jVummer 31.
Donderdag 16 April 1903.
26e Jaargang.
Toegewijd aan HandeS, Industrie en Gemeentebelangen.
De nieuwe strafbepalingen:
m
AE TOON TIELE
A
VERSLAG
U itökvee:
FEUILLETON.
«■■clitj
t Oil
liclit i|
meet
ooget
1.
Kat!
geeft
TWEEDE GEDEELTE.
WAALWIJK.
EaaesaBSHnnBBBBBEesaraKffisajg sheswshkksf,:
Nachtelijke samenkomst.
Een Bespiedster.
)oral t
Rests;
tikel
is nu
eeiiig,;
26. Mi
eren f
s&KSBSBSMer
'*t>ssf!E33&:
'JEaStöJSSKSE?*
IVaalwjjfcsclie a Langstraatsclie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden fü.~5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan
Uitgever.
den
m de
werd
i gebc
veree:
m de
en lec
i Pirra;
igdeo
'an vs
Deslol
volge:
de 62
■rklied
meet
allen
is OTI
Dp de
i nam
ering
ïschul
at de
Drotest
fabriki
arb:
usschs
eeren
vert
ier, 0
diedei
naker
seideo
Dor b:
len b:
irk -
;n te
on en
t, en
een c
roep,
steu
/reed
fabri
tab
klied:
had
non»
te 0;
it Sps
nuel
zi"h
t. 0
ilzwif
>n:lit
oede
aanbt
1.
K CO*
'ZallU
Van deze bepalingen geeft de //Nieuwe
Courant'" het volgend duidelijk bericht
Art. 284 van het Wetboek heeft een
wijziging ondergaan (de gecursiveerde woor
den zijn nieuw)
Met gevangenisstraf van ten hoogste negen
maanden of geldboete van ten hoogste drie
honderd gulden worden gestraft:
lo. hij die een ander door geweld of
rnige andere feitelijkheid of door bedreiging
met geweld of eenige andere feitelijkheid
gericht hetzij tegen dien ander, heizij tegen
ierden, wederrechtelijk dwingt iets te doen,
of te dulden
2e. hij die een ander door bedreiging met
smaad of smaadschriften dwingt iets te doen,
niet te doen of te dulden.
In het geval ouder 2o. omschreven wordt
het misdrijf niet vervolgd dan op klachte
van hem, tegen wien het gepleegd is.
Wat het woord feitelijkheid stellig omvat
wat het stellig buitensluit., is in de beraad
slagingen der Tweede Kamer niet vastge
steld. Dit was trouwens de taak uiet van dit
lichaam, maar die van de rechterlijke macht.
In het werk van Noyon leest men //feite
lijkheid is elke (beleedigende) handeling die
zich niet in woorden uitgebaren, dreige
menten, afbeeldingen, spuwen in het aan
gezicht eu wat verder in het verkeer een
beleedigeude beteekenis verkregen heeft
ook slaan en dergelijke handelingen, welke
ook onder mishandeling kunnen vallen."
De minister Loeft' verklaarde zich in
hoofdzaak met die omschrijving te kunnen
vereenigen.
Verder zijn, gelijk men ziet, de genoemde
middelen ook strafbaar gesteld, indien zij
gepleegd worden tegen derden dit ter be
scherming van de gezinnen of betrekkingen
op wie dwang beoogt te oefenen.
Na art. 426 van het Wetb. v. Strafr. is
voorts ingevoegd een nieuw art. 426bis
(overtreding, niet misdrijf) luidende
Artikel 426bis. Hij die wederrechtelijk
op den openbaren weg een ander in zijn
vrijheid van beweging belemmert of met een
of meer andereu zich aan een en ander
tegen diens uitdrukkelijk verklaarden wil
blijft opdringen of hem op hinderlijke wijze
blijft volgen, wordt gestraft met hechtenis
van ten hoogste een maand of geldboete
van ten hoogste honderd gulden.
Dit artikel is duidelijk genoeg, het stelt
o.a. straf op het zoogenaamde posten",
voorzoover dit verder gaat dan het uitzetten
van wachters op den openbaren weg, die
tot arbeiden gezinden door overreding
trachten te bewegen het werk neer te leggen.
