TWEEDE BLAD Tweede Blad. Eia Munmiii i li. Chronologisch Overzicht VAN ZONDAG 5 JULI 1903. FBVILLBTOIS. Nog een paar dagen en de verkiezing van vier leden voor onzen Gemeenteraad is in vollen gang. Gewichtige dag, waarop, naar wij hopen, in ééns beslist zal worden aan welk viertal een gedeelte der teugels van En toch, wij moeten het tot onze spijt, we zouden haast zeggen tot onze ergernis erkennen, wordt deze hoog ernstige zaak door een vrij groot deel der kiezers op eene al te lichtvaardige wijze besproken, beoor deeld of behandeld. Het lag aanvankelijk niet in onze bedoeling aan bovengenoemd onderwerp thans nog eenige regelen te wijden, bij ondervinding, helaas te goed wetende, hoe nog altijd sommige kiezers uit onze woorden lof of blaam voor deze of die can didates zoeken te distilleeren, al verklaart ook de Redactie nog zoo uitdrukkelijk voor geen der personen in kwestie eenige partij te willen trekken. Luisterend naar het drin gend verzoek en de slem van diegenen, welke het met onze schooue, nijvere gemeente zoo van harte meenen, die Waalwijk zoo gaarne in groei en bloei zien toenemen, die be seffen eindelijk, wat het voor een plaats zeggen wil een flinken, verlichten, doortas tenden Raad te bezitten, willen wij nog enkele bemerkingen ten beste geven, uit sluitend en alleen met het doel om de goede zaak te dienen en Waalwijks belangen be vorderlijk te zijn. Het recht om zelf zijn bestuurders te kiezen, is een der schoonste prerogatieven, welke de grondwet den staatsburger toekent. Eeuwen van strijd zijn voorafgegaan, bloed en tranen heeft het gekost, eer de gewone man zich in het bezit van dat voorrecht mocht verheugen. En nu zou hij in de uitoefening van dat eenmaal zoo duur ge kocht recht laf en onverschillig zijn, het niet waardeereu, er geen gebruik van maken, of erger nog, niet gaan stemmen vóór hem zooveel in de hand gestopt, zooveel borrels of glazen bier door het keelgat gejaagd worden Hoe is het mogelijk 1 Kan of liever mag zoo iemand nog een woord meepraten over gemeentebelangen Heeft hij het recht de daden en handelingen der Raadsleden te beoordeelen, goed- of af te keuren? Mag hij met reden wenschen of vragen, dat in deze of gene toestanden in de gemeente door den Raad verandering worde gebracht Immers neen Hij be kommert zich niet om de gemeente, wat zou deze zich dan om liem bekommeren. Op dezulken zijn de woorden van toepassing, die de grootste redenaar der oudheid eens tot het volk van Athene sprak: „Atheuers Wat zij t gij klein en nietig! „Gij vermaakt u met beuzelachtige dingen, ndoch blijft onverschillig, waar het de grootste „belangen uwer vaderstad geldt. Schaamt u, gaat heen en wordt wijs Kiezers, laat ons verstandiger wezen. Laat kiesrecht voor ons kiesplicht zijn 1 Vragen wij ons zeiven ernstig af, wie onze candi- 19 20 daten zullen zijn. Persoonlijke genegenheid of afkeer mogen hier niet beslissen. Kennis, gezond verstand, lust tot handelen en arbeid moeten den doorslag geven. En zoo gij, 27 wat heel goed mogelijk is, thans bij deze ruime keuze, zei' niet genoegzaam weet, wie gij stemmen zult, vraagt dan in vertrouwen aan verstandige, onpartijdige mannen, welke candidateu zij u aanbevelen en brengt op hen uwe stem uit. Zoo werken wij allen, van den hoogsten tot den laagsten, ter be reiking van hetzeffde goede