Rummer 63 Zondag 9 Augustus 1903 26e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. 1" i!\ HELIIEPItiUlill. WMLWIJME BRIEVEN Al TOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. BEKENDMAKING. De socialistische heilstaat, FEUILLETON. IT G E Y E li w aalwijk. ^SktiiéÉT 'a<sa Waalwyksclie en Langstraatiehe Cairail, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Nujaarslceuring van Dekhengsten. Burgemeester en Wethouders van Waalwijk maken bekend lo dat de in dit najaar te houden gewone Rijkskeuringen van tot dekking bestemde hengs sten van tenminste 2lfo jaar oud, voorzooveel deze provincie betrefc, zijn vastgesteld op: 3 November te Eindhoven. i u s'Hertogenbo8ch. 5 u Bergenupzoom. 6 Zevenbergen. 2e dat de aangifte van de ter keuring aan te bieden dieren vrachtvrij moet geschieden ten minsten drie weken voorde keuring bij schrifte lijke en onderteekende aangifte te zenden aan den heer L. Max. secretarispenningmeester der Pro- vinciale Regelingscommissie te 'sHertogenbosch, met opgaven van a. naam en woonplaats van den eigenaar en houder b. naam, ouderdom, ras, kleur en bijzondere kenteekenen van den hengst, benevens zoo deze in een stamboek is ingeschreven stamboek en stamboek nummer e.zoo mogelijk afstamming van den hgi t roowel van vaders als van moeders zijde en naam en woonplaats van den fokker. 3o. dat inschrijvingsbiljetten voor de keuring op vrachtvrije, schriftelijke en onderleekende aan vrage aan eigenaren en houders van hengsten door den secretarispenningraeeater den Regelings commissie, hiervoor onder 2o. genoemd, verstrekt sullen worden. Waalwijk 3 Augustus 1903 Burgemeester en Wethouders voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. De secretaris. F. W. VAN LIEMPT. Oproeping in militairen dienst. De Burgemeester der gemeente Waalwijk roept bij deze op de na te noemen milicien-verlofgan- gera der lichting van 1898, voorzien van al de door lien van het korps medegenomen kleeding en uitrustingstukken, zakboekje en verlofpas, op dag en plaats achter hunne namen vermeld, on der de wapenen te komen als A. Hensen tc Breda 3 September 1903. Ch. J. Huibregts te Bergen op Zoom 3 Septem ber 1903. Met uitnoodiging om daag6 voor het vertrek zich ter Secretarie aan te melden tot het teekenen van den verlofpas, het ontvangen van daggeld en een vervoerbewijs per spoor voor zoover zij daarop aanspraak hebben. Waalwijk, den 3 Aug. 1903. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. Aan de lezers Deze schets is een vrije omwerking van Eugeu Richter's „Sozialdemokratische Zu- kunftsbilder". Tevens is de plaats van han deling van Duitsch terrein overgebracht op Nederlandschen bodem. Dit moge op zich- zelve al een utopistische voorstelling in 't kwadraat zijn, daar het Huis van Oranje met onze geliefde koningin als laatste ver tegenwoordigster, èn als historisch èn als aller-sympathie-en-liefde-trekkend middel punt onzer staatsinstellingen zal blijven staan, ondanks 't woelen en gisten der re- volutionnaire partijen, toch meenden wij dezen vorm te moeten kiezen om voor den Nederlaudschen lezer dat negatieve gebouw „De Socialistische Heilstaat/' zoo positief en aanschouwelijk mogelijk op te trekken Wij hopen en vertrouwen, «lat men aan het einde g. komen, zoo intens- mogelijk zal voelen en inzien, dat dit z g. redmiddel, ons door die heeren utopisten voorgespiegeld, juist het contrast is van een redmiddel, omdat het over de arbeidende klassen, wien het schijnbaar zooveel