Na art. 358 van het Wetb. van Strafrecht
worden drie nieuwe artikelen ingevoegd. Het
eerste luidt
Art. 358bis. De ambtenaar of eenig in het
openbaar spoorwegverkeer voortdurend of
tijdelijk werkzaam gesteld persoon, niet be
hoort ude tot het personeel van een spoorweg,
waarop uitsluitend met beperkte snelheid
wordt vervoerd, die met het oogmerk om
in de uitoefening van eenen openbaren dienst
of in het openbaar spoorwegverkeer stremming
te veroorzaken, of te doen voortduren, nalaat
of, op wettig gegeven last, weigert, werk
zaamheden te verrichten, waartoe hij zich
uitdrukkelijk of uit kracht van zijne dienst
betrekking heeft verbonden, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste zes
maanden of geldboete van ten hoogste drie
honderd gulden.
De nalatigheid of weigering wordt gestraft,
indien zij geschiedt „met het oogmerk om
in de uitoefening van eenen openbaren dienst
of in het openbaar spoorwegverkeer strem
ming te veroorzaken of te doen voortduren."
Of zij daarnevens met een verderaf liggend
doel geschiedt, b v. uit solidariteit of om
loonsverhooging te verkrijgen, doet niets ter
zake. Strafbaar is voorts zoowel h?t oog
merk om de stremming te veroorzaken als
om haar te doen voortduren. Niet strafbaar
is dienstopzegging (zelfs gezamenlijke) met.
inachtneming van den termijn van het
dienslcontract, immers tot de werkzaamheden,
welker verrichting men weigert, moet men,
oin strafbaar te zijn, zich uitdrukkelijk of
uit kracht vau zijn dienstbetrekking hebben
verhonden.
Artikel 358ter, Indien twee of meer per
sonen ten gevolge van samenspanning het
misdrijf plegen in het vorig artikel om
schreven, worden de schuldigen, zoomede
de leiders of aanleggers der samenspanning,
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
twee jaren.
Dit artikel verzwaart de strafmate voor
in vereeniging beraamde plotselinge staking
en stelt de leiders of aanleggers mede onder
het bereik der Strafwet.
Artikel 358quater. Indien het oogmerk,
bij artikel 358bis omschreven, wordt be
reikt, wordt gevangenisstraf opgelegd,
in geval van artikel 35Hbis van ten
hoogste een jaar
geval van artikel 358ter van ten
Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S.
(34)
Lieu
en
bij J
pro1
hoogste vier jaren.
Hier wordt de straf verzwaard, indien het
oogmerk gelukt is en dus het veroorzaken
of doen voortduren van stremming in den
dienst (door ambtenaren) of in het openbaar
spoorwegverkeer (door spoorwegpersoneel)
hetzij van do nalatigheid of weigering,
hetzij van de samenspanning, inderdaad het
gevolg is geweest.
Eindelijk wordt art. 380 van het Wet
boek van Strafr. in dier voege aangevuld,
dat de rechter bij veroordeeling wegens de
misdrijven, in de artikelen, 358his, ter en
quater omschreven ontzetting kan uitspreken
van de volgende rechter.
lo. het bekleeden van ambten of van
bepaalde ambten
2o. het dienen bij de gewapende macht
3o. bet kiezen en de verkiesbaarheid bij
krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven
vei kiezingen.
ELFDE HOOFDSTUK.
De oogen der gouvernante fonkelen als die
van eene woedende kat.
„U noemt de wetenschap dezer nachtelijke
geheime samenkomst niet zoo gevaarlijk, mijn
heer de baron? Meent u, dat mijnheer de graaf
er ook zoo over zou denken, als ik hem vertel
de, dat u te middernacht te zamen waart met
de gravin in de serre?'
Egon stampte woedend op den grond.
Slang 1' mompelt hij binnensmonds. Dan
zegt bij schijnbaar weer heel gewoon
,De graaf zal u niet gelooven, maar u als een
boosaardige lastertong uit het slot jagen.'
Meent u Deze vraag der gouvernante
klinkt vol bijtenden spot. „Zou mijnheer de
graaf mij ook dan nog voor eeu lasteraarster
aanzien, als ik hem bewijzen voor mijn beweren
overleg, tenminste in zooverre, dat u in gehei
me betrekking tot de gravin staat.'
