m de en lec i Pirra; igdeo 'an vs Deslol volge: de 62 ■rklied meet allen is OTI Dp de i nam ering ïschul at de Drotest fabriki arb: usschs eeren vert ier, 0 diedei naker seideo Dor b: len b: irk - ;n te on en t, en een c roep, steu /reed fabri tab klied: had non» te 0; it Sps nuel zi"h t. 0 ilzwif >n:lit oede aanbt 1. K CO* 'ZallU Van deze bepalingen geeft de //Nieuwe Courant'" het volgend duidelijk bericht Art. 284 van het Wetboek heeft een wijziging ondergaan (de gecursiveerde woor den zijn nieuw) Met gevangenisstraf van ten hoogste negen maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden worden gestraft: lo. hij die een ander door geweld of rnige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of eenige andere feitelijkheid gericht hetzij tegen dien ander, heizij tegen ierden, wederrechtelijk dwingt iets te doen, of te dulden 2e. hij die een ander door bedreiging met smaad of smaadschriften dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden. In het geval ouder 2o. omschreven wordt het misdrijf niet vervolgd dan op klachte van hem, tegen wien het gepleegd is. Wat het woord feitelijkheid stellig omvat wat het stellig buitensluit., is in de beraad slagingen der Tweede Kamer niet vastge steld. Dit was trouwens de taak uiet van dit lichaam, maar die van de rechterlijke macht. In het werk van Noyon leest men //feite lijkheid is elke (beleedigende) handeling die zich niet in woorden uitgebaren, dreige menten, afbeeldingen, spuwen in het aan gezicht eu wat verder in het verkeer een beleedigeude beteekenis verkregen heeft ook slaan en dergelijke handelingen, welke ook onder mishandeling kunnen vallen." De minister Loeft' verklaarde zich in hoofdzaak met die omschrijving te kunnen vereenigen. Verder zijn, gelijk men ziet, de genoemde middelen ook strafbaar gesteld, indien zij gepleegd worden tegen derden dit ter be scherming van de gezinnen of betrekkingen op wie dwang beoogt te oefenen. Na art. 426 van het Wetb. v. Strafr. is voorts ingevoegd een nieuw art. 426bis (overtreding, niet misdrijf) luidende Artikel 426bis. Hij die wederrechtelijk op den openbaren weg een ander in zijn vrijheid van beweging belemmert of met een of meer andereu zich aan een en ander tegen diens uitdrukkelijk verklaarden wil blijft opdringen of hem op hinderlijke wijze blijft volgen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste honderd gulden. Dit artikel is duidelijk genoeg, het stelt o.a. straf op het zoogenaamde posten", voorzoover dit verder gaat dan het uitzetten van wachters op den openbaren weg, die tot arbeiden gezinden door overreding trachten te bewegen het werk neer te leggen. Na art. 358 van het Wetb. van Strafrecht worden drie nieuwe artikelen ingevoegd. Het eerste luidt Art. 358bis. De ambtenaar of eenig in het openbaar spoorwegverkeer voortdurend of tijdelijk werkzaam gesteld persoon, niet be hoort ude tot het personeel van een spoorweg, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd, die met het oogmerk om in de uitoefening van eenen openbaren dienst of in het openbaar spoorwegverkeer stremming te veroorzaken, of te doen voortduren, nalaat of, op wettig gegeven last, weigert, werk zaamheden te verrichten, waartoe hij zich uitdrukkelijk of uit kracht van zijne dienst betrekking heeft verbonden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden. De nalatigheid of weigering wordt gestraft, indien zij geschiedt „met het oogmerk om in de uitoefening van eenen openbaren dienst of in het openbaar spoorwegverkeer strem ming te veroorzaken of te doen voortduren." Of zij daarnevens met een verderaf liggend doel geschiedt, b v. uit solidariteit of om loonsverhooging te verkrijgen, doet niets ter zake. Strafbaar is voorts zoowel h?t oog merk om de stremming te veroorzaken als om haar te doen voortduren. Niet strafbaar is dienstopzegging (zelfs gezamenlijke) met. inachtneming van den termijn van het dienslcontract, immers tot de werkzaamheden, welker verrichting men weigert, moet men, oin strafbaar te zijn, zich uitdrukkelijk of uit kracht vau zijn dienstbetrekking hebben verhonden. Artikel 358ter, Indien twee of meer