Nummer 60. Donderdag 30 Juli 1903 26e Jaargang, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. J EEN llELDEPiEllilillll. ANTOON TIELEN, LANDBOUW Uitgever: FBUlLLBTOy. Op naar Waalwijk Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.^5. Franco per post door het geheele rijk f 0.9Ü. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden Uitgever. den WAALWIJK. Advertentikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer roordeelige contracten De Aartsbisschop en de Bisschop pen van Nederland aan de hun toevertrouwde Geestelijkheid en Geloovigen ZALIGHEID IN DEN HEER. Met diepe droefheid brengen Wij u de tijding, dat het den Almachtigen God be haagd heeft, onzen Vader en Heer in Chiistus, Z. H. Paus LEO XIII tot Zich te roepen. Hoopten wij nog tot het laatste, dat onze vurige gebeden voor het herstel des Pausen verhoord zouden worden, God heeft het niet gewild, zijn aanbiddelijke Naam zij ge- aegend Maar terwijl wij ootmoedig het hoofd buigen voor de beschikking der Goddelijke Voorzienigheid, is onze ziel van onuitspre- kelijken rouw vervuld bij den dood van dezen grooien Opperherder. Wat wij in Hem verloren, aan Ilem te danken hebben, is niet onder woorden te brengen. Zijn heldhaftige deugd, zijn ver hevene wijsheid, zijn brandende liefde voor de menschen, zijn rustelooze werkzaamheid zijn meer dan vijfentwintig jaren ten zegen geweest voor de Katholieke Kerk, ja voor geheel de wereld. Geen dwaling, die terechtgewezen, geen nood, die gelenigd, geen verwarring, die opgelost moest worden, of zijn machtig woord en machtige daad kwamen tusschen- beide met onfeilbare leering, met reddende hulp, met wijzen raad. Het verdedigen van de onvervreemdbare rechten der H. Kerk, het beveiligen van de grondslagen der maatschappelijke orde, het stichten van vrede onder de volken, het verzekeren van rechtvaardigheid en liefde tusschen de standen, het waken voor de reinheid der geloofsleer, het verheffen der kerkelijke wetenschap, het afweren der ge varen voor de zaligheid der zielen, hetaan- kweekeu van heiligheid en godsvrucht, het verkondigen van de Blijde Boodschap aan de heidenen, het terugvoeren van de afge- dwaaldeu tot de Kerk, het bevestigen van de getrouwen in de waarheid, kortom het brengen van den mensch tot onzen Heer Jesus Christus, dat is dag aan dag en uur aan uur de arbeid geweest van geheel zijn lange leven. Reeds hoog bejaard, toen hij de zorg voor alle kerken op zijn schouders moest nemen, heeft hij de jaren van Petrus en de uiterste grens va-\ 's menschen leeftijd bereikt, zonder van geest te verouderen of in werkzaamheid TWEEDE GEDEELTE. Verklaringen i te verflauwen.- Bij het ineenzinken zijns licliaams scheen zijn levenskracht toe te nemen, en in zijn brooze gestalte was het als openbaarde zich de woudermacht Gods. Zóó stond hij voor onae oogen,-in deze wereld, maar niet van deze wereld, het aan gezicht weerglanzend van de majesteit Gods, Wiens orakelen hij vertolkte en het was ons, als mocht de dood op hem geen macht hebben Nu is hij ingegaan tot het Land der Belofte, waarop hier beneden reeds zijn oog onafgewend was gericht, en waarheen zijn hand ons in de woestijn des levens gestadig den weg wees. Wij echter, die hij als weezen achterliet heffen treurend en weenend, maar vertrou wend op de kracht van boven, de handen ten hemel met de bede, dat wij zijn woord en voorbeeld volgend eenmaal met houn