Egon veschrikt bij deze laatste raededeeling
zóó hevig, dat hij moet blijven staan, om weder
om wat normaal te worden.
„U hebt daarvoor bewijzen?' vraagt hij toon
loos. Van welken aard zijn deze en op welke
wijze kwamen zij in uw bezit?'
De gouvernante lacht boosaardig.
„Eens in de lento was ik nog vóór de
familie van uw oom hier na de verbouwing voor
goed haar intrek nam met Denise hier. Terwijl
111
deze in den tuin schommelde, inspecteerde ik
de kamer der gravin, waarin reeds alles was
overgebracht, even. Het boudoir van mevrouw
was altijd mijn lavorite; mevronw heefteen
recht voornamen smaak. De meubels uit rozen-
hout die lichte, keurige draperie en de zachte
tapijten, de schilderachtige wanorde in het
arrangement er is nergens stijfheid of over
lading te bemerken. Een sierkastje in den waren
zin des woords, het boudoir eener hooge dame
waardig, maakte altijd mijn opmerkzaamheid
gaande; bizonder trof me ook de kunstig gesne
den schrijftafel. Op den dsg, waarvan ik spreek,
stak de kleine zilveren sleutel in het slot de
genadige gravin scheen niet bevreesd te zijn
voor indiscrete handen en zoo benutte ik deze
mij zoo geboden gelegenheid, om ook het
interieur der zoo kunstig bewerkte schrijftafel
te bezichtigen. In een geheim vakje dank
mijner ondervinding in deze gelukte het mij
dit te openen logen verscheidene geel gewor
den papieren er. ook het kasboek der gravin,
alles te zamen met een rosa-bandje omwonden
Daar het mij interessen de. den inhoud dezer
papieren te kennen, besloot ik, ze mede te
nemen, want op de plaats zelve kon ik ze niet
inzien, daar de stem van mijn leerlinge in de
nabijheid zich duidelijk liet hooren en deze dus
mij elk oogenblik kon overvallen. Ik had juist
nog tijd, het gevondene snel in mijn zak te
steken en de schrijftafel weder te sluiten, toen
Denise wild en woest, zooals altijd, het boudoir
binnentrud.
Wij gingen naar huis terug en ik moest mijn
ongeduld tot den avond beteugelen.
Na de beëindiging mijner dagtaak op mijn
kamer gekomen, kon ik rustig deze stukken
gaan doorlezen."
„En wat behelsden ze?" vraagt Egon gespan
nen.
„Zeer veel en niets gelijk men het ne
men wil 1" zegt Demoiselie Blanche.
«Daar waren ten eerste eenige zeer warm
geschreven liefdesbrieven bij, doch uit vroegere
dagen der gravin. Zij waren echter niet onder-
leekcnd. Ik ken den schrijver dus niet. Verder
vond ik onder deze papieren een aantal gedichten
onder den titel /Aan den afwezigen geliefde'.
Deze gedichten, gloeiend van geestdrift, zijn,
geloof ik, dour de gravin overgeschreven. Ook
In ons verslag der vergadering van den
Bond van Ned. Lederfabrikanten, beloofden
bet jaarverslag in zijn geheel t.e geven het
wordt ons nog te meer verzocht, zulks ie
doen, ter wille van de vele onjuiste mede-
deelingen die in de couranten de rondte
hebben gedaan.
van de werkzaamheden
van het Bestuur en den
toestand van den Bond van Neder-
landsclie Lederfabrikantcn gevestigd
te Tilburg over den jure 1903.
Mijneheeren
Wederom is het tijdstip aangebroken
waarop wij ingevolge art. VIII der Statuten
U rekening en verantwoording moeten doen
van ons beheer en U verslag moeten uit
brengen van onze werkzaamheden en den
toestand van het derde Bondsjaar 1902.
De taak ons volgens genoemd artikel der
statuten opgelegd is aangenaam niet alleen,
omdat de toestand van den Bond ook in
liet derde boekjaar gunstig is maar vooral
omdat wij van u de meeste welwillendheid
en belangstelling mochten ondervinden.