per sonen ten gevolge van samenspanning het misdrijf plegen in het vorig artikel om schreven, worden de schuldigen, zoomede de leiders of aanleggers der samenspanning, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren. Dit artikel verzwaart de strafmate voor in vereeniging beraamde plotselinge staking en stelt de leiders of aanleggers mede onder het bereik der Strafwet. Artikel 358quater. Indien het oogmerk, bij artikel 358bis omschreven, wordt be reikt, wordt gevangenisstraf opgelegd, in geval van artikel 35Hbis van ten hoogste een jaar geval van artikel 358ter van ten Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S. (34) Lieu en bij J pro1 hoogste vier jaren. Hier wordt de straf verzwaard, indien het oogmerk gelukt is en dus het veroorzaken of doen voortduren van stremming in den dienst (door ambtenaren) of in het openbaar spoorwegverkeer (door spoorwegpersoneel) hetzij van do nalatigheid of weigering, hetzij van de samenspanning, inderdaad het gevolg is geweest. Eindelijk wordt art. 380 van het Wet boek van Strafr. in dier voege aangevuld, dat de rechter bij veroordeeling wegens de misdrijven, in de artikelen, 358his, ter en quater omschreven ontzetting kan uitspreken van de volgende rechter. lo. het bekleeden van ambten of van bepaalde ambten 2o. het dienen bij de gewapende macht 3o. bet kiezen en de verkiesbaarheid bij krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven vei kiezingen. ELFDE HOOFDSTUK. De oogen der gouvernante fonkelen als die van eene woedende kat. „U noemt de wetenschap dezer nachtelijke geheime samenkomst niet zoo gevaarlijk, mijn heer de baron? Meent u, dat mijnheer de graaf er ook zoo over zou denken, als ik hem vertel de, dat u te middernacht te zamen waart met de gravin in de serre?' Egon stampte woedend op den grond. Slang 1' mompelt hij binnensmonds. Dan zegt bij schijnbaar weer heel gewoon ,De graaf zal u niet gelooven, maar u als een boosaardige lastertong uit het slot jagen.' Meent u Deze vraag der gouvernante klinkt vol bijtenden spot. „Zou mijnheer de graaf mij ook dan nog voor eeu lasteraarster aanzien, als ik hem bewijzen voor mijn beweren overleg, tenminste in zooverre, dat u in gehei me betrekking tot de gravin staat.' Egon veschrikt bij deze laatste raededeeling zóó hevig, dat hij moet blijven staan, om weder om wat normaal te worden. „U hebt daarvoor bewijzen?' vraagt hij toon loos. Van welken aard zijn deze en op welke wijze kwamen zij in uw bezit?' De gouvernante lacht boosaardig. „Eens in de lento was ik nog vóór de familie van uw oom hier na de verbouwing voor goed haar intrek nam met Denise hier. Terwijl 111 deze in den tuin schommelde, inspecteerde ik de kamer der gravin, waarin reeds alles was overgebracht, even. Het boudoir van mevrouw was altijd mijn lavorite; mevronw heefteen recht voornamen smaak. De meubels uit rozen- hout die lichte, keurige draperie en de zachte tapijten, de schilderachtige wanorde in het arrangement er is nergens stijfheid of over lading te bemerken. Een sierkastje in den waren zin des woords, het boudoir eener hooge dame waardig, maakte altijd mijn opmerkzaamheid gaande; bizonder trof me ook de kunstig gesne den schrijftafel. Op den dsg, waarvan ik spreek, stak de kleine zilveren sleutel in het slot de genadige gravin scheen niet bevreesd te zijn voor indiscrete handen en zoo benutte ik deze mij zoo geboden gelegenheid, om ook het interieur der zoo kunstig bewerkte schrijftafel te bezichtigen. In een geheim vakje dank mijner ondervinding in deze gelukte het mij dit te openen logen verscheidene geel gewor den papieren er. ook het kasboek der gravin, alles te zamen met een rosa-bandje omwonden Daar het mij interessen de. den inhoud dezer papieren te kennen, besloot ik, ze mede te nemen, want op de plaats zelve kon ik ze niet inzien, daar de stem van mijn leerlinge in de nabijheid zich duidelijk liet hooren en deze dus mij elk oogenblik kon overvallen. Ik had juist nog tijd, het gevondene snel in mijn zak te steken en de schrijftafel weder te sluiten, toen Denise wild en woest, zooals altijd, het boudoir binnentrud. Wij gingen naar huis