Nummer 54.
Zondag 5 Juli 1903.
26e Jaargang.
Toegewijd aan Handel. Industrie en Gemeentebelangen.
antoon tielen,
Eerste Blad.
VERSLAG der Kamer van Koophandel en
Sa ksss
SS SXK2S3S ar *jret tss*
If r X m
si srsasvazrsrjst& r&ja
Dit nummer bestaat
uit TWEE BLADEN.
Uitgever:
Leerlooierij.
e-gggijlLjuji-iiii-i' |gewwlB!giBa,'Bagig^ïrM"gg^y"*^*,gL'^ "^MMggHBgaaggggM!!'Baeg^^^W^!!f"^AnvKRTENTiËN 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent pe,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zat e t d a g a v o n d.
Abonnementsprijs per 3 malden f0. o.
Franco per post door het geheele rijk f 0.00.
Brieveningezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advkrtentiën 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel,
Fabrieken te Waalwijk, betreffende den toestand
van den handelde scheepvaart en de nijverheid
over het jaar 1902.
Vervolgd.
In ons eerste verslag over 1878 gewaagden wij reeds
van den gedrukten toestand, waarin de 42 looierijen
met circa 600 kuipen in onze gemeente verkeerden.
Als hoofdoorzaken van dien toestand gaven wij op
overproductie, buitenlandsche concurrentie, wanverhou
ding tusschen de prijzen van ruwe huiden en die van
het leder. Deze oorzaken mogen veel tot dien gedruk
ten toestand hebben bijgedragen, voor een goed deel
echter moet hij ook op rekening der looiers zelve ge
steld worden. Immers in den gulden tijd, hoofdzake
lijk gedurende den Fransch-Duitschen oorlog, toen alle
leder zelfs niet volkomen gelooid, aan hooge prijzen
werd'opgekocht, werd er zeker heel veel geld verdiend
maar tevens werden èn bazen èn knechts zoo aan ge
mak en betrekkelijke weelde in het vak gewend, dat,
toen de magere jaren kwamen, het peil dezer industrie
dermate gedaald was, dat vreemde concurrentie heel
gemakkelijk onze productie kon verdringen. Dienten
gevolge had het Noord-Brabantsch leder voor geruimen
tijd een groot deel zijner reputatie verloren.
Gelukkig zagen de looiers nog bijtijds het hachelijke
van hun toestand in. Tot de overtuiging gekomen
dat het kwaad meestal in eigen boezem schuilde, be
gonnen zij in plaats van het hoofd in den schoot te
leggen, zich moedig tot den strijd aan te gorden om
het euvel met wortel en tak uit te roeien. Zij legden
zich voortaan in hoofdzaak toe op het looien van goe
de, zware soorten, voornamelijk Buenos-Ayres en Uru-
guay-huiden, besteedden hieraan meerdere en betere
zorgen, verwerkten prima kwaliteiten schors en vreem
de looimiddelen, die door het buitenland reeds zoo
lang gebezigd werden, en zoodoende zou het verloren
terrein, zij het ook langzaam en met kleine gedeelten,
weêr heroverd worden. Naast de reeds bestaande
looierijen verrees in het jaar 1878 de eerste stoom-
looierij tot bereiding van drijfriemen voor fabrieken,
welke hoofdzakelijk naar Engeland exporteerde, terwijl
in het volgende jaar nog twee zoolleerlooienjen en eene
voor paardenleder werden bijgebouwd. Eenmaal op
den goeden weg teruggekeerd, schreed men met on
verdroten ijver voorwaarts. In 1880, 81 en 82 pro
duceerde men telkens grootere hoeveelheden van be
tere kwaliteiten, waardoor de beduidend kleinere win
sten voor een goed deel gecompenseerd werden In
laatstgenoemd jaar kwam in Besoijen de eerste fabriek
van chagrijn tot stand, welke zich vrij spoedig in een
groot debiet mocht verheugen, doch weldra geen reden
van bestaan meer zou hebben. Wat door goeden wil,
vlijt en volharding verkregen kan worden, zou blijken
in 1883 toen de collectieve lederinzending der Vv aal-
wijksche' firma's L. Mombers, N. Gragtmans, Ch. Ficq
Cie., C. A. Witlox, Jacq. van Riel. Martinus Tim
mermans, Timmermans-van Turenhout, H. H. Jansen,
Gebrs. van delft, W. Timmermans Zonen de
laatste buiten mededinging, wijl een der firmanten
jurylid was op de internationale en koloniale ten
toonstelling te Amsterdam met het Eere-diploma4 (de