doel, n 1. het heil van Waalwijk. Door zoo te handelen zullen ook yan lieverlede de misbruiken worden uitgeroeid, welke bij iedere stemming in meerdere of mindere mate, tot heden, nog altijd voorkwamen. En de gekozenen Op dezen rustin de eerste plaats de dure plicht het vertrouwen, dat de kiezers in hen gesteld hebben, niet te beschamen. Zij mogen wel eens bedenken, dat die allen hun arbeid gestaakt, zich moeite en kosten getroost hebben om aan hen de behartiging der gemeentebelangen toe te vertrouwen. Daarbij is de betrekking van Raadslid, wat men er ook van zegge, voornaam en eervol en kunnen zij, die dezen post niet als eene sinécure beschouwen, zeer veel goeds stich ten, de inwoners ten zeerste aan zich ver verplichten, hun naam in dankbare herin nering bij het nageslacht doen voortleven. Slechts in één geval, dunkt ons, mogen zij besluiten te bedanken, nl. dan, wanneer zij zonder zich zelve nochtans te onderschatten overtuigd zijn voor Raadslid geen voldoende kennis of werkkracht te bezitteD, of wel hun tijd door noodzakelijke beroepsbezigheden geheel en al in beslag gmomen wordt. Manmoedig zulk een verklariug, waar het noodig of gewenscht is, af te leggen zal den candidaat tot eer verstrekken. Gebrek aan lust evenwel kan en mag heelemaal niet als reden gelden om te bedanken. Die zich achter zulk een verklaring wenschen te verschuilen, zullen goed doen zich het be kende spreekwoord eens te herinneren „L'appétit vient en mangeant" En hiermede kiezers en candidateu nemen wij afscheid tot Woensdag. Wij hebben on-* danks alles nog een te groot vertrouw e iu uw gezond verstand en goeden wil om niet vast en zeker overtuigd te zijn, dat op het gewichtig moment de gedachte aan Waalwijks welvaart, roem en eer niet over invloeden en bezwaren van welken aard ook, zal zegevieren. 14 27 17 7 TWEEDE GEDEELTE. van dc voornaamste gebeurtenissen in onze en omliggende gemeenten, gedurende de 25 jaren dat ons blad bestaat 30 Dec. 1890. De gemeenteraad besluit bij de hooge regeering aan te dringen, dat de Staat het bouwen der schutsluis aan de haven op zich neme. Burgem. en Weth. zullen zich op audiëntie bij den Minister begeven, om met Z E, deze aangelegenheid nader te bespreken. Op die audiëntie zal ook de brvg over de nieuwe rivier niet uit het oog worden verloren. 17 Jan. 1891. Aanbesteding door B en W. van het verbouwen van het post en Telegraafkantoor alhier. Inschrijvers waren G. van Huiten te Waalwijk f 3180 G. de Bont te Nieuwkuik f 3235 en G. vau Dijck te Waalwijk f3428. Jan. De heer Godefr. v. Iersel, lid der liedertafel „Oefening en Vermaak", wordt geinstalleerd als directeur der harmonie L'Espérauce. Jan. De beide wethouders onzer gemeente de heeren Jud. Timmermans Wzn. en Th. Hoffmans benevens de secretaris de heer van Liempt zijn op audiëntie bij den Minister van W. H. en N. teneinde Waalwijks belangen bij de schutsluis te bespreken. Jan. De Wethouders en de Secretaris brengen iu den gemeenteraad rapport uit van hun onderhoud met den Minister vau W. H. en N. Dit rapport was in hoofdzaak als volgt Z.E. wil thans 40% geven in den regel is het slechts in de kosten onder goedkeuring der Kamers. Z.E. zag groote bezwaren tegen den bouw door het Rijk, ofschoon hij voor zich de schutsluis zeer genegen is en wenschte dat die door de provincie