FEUILLETON. BINNENLAND. Vatikaan de ouderhandelingen met Ruuland waarbij hij bleef weigeren toe te geven ten opzichte van het gebruik der Poolsche taal die een voorwaarde is voor het bestaan van hel Katholicisme in Polen. Hij heelt alle regeeringsvorraen erkend en aangenomen en daarover heeft hij misschien het meeste ge schreven en zich het duidelijkst uitgedrukt Men herinnere zich de encycliek over de de burgelijke macht, den brief aan Mgr. Rampolla, destijds nuntius te Madrid, waarin de paus de Carlisten afwees, die van de godsdienst een wapen voor hunne plannen wilden maken verder den brief aan den aartsbisschop van Parijs om deze aan te sporen den nuntius bij de Pransche republiek Mgr. Czacki, te steunen in zijn strijd tegen de intransigeanten. die de republiek wilde ondermijnen. Hij heeft het huisgezin op de oude grond slagen willen herstellen, getuige de encycliek over het huwelijk en de echtscheidinghij heeft de maatschappij willen versterken door zijn encyliek over de moderne dwalingen, in welke hij de socialistische en de nihili— stiche leerstellingen veroordeelt. Hij heeft zich met ijver aan de sociale quastie gewijd en daarvoor overvloedig zijn n cening geschreven. Maar hij heeft dat alles gedaan tot sterking van de bestaande maatschappelijke en staatkundige "orde, tot groote roem voor de kerk, grooter aanzien en hooger eer voor het pausdom hij heeft het als paus gedaan. Hierboven gaven wij een korte opsomming wat Paus Leo onder zoo ontelbaar vele be langrijke zaken deed, laten wij nu een en ander wat nader beschouwen. Wat hij met Bismark deed, heeft de ge'neele wereld met verbazing vervuld; Bismark verklaarde zelf in hom zijn meerdere te hebben gevonden. Toch was Leo XIIL toen nog slechts in de eerste periode van zijn pontificaat. De adelaar nam straks zijn hoogste vlucht, ont plooide in volle breedheid de forsche wieken oiri meer en meer te stijgen, het zonnelicht le gemoet. De groote, de wereld-beroerende encyclieken gingen verschijnen. Hij had niet slechts den vrede met Pruisen-Duitschland tot een feit gemaakt, hij wilde ook de Keik verzoenen met de Maatschappij en voor eens en voor altijd het misverstand uitdelgen, dat in haar een vijandin van den vooruitgang en de democratie meende te zien. Met diep peilende blik had Leo XIII het gevaar doorzien en met forsche hand greep hij in. De katholieken moesten meeleven het leven van hun tijd. Zij moesten zich zelf niet isoleeren, noch terzijde-stellen, maar als staatshurgers hunne volle rechten doen gelden. Zij mochten hun kracht niet on gebruikt laten in verzuchtingen over ver- vlogen dagen, en handelen als een leger, dat te eenenmale verslagen, geen hoop meer heeft Neen, inet de middelen en wapenen dar nieuwe tijdsomstandigheden behoorden zij den strijd te aanvaarden voor de Kerk en voor de Maatschappij. Midden in de moderne samenleving was hun plaats. Zij hadden niets te vreezen noch de weten- scli'p, noch den vooruitgang, noch de de mocratie. En achtereenvolgens verschenen de encyclieken over de Christelijke Inrich ting der Staten, over de vrijheid, over den toestand der werklieden. Kardinale punten had de Paus in de //Rerum Novarum'' behandeld en oplossiugen gegeven, die de wereid met verbazing sloegen. //Socialistisch" werd de encycliek genoemd, natuurlijk ten onrechte. Maarzoo diep w.ren de wanbegrippen ingeworteld en zoo/.eer was bij velen de christelijk-sociale idee in vergetelheid geraakt, dat men een star en koud individualisme als de ware, echt-conservatieve levensbeschouwing was gaan hu'digen. Aan de heerlijke traditie, door vorige eeuwen ons nagelaten, werd niet meer gedachtvoor het Recht was de Aalmoes, ruimer of kariger toebedeeld, in de plaats getreden en het nauwe verband, rssru i iiihimmii iii lil ■f ii a i Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S. TWEEDE GEDEELTE. (57) NEGENTIENDE HOOFD8TUK. Verklaringen Will huig ia door deze laatste woorden zoo bewogen, dut hij r.iet vermag te spreken. Na een poos zegt hij, nog hevig ontroerd: „Eu als de stem der natuur ten mijnen gunste spreekt en mijn kind vrijwillig met mij wil gaan «Daarop laat ik het gerust aankomen. Editha zal nimmiT vrijwillig van ons weggaan.