TWEEDE BLAD
Tweede Blad.
Eia Munmiii i li.
Chronologisch Overzicht
VAN
ZONDAG 5 JULI 1903.
FBVILLBTOIS.
Nog een paar dagen en de verkiezing van
vier leden voor onzen Gemeenteraad is in
vollen gang. Gewichtige dag, waarop, naar
wij hopen, in ééns beslist zal worden aan
welk viertal een gedeelte der teugels van
En toch, wij moeten het tot onze spijt,
we zouden haast zeggen tot onze ergernis
erkennen, wordt deze hoog ernstige zaak
door een vrij groot deel der kiezers op eene
al te lichtvaardige wijze besproken, beoor
deeld of behandeld. Het lag aanvankelijk
niet in onze bedoeling aan bovengenoemd
onderwerp thans nog eenige regelen te wijden,
bij ondervinding, helaas te goed wetende,
hoe nog altijd sommige kiezers uit onze
woorden lof of blaam voor deze of die can
didates zoeken te distilleeren, al verklaart
ook de Redactie nog zoo uitdrukkelijk voor
geen der personen in kwestie eenige partij
te willen trekken. Luisterend naar het drin
gend verzoek en de slem van diegenen, welke
het met onze schooue, nijvere gemeente zoo
van harte meenen, die Waalwijk zoo gaarne
in groei en bloei zien toenemen, die be
seffen eindelijk, wat het voor een plaats
zeggen wil een flinken, verlichten, doortas
tenden Raad te bezitten, willen wij nog
enkele bemerkingen ten beste geven, uit
sluitend en alleen met het doel om de goede
zaak te dienen en Waalwijks belangen be
vorderlijk te zijn.
Het recht om zelf zijn bestuurders te
kiezen, is een der schoonste prerogatieven,
welke de grondwet den staatsburger toekent.
Eeuwen van strijd zijn voorafgegaan, bloed
en tranen heeft het gekost, eer de gewone
man zich in het bezit van dat voorrecht
mocht verheugen. En nu zou hij in de
uitoefening van dat eenmaal zoo duur ge
kocht recht laf en onverschillig zijn, het
niet waardeereu, er geen gebruik van maken,
of erger nog, niet gaan stemmen vóór hem
zooveel in de hand gestopt, zooveel borrels
of glazen bier door het keelgat gejaagd
worden Hoe is het mogelijk 1 Kan of
liever mag zoo iemand nog een woord
meepraten over gemeentebelangen Heeft
hij het recht de daden en handelingen der
Raadsleden te beoordeelen, goed- of af te
keuren? Mag hij met reden wenschen of
vragen, dat in deze of gene toestanden in
de gemeente door den Raad verandering
worde gebracht Immers neen Hij be
kommert zich niet om de gemeente, wat
zou deze zich dan om liem bekommeren.
Op dezulken zijn de woorden van toepassing,
die de grootste redenaar der oudheid eens
tot het volk van Athene sprak:
„Atheuers Wat zij t gij klein en nietig!
„Gij vermaakt u met beuzelachtige dingen,
ndoch blijft onverschillig, waar het de grootste
„belangen uwer vaderstad geldt. Schaamt
u, gaat heen en wordt wijs
Kiezers, laat ons verstandiger wezen. Laat
kiesrecht voor ons kiesplicht zijn 1 Vragen
wij ons zeiven ernstig af, wie onze candi-
19
20
daten zullen zijn. Persoonlijke genegenheid
of afkeer mogen hier niet beslissen. Kennis,
gezond verstand, lust tot handelen en arbeid
moeten den doorslag geven. En zoo gij, 27
wat heel goed mogelijk is, thans bij deze
ruime keuze, zei' niet genoegzaam weet, wie
gij stemmen zult, vraagt dan in vertrouwen
aan verstandige, onpartijdige mannen, welke
candidateu zij u aanbevelen en brengt op
hen uwe stem uit. Zoo werken wij allen,
van den hoogsten tot den laagsten, ter be
reiking van hetzeffde goede doel, n 1. het
heil van Waalwijk. Door zoo te handelen
zullen ook yan lieverlede de misbruiken
worden uitgeroeid, welke bij iedere stemming
in meerdere of mindere mate, tot heden, nog
altijd voorkwamen.