of de gemeente gebouwd werd. Iu dit laatste geval zou hij alle mogelijke faciliteiten ver- leenen hij kon zioh echter niet ver— eenigen met het idéé der Staten van Noosd-Brabant om geen schutgelden te laten heffen en gaf de Commissie in overweging aan te dringen bij hen om de gemeente toch recht te geven schutgelden te heffen en de Staten hooger subsidie zouden verleenen, dan kon de Commissie den Minister nog later komen spreken. Over de brug te Drongelen kon hij zich niet uitlaten, omdat die in verband staat met andere werken aan de Maas mond, welke nog in onderzoek zijn. Eeb. De griep heerscht epedemisch in onze gemeente en maakt veel slachtoffers. Eeb. De heer Verbout brengt in den gemeenteraad rapport uit van zijne be moeiingen in zake het constitueeren eene Commissie voor de a.s. Landbouw tentoonstelling. Deze commissie zal bestaan uit de heeren P. Ver wiel, M. v. Loon, E. W. Klijberg, Jos Bink, H. Meulkens, C. C. de Greeff, G. Wagemakers, G. v. Loon, D. A. Kakebeen. Besloten wordt aan de Commissie te verleenen eene subsidie van f400 benevens nog een crediet van f 400 zoo deze noodig blijken te zijn. Mrt. De WelEd. Zeergeleerde heer 3. P. P. Tielen, gedurende 45 jaren ge- nees-heel-en verloskundige te Drunen overlijdt in den ouderdom van 71 jaren. De plechtigheid der ter aardbestelling waaraan schier de geheele gemeente deelnam geschiedde den 20 Maart. April. De Raad besluit den bouw der onderwijzerswoning te gunnen aan G. van Dijk alhier voor f 5376, dat is f79 boven de begrooting. Andere inschrij vers waren G. ne Bont f 5462 en G. v. Huiten t 5430. Het bestuur voor de a.s. Landbouw tentoonstelling is thans samengesteld als volgt jEereèesluur Jhr. Aug. v. Grotenhuis, Burgemeester Waalwijk Eere-Voorzitter. A. J. Bink, Notaris Waalwijk. E. W. van Liempt, Secretaris Waalwijk. A J. Rant, Notaris i/ Jud. Timmermans Wz. Weth. en Voorz. binnenp. J. Bern. Timmermans Wz. President K. v/ Kooph* Henri Witlox Jhr. Mr. Eug. Verhijen Kantonrechter. J. van Dijk, Burgem. Voorz. 14 afd. Landb. Sprang. J. v. Heijst Burg. Secret Penn. 14 afd. Landb. Baardwijk. G. Vermeulen Wz. burg. Greveld. Capelle. P. Vermeulen Mz. Loonopzand. M. A. Boll, burgem. Eeten en Drongelen Arie Straver A. Jz. Babilonienbroek. G. Branderhorst, Lid der Prov. St. Genderen. C. G. Verwiel, burg. Bezooien. J. H. A. Loeff, Notaris Drunen. F. M. lngenhousz, Waalwijk. M. L. Mommersteeg, Vlijmen. J. Loeff, burgemeester 's-Gravenmoer. Jhr. ■- os de la Court lid van Ged. St. te 's-Bosch. J. H. Stael burgem. Dussen A. v. d. Koppel burgera. Almkerk. B. Snoek id. Mr. G. J. Heere burgem. Raamsdond. Uitvoerend Bestuur P. W. H. Verwiel le Voorzitter. D. A. Kakebeen 2e. M. A. van Loon Penningmeester. E. W. Klijberg Commissaris. H. C. Meulkens Techn. adviseur. Jos Bink C. C. de Greeff. G. Wagemakers. G. van Loon. J. van Bokhoven Secretaris. 