terug en ik moest mijn ongeduld tot den avond beteugelen. Na de beëindiging mijner dagtaak op mijn kamer gekomen, kon ik rustig deze stukken gaan doorlezen." „En wat behelsden ze?" vraagt Egon gespan nen. „Zeer veel en niets gelijk men het ne men wil 1" zegt Demoiselie Blanche. «Daar waren ten eerste eenige zeer warm geschreven liefdesbrieven bij, doch uit vroegere dagen der gravin. Zij waren echter niet onder- leekcnd. Ik ken den schrijver dus niet. Verder vond ik onder deze papieren een aantal gedichten onder den titel /Aan den afwezigen geliefde'. Deze gedichten, gloeiend van geestdrift, zijn, geloof ik, dour de gravin overgeschreven. Ook In ons verslag der vergadering van den Bond van Ned. Lederfabrikanten, beloofden bet jaarverslag in zijn geheel t.e geven het wordt ons nog te meer verzocht, zulks ie doen, ter wille van de vele onjuiste mede- deelingen die in de couranten de rondte hebben gedaan. van de werkzaamheden van het Bestuur en den toestand van den Bond van Neder- landsclie Lederfabrikantcn gevestigd te Tilburg over den jure 1903. Mijneheeren Wederom is het tijdstip aangebroken waarop wij ingevolge art. VIII der Statuten U rekening en verantwoording moeten doen van ons beheer en U verslag moeten uit brengen van onze werkzaamheden en den toestand van het derde Bondsjaar 1902. De taak ons volgens genoemd artikel der statuten opgelegd is aangenaam niet alleen, omdat de toestand van den Bond ook in liet derde boekjaar gunstig is maar vooral omdat wij van u de meeste welwillendheid en belangstelling mochten ondervinden. Met het oog op de omstandight den 11 bereids in onze circulaire van 31 Januari medegedeeld oordeelde het Bestuur in het belang onzer industrie beter, de algemeene vergadering te houden in Maart in plaats van in April, de vergadering van Maart is 0111 de onrustige tijdsomstandigheden ver deze erotische verzen dagteekenen van vóór het huwelijk der gravinmen kan er echter uit ervaren, dat mevrouw niet al te kieskeurig was in de keuze barer aanbidders. Dit alles was dus voor mij van weinig belang, hoewel de graaf, die blijkbaar niets van het verledene zijner vrouw kent, uit deze papieren kon te weten komen, hoe" hartstochtelijk mevrouw vóór haar huwelijk een «slanken jongeling" heeft liefgehad. Doch het kasboek deed mij onthullingen, die ons beider meester zeker niet welkom zouden zijn, n.l. dat baron van Baginsky, zijn neef, door bemiddeling der gravin reeds duizenden marken ontvangen heeft, om zijn speelschulden te be talen.' „U zijt een duivelin in menschengedaante.' valt Egon uit. «Indien U mooi waart, dan zou uw geest en uw verfijnde boosheid mij bijna tot uw persoontje kunnen doen aantrekken, zoo echter wekt u bij mij nog een dieperen haat tegen u op dan dien ik reeds gevoel.' „IJ zijt niet,verstandig, mijn haat op te wek ken,' zegt Blanche, wier oogen wederom vol woede fonkelen. „Het moet eerder als een compliment voor u klinken,* hervat Egon. „Ik houd u voor te slim om ijdel te zijn.* „Ik ben een vrouw, zooals al de anderen!* Blanche spreekt thans op ontroerden toon. „Ware ik niet een stiefkind der natuur, misschien zou ook in mij dat edel gevoel huizen, dat opwekt, om goed én edel (e zijn te beminnen en be mind te worden. Hoe is hef met het geld vraagt zij plotseling bruusk met hatelijk klin kend stemgeluid. „U zult het geld hebben.* Echter, u legt alle kompromitteerende stukken op den dag, dat ik u het gevraagde uitbetaal, in mijne handeu verstaan „Ja, baron „Dan goeden nacht, mademoiselle!' Egon maakt een koele buiging voor de Fran- 9aisc en begeeft zich in het door hem bewoonde gedeelte van het slot. üok Blanche gaat triumfeerend naar haar ka mer. Daar aangekomen, outsluit zij een kleinen, in haar kleerkast verborgeD, eu neemt er een sterk ijzeren kistje uit, waarin haar in vele jaren bespaarde gelden. Een belangrijk bedrag aan buiikuoten en goud laat zij door haar handen Advkrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van eey groot aantal regels en 1 advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel, dangd moeten worden tot heden 6 April. Wij geven u hierbij een beknopt over zicht