Nummer 84. Zondag 25 October 1903. 26e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. De Socialistische Heilstaat. EEN HELDENFIGUUR. AIT00I TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. BEKENDMAKING. FEUILLETON. Brieven uit Suriname. l^rrETiMmmrw"! iiwii i 11 Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n li e ra e 111 s p r ij s per 8 maanden f 0/5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. ÜITGBVER WAALWIJK. Advketentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contract gesloten. Reclames 15 cent per regel, INRICHTINGEN welke GEVAAR, SCHADE of HINDER kunnen veroorzaken. XVI. (Slot.) Een Nabeschouwing. Ziedaar dan het einde van den Socialis- tischen ToekomststaatEn al heeft dan Richter juist op de donkerste punten het volle licht laten vallen, toch raag men hier van geen overdrijving spreken, daar deze juist de consequentie's geven van het socialistische stelsel. Vooral dient hier ge wezen te worden op het onmogelijke idee „de vermaatschappelijking der productie middelen. Hoe mannen met gezond verstand deze regeling kunnen en durven aanprijzen als de tooverroede, die deze wereld van ellende in een eldorado zal herschapen, is onbe grijpelijk. De regeling van arbeid en verbruik voor eene bevolking van 5 millioen is een on mogelijkheid, zelfs voor de machtigste, meets wijze regeen'ng. Onder de heerschappij van dit stelsel zou de armoede niet zijn atgeschaft wij zagen TWEEDE GEDEELTE. het reeds .hierboven Zij zou algemeen zijn. En dat terwijl heerlijk eten, mooie kleederen prachtige woningen enz. enz. voorspeld worden. Met recht mocht Ds. Taluia, in zijn mooie rede, in de Tweede Kamer destijds gehouden, zeggen //Het socialisme be looft alles, maar geeft niets Is er dan niets goeds noch in het stel sel, noch in hetgeen de socialistische woord voerders voorhouden Het stelsel is met zijne „vrije liefde/' met „'.rijn hemel voorde engelen en de musschen" voor ons christe nen al van zelf onaannemelijk, doch de aanklachten, door zijn woordvoerders tegen de tegenwoordige maatschappij gericht, zijn voor een deel gegrond, en deden zij deze aanklachten zonder overdrijving en met een goede bedoeling, zooals b. v. de socialist Göhres in Duitschland, dan hebben zij daarmede een goed werk verricht. Doch, de meeste voormannen der partij is het niet om verbetering, maar wel om verbittering te doen. Troebel water zie daar, de vlottende bodem, waarin de zeer poreuze plant van 't socialisme kan gedijen. Onredelijk opgewekte ontevredenheid ziedaar de gemoedstoestand, die ontvanke lijk is voor hunne holle theoriën en vage voorspellingen en beloften. Een gezond verstand, een geloovig gemoed, zij walgen van dit stelsel, dat de meusch heet te ver edelen doch dat hem alle vrijheid ontneemt dat hem geluk belooft doch dat hem als plicht stelt juist datgene prijs te geven, waarin de meusch hier op airde geluk kan vin Jen, den godsdienst en het gezin. Neen, wil men veel verbeteren, wil men het levenslot van een groot deel der arbeidende klasse verruimen, dan behoelt, neen kan dit onmogelijk langs den socialistischen weg ge- geschieden, maar langs tien weg, voorge schreven door Hem, die ons in zijn beroemde zendbrieven „Rerum No.arum" en „Graves de Comrauni're" de richting daarvoor aan gewezen heeft. Niet de „Socialistische Heilstaat/ maar de „Christelijke Toekomststaat" zal doen ver dwijnen al dat vele, wat nu nog een jammer voor de menscheid en een schande voor de christenheid mag heeten. De Maatschappij in Christus te herstellen," zie daar het wacht woord, dat allen, wie dan ook, moeten over nemen van onzen II. V. den Paus, Pius X. Welaan dan, laten wij ons allen aangorden tot dien goeden strijd! Niemand blijve van verre staan Het is de plicht van iedereen hij sta hoog of laag, mede te werken tot verbetering der maatschappelijke toestanden doch men ga dan niet negatief te werk, door alleen het socialisme te bestrijden en verder niets, neen men levere positief werk, door de handen flink uit den mouw te steken en naar zijn beste krachten made- en samen te werken aan de „Christelijke Sociale Actie", met name de „Katholieke Sociale Actie", welke zich zoo heerlijk op onze Katholieken dagen uit met woorden maar die nu wacht op daden. Daden, die toestanden als te Bergeijk onmogelijk maken daden welke verhoudin gen als te Borne, doen verdwijnen daden die arbeidstoestanden als in Zeeuwsch- Vlaanderen, wair een boerenarbeider voor 50 h 60 cents daags met een gezin moet leven, tot het verleden terug brengen in 't algemeen daden, die ons brengen tot den christelijken staat en de christelijke maat schappij, zoo heerlijk geschetst door Mr. Aalberae, op hel R. K. Vakcongres, den 20 en 21 September te Utrecht gehouden. Maar daarvoor is noodig, dat allen door drongen worden van de beginselen van het warme sociale christendom daarvoor is het noodig, dat christelijke patroons niet alleen dan iets voor het christelijk vereenigings- leven gevoelen, als dit het socialisme bestrijdt maar ook, als hel zich opmaakt tot verbe tering van de levensvoorwaarden zijner leden. Op dit laatste mag wel eens in 't bijzonder de nadruk worden gelegd. Immers hoe dikwijls zien we het nog niet gebeuren, dat een patroon zich juist dan van organisatie afwendt, als deze aanklopt om een billijke verbetering. Ziet, dat is niet het ware sociale