31 Mei. Bij het uitvoerend bestuur der landbouwtentoonstelling komen de vol gende medailles in: Jhr. Aug. v. Grotenhuis buigem. groote gouden en een verg.zilv. medaille. J. Bernard Timmermans Wz. groote gouden medaille. Antoon Witlox groot verg. zilv. Jud. Timmermans Wz. id. A. Verbunt 2 zilveren medailles. N. Gragtmans groote zilr, med. Gebr. Scholte 's-Bosch id. 14e afd. der Landbouwmaatsch. Noord-Brabant f 50. P. V. te L. een gouden en een zilv. med. A. J. Bink, notaris groote gouden med. A. van Iersel id. C. A. Witlox gouden med. J. H. Stael, Dussen groote zilv. med. Barend Snoek, Almkerk id. A Roij Parijs gouden med. P. Sprengers griffier der Staten van Noord-Brab. Liedertafel Oefening en Vermaak id. C. G. Verwiel, burgera Besoijen groote zilv. med. B. A. Middelkoop, notaris Capelle gouden med. W. Mutsaerts afgev. voor Waalwijk gr. goud med. Jhr. Mr. E. Verheijen, kantonrechter gr. goud. med. Mr. J. A. Loeff, lid der Prov. St. goud. med. W. v. d. B. te W. gr. zilv. med. Afd. Heusd. Landbouwmaatschappij N.B gouden med. M. L. Mommersteeg Vlijmeu lid der P. S. gouden med. Gebr. Straver Jz. te Babilonienbroek id. Henri Witlox Waalwijk id. J. Bolk cand. notaris gr. verg. zilv med 3. Boex Eindhoven lid der P. S. gr. zilv. med. M. A. Boll, burgem. Eethen id. A. v. d. Koppel, burg. Almkerk id. 3. A. Bossers, notaris Loonopzand id. H. Truffiuo en Co. te 's-Hage zilv. med. Jhr. J. de la Court Lid van Ged. Stat. gr. goud. med. J. F. Smits van Oijen Eindhoven Lid der Tweede Kamer goud med. De leden en de Secret der Noordbr. Landbouwm. goud med. G. Branderhorst Genderen lid der P. S. gr. zilv. med. A. v. d- Mee t.e Waalwijk id. Mr. G. Heere Raamsdonk lid der P, S. gouden med. J. Suys 's-Bosch gr. zilv. med. Luit. Generaal Van der Schrieck 's-Bosch zilv. med. 3os Loeff not. Drunen gouden med. W. Prinzen Helmond Lid der Eerste Kamer gouden med. Sociëteit „De Gezelligheid" Waalwijk gouden med. Commissie v./h. Concours Hippique id 3. Elshout Drunen gr. zilv. med. J. J. v. Loon id. 10e. afd. der N. B. M. v. L. Oosterhout gr. zilv- med. 3. P. Asselbergs Bergen-op-Zoom lid der P. S. gr. zilv. med. J. v. Gulick 's Bosch lid der P. S. id. A. 3. Sonneveld Waalwijk id. Jhr. v. d. Bergh v. Heemstede's-Hage lid der Tw. K. gr zilv. med. Mr. P. Smits Einhoven lid der Eerste Kamer gr. zilv. med, Dr. S. Soer Tilburg id. H. v. d. Heuvel Geldrop lid der P. S. zilv. med. D. M. de Bruiju Capelle id. Jhr. Nr. J. Verheijn lid der Eerste Kamer zilv. med. Tacx notaris Vlijmen id. Mr. B. M. Bahlman lid van de Tweede Kamer gr. goud med. Merkel bach lid v. de Eerste Kamer gr. zilv, med. Mr. B. de Roij van Zuidewijn griffier bij de arr. rechtbank 's-Bosch gouden med. P. J. Hessels Gouda id. W. Jordans en M. Belle's-Belle verg. zilv. med. Mr. J. J. A. Harte 's-Hage lid der Tweede Kamer zilv. med. Benevens nog vele medailles van personen, die onbekend weuschten te blijven. 31 Mei. In de vergadering der R. K. kiezers uit bet district Waalwijk, te Nieuwkuik gehouden, wordt na een langdurig debat met 83 stemmen tot candidaat voor de Tweede Kamer gesteld de heer W. Mutsaers. De heer Vos de Wael aftredend lid bekwam 40 stemmen. 7 Juni. Mr. Vos de Wael houdt voorde kiezers uit het district Waalwijk eene bespreking op de zaal Musis Sacrum. De ruime zaal was bij deze gelegenheid veel te klein om het aatal toehoorders te kunnen bevatten. 9 Juni. Verkiezing voor de Tweede Ka mer der Staten-generaal. In het district Waalwijk werden uitgebracht 3040 steramen. Blanco en van onwaarde 26 Volstrekte meerderheid 1508. Gekozen W. Mutsaers met 1599 stemmen. Vos de Wael bekwam 1404 stemmen. 