ver- eenigd mogen worden in de eeuwige rust. Met de bede ook, dat het den Heer der Kprk behage, Zijn Bruid in deze gewichtige ure tir zijde staan en Haar een Opperherder te geven aan Paus LEO gelijk. Binnen weinige dagen toch zullen de Kardinalen der Heilige Roomsche Kerk in conclaaf te zamen treden, om onder den bijstand des H. Geestes een nieuwen Paus te kiezen. Terwijl zij dezen ontzettenden plicht vervullen, moeten wij ons voor God vernederen in ootmoedig gebed en met aan drang tot Hem roepen Gij» Heer, die aller harten kent, toou wien Gij hebt uitverkoren Dienovereenkomstig hebben Wij besloten en bepalen Wij als volgt 1. In alle kerken van het Aartsbisdom en de Bisdommen zal binnen een week na afkondiging van dit schrijven voor de ziele- rnst van Z. H. Paus LEO XIII een plech tige uitvaart gehouden worden, waarbij de geloovigen worden verzocht tot de HH. Sacramenten te naderen. 2. Zoolang de keuze van den nieuwen Paus nog niet bekend is zal door de pries ters in iedere H. Mis de Oratio imperata de Spiritu Sanclo worden gebeden. 3. Na iedere vastgestelde H. Mis zullen door den priester met de geloovigen gebeden worden vijf Onze Vaders en vijf Wees Ge- groeten, om Gods bijstand af te smeeken over het Conelaaf. Rn zal dit Ons schrijven op de gebrui kelijke wijze in alle kerken vim het Aarts bisdom en de Bisdommen worde n voorgelezen op den 8sten Zondag na Pink steren. Aldus gegeven den 20sten Julii 1903. f H. VAN DE WETERING, Aartsbisschop van Utrecht. t P. LEIJTEN, Bisschop van Breda. f W. VAN DE VEN, Bisschop van 's Hertogenbosch. f J. H. DREIIMANNS, Bisschop van Roermond. B. DANKELMAN, Vicarius Capitular is sedc vacante van het Bisdom Haarlem. Gérard schrijft in 't vakblad St Crispijn 't volgende Hoor ik reeds velen zeggen. Zeker, ik ga naar deze tentoonstelling, en al weet ik ook dat er clubjes werklieden zijn, die al geruimen tijd /potten" om, als de tijd daar is, niet door eene leege portemonaie gedwongen te te zijn thuis te blijven en al twijfel ik er geen oogenblik aan of er zal een overtalrijk bezoek aan deze tentoonstelling ten deel vallen, wil ik toch nog een woordje tot op wekking schrijven voor hen, die nog te weinig aandacht aan deze grootsche onder neming wijdden. Meu treft nog steeds altijd van dezulken aan, die met echte oud-Hol- landsche laksheid te werk te gaan, zij den ken steeds 't is de tijd nog doch de tijd i s daar, terwijl te Waalwijk de noodige gebouwen enz. verrijzen en de fabrikanten daar en elders druk bezig zijn aan hunne te exposeeren artikelen de noodige zorg te wijden, moeten de overige belanghebbenden zoowel patroons als werklieden, hunne plan nen al vast gaan opmaken en niet tot het uiterste wachten, want is eenmaal de tijd daar en de werkzaamheden zijn er niet naar geregeld, wat dan Jaren daarna zoudt ge misschien nog spijt gevoelen hiervan niet te zijner tijd peprofiteerd te hebben. Geluk kig echter wordt tegenwoordig de oude laksheid wel hier en daar over boord gewor pen. Waalwijk strekte hiervoor tot overtui gend bewijs. Immers wie toch zou de heeren ondernemers dezer Internationale Vakten toonstelling van laksheid durven beschuldi gen. Neen, dat zijn mannen, die hun tijd begrijpen niet alleen doch die ook de ener gie bezitten om niet alleen hunne eigene zaken te besturen, doch ook om de industrie in het algemeen tot hoogere ontwikkeling te voeren. Ja, zij zullen de belanghebbenden doen