En de gekozenen
Op dezen rustin de eerste plaats de dure
plicht het vertrouwen, dat de kiezers in
hen gesteld hebben, niet te beschamen. Zij
mogen wel eens bedenken, dat die allen
hun arbeid gestaakt, zich moeite en kosten
getroost hebben om aan hen de behartiging
der gemeentebelangen toe te vertrouwen.
Daarbij is de betrekking van Raadslid, wat
men er ook van zegge, voornaam en eervol
en kunnen zij, die dezen post niet als eene
sinécure beschouwen, zeer veel goeds stich
ten, de inwoners ten zeerste aan zich ver
verplichten, hun naam in dankbare herin
nering bij het nageslacht doen voortleven.
Slechts in één geval, dunkt ons, mogen
zij besluiten te bedanken, nl. dan, wanneer
zij zonder zich zelve nochtans te onderschatten
overtuigd zijn voor Raadslid geen voldoende
kennis of werkkracht te bezitteD, of wel
hun tijd door noodzakelijke beroepsbezigheden
geheel en al in beslag gmomen wordt.
Manmoedig zulk een verklariug, waar het
noodig of gewenscht is, af te leggen zal
den candidaat tot eer verstrekken. Gebrek
aan lust evenwel kan en mag heelemaal
niet als reden gelden om te bedanken. Die
zich achter zulk een verklaring wenschen te
verschuilen, zullen goed doen zich het be
kende spreekwoord eens te herinneren
„L'appétit vient en mangeant"
En hiermede kiezers en candidateu nemen
wij afscheid tot Woensdag. Wij hebben on-*
danks alles nog een te groot vertrouw e
iu uw gezond verstand en goeden wil om
niet vast en zeker overtuigd te zijn,
dat op het gewichtig moment de gedachte
aan Waalwijks welvaart, roem en eer niet
over invloeden en bezwaren van welken aard
ook, zal zegevieren.
14
27
17
7
TWEEDE GEDEELTE.
van dc voornaamste gebeurtenissen in
onze en omliggende gemeenten, gedurende
de 25 jaren dat ons blad bestaat
30 Dec. 1890. De gemeenteraad besluit
bij de hooge regeering aan te dringen,
dat de Staat het bouwen der schutsluis
aan de haven op zich neme. Burgem.
en Weth. zullen zich op audiëntie bij
den Minister begeven, om met Z E,
deze aangelegenheid nader te bespreken.
Op die audiëntie zal ook de brvg over
de nieuwe rivier niet uit het oog worden
verloren.
17 Jan. 1891. Aanbesteding door B en
W. van het verbouwen van het post
en Telegraafkantoor alhier. Inschrijvers
waren G. van Huiten te Waalwijk f 3180
G. de Bont te Nieuwkuik f 3235 en
G. vau Dijck te Waalwijk f3428.
Jan. De heer Godefr. v. Iersel, lid der
liedertafel „Oefening en Vermaak",
wordt geinstalleerd als directeur der
harmonie L'Espérauce.
Jan. De beide wethouders onzer gemeente
de heeren Jud. Timmermans Wzn. en
Th. Hoffmans benevens de secretaris de
heer van Liempt zijn op audiëntie bij
den Minister van W. H. en N. teneinde
Waalwijks belangen bij de schutsluis
te bespreken.
Jan. De Wethouders en de Secretaris
brengen iu den gemeenteraad rapport uit
van hun onderhoud met den Minister
vau W. H. en N. Dit rapport was in
hoofdzaak als volgt
Z.E. wil thans 40% geven in den
regel is het slechts in de kosten
onder goedkeuring der Kamers. Z.E.
zag groote bezwaren tegen den bouw
door het Rijk, ofschoon hij voor zich
de schutsluis zeer genegen is en wenschte
dat die door de provincie of de gemeente
gebouwd werd. Iu dit laatste geval
zou hij alle mogelijke faciliteiten ver-
leenen hij kon zioh echter niet ver—
eenigen met het idéé der Staten van
Noosd-Brabant om geen schutgelden
te laten heffen en gaf de Commissie
in overweging aan te dringen bij hen
om de gemeente toch recht te geven
schutgelden te heffen en de Staten
hooger subsidie zouden verleenen, dan
kon de Commissie den Minister nog
later komen spreken.