beloolt nameloos lijden moet brengen, ja ten slotte op dood en verderf moet uitloopen. I. De Victorie Hoog in de lucht, uitdagend en wild fladderend, prijkt van liet koninklijk slot eens Je oude ridderhofstede Brandwijk, door Prins Willem III herbouwd en Koning Willem I aanmerkelijk uitgebreid de koninklijke pardon de r o o d e vaan van de internationale sociaal-dsmocratie Doch niet alleen is het gewezen vorstelijk paleis met dezen standaard der wederge boorte der menschheid versierd, alle opénbare gebouwen van 's-Gravenhage, als het stad huis, de verschillende departementen der ministerie's, het provinciaal-gouvernements gebouw, het stedelijk museum, enz. enz. dragen ds vlag van het nieuwe rijk van broederlijkheid en algemeene menschenliefde. Och, had onze groote Marx, de stichter der internationale,dit toch tnogeu beleven! Wat zou hij nu den godsdienst, door hem het opium van het volk genoemd, met één slag hebben doen verdwijnen En hoe zou Bebel gejubeld hebben Alle vrouwen zouden hem op de handen hebben gedragen Ge- lukkig, dat wij onzen eminenten Jellis Frisia nog bezitten. Deze is de man, waarop aller oogen gevestigd zijn, want hij is het hoofd der sociaal-democratische leiders, die op 't oogenblik op 't koninklijk slot bijeen zijn. Eindelijk is dan de zware strijd van zoo vele jaren voor de verheffing en sociaalisee- ring van volk en arbeid gewonnen. De oude, bedorven en individualistische maat schappij is ineengestort en de uitzuiging van den mensch, door den xeusch heeft voor goed opgehouden. De wedergeboorte van het menschdora in de geneeskrachtige wateren van het socialisme is een „fait ac compli" en alle partij ge nooten vieren dezen geboortedag in den gezeliigen jkrin8 der familie. Ook de mijnen, mijn vrouw en mijn twee kinderen Bernard en Roosje, met mijn schoonvader in kluis, voelen ons feestelijk gestemd, want allen waaronder mijn persoon als leeraar der jeugd vooral, hebben inede aandeel aan dien gelukkigen staat van zaken. Immers al mijn tijd, dien ik ua mijn dagtaak aan mijn familie onttrekken kon en ook de geldelijke kleinigheden aan de behoeften van mijn gezin ontwoekerd, heb ik aan de goede zaak ten offer gebracht. Ik mag mij dus mede als een der bouw meesters, zij 't dau als opperman, beschou wen van het op dezen dag vereerd gebouw der nieuwe maatschappij. Het is dan ook daarom, dat ik van vanaf heden een dagboek wil aanleggen, om mijn kleinkinderen zoo nauwkeurig mogelijk in te lichten van de groote gebeurtenissen welke nu gaan plaats grijpen. Heel 's-Graveuhage is op de been. De meeste menschen hebben zich verzameld om het koninklijk slot. Wat een gewoel van menschen, wat een eindelooze jubel En 't merkwaardigste van alles is, dat geen enkele wanklank gehoord wordt. Op voor beeldige wijze weet het volk zelf overal de orde te houden politie is niet te zien trouwens dat kan ook niet, want alle agenten zijn ontslagen. Telkens, als e n der sociaal-democratisch gezinde raadsleden, die voorloopig de teugels van het bewind in handen hebben genomen, zich aan een der vensters of op het balcon vertoonen, barst een jubelgeroep los, hoeden en zakdoeken worden gezwaaid en 't socialis tische volkslied der arbeiders wordt geest driftig aangeheven. Adveetentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regël, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden SJmaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel, Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S. TWEEDE