zien, wat onze nationale industrie tc voorschijn kan brengen. Zij zullen menig afnemer er toe brengen om zijn buitenland- achen leverancier van sommige zijner artike- kelen te verwisselen met een landgenoot die dezelfde evengoed, misschien beter en aan nog billijker prijs leveren kan - doch ik dwaal van mijn chapiter af. Mijne bedoeling is, eene opwekking tot een alge- meeu bezoek dus ter zake. Vele werklieden zullen er zijn, die, hoe wel zij van deze tentoonstelling gehoord hebben, er toch het ware nut niet van inzien, mogelijk zijn er ook die het aan de noodige financieele middelen ontbreekt om er heen te gaan. Ook zijn er velen die zeggen „och, voor mij valt daar toch niets te leer- cn, dat gaat voor mij te hoog", dit zijn fan die laksen die nooit verder komen, steeds krukken blijven en voor wie men zich schaamt dat zij zich schoenmaker noemen. Voor dezulken wensch ik niet te schrijven, in hoofdzaak bedoel ik met dit schrijven de gewone schoenmakers die voor patroons, fabri kanten. besteldschoeninakerijen enz, werken, zij zijn het, waarmen geschikte werkkrach ten onder moet zoeken of waar goede van te maken zijn, doch de meesten hunner lezen helaas geen vakbladen, ze zijn hun soms niet eens bekend. Wanneer diegenen dan ver van Waalwijk verwijderd wonen hebben ze mis schien al even van deze tentoonstelling hoo- ren mompelen, doch zijn dit reeds lang weer vergeten. Nu wenschte ik heeren patroons als eerste belanghebbenden even op het nut te wijzen dat er aan verbonden is en hen op te wekken hunne ondergeschikten en vooral de meer bekwame hierop attent te maken en tot een bezoek aan te sporen. Ik vertrouw, dat ve len aan deze opwekking gevolg zullen geven niet tot „genoegen" van hunne werklieden doch in het belang hunner eigene zaak in 't bijzonder. Wanneer iemand sijne zaak wil perfectioneeren moet hij om zijn eigen belang krachtdadig te bevorderen juist zijne beste werdlieden daarheen zenden, en waar om omdat zij daar de ar'oeidsvruchten van meer bekwame collega's bijeen zien. Hier is niet alleen bijeengebracht de vrucht des ar- beids, maar ook "de geheele bewerking, de geschiedenis van de ontwikkeling der bewer king de gereedschappen, de grondstoffen, kortom alles wat tot den arbeid behoort. Wil een werkgever of fabrikant z'jn werk meer volmaken, hij zende zijne lieden daar heen, waar dat alles te aanschouwen is. De geringe kosten aan de uitzending verbonden, kunnen hem duizendvoudig vergoed worden. Juist de groote kracht der tentoonstel lingen in betrekking tot de groote menschen- maatschappij bestaat in de onderlinge ver gelijking van het werk des eenen, met dat van den andere, in het volmaken van het werk door overneming van hetgeen de een beter heeft dan de andere, maar dit geschiedt niet wanneer iemand, die geen werkman is de pracht van het een en ander gaat be wonderen of wanneer eene schoone dame staat te watertanden bij het beschouwen van het fraaie tentoongestelde. Neen, de werk- ra a n moet daarheen, die dat alles ook zeer schoon zal kunnen vervaardigen, wanneer hij door de aanschouwing van het werk zijns meerderen tol naleving, ja zelfs tot overtreffing van zijn collega wordt geprikkeld. Het eigenbelang moet de industrie nopen de beste werklieden naar Waalwijk te zenden. Gevolgen van het Kali gebruik in den Bodem. Het is naar aanleiding van de reeds meer genoemde proeven van Prof. Dr. H. Wil- farth, dat ik het