17 Juni. De gemeentebesturen van Baardwijk, Drunen, Waalwijk, Nieuwkuik, Vlijmen, Hedikhuizen, Oudheusden en Besoijen, en de Kamar van Koophandel alhier richten een schrijven aan de Ged. Staten van Noord-Brabant waarin zij dit col lege verzoeken bij de Regeering te willen aandringen, dat het Rijk de kosten van het onderhoud der voetbrug over den Baardwijkschen Overlaat op zich neme. Raming f360 per jaar In dit schrijven werd o.m. aangetoond dat het ontstaan van den Overlaat dag- teekant van 1766 dat het een werk was van algemeen rijksbelang en diende tot afleiding van het overtollig opper- water en ijs van de zijde der Beersche Maas, de Bovenwaal en de Nederwaal. Uit een resolutie van de Staten van Verklaringen. Echo v. h. Zuiden tït i .-ï i i ,1lL" J WaalWIJKS oewma, vuui ucu langcu uju van zes jaren, toevertrouwd zal worden. «Mi mi ii Mgagapj Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S. (53) ACHTTIENDE HOOFDSTUK. De Waarschuwing. „Ik wilde u niet storen, mijnheer den graaf, wijl u gezegd hadt, dat u noodige corresponden- tie's motst afdoen. Op miju kaartje stonden eenige woorden, welke mij veiontschuldigen moesten, jlijn tijd staat mij nu ook niet toe, langer in het slot te vertoeven. Ik moet naar mijne woning terug om haastig eenige wachtende zaken af te doen en dan wil ik voor privaataangelegenheden een klein reisje maken." „Ik had het gelezen, toch ben ik nog boos op u. Terwijl de oude man dit zegt lacht hij. schelmsch. Hij werpt nonchalant zijn handschoenen op de met groen laken bedekte tafel, waaraan Willburg voor eenige boeken zit, welke hij zooeven heeft doorgebladerd. Willburg's werkkamer in het directie-gebouw want daar is het, dat de graa' hem nu is komen opzoeken, nadat onze held het slot ver laten had, zonder den ouden man het beloofde bezoek te brengen is practisch en eonfortabel ingericht. Een groote, fraaie spiegel siert den wand de vloer is belegd met een pluchen kleed een prachtige schrijftafel met een uitgebreide bibliotheek van de* beste technische werken daarboven beslaat den heelen blinden muur, een sofa en fauteuil's met pluchen bekleeding vol tooien het voornaam gemeubelde vertrek. De graaf leat zich op de sofa vallen. „Het is een lust, als men zoo korpulent wordt, waarde Willburgl Bijzonder bij zoo'n hitte fffl De graaf waait zich met zijn onafscheidelijke zijden foulard wat koelte toe. „Is mijn neef vandaag al hier geweest?" Willburg ziet bij deze vraag den graaf eenigs- zihs ontstemd aan. „Voor mijnheer den baron van Baginsky heeft het directiegebouw weinig aantrekkelijks. Ver schillende takken van sport, in 't bijzonder die, welke door de godinnen Diana en Fortuna en de priesteres Venus geprotegeerd worden, nemen den tijd van mijnheer uw neef geheel in be slag." De graaf ziet zijn huttendirectear verrast aan. „U is mijn neef evenmin genegen als mijn vrouw ?1 En dat verwondert mij werkelijk ten zeerste. Deze twee levenlustige menschenkinderen, die anders iedereen voor zich innemen, hebben het ongeluk, jui6t u en u alleen te mishagen en wel in die mate, welke mij onverklaarbaar toe schijnt. Heeft Egon u iets misdaan „Mij nietl Doch hij past niet in de onderne ming, hij is alles behalve zakenman. Mij heelt hij niets gedaan, maar hij heeft zich toch aan een handeling schuldig gemaakt, welke mij zeer oneervol toeschijnt.' Het goedige gelaat van den graaf wordt bloed rood. Egon is hij weet het lichtzinnig en verkwistend, maar hij is toch altijd de zoon zijner