GEDEELTE. (60) NEGENTIENDE HOOFDSTUK. Verklaringen. En op den achtergrond van dit tableau staat het tuchthuis, wegens fraudeleus bankroet. Daar om heeft hij mijn voorstel goedgekeurd, dat u een and «re betrekking moet zoeken en daar leeren werken". Egons gezicht is Mauw van woedezijn ge balde vuisten maken een beweging, alsof ze zich op Willburg willen werpen. Plotseling stort hij toch een kuchende ademhaling uit en richt zicht hoog op. Zijn gelaat komt in een effen plooi en de roodheid van zijn aangezicht maakt plaats voor een opvallende bleekheid. Het is hem ge lukt zijn wóede te bedwingen. lult mij hiervoor genoegdoening geven', zegt hij koud. Waarvoor? Dut ik u de waarheid gezegd heb en lang nog niet alle9 t U weet nog niet, dat ik u met mijn geheele ziel veracht. U, "lie schaamteloos uw weldoener bedriegt, terwijl ge daarbij nog nachtelijke samenkomsten houdt met zijn gemalin. Zoo beloont u liefde en goed heid 1 Dat is uw dank voor zijn eerlijk en trouw hart. U is in mijn oogen een dief, een bedrieger, een ecrlooze knaap.' Willburg neemt het journaal en werpt het met kracht up zijn lessenaar. „U wilt dus niet met mij duelleerenP U hebt er dus niet het minste begrip van, hoe men eulke beleedigingen onder mijns gelijken wreekt I" Egon zegt dit volkomen kalm. ,Of ik die z.g. eerberechtiging kenEu wilt u hieromtrent mijn volledige zienswijze weten P Luister dan. Ik noem het duel een kinderachtig poppenspel. Duelhelden zijn in mijn oog hoogst- schuldige en dwaze menschen. Ik zal wel oppas sen, mijn leven terwille van zulk een nietswaar dige als u zijt, op 't spel te zetten mijn hier- zijn kan nog nuttig wezen b.v. voor mijnheer uw oom. De duelzaakjes, welke ik hier zoo nu en dan door de bladen verneem, maken mij telkenmale woedend. Als ik daar b.v. lees, dat de eene vriend den anderen eccvoadig dood schiet, om op die wijze in 't bezit vbu zijn vrouw te komen en als ik dan verder vermeld vind, dat de moordenaar vrij rondloopt, of hoogstens met een korte vestingstraf of eenige maanden gevangenisstraf er af komt, omdat hij zijn tegenpartij in een eerlijk i!) duel gedood heeft terwijl een andere moordenaar onthoofd wordt, zie, dau gruw ik var. dergelijke opvatting van eer. Dit zijn niets anders dan middelecuw- sche toestanden, welker handhaving ik niet begrijp. Bij mij hebt u met uw uildaging geen geluk. Klaag mij aan bij de justitie, als gij u beleedigd acht. Ik zal geen woord terugnemen of heeten liegen van al, wat ik u gezegd heb. En als ik dan gestraft word, omdat men een ploert niet onbewimpeld de waarheid raag zeggen, zoo zal ik deze straf kalm ondergaan. .Doch uw uitdaging neem ik niet aan, ik dueleer niet I Egon treedt thans dicht op Willburg toe eu ziet hem verachtelijk aan. «Lafaard I' Koud en rustig slingert hij deze beleediging onzen held naar 't hoofd. Doch deze blijft even kalm. Met een voornaam lachje stroopt hij den mouw van zijn jas omhoog en toont Egon een met naden bedekten arm. Dit kleine aandenken heb ik behouden uit een gevecht met een tijger. De tanden van het dier had mijn arm tot op het Deen ontvieeschd. Ik had mij op hem geworpen ter redding van het kind eens negers. En het gelukte mij, ondanks den verwoeden aanval van den tijger. Ik doodde hem met een kogel, dien ik door zijn oog zijn hersenpan inzond. Zijn huid ligt hier voor mijn schrijftafel. Ziet b, in zulk een geval is een kogel noodig en is het goed, dat men met m.i vuurwapen kan omgaan. Maar om op een weer- loozen mensch te