* „En wilt u liaur zeggen, dat ik haar vader ben, die al sedeit dertien jaar lang naar haar ge> ocht lieeft. en al dien tijd door een vurig ver- Wei, naar zijn geliefd kind verteerd is?* ,l, wi' 'k gaarne, mijnheer. Wij zullen u de liefde van uw kind niet onthouden, maar ons van Editha zoo maar voetstoots scheiden, dat gaat niet.' Will burg reikt zijn gastheer da hand. „Ik dank u mijnheer, b zijt een edele, brave ma... U leert mn weer aan goede, onbaatzuch- Mge in en sc li en gelooven. Ik wil u ook van het kii <1 dat u zoo lief geworden is, niet plotseling pcntiden. Als u mij slechts veroorlooft, teruet! II F.rïiMin miin 1 1 komen, om Editha. mijn lieveling, té kuénen zooadat zij de gelegenheid krijgt, zich omhelzen, aan h ar vader te gewennen. En wat°nu~he"t vertrek naar Rusland betreft, hieromtrent ben deze oogenblikken geheel van gedachten verandetd. VNellicht blijven wij hier allen te vreden en gelukkig bijeen - of als ik ga, gaan wij allen te zaroen niet?» dat bestaat tusschen het geestelijke en stof felijke, werd door velen niet meer gevoeld' Zoo was het te verklaren dat de encycliek ook bij katholieken zekere, b' roering bracht, terwijl de tegenstanders der Kerk, zij, die haar geschiedenis niet kenden en vreemd waren aan haar leer, met verbijstering wa ren geslagen.' De Paus aanvaardde de staats inmenging tot het verkrijgen eener goede wetgeving; hij veroordeelde in vlammende taal de buitensporigheden van een harteloos kapitalisme; hij verdedigde het goed recht der arbeiders op een menschwaardig bestaan, op een loon, dat zulk een bestaan mogelijk maakteen hij spoorde met den meesten nadruk aan tot het herstel van het vereeni- gingslevcn, dat den arbeidenden stand weleer zoo krachtig had gewapend, zoo glansrijk had beschut. Het was niet slechts, omdat hij zijn tijd begreep, maar ook omdat hij het volk lief had met geheel zijn koninklijke ziel, dat hij naar voren Irad als de kampioen van die miflfoenen arbeiders, gebukt onder de lasten en zorgen van het dagelijksch leven. De encycliek Rerum Novarum blijft het onsterfelijke getuigenis van de grootheid van Leo XIII. Zij blijft ook het onvergankelijk monument van de teedere gevoelens, welke de Kerk koestert voor de kleinen, de nede- rigen, dc misdeelden der Maatschappij, gevoelens welke in het woord van haren Opperpriester de meest welsprekende uiting vonden. Het Katholicisme is door Leo XIII aan de wereld vertoond als een weldadige macht. Met zegenend gebaar, met woorden van liefde en toenadering op de lippen, zijn de oude beginselen door hem geënt op den nieuwen tijd. En zoo werd de algemeeue vereering welke deze pontifix genoot, voor een goed deel overgebracht op de machtige instelling wier hoofd hij waszoo werd de wereld er getuigen van, dat een protestansche souverein hoofd zijner Luihersohe landskerk, diep ge troffen bij het vernemen van 's Pausen ziekte openlijk een gebed ten hemel stierde voor het herstel van den Roomschen Stedehouder Christi. Niet slechts door zijn genie als staats man, maar ook en véoral door zijn liefde rijke goedertierenheid als Opperpriester heeft Leo XIII de wereld overwonnen. Daarom, al heeft Leo XIII vele over winningen behaald bij zijn leven, al werd het telkens en telkens lastbaar, welk een grooten Gids de Voorzienigheid ons in Hem had geschonken, vast zijn wij overtuigd, dat eerst later, als alle vruchten hebben kunnen rijpen, tenvolle blijken, zal hoe zegen rijk zijn pontificaat is