geliefde zuster en de graaf houdt innig veel van hem. Het kon hem dus niet onverschillig zijn, als men zijn neef van een oneervolle handelwijze beschuldigt. „Vergist gij u niet, mijnheer Willburg? Wel licht laat gij u door uw minder goede gezind heid jegens hem, eenig9zins raedesleepen.' „Ik vergis mij zelden', zegt vrij trotsch en zelfbewust de huttendirectear. „Echter welnu, verklaar u naderl Willburg schuift de boeken op zijde en kruist, terwijl hij achter rover in zijn fauteuil leunt, zijn armen over de borst. „Mijnheer de baron van Baginsky heeft me vrouw de gravin in haar vijandelijke manoeu vres tegen mij trouw ter zijde gestaan. Tenge volge hiervan kan ik in 't vervolg in geen be trekking tot dezen heer meer staan, daarom of hij treedt terug öf ik moet mij verwijderen'. Thans is onze held geheel de koud overleggende zakenman, die zich door geen persoonlijke nei gingen noch door welk ander gevoel ook laat beïnvloeden of van zijn beginselen laat af brengen. De graaf wordt doodsbleek. „Is dat volle ernst, mijnheer Willburg „Ik ben na het voorgevallene niet tot schertsen gestemd, mijnheer de graaf.' „U verlangt das beslist, dat Egon, mijn neef, uit de zaken treedt?' „Ik sta daarop en hoofdzakelijk in uw eigen belang. Uw hutten- en bergwerken kunnen de sommen voor twee verkwistende persoonlijkhe den niet opbrengen. Mevrouw de gravin kan met hare hoog kostbare neigingen een millionair rnïneeren, daarvan hebt u toch helaas de over tuigendste bewijzen. Als nu bovendien iemand hierbij nog een handje helpt mijnheer van Bugiusky heeft in den loop van dit jaar ont zettend hooge sommen uit de kas gek09t dan is aan een nieuw opbloeien dezer onderneming niet te denken. Ik maak het totstand komen van de nieuwe onderneming van het uittreden van uw neef afkankelijk, ofschoon ik toch binnen korten tijd hier vandaan moet, om naar Rusland terug te keeren De graaf springt bij dit laatste nieuws hevig verschrikt op. „U wilt mij gaan verlaten? U wilt uw on schatbare krachten aan de onderneming juist dan gaan onttrekken, als zij deze op zijn meest noo dig heeft? Waarlijk, mijnheer Willburg, het zou geen wonder zijn, als ik bij het vernemen van al deze verschrikkelijke tijdingen een be roerte kreeg 1» En werkelijk, het gelaal van dvn graai ia don kerblauw het bloed is hem naar bet hoofd ge stegen, zijn oogen puilen als 't ware uit de kas sen en zien smeekend en liulpe zoekend tot Willburg op. «.I..» Deze treedt haastig op den graaf toe en legt kalraeercnd zijn hand op diens schouder. „Wij blijven trots alles de ouden, mijnheer de graaf. Als mijnheer van Baginsky uitgetreden ia komt beslist ons ontwerp tach tot uitvoering; onverschillig of ik in Duitschland of in Rusland leef. En nu, mijnheer de graaf, heb ik nog een ernstig woord met u te spreken. Ga zitten, als ik u bidden mag. Ik houd het voor een eereplicht, u de oogen te opeDen voor zekere zaken, over welke u he laas in blind vertrouwen heenziet. De verhou ding, welke tosschen uw gemalin en uw neet beslaat, gaat verre over de grenzen van z.g. fa- railieneigen heen. Wees op uw hoede, heer graaf. Er kon anders een dag komen, dat de hoogheid van Uw onbevlekten eereznil, waaraan uw voor vaderen met roerazuchtigen ijver gearbeid heb ben, verbrijzeld ter aarde viel. Houd uw neef en uw gemalin steeds in 't