hoogste onderscheidingen) bekroond werd. Naar aan
leiding dezer tentoonstelling schreef de heer Verbroeck-
hoven te Brussel een paar jaar laten in zijn uitgebreid
en zaakkundig rapport van de wereldtentoonstelling te
Antwerpen (waar opnieuw de firma s Ch. Ficq Co en VV
Timmermans Zonen bekroning en roem vervyierven
om de volgende merkwaardige woorden >L'exposi-
tion d'Amsterdam en 1883 fut une révélation pour
nous en ce qui concerne limportance et le nombre de
tanneries en Hollander Er was dus reden om te
jebelen. Het bewijs toch was geleverd, dat onze indus
trie de buitenlandsche concurrentie krachtig het hoofd
kon bieden. Door de daling van de prijzen der ruwe
huiden en looistoffen, terwijl die van het leder vrijwel
constant bleven, waren de jaren van 1883 tot löö9
tamelijk gunstig. Van die lagere prijzen werd goed
geprofiteerd, grootere hoeveelheden huiten werden ieder
jaar ingekocht en ver werkt, en sommige inrichtingen
kregen aanzienlijke uitbreiding. Tot heden geschiedde
de fabrikatie nog hoofdzakelijk volgens het oude
systeem met eikenschors. Spoedig echter zou hierin
verandering komen en een bijna algeheele ommekeer
in de lederbereiding worden gebracht. Sinds jaren was
men vooral in Duitschland, met de aloude looimethode
gaan breken. Al de bewerkingen die de huiden van
meet aan tot het einde toe moeten ondergaan,
geschiedden machinaal, terwijl in plaats van eikenschors
extracten en andere sneller werkende buitenlandsche
.ooimiddelen gebruikt werden.
De productie kreeg daardoor een enormen omvang
Door de snellere bereiding kon het kapitaal meerma
len per jaar worden omgezet, weshalve men zich ook
met kleinere winsten vergenoegde. Dientengevolge
daalden in het buitenland de lederprijzen vrij aanzien
lijk Weldra echter zond Duitschland en later ook
Noord-Frankrijk en België hun overproduce vrij op
onze markt. Het ligt voor de hand, dat de talrijke
schoenfabrikanten van dat goedkoopere leder al was
het ook van mindere kwaliteit, gaarne gebruik maak
ten, om de schoenfabricatie iets meer loonend te
zijn. Dit was voor onze looiers een zware slag. Zij
moesten nu óf de lederprijzen verlagen óf hunne za
ken hervormen. Te verwonderen was het dus niet,
dat zij voor den ondergang hunner industrie
bevreesd, bij de Regeering krachtig aandrongen om
door een hoog invoerrecht onze grenzen voor die over
productie te sluiten.
Alle pogingen echter die deswegen reeds vroeger, nu
of later gedaan werden, leden schipbreuk op de vrij
handelspolitiek der Regeering. Er bleef dus niets an
ders over dan te concurreeren en de nieuwe looime
thode in te voeren.
Sommigen bleven tot hun nadeel al te hardnekkig
aan het oude systeem gehecht, andere waren te vurig
in de toepassing der extracten, waardoor zij dikwijls
beduidend veel schade hadden te lijden doch sommig-
g-en de meest wijzen, pasten de nieuwe methode met
beleid en oordeelkunde toe. Deze laatsten maakten
natuurlijk langzamerhand betere zaken. Van groot be
lang was het ook dat de looierijen meestal gedreven
werden door soliede industrieelen die over eigen vol
doend kapitaal konden beschikken. Voor de kleinere
bazen, die dit prerogatief misten, werden de wmsten
grootendeels verslonden door de te betalen interesten,
wijl veelal aan de afnemers te lang crediet moet ver
leend worden. Dat de kleinere industrieelen hun be
drijf toch nog konden handhaven, was het gelukkig
o-evolg van de aanzienlijke daling der huiden en looi
stoffen, en het vrijwel constant blijven der lederprijzen.
Van welke beteekenis de lederindustrie hier in 1891
was, blijkt uit het feit, dat in Waalwijk alleen, gedu
rende genoemd jaar 20.000 tot 25.000 zoolleerhuiden
meestal in de beste kwaliteiten verwerkt zijn, behalve
de inferieure en lichtere soorten, welke men veilig
kan berekenen op een bedrag van f 300.000, de daar
voor benoodige schors op f 130.000.