Met het oog op de omstandight den 11
bereids in onze circulaire van 31 Januari
medegedeeld oordeelde het Bestuur in het
belang onzer industrie beter, de algemeene
vergadering te houden in Maart in plaats
van in April, de vergadering van Maart is
0111 de onrustige tijdsomstandigheden ver
deze erotische verzen dagteekenen van vóór het
huwelijk der gravinmen kan er echter uit
ervaren, dat mevrouw niet al te kieskeurig was
in de keuze barer aanbidders. Dit alles was dus
voor mij van weinig belang, hoewel de graaf,
die blijkbaar niets van het verledene zijner
vrouw kent, uit deze papieren kon te weten
komen, hoe" hartstochtelijk mevrouw vóór haar
huwelijk een «slanken jongeling" heeft liefgehad.
Doch het kasboek deed mij onthullingen, die ons
beider meester zeker niet welkom zouden zijn,
n.l. dat baron van Baginsky, zijn neef, door
bemiddeling der gravin reeds duizenden marken
ontvangen heeft, om zijn speelschulden te be
talen.'
„U zijt een duivelin in menschengedaante.'
valt Egon uit. «Indien U mooi waart, dan zou
uw geest en uw verfijnde boosheid mij bijna tot
uw persoontje kunnen doen aantrekken, zoo
echter wekt u bij mij nog een dieperen haat
tegen u op dan dien ik reeds gevoel.'
„IJ zijt niet,verstandig, mijn haat op te wek
ken,' zegt Blanche, wier oogen wederom vol
woede fonkelen.
„Het moet eerder als een compliment voor u
klinken,* hervat Egon. „Ik houd u voor te slim
om ijdel te zijn.*
„Ik ben een vrouw, zooals al de anderen!*
Blanche spreekt thans op ontroerden toon. „Ware
ik niet een stiefkind der natuur, misschien zou
ook in mij dat edel gevoel huizen, dat opwekt,
om goed én edel (e zijn te beminnen en be
mind te worden. Hoe is hef met het geld
vraagt zij plotseling bruusk met hatelijk klin
kend stemgeluid.
„U zult het geld hebben.* Echter, u legt alle
kompromitteerende stukken op den dag, dat ik
u het gevraagde uitbetaal, in mijne handeu
verstaan
„Ja, baron
„Dan goeden nacht, mademoiselle!'
Egon maakt een koele buiging voor de Fran-
9aisc en begeeft zich in het door hem bewoonde
gedeelte van het slot.
üok Blanche gaat triumfeerend naar haar ka
mer. Daar aangekomen, outsluit zij een kleinen,
in haar kleerkast verborgeD, eu neemt er een
sterk ijzeren kistje uit, waarin haar in vele jaren
bespaarde gelden. Een belangrijk bedrag aan
buiikuoten en goud laat zij door haar handen
Advkrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van eey groot aantal regels en
1 advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel,
dangd moeten worden tot heden 6 April.
Wij geven u hierbij een beknopt over
zicht over de voornaamste gebeurtenissen en
den loop der werkzaamheden over 1902.
Onze algemeene vergadering van 22 April
1902 werd door u talrijk bezocht; volgens
Art. V der Statuten traden volgens rooster
af de heeren 0. L. Bressers, P. van Loon
Gz. en J. B. L. Verstertot onze groote
voldoening zagen genoemde heeren hun
mandaat hernieuwd en verklaarden zij zich
bereid dit op nieuw te aanvaarden.
In eene opvolgende bestuursvergadering
werd de lieer P. van Loon Gz. op nieuw
tot Penningmeester benoemd.
Verschillende Bestuursvergaderingen en
onderlinge conferentiën zijn in den loop van
1902 uoodig geweest.
Het plan' tot het oprichten van een
technisch bureau en looierij-cursus waarover
wij u in de laatste algemeene vergadering met
een enkel woord spraken is op goeden voet
gekomen.
Over dit ontwerp zijn door ons dato 3
Mei 1902 drie adressen verzonden eu wel
een aan Zijne Excellentie den Minister van
Biimenlandsche Zaken, een aan ZExccl. den
Minister van Waterstaat Handel en Nijver
heid en een aan ZExcel. den Minister van
Oorlog.