onderstaande mededeel. De kali geeft in 't algemeen aan de plant een krachtigen sterken bouw en een grooter sveerstandsvormogen. Het gebrek aan kali heeft daardoor tengevolge, dat het orga nisme der plant verstoord wordt, dat er een gering weerstandsvermogen, tegen de nadee- lige invloeden, van de temperatuursverwisse- lingen enz, bij de planten valt waar te nemen. Zoo gaan bijv. bij kaligebrek teere plauten- cleelen, zooals knollen, bieten enz licht tot rotting over, zoodat het gebeuren kan dat daardoor de geheele plant ten gronden gaat. Bij boveugenoemde proeven gebeurde het vaak, dat in potten zonder kalibemesting de knollen of bieten verrotten. En niet alleen het weerstandsvermogen tegen de wisselingen van temperatuur, tegen nadeellige invloeden van het weer, maar ook dat tegen de nadeel- ligen invloed van insecten b.v. van bladluis schijnt geringer. Bij mosterdplanten was dit duidelijk merkbaar. De proeven duiden verder aan, dat bij stikstof en phosphorzuur gebrek, de planten goheel gaaf bleven, (bij suikerbieten waargenomen) terwijl bij kaligebrek de nei ging tot rotten duidelijk merkbaar was. Deze proeven hebben verder nogmaals nit gewezen dat kali niet gelijkmatig op de oogstvermeerdering werkt maar dat die or ganen der plant, waarin zei meel, suiker of vet als reservestof neergelegd wordt, knol- lenzaad enz. in verhouding tot de overige deelen in grootte toenemen, dat dus bij Echo van het Zuiden en Lungstraatsclie Courant, Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S. (59) NEGENTIENDE H00FD8TUK. Thans spreekt toch even het geweten van den lichtzinuigen jongen man. Hij denkt aan de goedheid welke zijn oom hem steeds getoond heeft en nu schaamt hij zich toch wei over datgene, wat hij zijn weldoener heeft aange daan. /Ja, vroeger, oom, leed ik nog niet aan die koorts, welke jaarlijks in Monaco tallooze offers maakt. Destijds speelde ik nog nietik wist niet welk een duivelachtige aantrekkingskracht de groene tafel en een paar onnoozele kaarten bezitten. Door een toeval kwam ik in een club, waarin rijke leden dagelijks ongehoorde sommen wonnen of verspeelden. Ik was toen juist in een ongelukkigen gemoedstoestand en deels om mij te verstrooien, deels, omdat het nieuwe mij aan trok, nam ook ik aan het spel deel. Thans is het spelen bij mij een hartstocht geworden en ik heb tot nu toe weinig geluk. Doch ik hoop, dat Fortnna mij eens gunstig zal zijn en ik dan al het verlorene zal terugwinnen.' Eer het zoover is, kunt ge mij nog meer dan eenmaal ruïneeren. Al verdienen wij jaarlijks millioenen, een speler kan deze in eükele dagen aan den speel- duivel offeren. Ge ziet dus nu zelve wel in, dat je uittreden onafwijsbaar is." Egon is woedend op zich zeiven, dat hij een oogenblik aan zyn beter ik heeft toegegeven. Door deze bekentenis heeft hij zijn oom een on- afweerbaar wapen in handen igeg even om Hem op gegronde motieven te verwijderen. „Het is zeer dwaas van mij gfliweest oom, u zulk een bekentenis te doen. Als ik u op cbijn eerewoord beloof, niet meer te spelen, zult' gij ook dan nog aan uw plant, miji uit mijn be trekking te ontslaan, vasthou.den *Ook dan nog, Egon', zegt de graaf met èene hem ongewoue beslistheid. „.Geheel en ul i'fge- zien daarvoor dat ge dat eerewoord eenvoudig toch niet houden kunt etvn speler heelt'nog nooit aan zijn hartstocht hét zwijgen opgelegd of 't moet soms door een ko^el *'jn zou toch