Op de paardenleerlooierijen, die in gunstiger omstan
digheden verkeerden dan de zoolleerlooienjen, werden
verwerkt circa 15000 paardehuiden tot een bedrag van
pl m f 150 000 ongerekend de schors en andere be-
noodigde looimiddelen. In de eerstvolgende jaren nam
de productie nog aanzielijk toe, zoodat nieuwe uitbrei
ding van gebouwen en installatie van doelmatiger droog-
kamers noodig werden. In 1893 verrees eene inland-
sche twijfelaarleerlooierij waar ongeveer 90 mlandsche
koehuiden van circa 55 h. K.G. per week verwerkt
werden In 1894 eindelijk bereikten huiden en looimiddelen
en nu voor het allerlaatst, den laag sten stand, dien men
bijna ooit gekend had d.i 35% beneden dien van 93. Zeer
veel looiers profiteerden hiervan door beduidend groo
tere voorraden in te koopen en te verwerken. >Les
extremes se touchent< zou men hier kunnen zeggen,
want in het gedenkwaardige jaar 1895 bereikten de
lederprijzen, eene enorme hoogte. Veel werd toen
verdiend door hen, die in tijds wisten om te zetten
en.... zich niet bezondigden aan den te vroegen inkoop
der inmiddels ook fabelachtig duur geworden huiden
want de rage die de looierijen in 1895 beheerschte
heeft maar een goed half jaar geduurd, van Maart tot
October, in welke laatste maand de reactie intrad.
Toen men begon in te zien, dat de stijging^ der
lederprijzen niet evenredig was met die der huiden begon
de looierij hare inkoopen te staken en zoo beduidend
in te krimpen, dat er in de maand October, tijdens
de veiling op de markt te Antwerpen, bijna mets ver
kocht werd. Dientengevolge liepen de huidenpnjzen
aanzienlijk terug tot groote schade van hen die vroeg
tijdig aan exorbitante noteeringen hadden ingekocht.
Wat wij hier van het zoolleer meldden, gold eveneens
voor het paardenleer. Ook deze industrie was onder
worpen aan dezelfde grillen van het toeval en kreeg
op hare beurt een geduchten mededinger in het Ame-
rikaansch satijnleder; dat in enorme hoeveelheden hier
vrij werd ingevoerd. Het jaar 1895 was ook voor de
looierij een keerpunt. Met huivering, met wantrouwen
voor de toekomst werd iedere volgende campagne
De machinale inrichting van den
heer van Dooren- de Greeff werkte
eveneens geregeld en met goed
succes door, wat mede gezegd kan
worden van den heer P. van Loon,
in wiens van ouds bekende groote
zoolleerlooierij sinds 1901 verschei
dene machineriën tot verhooging van
het arbeidsvermogen en de bewer
king der huid zijn aangebracht. De
van ouds gunstig bekende leerlooierij
van den heer L. Mombers onder
gaat ook thans eene belangrijke
uitbreiding en verbetering.
De leerlooierijen op kleine schaal
geheel of gedeeltelijk werkend vol
gens het oude systeem, hadden voor
zoover wij konden nagaan niet al
aangevangen. De fabrikanten wetende dat er veel te
wagen, maar weinig te verdienen viel, werden met zon
der reden, angstvallig voorzichtig en werkten voortaan
minder in. Spoedig werd de buitenlandsche concurren
tie nog ongemeen verscherpt door den invoer van
kunstmatig verzwaard of naar het gewicht door g ucose
chloor, herbarium en pijpaarde vervalscht leder, dat
om zijn veel minderen prijs, gretig door de schoenfa
brikanten gekocht werd, al moesten deze ook later
tot de ervaring komen, dat 20% en meer van het ge
wicht kon worden uitgewasschen, terwijl normaal deug
delijk leder slechts 4 tot 7% bij uitwassching verliest. De
eerlijkheid onzer fabrikanten verzette zich tegen het
overnemen van dergelijke bedriegelijke praktijken. Ve
len hunner drongen en corps bij de wetgevende macht
op middelen van verweer aan tegen het hier den pro
ducent zoowel als den consument benadeelende ver
zwaarde buitenlandsch leder. Het jaar 1898 zag ein- zuuvci wij
deliik de eerste groote stoomleerlooierijen verrijzente zeer te klagen Hunne winsten
die der Heeren van Iersel- Witlox Co. en Gragt- echter, waren, gelijk van zelf spreekt
mans Wiesman, waar aanvankelijk respectievelijk de kleinste.
300 200 stuks huiden per week tot uitmuntend Wat wij boven van de zoolleerlooi-
vache leer zoolleder en croupous verwerkt werden, erijen meldden, is ook in hoofdzaak
De stijging der huiden met 20% boven het gewone- toepasselijk op die van het bovenle-
niveau ^maakte het den looiers noodzakelijk opnieuw der, voornamelijk paardenleder. Ook
het zoolleder en overleder te verhoogen. zij klagen over de hooge prijzen de
Om tot eenstemmigheid te komen, was al sinds jaren ruwe huiden, de lage prijzen van het
de behoefte gevoeld door de looiers om zich tot een leder, de groote concurrentie van het
algemeenen bond te vereenigen. Alle bekende groote buitenland, voornamelijk van Ame-
•rs en lederhandelaars werden uitgenoodigd tot rika, dat aanzien ijke hoeveel heden
moote vergadering welke den 28 December 1899 beduidend goedkooper satijnleder
te s Bosch zou gehouden worden. invoerde. Tevens kwam een nieuwe
Meer dan 300 gaven aan deze roepstem gehoor. Op concurrentie opdagen in het boxkalf,
deze vergadering gehouden onder presidium van den waardoor de prijzen van het paar-
President der wfalwijksche Kamer van K. en F. den denleder opnieuw terugliepen.