Over de brug te Drongelen kon hij
zich niet uitlaten, omdat die in verband
staat met andere werken aan de Maas
mond, welke nog in onderzoek zijn.
Eeb. De griep heerscht epedemisch in
onze gemeente en maakt veel slachtoffers.
Eeb. De heer Verbout brengt in den
gemeenteraad rapport uit van zijne be
moeiingen in zake het constitueeren
eene Commissie voor de a.s. Landbouw
tentoonstelling.
Deze commissie zal bestaan uit de
heeren P. Ver wiel, M. v. Loon, E.
W. Klijberg, Jos Bink, H. Meulkens,
C. C. de Greeff, G. Wagemakers, G.
v. Loon, D. A. Kakebeen. Besloten
wordt aan de Commissie te verleenen
eene subsidie van f400 benevens nog
een crediet van f 400 zoo deze noodig
blijken te zijn.
Mrt. De WelEd. Zeergeleerde heer 3.
P. P. Tielen, gedurende 45 jaren ge-
nees-heel-en verloskundige te Drunen
overlijdt in den ouderdom van 71 jaren.
De plechtigheid der ter aardbestelling
waaraan schier de geheele gemeente
deelnam geschiedde den 20 Maart.
April. De Raad besluit den bouw der
onderwijzerswoning te gunnen aan G.
van Dijk alhier voor f 5376, dat is f79
boven de begrooting. Andere inschrij
vers waren G. ne Bont f 5462 en G.
v. Huiten t 5430.
Het bestuur voor de a.s. Landbouw
tentoonstelling is thans samengesteld
als volgt
jEereèesluur
Jhr. Aug. v. Grotenhuis, Burgemeester
Waalwijk Eere-Voorzitter.
A. J. Bink, Notaris Waalwijk.
E. W. van Liempt, Secretaris Waalwijk.
A J. Rant, Notaris i/
Jud. Timmermans Wz. Weth. en Voorz.
binnenp.
J. Bern. Timmermans Wz. President
K. v/ Kooph*
Henri Witlox
Jhr. Mr. Eug. Verhijen Kantonrechter.
J. van Dijk, Burgem. Voorz. 14 afd.
Landb. Sprang.
J. v. Heijst Burg. Secret Penn. 14 afd.
Landb. Baardwijk.
G. Vermeulen Wz. burg. Greveld.
Capelle.
P. Vermeulen Mz. Loonopzand.
M. A. Boll, burgem. Eeten en Drongelen
Arie Straver A. Jz. Babilonienbroek.
G. Branderhorst, Lid der Prov. St.
Genderen.
C. G. Verwiel, burg. Bezooien.
J. H. A. Loeff, Notaris Drunen.
F. M. lngenhousz, Waalwijk.
M. L. Mommersteeg, Vlijmen.
J. Loeff, burgemeester 's-Gravenmoer.
Jhr. ■- os de la Court lid van Ged. St.
te 's-Bosch.
J. H. Stael burgem. Dussen
A. v. d. Koppel burgera. Almkerk.
B. Snoek id.
Mr. G. J. Heere burgem. Raamsdond.
Uitvoerend Bestuur
P. W. H. Verwiel le Voorzitter.
D. A. Kakebeen 2e.
M. A. van Loon Penningmeester.
E. W. Klijberg Commissaris.
H. C. Meulkens Techn. adviseur.
Jos Bink
C. C. de Greeff.
G. Wagemakers.
G. van Loon.
J. van Bokhoven Secretaris.
31 Mei. Bij het uitvoerend bestuur der
landbouwtentoonstelling komen de vol
gende medailles in:
Jhr. Aug. v. Grotenhuis buigem. groote
gouden en een verg.zilv. medaille.
J. Bernard Timmermans Wz. groote
gouden medaille.
Antoon Witlox groot verg. zilv.
Jud. Timmermans Wz. id.
A. Verbunt 2 zilveren medailles.
N. Gragtmans groote zilr, med.
Gebr. Scholte 's-Bosch id.
14e afd. der Landbouwmaatsch.
Noord-Brabant f 50.