oog, want ik vermeen neen weet beslist, dat zij beide volgens overleg de plannen aanvallen doen op nw voor hen on uitputtelijke beurs en God weet, wat nog meer. Nog eens, wee9 dus op uw hoedel' Nu schijnt de arme, oude man werkelijk een beroerte nabij. Zijn borst gaat heftig op en neer, in zijn oogen spiegelt zich angst en ontzet ting af en zijn gelaatstrekken zijn verwrongen. Eindelijk brengt hij er met moeite uit „Mij ware beter, dat ik in het graf lag en dezen dag niet beleefd had, mijnheer Willburg.' ,U leeft echter en zult mij later dank zeggen, dat ik u nog op tijd de oogen geopend heb." „Ik weet eigeulijk niet, mijnheer Willburg, of ik u voor dezen dienst dank moet zeggen. Mis schien ware het beter voor mij, als ik maar in onbekendheid met dit alles voortgeleefd had en gelijk een blinde-langs den afgrond gewandeld had. Was ik erin gestort, welnu, zoo had een vlugge dood mij heengevoerd Daar dat rijk, waar de aardsche dingen geen vat op hebben.' „Ea uw kinderen bleef deschar.de!! Waarlijk, dan kwamen de schuldigen er goedkoop af. Neen, nog kunt u verhoeden, wat u en uwe familie in den afgroodfc der schande dreigt te storten. Grijpt u energiek in en loont uw ge malin en uw neei, dat u een man is. Deze ver houding moet ophouden en u maakt hieraan het vlugste een £eiud, door uw neef te verwijderen. Geef hem een som gelds. voldoende om b.v. in Amerika een zaak op te richten en dan 18 de geschiedenis in één slag uit." De graaf ziet lang peinzend voor zich neer, eindelijk zegt hij zuchtend: ,U hebt gelijk, mijnheer Willlburg,' ik zal un- raad opvolgen." Langzaam staat hij op en neemt zijn hoed en schoenen. Verstrooit «oekt hij naar zijn wandelstok, tot dat hij tot de ontdekking komt, dat hij hem in de hand heeft. „Mijn hoofd is een beetje in de war; bij alles wat in den laatsten tijd mij passeert, is dit ook niet te verwonderen. Hij staat nog een wijle nadenkend en wrijtt zich met den gouden stok zijn ronde kin, dan schudt hij zwaarmoedig met zijn hoofd I „Egon en Nora I Ik had het Diet gedacht. Doch zij hadden werkelijk beter bij elkander gepast, dan ik oude man en die jonge, schoone vrouw. Ik ga naar huis en zal aanstonds hij zucht wederom diep met raijn^vrouw spreken. Hij reikt Willburg de hand. „U komt dus niet meer ten onzent? Ik moet he billijken, maar het doet me niettemin leed. Aan de gedachte u geheel en al te verliezen, kan ik me echtër nog niet gewennen. Ik heb u leeren hoogachten als mijn be9te vriend, mijnheel Willburg ja, als mijn besten vriend l)e graaf schut hierbij onzen held hartelijk dt hand, dan verlaat hij treurig en met gebogen hoofd de kamer. „Arme man! zegt onze held, nadat de deui achter den graaf is dicht gevallen. „Hoe zal da hier nog eindigen!. NEGENTIENDE HOOFDSTUK. „Pluto, wilt ge me eens gauw naar bovei laten Het is Emmy de in ons verhaal zoo lani nit 't oog verlorene dochter van den „Obersteier of hoofdopzichter die deze vermaning tot ee reus van een Newfoundlander richt, welk laatste met de geheele lengte van zijn lichaac op de onderste trede van den trap ligt, die naa het terras van het slot ▼an Mansfeld voert. D hond schijnt de jonge dame, die vau den tui ait over het terras in het salon wil gaan, de toegang daartoe te willen beletten. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1903 | | pagina 5