geweest, en ook hoe Hij, als alle genieën, zijn tijd vooruit was. Geheel de twintigste eeuw zal het ken merk dragen zijner machtige persoonlijkheid. Maar was hij in den waren en goeden zin een moderne Paus en wist hij aldus de verzoening van de Kerk met den Staat en de hedendaagsche Maatschappij tot een feit te maken, niet minder trok hij de wereld tot zich door de zachtmoedigheid en vaderlijke goedertierenheid van zijn optreden. Onbuigzaam waar het de handhaving der beginselen gold, vei meed hij alles, wat aan het Katholicisme het aanzien kon ontnemen. Ruim veertien dagen heeft de dood noodig gehad, om het ijzeren gestel van den Paus te sloopen eindelijk, Maandagmiddag kort na den klokslag van vieren, was de strijd gestreden. Er is een plotselinge en hevige ziekte noodig geweest, om zijn taaie levens kracht te fnuiken en, hoewel hij van den aanvang af den dood in het hart voelde, dacht hij nog in de oogenblikken wanneer het hem beter ging, dat zijne oude veerkracht het winnen zou. In de eerste dagen van zijne ziekte zeide hij tot de aan zijn ziekbed ver zamelde kardinalen: A-Ik ga naar de eeuwig heid", maar enkele dagen later moest men hem weer den ernst van zijn toestand ver- heelen. Maar dan kwam er opnieuw weifeling en voorspelde hij den dag van zijn dood. Tot De oude heer weet niet direct, wat hierop te antwoorden. Na een oogenblik nadenkens zegt hij: ,/Ik ben nooit voor ondoordachte besluiten geweest, mijnheer. Mijn spreekwoord is steeds: Komt tijd, komt raad I" Hij staat op en gaat naar de deur. „Ik vermoed, dat u er naar verlangt, uw dochter te omhelzen." En de deur openend, roept hij: „Editha 1* Schuchter en verlegen staat na eeuige seconden het lieve kind een ware ellenverschijning in de kamer. Editha ziet zedig voor haar Deer en de lieve kinderhanden spelen verlegen met het zijden lint van haar schortje. „Kom wat dichter bij, Editha I* zegt de oude heer op vriendelijk zachten toon. „Ge zult thans iets vernemen, wat tot nu toe nog een groot geheim voor je was. Ge zijt niet, zooals ge altijd gedacht hebt, ons kind, da zuster van onze Emmy." Gij zijt van je prilste jeugd af bij ons in pen sion geweast. Wij zijn dus maar je pleegoudere. Deze heer is eigenlijk jo vader, Editha I Toe, zie eens op en kijk mijnheer eens aan Bij het hooren van dit onverwachte nieuws staat, de kleine onbewegelijk. Geen woord komt over haar lipjes. En de beide mannen zien haar vol spunning aan, vooral Willburg is één zenuw trilling. Daar ziet hij twee dikke tranen langs haar wangetjes biggelen. Ouder een gillenden snik slaat zij eensklaps haar beide armpjes om den hals van haar ouden pleegvader, en haar gezichtje tegen het zijne drukkend, roept ze met een door tranen verstikte stem uit „Mijn lieve, goede papa! Ik ben uw kind niet? O, mijn God, dat is verschrikkelijk I Ik houd toch zoo veel van u, mijn lieve moeder en Emmy. Ik wil hier nooit vandaan, nooit, nooit, nooit I" Hartstochtelijk drukt zich de geschokte kleine tegen haar pleegvader aan, bIs wilde ze bij hem bescherming zoeken voor een haar dreigend ge vaar. Willburg zit daar, als versteend. Dat was dus de ontvangst van het door hem vergode kind 1 Doch hoe kon het ook anders I Zijn kind is immers als een klein korenzaadje op vreemden hij ten slotten niet meer tot lijn omgeving sprak en de verdoving over hem kwam die het naderende einde aankondigden. Leo XIII heelt het geluk gesmaakt, in haast ongebroken kracht, het jubelfeest van zijn vijfentwintigjarig pontifxaat te. mogen vieren. Er was verrukking in zijn oog toen hij, den 3den Maart, onder het gejubel van de geloovigen, op de sedia gestatoria in de St. Pieter werd rondgedragen. Maar reeds toen zag een van de correspondenten die de plechtigheid beschreven, in hem „het beeld van den moeden, bevenden grijsaard''. Na de emotie van dien grooten