17 Mei daaraanvolgende werd eene Com
missie van ons Bestuur op speciale uitnoo-
diging door Zijn Excel, den Minister van
Waterstaat, Handel en Nijverheid in parti
culiere audiëntie ontvangen om deze belang
rijke aangelegenheid nader toe te lichten.
Zooveel mogelijk werden door de commissie
de gevraagde inlichtingen gegeven, terwijl
andere vragen die uitgebreide correspon
dentie met het Buitenland noodig maakten,
later werden beantwoord. 25 Sept. hadden
wij het genoegen van Zijne Excel, den
Minister van Binnenlandsche Zaken een
schrijven te ontvangen, houdende mededee-
ling dat plannen tot uitbreiding van de
afdeeling c der Nederlandsche school vooi-
Nijverheid en Handel te Enschedé met eenen
cursus voor lederbereiding in onderzoek zijn.
Ingevolge uw besluit van 22 April
1902 werden, zoodra de vastgestelde
adressen der commissiën van de zool- en
overleerfabrikanten in zake invoerrechten
waren ingekomen, door ons maatregelen
genomen, deze zoo spoedig mogelijk te doen
teekeneu, de adressen der zoolleerfabrikanten
bestonden uit één hoofdadres en elf hulpadres
sen, die geteekend zijn door drie honderd
zes en negentig looiers, de adressen der
glijden, terwijl haar oogen daarbij met een heo-
zuchtige uitdrukking op haar leelijk gelaat vol
begeerigheid schitteren.
„Dertigduizend mark," mompelt zij. Spoedig
zal de som groot genoeg zijn, om mij terug te
kunnen trekken. Slechts nog tien jaren!"
Zij zucht diep.
/Nog tien jaren slavin, om als oude juffrouw
een goed, maar dan toch altijd nog een eenzaam
leven te kunnen leiden.
Een bitter, honend lachje komt over haar
saamgeperste lippen.
Zij bergt het geld weder op en legt zich ein
delijk neder.
Ook Egon heeft zich, na in zijne vertrekken
gekomen te zijn, ter ruste gelegd. Van slapen is
echter geen sprake. Steeds kwelt hem de ge
dachte, met handen en voeten aan lie hatelijke
gouvernante overgeleverd te zijn. Hij weet
waarlijk geen anderen uitweg dan zijne tante
deze nachtelijke scène in al liaur kleuren en
geuren mede te deelen Hoe zal zij echter schrik
ken en wat zullen de gevolgen van dit alles zijn?
Het grootste medelijder, heeft deze nog niet ge
heel bedorven lichtmis met zijn besten, ouden
oom, die altijd zoo goed voor hem is geweest.
Hoe hij echter de zaak ook draait of wendt, hij
ziet geen andere uitkomst dan zijne tante maar
weer in den arm te nemen. Onder deze gedach
ten valt hij in slaap.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
Een zware taak, go.ed volbracht.
Laat ons, na het ons veroorloofde sprongetje
in het vorige hoofdstuk, tot deu natuurlijken
gang der gebeurtenissen terugkeeren. Zooals de
lezers zich nog wel zullen herinneren, had Will-
burg den graaf, den avond voor dien yrecselij-
ken nacht, de catastrophe met Athanasia mede
gedeeld. Nog onder den indruk van dit ontroe
rend bericht bracht de graal' dien avond, een
weinig in zich zeiven gekeerd, te midden van
zijn gezin door. Nadat allen achtereenvolgens
zich in hunne respectieve slaapkamers hadden
overleerfabrikanten uit één hoofciadres en
vier huipadressenniet zes en negentig
haiidteekcningen, naar gelang deze geteekend
bij ons ontvangen werden, zijn zij voorzien
van adnaesie-adressen van ons Bestuur aan
Zijn Excel, den Minister van Financiën
verzonden.
Wij kunnen u de verzekering geven dat
dit belangrijk onderwerp door ons niet uit
liet oog verloren wordt en dat reeds maat
regelen getroffen zijn om ter gepaster tijde
onze goede rechten te doen gelden.
Door onsis indertijd een verzoek ge
richt aan de redactie yan „De Nieuwe
Rotterdamsche Courant" 0111 een paar stuk
ken uit de „Lederindustrie" over te nemen
met het doel om de lezers van dat blad
ook van eene andere zijde liet standpunt van de
looierij dan dat van den heer Haagen, te doen
kennen, aan dit billijk verzoek wilde ge
noemde redactie niet voldoen.