P. V. te L. een gouden en een zilv. med.
A. J. Bink, notaris groote gouden med.
A. van Iersel id.
C. A. Witlox gouden med.
J. H. Stael, Dussen groote zilv. med.
Barend Snoek, Almkerk id.
A Roij Parijs gouden med.
P. Sprengers griffier der
Staten van Noord-Brab.
Liedertafel Oefening en Vermaak id.
C. G. Verwiel, burgera Besoijen groote
zilv. med.
B. A. Middelkoop, notaris Capelle gouden
med.
W. Mutsaerts afgev. voor Waalwijk
gr. goud med.
Jhr. Mr. E. Verheijen, kantonrechter
gr. goud. med.
Mr. J. A. Loeff, lid der Prov. St. goud.
med.
W. v. d. B. te W. gr. zilv. med.
Afd. Heusd. Landbouwmaatschappij N.B
gouden med.
M. L. Mommersteeg Vlijmeu lid der
P. S. gouden med.
Gebr. Straver Jz. te Babilonienbroek id.
Henri Witlox Waalwijk id.
J. Bolk cand. notaris gr. verg. zilv med
3. Boex Eindhoven lid der P. S. gr.
zilv. med.
M. A. Boll, burgem. Eethen id.
A. v. d. Koppel, burg. Almkerk id.
3. A. Bossers, notaris Loonopzand id.
H. Truffiuo en Co. te 's-Hage zilv.
med.
Jhr. J. de la Court Lid van Ged. Stat.
gr. goud. med.
J. F. Smits van Oijen Eindhoven Lid der
Tweede Kamer goud med.
De leden en de Secret der Noordbr.
Landbouwm. goud med.
G. Branderhorst Genderen lid der P. S.
gr. zilv. med.
A. v. d- Mee t.e Waalwijk id.
Mr. G. Heere Raamsdonk lid der P, S.
gouden med.
J. Suys 's-Bosch gr. zilv. med.
Luit. Generaal Van der Schrieck 's-Bosch
zilv. med.
3os Loeff not. Drunen gouden med.
W. Prinzen Helmond Lid der Eerste
Kamer gouden med.
Sociëteit „De Gezelligheid" Waalwijk
gouden med.
Commissie v./h. Concours Hippique id
3. Elshout Drunen gr. zilv. med.
J. J. v. Loon id.
10e. afd. der N. B. M. v. L. Oosterhout
gr. zilv- med.
3. P. Asselbergs Bergen-op-Zoom lid
der P. S. gr. zilv. med.
J. v. Gulick 's Bosch lid der P. S. id.
A. 3. Sonneveld Waalwijk id.
Jhr. v. d. Bergh v. Heemstede's-Hage
lid der Tw. K. gr zilv. med.
Mr. P. Smits Einhoven lid der Eerste
Kamer gr. zilv. med,
Dr. S. Soer Tilburg id.
H. v. d. Heuvel Geldrop lid der P. S.
zilv. med.
D. M. de Bruiju Capelle id.
Jhr. Nr. J. Verheijn lid der Eerste
Kamer zilv. med.
Tacx notaris Vlijmen id.
Mr. B. M. Bahlman lid van de Tweede
Kamer gr. goud med.
Merkel bach lid v. de Eerste Kamer
gr. zilv, med.
Mr. B. de Roij van Zuidewijn griffier
bij de arr. rechtbank 's-Bosch gouden
med.
P. J. Hessels Gouda id.
W. Jordans en M. Belle's-Belle verg.
zilv. med.
Mr. J. J. A. Harte 's-Hage lid der
Tweede Kamer zilv. med.
Benevens nog vele medailles van
personen, die onbekend weuschten te
blijven.
31 Mei. In de vergadering der R. K.
kiezers uit bet district Waalwijk, te
Nieuwkuik gehouden, wordt na een
langdurig debat met 83 stemmen tot
candidaat voor de Tweede Kamer gesteld
de heer W. Mutsaers. De heer Vos
de Wael aftredend lid bekwam 40
stemmen.
7 Juni. Mr. Vos de Wael houdt voorde
kiezers uit het district Waalwijk eene
bespreking op de zaal Musis Sacrum.
De ruime zaal was bij deze gelegenheid
veel te klein om het aatal toehoorders
te kunnen bevatten.