dag, naar wel ken hij zoolang had uitgezien, doken er ongunstige geruchten op over zijne gezond heid. Zijne krachten namen zienderoogen af, na elke vermoeiende ontvangst of openbare plechtigheid moest hij rust nemen. Uit Rome werd ons Maandagmiddag ge seind De bronzen deur is zooeven gesloten. Z. II. de Paus is hedenmiddag te 4 urn en 4 minuten overleden. De dood van den Paus is voorafgegaan door een korten doodstrijd. De Paus ver viel in diepe bezwijming. Dr. Lapponi kondigde te 3.20 uur schreiende de nade rende catastrophe aan. De groot-poeniten- tiaris Kardinaal Serafino Vannutelli naderde de sponde van den Paus en las, geknield, de gebeden der stervenden. De neven vau den Paus en kardinaal Rampolla weenden aanhoudend. De Paus had 't bewustzijn geheel ver loren Het gelaat was doodsbleek geworden, de ademhaling had opgehouden de aanwe zige kardinalen en andere prelaten, tezamen 60 in getal, knielden neder en beantwoord den de gebeden met door snikken gebroken stem. Kalm overleed de Paus, het hoofd een weinig ter zijde buigende. Lapponi kondigde, na nauwkeurig onderzoek van het hart, aan, dat de Paus te 4.4 uur was gestorven. De raajordomus noodigde ver volgens alle aanwezigen uit, zich te verwij deren uit de sterfkamer en uit de pontifi cale vertrekken. Graaf Pecci, Lapponi, Centra en twee leden der edelgarde bleven waken bij het lichaam, dat op het bed rustte, in afwachting van het officieel con- stateeren van het overlijden, dat door kar dinaal Oreglia moest geschieden. Kamerheeren. Kardinaal Rampolla legde dadelijk zijn functie als staats-secretaris neer, in wiens plaats mgr. Delia Chiesa nu optrad, drie kardinalen zullen tijdens het vacant zijn van den Pauselijken Stoel de kerkelijke zaken behandelen en de kardinaal-ca- merlengo Oreglia nam om 4 uur 30 het beheer over het Vaticaari en het bestuur van den H. Stoel in handen. Voorafgegaan en gevolgd door de Zwitsersche garde, ge ëscorteerd door de edelgarde, begaf hij zich, vergezeld door den vice-camerlengo en de geestelijkheid, van de Apostolische kamer naar de pauselijke vertrekken om den dood van den Paus te constateeren. De digni tarissen van het pauselijke hof en de cere moniemeester stonden aan den ingang van de vertrekken om den kardinaal-camerlengo te ontvangen. Deze trad binnen en ging tot aan de kamer, waar het lichaam van den Paus rust. Deze was gesloten. Na driemaal te heb ben aangeklopt, riep hij met luide stem den Paus Nu werd de deur geopend en ging de camerlengo, gevolgd door de hem bege leidende personen naar binnen Hij naderde het sterfbed en gaf driemaal met een zil veren hamer een zachten slag op het voor hoofd van den Paus, terwijl hij tnet luide stem den overledene bij zijn naam noemde. Het gelaat van Paus Leo schijnt van was te zijnde trekken zijn slechts weinig veranderd, het is, alsof hij rustig slaapt. Kardinaal Oreglia deelde den aanwezigen mede, dat de Paus overleden was, en ver liet de kamer, gevolgd door de dienstdoende bodem geplant. Het is dus niet te verwonderen, dat het, nu het daar eenmaal heeft wortel ge schoten, er voor terugschrikt, uit den moeder lijken grond te worden weggerukt. Wat was hij, wat kon hij voor dat kind zijn, dat hem nooit met bewustheid gezien had en dus geen herinnering van hem in haar zieltje ben omdragen. Hoe ellendig, hoe arm voelt zich op dit oogen blik de ongelukkige vader, die met een hart vol liefde kwain, om zijn kind in de armen te slui ten en nu moe9t aanzien, dat dit kind zijn armen, krampachtig om den hals Yan een vre raden man slaat 1 „Wat praat men dan van de stem der natuur deukt de teleurgestelde. „Zij beteekent niets! De macht der gewoonte is alles, deze is de kracht welke den band dei- bloedverwantschap vormt en te samen houdt.