schieten, die zich zoo recht als een kaars voor den loop van een revolver plaatst, De feestdag wordt besloten met een schitterende illuminatie. Hoe eigenaardig ziet er het ruiterstandbeeld van Willem I uit met de versiering van roode vlaggen en onder den gloed van het roode ben- gaalsche licht. Ook het standbeeld van Prins Willem I op het Plein en dat van Willem II op het Buitenhof zien er won derlijk uit onder deze trofeeën der nieuwe ideeën. Lang zullen zij er echter niet meer staan, wart liet ruiterstandbeeld zal vervangen worden door een statue van ons aller vader, onzen hoogvereerden Marx, ter wijl zijn tegenstander Lasalle, nu zeker zijn verwende broeder, op het plein zal ver rijzen. Ook nu reeds is besloten enkele straten en pleinen als Oranjestraat, Willemstraat, Mauritskade, Koningstraat en Oranjeplein te herdoopen in Marx-, Lasalle-, Bebel-, Lieb- kneclit- en Jelles Frisiastraat. Niets immers mag de nieuwe burgers herinneren aan dat oude regime van uitzuiging en uitbuiting, van gezags- en menschen vergoding. Na onze thuiskomst bleven we nog laat in den nacht gezellig het feest voortzetten. Plannen vol geluk en zonneschijn worden gevormd, vooral door mijn jongen Bernard, die zich juist dezer dagen met een modiste Anna Jansen verloofd heeft. Zoodra alles, wat betreft woning en arbeid, op den nieuwen voet is ingericht, gaan zij trouwen, d. w. z. zij slaiten een bijzonder verdrag, zonder zjch om de tusschenkomst van welken ambtenaar ook te betreuren, zooals dat moest in die oude, vermolmde bourgeois- maatschappij. Ook wij hopen onze eenvoudige woning op de vierde verdieping te verlaten voor een gelijkvloersohe, als maar eenmaal de huizen door de regeering zijn aangewezen. Mijn vrouw zal echter nog wel eens aan de oude woning terugdenken, waar veel kom mer, maar ook veel vreugde is gepasseerd. daartoe ben ik niet barbaarsch genoeg. Ook wil ik me zeiven niet laten dienen tot levende schijf voor misdadige schietoefeningen.' «Dan zal ik u daartoe dwingen, door u overal waar ik u tref, op welke plaats dan ook, in welk gezelschap oen lafaard te noemen. En ik tal niet eerder rusten voor u mij voldoening gegeven hebt. Is het woord «lafaard daarvoor niet voldoende uw gevoel van eer schijnt niet fijn ontwikkeld te zijn dan zal ik u dooreen sla" in 't aangezicht brandmerken. Misschien rukt u dit uit uw stoïcijnscheonverschilligheid.' «Mijnheer, ik breek u doormidden als een riet I Met éën sprong staat Willburg naast Egou en hem bij de schouders grijpende, schudt hij hem geweldig doorecu en neemt hem dan op en slingert hem van zich af tegen de deur. Zoo doe ik met lieden van uw slag, merkt u dut? En w.e u, als u het waagt, mij ook slechts met een vingertop aan te raken, of mij dooreen ademtocht zelfs te beleedigen. Dat kan u zeer zwaar te ttaan kamen'. «II is een vechtersbaas,' zegt Egon, bevend van woede. «Thans acht ik het beneden mij, om mij met u te meten. Maar ik beschouw u van dit oogenblik af als miju doodsvijand, dien ik op iedere manier in 't verderf zal trachten te siorten. Wacht u voor mijl» «Ik vrees u nietl' is alles, wat Willburg hierop antwoordt. Egon stormt razend van woede het kantoor uit. Onze held ziet hem hoofdschuddend na, dan zet hij kalm zijn bezigheden voort en rekent en cijfert, zonder zich een oogenblik te vergissen. TWINTIGSTE HOOFDSTUK. De Zanger. In Kroonsbad was een badgast gearriveerd, die daar algemeen de aandacht tot zich trok Paul von Hohenstein was huzarenofficier geweest