9 Juni. Verkiezing voor de Tweede Ka
mer der Staten-generaal. In het
district Waalwijk werden uitgebracht
3040 steramen. Blanco en van onwaarde
26 Volstrekte meerderheid 1508.
Gekozen W. Mutsaers met 1599
stemmen. Vos de Wael bekwam 1404
stemmen.
17 Juni. De gemeentebesturen van Baardwijk,
Drunen, Waalwijk, Nieuwkuik, Vlijmen,
Hedikhuizen, Oudheusden en Besoijen,
en de Kamar van Koophandel alhier
richten een schrijven aan de Ged. Staten
van Noord-Brabant waarin zij dit col
lege verzoeken bij de Regeering te
willen aandringen, dat het Rijk de
kosten van het onderhoud der voetbrug
over den Baardwijkschen Overlaat op
zich neme. Raming f360 per jaar
In dit schrijven werd o.m. aangetoond
dat het ontstaan van den Overlaat dag-
teekant van 1766 dat het een werk
was van algemeen rijksbelang en diende
tot afleiding van het overtollig opper-
water en ijs van de zijde der Beersche
Maas, de Bovenwaal en de Nederwaal.
Uit een resolutie van de Staten van
Verklaringen.
Echo v. h. Zuiden
tït i .-ï i i ,1lL" J
WaalWIJKS oewma, vuui ucu langcu uju van
zes jaren, toevertrouwd zal worden.
«Mi mi ii Mgagapj
Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S.
(53)
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
De Waarschuwing.
„Ik wilde u niet storen, mijnheer den graaf,
wijl u gezegd hadt, dat u noodige corresponden-
tie's motst afdoen. Op miju kaartje stonden eenige
woorden, welke mij veiontschuldigen moesten,
jlijn tijd staat mij nu ook niet toe, langer in
het slot te vertoeven. Ik moet naar mijne woning
terug om haastig eenige wachtende zaken af te
doen en dan wil ik voor privaataangelegenheden
een klein reisje maken."
„Ik had het gelezen, toch ben ik nog boos op
u. Terwijl de oude man dit zegt lacht hij.
schelmsch.
Hij werpt nonchalant zijn handschoenen op
de met groen laken bedekte tafel, waaraan
Willburg voor eenige boeken zit, welke hij
zooeven heeft doorgebladerd.
Willburg's werkkamer in het directie-gebouw
want daar is het, dat de graa' hem nu is
komen opzoeken, nadat onze held het slot ver
laten had, zonder den ouden man het beloofde
bezoek te brengen is practisch en eonfortabel
ingericht. Een groote, fraaie spiegel siert den
wand de vloer is belegd met een pluchen kleed
een prachtige schrijftafel met een uitgebreide
bibliotheek van de* beste technische werken
daarboven beslaat den heelen blinden muur, een
sofa en fauteuil's met pluchen bekleeding vol
tooien het voornaam gemeubelde vertrek. De
graaf leat zich op de sofa vallen.
„Het is een lust, als men zoo korpulent wordt,
waarde Willburgl Bijzonder bij zoo'n hitte
fffl De graaf waait zich met zijn onafscheidelijke
zijden foulard wat koelte toe. „Is mijn neef
vandaag al hier geweest?"
Willburg ziet bij deze vraag den graaf eenigs-
zihs ontstemd aan.
„Voor mijnheer den baron van Baginsky heeft
het directiegebouw weinig aantrekkelijks. Ver
schillende takken van sport, in 't bijzonder die,
welke door de godinnen Diana en Fortuna en de
priesteres Venus geprotegeerd worden, nemen
den tijd van mijnheer uw neef geheel in be
slag."
De graaf ziet zijn huttendirectear verrast aan.
„U is mijn neef evenmin genegen als mijn
vrouw ?1 En dat verwondert mij werkelijk ten
zeerste. Deze twee levenlustige menschenkinderen,
die anders iedereen voor zich innemen, hebben
het ongeluk, jui6t u en u alleen te mishagen en
wel in die mate, welke mij onverklaarbaar toe
schijnt. Heeft Egon u iets misdaan
„Mij nietl Doch hij past niet in de onderne
ming, hij is alles behalve zakenman. Mij heelt
hij niets gedaan, maar hij heeft zich toch aan
een handeling schuldig gemaakt, welke mij zeer
oneervol toeschijnt.'