op je verwijdering aandrin gen,ook al waart ge geen speler.' Egon vraagt omtrent deze laatste zinsnede maar niet «.waarom', hij weet gi Vnoeg. Zijn jpom is ijverzuchtig en dit is wel de lu ïofdoorzaaw va;: zijn beslist optreden tegen den vi 'oeger zoo Ver wenden neef. De beide mannen zitten cenigen tijd tegenover elkander, zonder een woord te zegg ten- De baron staat eindelijk op. /Adieu*, oom! Dan staal u zeker d/ak niet1 toe, dat ik verder met uw familie vei Ikeer au uw huis betreed P /Voorloopig, neen ge begrijpt me- well" ,Zeer goed, oom 1 En wanneer zal'de .zakelijke bespreking gehouden worden?' /Als ge het goedvindt, nog heden voorn. iddag. Will burg komt direct'. Dit onderhoud hee ff n.l. in het directiegebouw en wel in tVillb urgs's kantoor plaats. «Als ge wachten wilt, tc 't hij komt, dan kunnen we tegelijk de zaak ge* 'la®*1 maken.' /Neen, oom, zulk een haast is er toch ze '£er niet bij. Ik moet nu noodzakelijk naar Krod. ns' bad. Ik kom dus later wtl eeus.' Met een koelen groet neemt hij van den oude n man afscheid. In de huisdeur ontmoet hij Will burg, die Daar zijn kantoor gaat. Egon meet hem zonder te groeten, met een vijandigen blik. En in plaats van zich naar Kroonsbad te spoeden begeeft hij zich naar het slot. Hij moest Nóra sprekeD en haar trachten over te halen, de zaak bij te leggen. Hij kan thans onmogelijk de be trekking bij zijn oom opgeven. Zijn schuld- eischers in vrij grooten getale laten hem nu nog betrekkelijk met vrede, zoolang hij al is het dan maar in naam de directeur is - der gravel ijke butten- en bergwerken. Met zijn uittreden zou echter de catastrophe losbreken. Zijn oom, die hem wel als een lichtzinnige, maar niet als zulk een would-be-verkwister kende rrelijk Egon feitelijk is, kan zich in den toestand van zijn neef natuurlijk niet indenken. Daarom zal de som, welke Egon van den graaf ontvangen zal, lang niet toereikend zijn, om al zijn SchuldeR te betalen. Dit alle9 overdenkt de ongelukkige, terwijl hij zich naar het slot spoedt. Eindelijk is hij daar aangekomen. „Waar is mevrouw de gravin vraagt hij haastig aan een bediende. „In haar kamer, mijnheer de baron.' Reeds is Egon hem vooruitgeijld en wil juist de deur van rrevrouw's appartementen openen, of demoiselle Blanche staat voor hem en trekt hem aan zijn ooren. yIk dacht dat het eindelijk tijd is, om nu eens aan mij te denken, mijnheer de baron. Ik heb nu lang genoeg gewacht, op de inlossing der bepaalde som voor mijn stilzwijgen. Als ik binnen drie dagen he* geld niet omvangen heb, stel ik onvoorwaardelijk de interressante cor respondentie den graaf ter hand.' „Ook dat nog 1' steunt de als 't ware de van alle zijden vervolgde, kiest het tijdstip uwer aanmaning al zeer slecht, mademoisselle I Ik heb zooeven een zeer onaangenaam onderhoud met mijn oom gehad. Op 't oogenblik ben ik niet inde gelegenheid uwe wenschen te vervullen, daar ik niet in het bezit ben van die som. De gouvernante laat zich echter zoo niet at- W1,JGee'ft u mij dan een wissel, mijnheer. Ik heb geen lust langer te wachten I' /Laat mij eerst mevrouw de gravin spreken, dan tal ik zien, hoe ik u tevreden kan stellen." /Goed, doch u verlaat het slot niet, of u geeft mij geld of een wissel.' Eoon schuift haar ietwat onzacht ter zijde. /Eerst moet ik met mijn tante spreken en dan ben ik voor u disponibel' Driftig opent hij nu de deur en trekt deze .aumiddellijk achter