Het adresboek hebben wij in den loop
van 1902 zien verschijnen, hoewel hieraan
zooveel mogelijk goede zorgen besteed zijn,
belreurt het Bestuur dat er fouten in voor
komen.
Op initiatief van een onzer meest ver
dienstelijke bestuursleden werd door ons
ecu schrijven gericht aan de Heeren Grisar
en Co. te Antwerpen om door hunnen in
vloed te bewerken dat ook Antwerpen even
als Hamburg meer details geve omtrent
conditiën van huiden die op levering te
koop worden aangeboden; met de meest
mogelijke welwillendheid verklaarden de
Heeren Grisar en Co. zich ten dienste
doch in de onmogelijkheid te verkeeren aan
dit verzoek te voldoen omdat niemand
bedoelde (betrouwbare) details kon
hebben.
Door ons bestuur werd een verzoek
schrift gericht aan zijn Excel, den Minister
van Koloniën om bij aanbestedingen aan
zijn departement leder op te nemen onder
die artikelen voor de levering, waarvan
volgens art. 3 sub 2 van de Algemeene
Bepalingen, betreffende de aanschaffing van
goederen ten behoeve van Rijks Over-
zeesche bezittingen alleen Nederlandsche
fabrikanten in aanmerking komen.
I11 zake de ongevallenwet heeft ons Be
stuur gemeend 11a rijp overleg, vooralsnog
niet te moeten optreden evenwel wordt deze
zaak niet uit het oog verloren.
Uit onze circulaires van 31 Januari j.l.
is hel U bekend, dat bij de belangen van
den Bond ook de belangen onzer industrie
een onderwerp op ouze Bestuursvergaderin-
teruggetrokken, begaf ook de goedmoedige oude
man zich nuar zijn slaapvertrek, waar hij zich,
evenmin als zijne gemalin, direct ter ruste neer
legde.
üok hem hielden zorgen de oogen open. Ter
wijl hij alles rondom zich in den diepsten slaep
waande, zat. hij op eer, divan met de handen
onder het grijze hoofd.
Daar schuift hij zijn zetel dichter bij de tatel,
haalt een notitieboekje uit zijn jaszak en begint
hij het matte licht van een met een Japansche
kap voorziene lamp dit boekje door te bladeren
en een getallenlij op te tellen, welke optelling
maar niet naar den zin schijnt te gaan, want
telkens fronst hij het voorhoofd en begint op
nieuw.
Nog eens telt hij met het potlood van boven
paar onder en omgekeerd, doch de rekening wil
maar niet kloppen. Hij zucht.
„Merkwaardige verzwakking van mijn geheu
gen in den laalsten tijdl' zegt hij droevig voor
zich heen, dan zit hij een poosje peinzend voor
zich uit te staren.
Voor hem op de tafel liggon een menigte pa
pieren, plannen, brieven enz. enz.
Hij kijkt deze papieren verstrooid even in, dan
neemt hij een uitgewerkt bestek met teekening
en bestudeert het oplettend.
Weer zucht hij diep.
„Maar kan ik dezen Willhurg wel in alles
vertrouwen
Dit ontwerp met de bijlagen, waarin het fi-
nancieele gedeelte uiteengezet is, schijnt goed en
winstgevend te zijn, doch ik kin de relalie's in
dezen zoo weinig en moet mij geheel en al op
Willhurg verlaten.'
De graat neemt zijn notitieboekje weer ter
hand en begint opnieuw op te tellen. Ditmaal
schijnt het te gelukken.
„Het is verschrikkelijk, zooveel als mijn huis
houden kost zegt hij hoofdschuddend, oj> de
getallen starend. Bijzonder in de laatste jaren
heeft /nijn vrouw kolossale sommen voor toilet-
benoodigdheden en brillanten uitgegeven. In
een jaar een vorstelijk vermogen I Doch ik gun
haar alles, wat haar leven veraangenamen en
opvroolijke» kan, mijn schoone Nora.
De stem van den ouden man klinkt thans zeer
(Wordt vervolgd.)