Het goedige gelaat van den graaf wordt bloed
rood. Egon is hij weet het lichtzinnig en
verkwistend, maar hij is toch altijd de zoon zijner
geliefde zuster en de graaf houdt innig veel van
hem. Het kon hem dus niet onverschillig zijn,
als men zijn neef van een oneervolle handelwijze
beschuldigt.
„Vergist gij u niet, mijnheer Willburg? Wel
licht laat gij u door uw minder goede gezind
heid jegens hem, eenig9zins raedesleepen.'
„Ik vergis mij zelden', zegt vrij trotsch en
zelfbewust de huttendirectear.
„Echter welnu, verklaar u naderl
Willburg schuift de boeken op zijde en kruist,
terwijl hij achter rover in zijn fauteuil leunt,
zijn armen over de borst.
„Mijnheer de baron van Baginsky heeft me
vrouw de gravin in haar vijandelijke manoeu
vres tegen mij trouw ter zijde gestaan. Tenge
volge hiervan kan ik in 't vervolg in geen be
trekking tot dezen heer meer staan, daarom of
hij treedt terug öf ik moet mij verwijderen'.
Thans is onze held geheel de koud overleggende
zakenman, die zich door geen persoonlijke nei
gingen noch door welk ander gevoel ook laat
beïnvloeden of van zijn beginselen laat af
brengen.
De graaf wordt doodsbleek.
„Is dat volle ernst, mijnheer Willburg
„Ik ben na het voorgevallene niet tot schertsen
gestemd, mijnheer de graaf.'
„U verlangt das beslist, dat Egon, mijn neef,
uit de zaken treedt?'
„Ik sta daarop en hoofdzakelijk in uw eigen
belang. Uw hutten- en bergwerken kunnen de
sommen voor twee verkwistende persoonlijkhe
den niet opbrengen. Mevrouw de gravin kan
met hare hoog kostbare neigingen een millionair
rnïneeren, daarvan hebt u toch helaas de over
tuigendste bewijzen. Als nu bovendien iemand
hierbij nog een handje helpt mijnheer van
Bugiusky heeft in den loop van dit jaar ont
zettend hooge sommen uit de kas gek09t dan
is aan een nieuw opbloeien dezer onderneming
niet te denken. Ik maak het totstand komen van
de nieuwe onderneming van het uittreden van
uw neef afkankelijk, ofschoon ik toch binnen
korten tijd hier vandaan moet, om naar Rusland
terug te keeren
De graaf springt bij dit laatste nieuws hevig
verschrikt op.
„U wilt mij gaan verlaten? U wilt uw on
schatbare krachten aan de onderneming juist dan
gaan onttrekken, als zij deze op zijn meest noo
dig heeft? Waarlijk, mijnheer Willburg, het
zou geen wonder zijn, als ik bij het vernemen
van al deze verschrikkelijke tijdingen een be
roerte kreeg 1»
En werkelijk, het gelaal van dvn graai ia don
kerblauw het bloed is hem naar bet hoofd ge
stegen, zijn oogen puilen als 't ware uit de kas
sen en zien smeekend en liulpe zoekend tot
Willburg op. «.I..»
Deze treedt haastig op den graaf toe en legt
kalraeercnd zijn hand op diens schouder.
„Wij blijven trots alles de ouden, mijnheer de
graaf. Als mijnheer van Baginsky uitgetreden
ia komt beslist ons ontwerp tach tot uitvoering;
onverschillig of ik in Duitschland of in Rusland
leef. En nu, mijnheer de graaf, heb ik nog een
ernstig woord met u te spreken. Ga zitten, als
ik u bidden mag.
Ik houd het voor een eereplicht, u de oogen
te opeDen voor zekere zaken, over welke u he
laas in blind vertrouwen heenziet. De verhou
ding, welke tosschen uw gemalin en uw neet
beslaat, gaat verre over de grenzen van z.g. fa-
railieneigen heen. Wees op uw hoede, heer graaf.