had echter wegens een duel zijn ontslag moeten nemen en was, een oude voorliefde volgend, met enorm succes als zanger in verschillende schouwburgen en concertzalen opgetreden. Zijn Nu de verkiezingen achter den rug zijn, kunnen we weer de noodige aandacht wij den aan de verschillende behoeften onzer gemeente. In onze vorige brieven hebben we getracht voor enkele belangrijke zaken de belangstelling op te wekken en hoewel roem als gevierd zanger was hem reeds naar Kroonsbad vooruit geijld en onder de badgasten was bij dagelijks het onderwerp van het gesprek Dat graaf von Mansfeld-Herchestorf den zanger die een zoon van een oud vriend van den graaf was, uitgenoodigd had, droeg er zeer veel too bij, dat men den zanger in alle kringen ontving. Spoedig was de werkelijk schoone man met zijn fijne manieren, zijn beminnelijke galanterie de lieveling der dames. Het ia op een voormiddag, dat Paul von Ho henstein een bezoek brengt op het slot. Het eerst treft hij daar op het terras aan me vrouw de gravin zelve. Na de gewone, eenigszins stijve begroetiug noodigt de gravin den zanger uit naast haar plaats te nemen doch een oogenblik later verzoekt ze hem haar naar het salon te vergezellen, daar het wat zonnig is op hel terras. Zij staat op en terwijl ze hem voor gaat. volgt de gast, hoog opgericht Nora in het ons welbekende salon Terwijl ze dit binnentreden, vertelt de adelijke kunstenaar, dal hij een villa gekocht heeft. «Een villaV En ik dacht, dat uw oponthoud alhier van korten duur zou zijn. Hohenstein neemt lachend plaats. „Niettegenstaande dat, mevrouw I Ik houd er niet van in een hotel te wonen." De zanger trekt laehend aan zijn snor, wiens diep-zwarte kleur een st ik, doch aangenaam contrast vormt met zijn zuiver witte tanden. „Ik ben toch eigenlijk «en kolossale «pechvogel* mevtouw, dat ii nog niet de eer had, aan nw dochter Ottilia voorgesteld te zijn. Nog nimmer heb ik haar in een gezelschap ontmoet, ook niet op do enkele visites, welke ik hier reeds maakte.' «II-denavond, mijnheer von Hohenstein, zult u in miju salon deze jonge dame ontmoeten. Zij heeft voor van avond huar komst beslist toegezegd. ,Ah!' De zanger is door deze mededeeling aangenaam verrast. „Het zal mij een groot ge noegen zijn, met mejonkvrouw uw dochter ken nis te maken.' Nora gaat naar de piano en laat haar vinders zacht over de toetsen glijden, zij wil dit thema waarschijnlijk afwijken, zij gunt haar stiefdochter deze bewondering niet. «Zoudt u niet wat willen zingen?' «O, meviouw, met den besten wil nog nietl Ik kom zoo juist van mijn ontbijt en dan ben we toen ook de marktkwestie aangeroerd hebben, willen we daarop toch vandaag bij zonder de aaudacht vestigen. We behoeven hier niet meer de vraag te beantwoorden of de markten in 't belang zijn van de ge meente. Wanneer we slechts even letten op de talrijke en groote winkels in Waal wijk, dan begrijpen we dadelijk dal deze onmogelijk een bestaan zouden vinden zonder een grooten toevloed van vreemdelingen. En wat bevordert meer het bezoek van vreemden dau geregelde marktdagen. Er zijn nog wel winkeliers, die beweren, dat de markt hun schade berokkent, maar bekennen moeten zë toch tevens, dat de marktdagen hun beste dagen zijn en dat niemand van hen het in z'n hoofd zal krijgen om op een dier dagen op reis te gaan. Hoe de vele herbergiers rondom de markt erover denken zullen we allen wel weten. Gaat de Waalwijksche markt vooruit of achteruit? Over het al gemeen zijn de markten beter