over de voornaamste gebeurtenissen en den loop der werkzaamheden over 1902. Onze algemeene vergadering van 22 April 1902 werd door u talrijk bezocht; volgens Art. V der Statuten traden volgens rooster af de heeren 0. L. Bressers, P. van Loon Gz. en J. B. L. Verstertot onze groote voldoening zagen genoemde heeren hun mandaat hernieuwd en verklaarden zij zich bereid dit op nieuw te aanvaarden. In eene opvolgende bestuursvergadering werd de lieer P. van Loon Gz. op nieuw tot Penningmeester benoemd. Verschillende Bestuursvergaderingen en onderlinge conferentiën zijn in den loop van 1902 uoodig geweest. Het plan' tot het oprichten van een technisch bureau en looierij-cursus waarover wij u in de laatste algemeene vergadering met een enkel woord spraken is op goeden voet gekomen. Over dit ontwerp zijn door ons dato 3 Mei 1902 drie adressen verzonden eu wel een aan Zijne Excellentie den Minister van Biimenlandsche Zaken, een aan ZExccl. den Minister van Waterstaat Handel en Nijver heid en een aan ZExcel. den Minister van Oorlog. 17 Mei daaraanvolgende werd eene Com missie van ons Bestuur op speciale uitnoo- diging door Zijn Excel, den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid in parti culiere audiëntie ontvangen om deze belang rijke aangelegenheid nader toe te lichten. Zooveel mogelijk werden door de commissie de gevraagde inlichtingen gegeven, terwijl andere vragen die uitgebreide correspon dentie met het Buitenland noodig maakten, later werden beantwoord. 25 Sept. hadden wij het genoegen van Zijne Excel, den Minister van Binnenlandsche Zaken een schrijven te ontvangen, houdende mededee- ling dat plannen tot uitbreiding van de afdeeling c der Nederlandsche school vooi- Nijverheid en Handel te Enschedé met eenen cursus voor lederbereiding in onderzoek zijn. Ingevolge uw besluit van 22 April 1902 werden, zoodra de vastgestelde adressen der commissiën van de zool- en overleerfabrikanten in zake invoerrechten waren ingekomen, door ons maatregelen genomen, deze zoo spoedig mogelijk te doen teekeneu, de adressen der zoolleerfabrikanten bestonden uit één hoofdadres en elf hulpadres sen, die geteekend zijn door drie honderd zes en negentig looiers, de adressen der glijden, terwijl haar oogen daarbij met een heo- zuchtige uitdrukking op haar leelijk gelaat vol begeerigheid schitteren. „Dertigduizend mark," mompelt zij. Spoedig zal de som groot genoeg zijn, om mij terug te kunnen trekken. Slechts nog tien jaren!" Zij zucht diep. /Nog tien jaren slavin, om als oude juffrouw een goed, maar dan toch altijd nog een eenzaam leven te kunnen leiden. Een bitter, honend lachje komt over haar saamgeperste lippen. Zij bergt het geld weder op en legt zich ein delijk neder. Ook Egon heeft zich, na in zijne vertrekken gekomen te zijn, ter ruste gelegd. Van slapen is echter geen sprake. Steeds kwelt hem de ge dachte, met handen en voeten aan lie hatelijke gouvernante overgeleverd te zijn. Hij weet waarlijk geen anderen uitweg dan zijne tante deze nachtelijke scène in al liaur kleuren en geuren mede te deelen Hoe zal zij echter schrik ken en wat zullen de gevolgen van dit alles zijn? Het grootste medelijder, heeft deze nog niet ge heel bedorven lichtmis met zijn besten, ouden oom, die altijd zoo goed voor hem is geweest. Hoe hij echter de zaak ook draait of wendt, hij ziet geen andere uitkomst dan zijne tante maar weer in den arm te nemen. Onder deze gedach ten valt hij in slaap. TWAALFDE HOOFDSTUK. Een zware taak, go.ed volbracht. Laat ons, na het ons veroorloofde sprongetje in het vorige hoofdstuk, tot deu natuurlijken gang der gebeurtenissen terugkeeren. Zooals de lezers zich nog wel zullen herinneren, had Will- burg den graaf, den avond voor dien yrecselij- ken nacht, de catastrophe met Athanasia mede gedeeld. Nog onder den indruk van dit ontroe rend bericht bracht de graal' dien avond, een weinig in zich zeiven gekeerd, te midden van zijn gezin door. Nadat allen achtereenvolgens zich in hunne respectieve slaapkamers hadden overleerfabrikanten uit één hoofciadres en vier huipadressenniet zes en negentig haiidteekcningen, naar gelang deze geteekend