Er kon anders een dag komen, dat de hoogheid
van Uw onbevlekten eereznil, waaraan uw voor
vaderen met roerazuchtigen ijver gearbeid heb
ben, verbrijzeld ter aarde viel. Houd uw neef
en uw gemalin steeds in 't oog, want ik vermeen
neen weet beslist, dat zij beide volgens overleg
de plannen aanvallen doen op nw voor hen on
uitputtelijke beurs en God weet, wat nog meer.
Nog eens, wee9 dus op uw hoedel'
Nu schijnt de arme, oude man werkelijk een
beroerte nabij. Zijn borst gaat heftig op en
neer, in zijn oogen spiegelt zich angst en ontzet
ting af en zijn gelaatstrekken zijn verwrongen.
Eindelijk brengt hij er met moeite uit
„Mij ware beter, dat ik in het graf lag en
dezen dag niet beleefd had, mijnheer Willburg.'
,U leeft echter en zult mij later dank zeggen,
dat ik u nog op tijd de oogen geopend heb."
„Ik weet eigeulijk niet, mijnheer Willburg, of
ik u voor dezen dienst dank moet zeggen. Mis
schien ware het beter voor mij, als ik maar in
onbekendheid met dit alles voortgeleefd had en
gelijk een blinde-langs den afgrond gewandeld
had. Was ik erin gestort, welnu, zoo had een
vlugge dood mij heengevoerd Daar dat rijk,
waar de aardsche dingen geen vat op hebben.'
„Ea uw kinderen bleef deschar.de!! Waarlijk,
dan kwamen de schuldigen er goedkoop af.
Neen, nog kunt u verhoeden, wat u en uwe
familie in den afgroodfc der schande dreigt te
storten. Grijpt u energiek in en loont uw ge
malin en uw neei, dat u een man is. Deze ver
houding moet ophouden en u maakt hieraan het
vlugste een £eiud, door uw neef te verwijderen.
Geef hem een som gelds. voldoende om b.v. in
Amerika een zaak op te richten en dan 18 de
geschiedenis in één slag uit."
De graaf ziet lang peinzend voor zich neer,
eindelijk zegt hij zuchtend:
,U hebt gelijk, mijnheer Willlburg,' ik zal
un- raad opvolgen."
Langzaam staat hij op en neemt zijn hoed en
schoenen.
Verstrooit «oekt hij naar zijn wandelstok, tot
dat hij tot de ontdekking komt, dat hij hem in
de hand heeft.
„Mijn hoofd is een beetje in de war; bij alles
wat in den laatsten tijd mij passeert, is dit ook
niet te verwonderen.
Hij staat nog een wijle nadenkend en wrijtt
zich met den gouden stok zijn ronde kin, dan
schudt hij zwaarmoedig met zijn hoofd I
„Egon en Nora I Ik had het Diet gedacht.
Doch zij hadden werkelijk beter bij elkander
gepast, dan ik oude man en die jonge, schoone
vrouw. Ik ga naar huis en zal aanstonds hij
zucht wederom diep met raijn^vrouw spreken.
Hij reikt Willburg de hand.
„U komt dus niet meer ten onzent? Ik moet he
billijken, maar het doet me niettemin leed. Aan
de gedachte u geheel en al te verliezen, kan ik
me echtër nog niet gewennen. Ik heb u leeren
hoogachten als mijn be9te vriend, mijnheel
Willburg ja, als mijn besten vriend
l)e graaf schut hierbij onzen held hartelijk dt
hand, dan verlaat hij treurig en met gebogen
hoofd de kamer.
„Arme man! zegt onze held, nadat de deui
achter den graaf is dicht gevallen. „Hoe zal da
hier nog eindigen!.
NEGENTIENDE HOOFDSTUK.
„Pluto, wilt ge me eens gauw naar bovei
laten
Het is Emmy de in ons verhaal zoo lani
nit 't oog verlorene dochter van den „Obersteier
of hoofdopzichter die deze vermaning tot ee
reus van een Newfoundlander richt, welk
laatste met de geheele lengte van zijn lichaac
op de onderste trede van den trap ligt, die naa
het terras van het slot ▼an Mansfeld voert. D
hond schijnt de jonge dame, die vau den tui
ait over het terras in het salon wil gaan, de
toegang daartoe te willen beletten.
(Wordt vervolgd.)