dan vroeger. Er wordt geregeld meer vee aangevoerd dan enkele jaren terug. Bekennen moeten we echter, dat enkele groote jaarmarkten, zooals b.v. de Paaschmarkt, veel geleden hebben. Maar hier is dan ook eigen schuld de groote oorzaak. Toen vroeger Waalwijk nog door eeno vaste brug met het Overland verbonden was, hadden we hier op de jaarmarkten steeds de groote trek uit de #klei." Tegenwoordig verkeeren we dienaangaande in een veel ongunstigere conditie. Geen enkele boer, die met een jong paard moet rijden, waagt den overtocht met het stoora- pont. 's Winters komt er nauwelijks een liondekar over. We willen nu niet onder zoeken of met een doortastend en beleidvol optreden deze ongunstige verandering voor komen had kunnen worden. Deze kwestie ligt geheel buileu ons onderwerp. Maar plicht was 't geweest om zooveel mogelijk de Waalwijksche belangen te beschermen tegen den verkeerden invloed, die van deze ongunstige verhouding uitging. En wat ging men doen Het premiestelsel, dat zooveel mooi vee naar onze markt bracht werd nu afgeschaft. Waren er vroeger boeren, die er steeds op uit waren om op de Paasch markt met een schoon stuk vee te verschijnen deze bleven voortaan weg, nu de kans om bekroond te worden niet meer bestond. De grootste prikkel, die hen naar Waalwijk dreef, was verdwenen. We ?ien dus, dat de markten in steeds ongunstiger conditie kwamen en we verwonderen ons, dat zij ondanks dit alles, zich nog zóó goed ge- ik nooit goel bij stem. Doch als u de goedheid had, mij een uwer stukken te spelen, welke u met zoo'n vuur en dictie kunt voordragen.» «Ik ben niet in do stemming, om te mu9iceeren, mijnheer von Hohenstein. En muziek moet men nooit maken als men niet gedisponeerd is.' «Komt mijn bezoek u ongelegen, mevrouw?' «Ongelegen Hoe zoo Hoe komt u tot deze vraag P' «Omdat u niet in stemming zijtom Ie musi- ceeren u schijnt dus ontstemd te zijp en daarom deuk ik, dat ik u een weinig derangeer.' «Laten wij wat praten, mijnheer von Hohenstein. Vertel mij wat van Kroonsbad. Weet u niet iets nieuws uit de „High life" of uit de theater wereld De zanger schudt vragend met het hoofd, „Wel nieuws, mevrouw, doch te veel peperen zout. Te sterk gekruid voor dames uit de goede kringen I Onmiddellijk breekt Nora dit thema af. „Hoe lang denkt u te Kroonsbad Ie blijven P» Hoheustein trekt even zijn schoudeis op. «Ik weet het zelf nog niet. Ik heb zeer voor deelige aanbiedingen ontvangen om gastrollen te komen vervullen in Frankrijk, Rusland en En geland. Nog weet ik niet, welk land ik moet voortrekken, de aanbiedingen ziju echter alle dri« schitterend." Nora ziet hem wederom verwonderd aan. „Eu uw bezittingen hier dan „Blijven, aU was ik hier. Ik wil in elk la:d, waar ik mij thuis gevoel, een woning hebben.' De giaviu ziet den zanger peinsend uao. Hohenstein is een verkwister doch hij verstaat dp kunst, zijn geld op een waarlijk koninklijke wijze weg te smijten. En wot de hoofdzaak is, hij weet ook zeer hooge sommen te verdienen, zijn inkomsten houden gelijkm tred met zijn ui gaven; hij kon Diet sparen, maar hij verkwist toch niet eens anders goed. Nora is stil en eenzelvig heden en daarom verkort Hohenstein zijn bezoek. Met een „tot van avond, mevrouw 1 neemt hij nDcheid. Tüsschen negen en tien uur zijn verschillende zalen van het slot met allerlei gasten uit de hooge standen gevuld. De graaf heeft zijn doch ter aan den zanger voorgesteld. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1903 | | pagina 1