h«r Timmermans! vverd eenstemmig aangenomen de Eigenaardig mag het wel genoem
•aa i irs miaarcnriizpn van 1899 te verhoogen met d worden, dat de zucht om bescher-
f5% voor de soorten zool- en overleder die destijds mende rechten door'deze fabrikanten
65 c of minder golden, met 10°/o voor de duurdere nog niet geslaakt wordt. Moge onze
soorten en met 5°/o voor het paardenleder. Nog op a.s. tentoonstelling waarop naar wij
dezelfde vergadering sloten zich, op initiatief van den tot ons genoegen vernemen, verschei-
Vice Presidenf der kommissie, den Heer D. C. Lans, dene fabrikanten van zool- en boven-
te Delft 250 leden met groote geestdrift tot een bond leder exporeeren zul en, veel bijdra-
aaneen welks statuten door den Heer D. C. Lans gen tot den bloei en vooruitgang
rlen 29 Mei 1900 te Tilburg werden goed- dezer industrie, welke aan zooveel
Xrf én den Ts October daaraanvolgende, de hnoderden arbeiders werk en brood
koninklijke bekrachtiging mochten verwerven. Het verschaft. Mogen allen den moed
w t'-ic comenp-esteld als volgtJ. B. Timmermans blijven behouden om tegenwind en
wfn1 Cr^D c! Lans, vfce-loorzitter, P. van striomen krachtig op te roeien, dan
t J r7n Penningmeester en M. C. J. van Son, zal er eenmaal, wij twijfelen er geen
Secretaris Deze bond, waarvan reeds aanstonds een oogenblik aan, een betere toekomst
'o-roote kracht uitging, werkt nog voortdurend met voor hen aanbreken,
onverflauwden ijver aan alles wat tot verbetering van Handel in Oost-Indische Runder
en fnpctand der lederindustrie strekken kan. Behalve Buffelhuiden.
den toestand der lederindustrie strekken kan. Behalve
v dbe?oCs het^oude°systeem°°de feedfbeende Het is ons een aangename taak te
kende volcrend iaar steeds kunnen vermelden, dat de handel
mee^ fabric^erden grootere ^SW^or in Oost- Indische runder- en Buffel-
erlangden, kwam in 1900 nog de machi:omvang^oeneTmt.'"in Wi
tC>eneens m^t^cc^weTkl^uMTmoefmf' vo^e' I werd^ aangevuld 566137 stuks te-
currentie met het buitenland het door den slechten economischen
tot 400 a 48U huiaen per w.cc kwaliteit waren de prijzen der runderhuiden,
huiden moesten betalen volstrekt n et compeuseerae Recds
Zij vleien zich echter een in^e e e inTugustus echter kwam er veel
kunnen bedingen, wanneer de sch^en^ake"^n t en vraa<, Voor Zuid-Duitschland. Alle
conditie komt, wat volgens hunn®aXt lche-feder I oude voorraden werden uitgeput,
zeker gebeuren zal. De verhooging T-miiari alle soorten en gewichten gingen tc-
hier te lande berekend naar de prijzen van ljanuari alle s^ ^e en vangd*hand.
1902, en thans kan gesteld wOtden op pl.m. 8£ g» P Lar aldoor aan-
Ook de inrichting der firma Gragmans Wwsman u partljen bij
verwerkte in 1902 t maximum %rpfreld afne- inschrijving aangeboden, werden niet
tTrwlf er0z°elf^ sLfs'ët teTort'"was"in zware alleen direct verkocht, maar men deed
platen. Om hierin te voorzien besloten de eigenaars
hunne fabriek te vergrooten en de productie op het
dubbele te brengen. Ook zij echter klagen over te
kleine winsten en zien reikhalzend uit naar bescher
mende rechten voor hunne industrie.
zelfs moeite beslag te leggen, op de
afschepingen der beste en voordee-
ligste merken. Vermoedelijk zullen
de prijzen gehandhaafd blijven tot
minder gewilde zomerhuiden op de
ffaalwiiksche en Langstraatsche Conraut
onvernauwucu ij»« -
ancen unctt vu^v-...,