bij ons ontvangen werden, zijn zij voorzien van adnaesie-adressen van ons Bestuur aan Zijn Excel, den Minister van Financiën verzonden. Wij kunnen u de verzekering geven dat dit belangrijk onderwerp door ons niet uit liet oog verloren wordt en dat reeds maat regelen getroffen zijn om ter gepaster tijde onze goede rechten te doen gelden. Door onsis indertijd een verzoek ge richt aan de redactie yan „De Nieuwe Rotterdamsche Courant" 0111 een paar stuk ken uit de „Lederindustrie" over te nemen met het doel om de lezers van dat blad ook van eene andere zijde liet standpunt van de looierij dan dat van den heer Haagen, te doen kennen, aan dit billijk verzoek wilde ge noemde redactie niet voldoen. Het adresboek hebben wij in den loop van 1902 zien verschijnen, hoewel hieraan zooveel mogelijk goede zorgen besteed zijn, belreurt het Bestuur dat er fouten in voor komen. Op initiatief van een onzer meest ver dienstelijke bestuursleden werd door ons ecu schrijven gericht aan de Heeren Grisar en Co. te Antwerpen om door hunnen in vloed te bewerken dat ook Antwerpen even als Hamburg meer details geve omtrent conditiën van huiden die op levering te koop worden aangeboden; met de meest mogelijke welwillendheid verklaarden de Heeren Grisar en Co. zich ten dienste doch in de onmogelijkheid te verkeeren aan dit verzoek te voldoen omdat niemand bedoelde (betrouwbare) details kon hebben. Door ons bestuur werd een verzoek schrift gericht aan zijn Excel, den Minister van Koloniën om bij aanbestedingen aan zijn departement leder op te nemen onder die artikelen voor de levering, waarvan volgens art. 3 sub 2 van de Algemeene Bepalingen, betreffende de aanschaffing van goederen ten behoeve van Rijks Over- zeesche bezittingen alleen Nederlandsche fabrikanten in aanmerking komen. I11 zake de ongevallenwet heeft ons Be stuur gemeend 11a rijp overleg, vooralsnog niet te moeten optreden evenwel wordt deze zaak niet uit het oog verloren. Uit onze circulaires van 31 Januari j.l. is hel U bekend, dat bij de belangen van den Bond ook de belangen onzer industrie een onderwerp op ouze Bestuursvergaderin- teruggetrokken, begaf ook de goedmoedige oude man zich nuar zijn slaapvertrek, waar hij zich, evenmin als zijne gemalin, direct ter ruste neer legde. üok hem hielden zorgen de oogen open. Ter wijl hij alles rondom zich in den diepsten slaep waande, zat. hij op eer, divan met de handen onder het grijze hoofd. Daar schuift hij zijn zetel dichter bij de tatel, haalt een notitieboekje uit zijn jaszak en begint hij het matte licht van een met een Japansche kap voorziene lamp dit boekje door te bladeren en een getallenlij op te tellen, welke optelling maar niet naar den zin schijnt te gaan, want telkens fronst hij het voorhoofd en begint op nieuw. Nog eens telt hij met het potlood van boven paar onder en omgekeerd, doch de rekening wil maar niet kloppen. Hij zucht. „Merkwaardige verzwakking van mijn geheu gen in den laalsten tijdl' zegt hij droevig voor zich heen, dan zit hij een poosje peinzend voor zich uit te staren. Voor hem op de tafel liggon een menigte pa pieren, plannen, brieven enz. enz. Hij kijkt deze papieren verstrooid even in, dan neemt hij een uitgewerkt bestek met teekening en bestudeert het oplettend. Weer zucht hij diep. „Maar kan ik dezen Willhurg wel in alles vertrouwen Dit ontwerp met de bijlagen, waarin het fi- nancieele gedeelte uiteengezet is, schijnt goed en winstgevend te zijn, doch ik kin de relalie's in dezen zoo weinig en moet mij geheel en al op Willhurg verlaten.' De graat neemt zijn notitieboekje weer ter hand en begint opnieuw op te tellen. Ditmaal schijnt het te gelukken. „Het is verschrikkelijk, zooveel als mijn huis houden kost zegt hij hoofdschuddend, oj> de getallen starend. Bijzonder in de laatste jaren heeft /nijn vrouw kolossale sommen voor toilet- benoodigdheden en brillanten uitgegeven. In een jaar een vorstelijk vermogen I Doch ik gun haar alles, wat haar leven veraangenamen en opvroolijke» kan, mijn schoone Nora. De stem van den ouden man klinkt thans zeer (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1903 | | pagina 1