* En toch, ondanks deze bittere ontgoocheling, voelt bij zich eenerzijds gerustgesteld De smar telijke kreet van liet kind, ontlokt door de vrees, hen te moeten verlaten, die het boven allen liefheeft, bewijst den vader, dat Editha, zij moge dan uiterlijk op haar moeder gelijken, in karakter verre van haar mama vesschilt. Zijn kind heeft een gevoelvol hart en deze psycholo gische ontdekking vervult hem met innige vreugde. Bovendien heeft hij zich er van kun nen overtuigen, dat zijn kind een voortreffelijke opvoeding heeft genoten. „Editha, wilt ge uw vader niet een enkel welkomstwoord toevoegen Bij deze woorden neemt haar pleegvader het kleiue meisje bij de kin en heft haar hoofdje op, om haar in de oogen zien. „Je vader heeft zoo naar je verlangt en jsren naar je gezocht.* Met een schuwen blik kijkt ze weer naar Will burg op maar oogenblikkelijk ziet ze weer voor zich neer. Deze laatste strekt beide banden naar haar uit en eindelijk, ja, legt ze schuchter haar kleine fijne hand)es er in. Doch nu is het met zijn zelfbeheersching gedaan, hij trekt plotseling het kind geheel naar zich loe, drukt het vast tegen zijn borst en kust het op wangen, oogen en haar en als een snik komt over zijn lippen „Mijn liet, zoet hartekindl' Slechts aarzelend heeft zich Editha zijn lief- kezingeu laten welgevallen, doch die laatste op Na het officieele constateeren van den dood, heeft men het lichaam van den Paos in de gebruikelijke kleederen gekleed in bijzijn van den vice-camerlengo, een notaris de ceremoniemeesters en dr. Lapponi. Het lichaam werd op een rustbed van rood damast gelegd; tusschen de op de horst gekruiste handen lag een klein cru cifix. De dragers van den pauselijken zetel namen het bed op en voorafgegaan en ge volgd door de edelgarde, Zwitsers en cere moniemeester', brachten zij het lichaam in de z g. gobelinskamer, waar ook het lichaam van wijlen Pius IX was tentoongesteld. De edel wacht houdt dc wacht bij het lijk, dat hedenavond wordt gebalsemd De kardinaal-vicaris maakte aan het volk den dood des Pausen bekend. Lapponi verliet het Vaticaan te zes ure en stelde toen het officieel bericht van de doodsoorzaak op. De Kardinaal-camerlengo, na zijn tijde lijke waardigheid te hebben aanvaard, ontving kardinaal Rampolla en de familie van den overleden Paus. Op het St. Pietersplein staan twee duizend soldaten. Voor middernacht werden op het Vaticaan vier duizend telegrammen ontvangen en van uit Rome meer dan 10.000 verzonden. Alle publieke vermake lijkheden zijn gesloten. Reeds worden in St. Pieter maatregelen genomen om het lichaam des Pausen daar te exposeeren als dit geschiedt zal de Kerk geopend zijn voor het publiek van 's morgens zes tot 's namiddags vier uur, doch men moet yan een toegangsbewijs zijn voorziendaarna van vier tot zes uur voor congregaties en colleges. WAALWIJK, 22 Juli 1903. Benoeming. Bij koninklijk besluit is benoemd tot kantonrechter te Osch inr. M. Brouwer Ancher griffier bij t kantongerecht alhier. Z. D. Hoogw, de Bisschop van 's Bosch heeft benoemd tot deken van het dekenaat Vechel den zeereerw. heer P. van Beek, pastoor te Geraerttot pastoor te Vechel den weleerw. heer A C. J. M. Hordijk tot pastoor te Wintelre den weleerw. heer J. F. Manderstot kapelaan te Tilburg (Heuvel)den weleerw. heer H. J. de Bruin tot rector van het Augustinnessen klooster te St. Oedenrodeden weleerw. heer G. van den Hoventot kapelaan te Oisterwijk den weleerw. heer N. A. J. Huijbers, tot kapelaan te Beuningen den eerw. heer W. L. A. M. Timmermans, en tot assistent te Oerle den eerw. heer M. Gooijaarts, de twee laatsten priesters van het seminarie. Overlijden van Z. H. Zoodra ons Maandagmiddag een telegram de droevige tijding van 't overlijden van Z. H. Leo XIII bracht, hebben wij deze direct per bulletin door onze gemeente ver spreid. De deelneming was overal zeer groot. Van verschillende gebouwen werd de vlag halfstok