zich dicht. En om voor spionnage 'der lastige gouvernante bevrijd te zijn Schuift hij er van binnen den grendel voor, .zoodat de Franyaise van woede bevende haar observatiepost moet verlaten. Egon klopt aan Nora's kamer. „Binnen 1' roept de klankvolle stem zijner tante. Hij schrijdt over den drempel harer kamer 6D „Mijn God, neef, wat kijkt ge wanhopig! Is er iets niet in orde? „Oom heeft mij mijn ontslag gegeven. Ik moet onverbiddelijk van hier, ja mag zelf niet meer deze woning betreden." „Mijn Godl Is het reeds zoover gekomen I En dat alles door dien ellendigen Ru9 O, hadt ge toch mijn raad opgevolgd en hem vernietigd Nu ziet ge de gevolgen van je lafhartigheid.' /Verwijten helpt in deze niet. U moet mij helpen, tante. C moet oom trachten over te halen, om dezen verschrikkelijken maatregel niet uit te voeren.' ,Dat gaat niet. Ik merk wel, dat ge uw oom nog niet kent. Hij is goed en te leiden als een kind, zoo lang hij in blind vertrouwen daarheen wandelt, doch is eens zijn argwaan opgewekt, dan is er slechts één vonkje noodig, zijn toorn in vollen goed te zetten. Doch stil en een boosaardige lach speelt om haar lippen ik heb een uitweg gevonden. Hoe staat het met je schuiden „Die zijn tot die hoogte gestegen, dat een ontvettend hooge som noodig is, ze te voldoen. Mij positie is om er wanhopig onder te worden.' „Ongelukkige, ik wist niet dat het reeds zoo ver met je gekomen was. EnGn. ter wille onzer vroegere verhouding wil ik je redden. En zij fluistert hem iets in 't oor. Egon wordt doodsbleek, doch hij zwijgt. Wel licht heeft hij zijn tante niet goed verstaan. Hij wordt echter al heel spoedig uit dien waan ge bracht. Het duivelsche wijf maakt hem opmerk zaam op de abaormaliteit van het verstand en het geheugen van zijn oom, welke verschijnselen het ergste doen vreezen. En om du alles te voor komen, vindt zij het zaak, dat hij onder cura- teele gesteld en naar een inrichting voor zwak- hoofdigen gezonden wordt. Kan Egon s defini tieve verwijdering tot dien tijd nog verschaven worden en daar zal zij wel zorg voor dragen dan is hij en o, toppunt der schurkach- tigste ondankbaarheid ook zij gered. De baron kan een gevoel van afschuw niet onderdrukken. /O, tante, tante, wat wilt en hebt ge reeds van mij gemaakt! Lichtzinnig en ondankoaar ja, was ik, maar zóó misdadig toch nog niet) „Gij zelve zijt toch de ooizaak van dit alles I Jouw belangen geven hier toch den doorslag I Gij wilt in je positie gehandhaafd blijven, welnu wil dan ook de middelen. En vóór alles moet ge Wil 1 burg uit het zadel zien te lichten. Hij is ons het meest gevaarlijk. Klaag hem aan bij de justitie als een bedrieger en avonturier, die niets bezit en wien het alleen te doen is, om den graaf op te lichten. Gij moet ook laten door schemeren, dat hij op de hand van je nicht speculeert, om haar vermogen machtig te wor den./ Thans is het uit met zijn kalmte. Toornig vliegt hij op en terwijl het schaamrood sijn wangen kleurt, schreeuwt hij het als 't ware uit /Komt, wat er van komt, maar tot zoo iets leen ik mij nietLiever jaag ik me nog een kogel door de hersens, dan mijn armen, ouden oom, die altijd zoo goed voor mij was, op deze duivelsche wijze op zij te schuiven.' En hiermede verlaat hij de kamer zijner tante, die, diabolisch lachende hem naroept: /Later spreken we elkaar wel nader I' (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1903 | | pagina 1