geheschen. Tentoonstelling De gehouwen der tentoonstelling naderen hunne voltooiing, thans is men druk met de beschildering bezig, verschillende vlaggen wapperen reeds vroolijk in de lucht, terwijl aan de voorzijde der afsluiting verschillende wimpels waaien. De aanleg van vijver met fontein, weg en perken is in vollen gang, zoodat het geheel tijd'g gereed zal zijn. Een prachtige, soliede kiosk wordt gebou vd, juist is dat o. i. iets voor onze gemeente om aan te schaffen. De inzendingen komen in de week van 916 Augustus, dus alles zoo'n liefdevollen toon geuite woorden treffen haar hart. Weenend trekt zij de hand haars vaders naar haar lippen en drukt er een kus op. Reeds hierdoor voelt zich Willburg gelukkig. Het is de eerste schrede van toenadering tusschen vader en kind. „Wil u mij toestaan, dat ik mijn familieleden met deze verrassende tijding bekend maak vraagt de gastheer. Willburg, die nog altijd de handen van zijn kind in de zijne houdt, knikt slechts met het hoofd, zonder verder iets te zeggen. De oude heer roept nu de overigen in de kamer. Mevrouw ziet den vreemdeling niet al te vrien delijk aan. Zij voelt als bij intuïtie, dat dia man als vredeverstoorder in haar familie komt, want één blik op de groep, welke zich bij 't binnen treden aan haar oog vertoont, doet baar onmid dellijk het ware vermoeden. „Gij kunt haast wel raden, waarover het hier gaat?» De hoofdopzichter kan zijn vrouw bij deze vraag Diet aanzien hij wendt zich half af, om zijn ontroering te verbergen. Mevrouw heeft een gevoel, als wordt haar keel dichtgesnoerd. Met geweld moet ze haar tranen terughouden. „Neen I Nog kan ik niets raden?' zegt ze up gedwongen toon, doch de tranen, welke zij niet langer kan tegenhouden, logenstraffen haar eigen woorden. „Nu dan, Annie, deze vreemde heer is Editha's vader en wil haar mede naar Rusland nemen.* Thans breekt er een storm los, zooals Willburg zeker wel niet verwacht heeft. Het vrij heftige temperament van mevrouw komt tot zijn volle uitbarsting. Met een bewon derenswaardig „flu de bouche* becritiseert zij de handelwijze van een man, die eerst een meisje verleidt en dan haar laat zitten, zoodat er voor de bedrogene niets anders overblijft dan zich op een geoorloofde manier van het kind te ontdoen van een man, die zich jarenlang niet om de moeder noch kind bekommert en die eindelijk, wanneer hij intusschen een oud vrijgezel gewor- Ï8 en inziet, dat hem een eenzame ouderdom te wachten staat, zich plotseling herinnert, dal hij een kind heeft, dat ergens op een hoekje van de wereld leeft. Te vergeefs tiacht haar man den stroom dezer loopt tilt dusverre uitstekend van stapel. Het concours-hyppique belooft, dank zij den grooien ijver der commissie, zeer veel de inschrijvingen zijn hoogst talrijk en belangrijk er zijn zelfs nummers met 12 tot 16 deelnemers. Het zal een prachtige dag worden, de dag van 't concours Ook de landbouw-tentoonstelling mag zich iti groote belangstelling verheugen. Ook hier is het comité voortdurend met alle kracht, werkzaam en het heeft er succes van, de deelname ook hier is groot, maar zij die nog achterbleven maken haast want de tijd dringt. We komen op een en ander nog we' nader eens terug en hopen dau ook dcn vnlledigen lijst van jury leden voor fi tentoonstelling van schoen- en lederindustrie en aanverwante artikelen; van landbouw en van T concours-hyppique mee te deelen. De volgende week verschijnt hel officieel feest-prograuima. Landbouwtentoonstelling. 1 Groot zilveren medaille van D. van Buuren, Meeuwen. 1 Gouden medaille van B. A. Middelkoop, Notaris en Lid der Staten, Capelle. 1 Groot zilveren medaille W. de Roon, W aspik. 1 Groot zilveren medaille van G. Bran derhorst Jz Lid der Staten, Genderen. 1 Zilveren medaille van N. N. te Meeuwen. 1 Grool gouden medaille van Gebr. van der Beek te Heemstede. 1 Verguld zilveren medaille Mr. P. H. Loeff, Lid der Staten, 's Bosch. Bloemententoonstelling. Mevrouw de Baronesse C. van Voorst tot Voorst 's Bosch f 25. Provinciale Staten. Verslag van de Commissie van Rappor teurs betreffende de subsidie //Tentoonstelling te Waalwijk". Aan de Staten van Noord-Brabant. Uwe Vergadering verzond bij besluit van 7 Juli j.l, naar de 6 afdeelingen ter onder zoek een haar onder no. 56 der stukken geworden verzoekschrift van het Comité voor de internationale tentoonstelling van schoen- en lederindustrie en aanverwante artikelen te Waalwijk, waarbij in de kosten dier tentoonstelling eene provinciale subsidie wordt gevraagd vau drie duizend gulden. Deze aanvrage werd in alle afdeelingen sympathiek ontvangen algemeen werd er kend de belangrijkheid dezer tentoonstelling en de groote beteekenis ervan voor de Provincie. Bestoud volkomen eenstemmigheid om subsidie te verleenen, minder unaniem wa ren de gevoelens omtrent de boegrootheid der bijdrage en de wijze van subsidieering al kwamen dan ook alle afdeelingen hierin overeen, dat een bedrag van f 3000 te hoog was. De meeste afdeelingen konden zich ver eenigen met het door Heeren Gedeputeerde Staten voorgesteld bedrag. In eene afdeeling werd aanbevolen om f 2000 te verleenen. Dit voorstel mocht vier stemmen erlangen, terwijl de andere vier f 1000 voteerden. Door verschillende leden werd betreurd, dat de begrooting niet was toegelicht. Men bleef nu verstoken van de weten schap of de gebouwen het eigendom zijn van den Aannemer, dan wel of het Comité na afloop der expositie uit den verkoop een gedeelte van het eventueel te kort zal kunnen bestrijden. Ook miste men noode alle opheldering aangaando de door het Rijk toegezegde subsidie. Een der afdeelingen kon daarom slechts adviseeren tot eene bijdrage van vijfhonderd gulden. Naar aanleiding dezer opmerkingen werd medegedeeld dat volgens de voorwaarden van aanbesteding de gebouwen niet in eigen- vernietigende welsprekendheid te kaeren en zijn vrouw tevens er opmerkzaam op te maken, dat zij veel zegt, dat niet beatemd is voor zulke kleine oortjes. De dame laat zich echter niet van de wijs brengen. „O, neen, neen, mijnheer", ze ziet Willburg met een boozen blik aan zoo zonder verdere bewijzen krijgt u Editha niet. Ik heb het kind van haar prilste jeagd af verzorgd en verpleegd, en mij daardoor moederrechten over haar ver worven. Mijn eigen dochter en Editha staan me even na. Vraag u aan de meisje», of ik één van haar ooit heb voorgetrokken? Vraag u mijn Emmy, of zij het kind niet meer liefheeft dan veelal gezusters elkander beminnen En of lij b -reid is, zich van Editha le scheiden Terwijl haar mama dit zegt, knielt Emmy zacht snikkend naast haar pleegzuster neer en slaat liefdevol haar arm om Editha's hals. Wee- ner.d fluistert ze haar toe: „Verlaat ons nist, lieveling, blijf bij ons! Willburg, dien sterken van geest, wordt het zoo eigenaardig te moede, als nog nooit in sijn leven. Hij geraakt in een stemming als voor deze nog slechts zelden zijn ziel beheerscht heeft. Hij leert hier wederom gelooven aan de menschheid. Deze oude man, die zoo weinig woorden gebruikt en toch een hart vol teederheid in rijn borst drnagt, is hem een nieuw zedelijk licht op zijn troosteloozen gang door het leven. En dan die kleine, bewegelijke vrouw, die met moederlijke teederheid aan een vreemd kind hangt en het niet verliezen will Zijn oogen vestigen zich met een zacht teedere uitdrukking op de lisve ge stalte, die naast zijn engel op den grond geknielt ligt. Welk een lieven indruk maakt dit blonde meisje in haar ongekunstelde, oprechte smart Hoe liefdevol en hart-ontroerend klinken uit haren mond de woorden „Lieveling, verlaat ons niet, biijf bij on§ (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1903 | | pagina 2