gevoel, dat is niet in zieh voelen den echte polsslag van 't christelijke sociale leven, dat is nog het oude onchristelijke individualisme, dat niets ziet dan zich zei ven, dat niets ziet dan zijn geldbuidel. Wij staan op 't oogenblik in een groote periode der wereldhistorie Aan den eenen kant het socialisme met zijn slavernij in het ongeloof en aan den anderen kant het christendom met zijn vrijheid in 't christen dom. Welke keuze zal het mensehdom doen Voor ons christenen is die natuurlijk niet moeilijk, doch voor de anderen Wij voor ons hebben de vaste overtuiging de zege zal ten slotte zijn aan de vrijheid in het christendom. De meusch is een wezen met een vrijen wil, die walgt van een slavernij in welken vorm ook. En voor een tijd moge zijn vrijheid in boeien geslagen zijn, de ge schiedenis de wereldhistorie is daar om te bewijzen, dat de eindoverwinning altijd aan de zijde der vrijheid was. Welnu dan, aan ons de taak, met alle krachten mede te werken aan de geleidelijke overwinning dier vrijheid. Geen sprongen, geen woedende aanvallen, geen verbittering maar ook geen halfheid, geen vrees voor signaleering van harteloos kapitalisme, geen scheidsmuur lusschen kapitaal en arbeid, maar samenwerking over de geheele linie, opdat weer opieve, hervormd naar der tijden eischen, den bloeitijd der middeleeuwen die heerlijke uitbeelding van den christelijk en Toekomststaat, waarnaast van zelf moet ver zinkende socialistische toekomststaat, met zijn hartelooze en anti-godsdienstige beginselen. Pater Luijben is niet meer. Dit nu zal zeker in sommige kringen in Nedeilaud niets nieuws meer ziju, daar direct bij zijn overlijden wel officieele berichten naar het moederland zullen gezonden zijn. Toch meen ik hierover in dit schrijven niet te mogen zwijgen en het mede te deelen aan dien kring uwer lezers, die het nog niet wisten. Eu aan hen die mogelijk niet eens wisten dat hij bestoud, zij hier medegedeeld dat pater Luijben een der oudste priesters was der R. K. Missie in Suriname. Hij was 37 jaren werkzaam iu deze kolonie, en had zich door werkzaamheid en voorbeeldigen levenswandel, geacht en bemind gemaakt bij alle gezindten zelfs bij joden en Hernhutters zoowel bij protestant als bij de lieden die den leer van den zendeling Broraet (vrije Evange lisatie) volgden. In een woord hij was bemind in de kolonie Suriname. Pater Luijben be reikte den leeftijd van 71 jaar. Wel een bewijsEerstens van een strengen levens regel, te meer om dat door hem in de eerste jaren van zijn loopbaan hier in de koloniën vele moeilijke reizen in de binnenlanden zijn ondernomen. Vele zwarte zielen schonk hij troost. Zwarte zielen z?g ik zoowel in figuurlijken zin als letterlijk. Want de zending onder de Boschnagers is een moeielijk en ondankbaar werk, daar het een slecht te vertrouwen ras is dat zich spoedig weer tot zijn afgoden wendt en de Heidensche ceremoniën meemaakt, als vuur- dans en andere. De werkkring der R. K. Missie strekt zich op de Surinamerivier thans uit tot het Boschland. Meer de bovenloop der Surinamerivier op treft men nog wel school en kerk aan van de Moravische broederschap, doch men vindt van geen andere missie van welk geloof ook, (behalve van deze Mora- broeders) een bedehuis of tempel. De hooge leeftijd die pater Luijben bereikte bij zijn zwaren en moeilijken dienst bewijst ten andere dat het klimaat hier lang niet zoo gevaarlijk is als in Nederland meestal wordt voorgesteld. De meesten die een slecht klimaat leeraren zijn zelf hier nooit geweest en weten het van hooren zeggen of van lezen van schrijvers die er ook niet geweest zijn, ofwel gruwelijk overdrijven zooals ons kamerlid Van Kol die een beschrijving geeft van Port Leijden. Dat Port Leijden een minder aangename verblijfplaats is, wordt hier in de kolonie algemeen toegestemd maar dat de beschrijving welke de heer Van Kol er van geeft zeer is overdreven, is ook de algemeene opinie. Over 't geheel ge nomen kan Zijn Edele geen oordeel hebben over Suriname want hij heelt er zoo goed als niets van gezien. Veel te kort is zijn verblijf alhier geweest. In die enkele dagen die hij hier was is hij nog niet in staat de stad met onmiddellijke omgeving te zien, veel minder acht ik hem bevoegd een oor deel uit te spreken. En vind het zelfs onverantwoord iets te zeggen waarvan men niet met zekerheid weet of het naast de waarheid is j te meer als dit oordeel de ko lonie in discrediet kan brengen eu per sonen moet afschrikken hierheen te komen. Doch genoeg daarover; volgens mijne meening ware het beter, als zulke reizigers geen lust of geen tijd hadden lang genoeg te blijven om te kunnen oordselen, dat zij dan of hun oordeel voor zich houden ofwel in '1 geheel niet komen. Dan heeft de ko lonie, wier bloei eoo gezocht wordt 'en waar aan ook van wege de regeering zoo kracht dadig wordt medegewerkt, geen nood door overdreven berichten in het „Volk" of „Volksdagblad" te worden benadeeld. Op het placer SavanahMine No. 1 in Mindrinetti is een echte diamant gevonden Hoewel het als feit vast stond dat in vroeger jaren door Smith en Tennelly op dat placer een zestigtal diamanten gevonden moeten zijn, was het laatst aldaar gebleken dat er wel op diamant gelijkende kristallen werden gevonden die evenwel vrij waardeloos waren. Toch gaf wijlen de heer J. E. Muller geen moed verloren, en getroostte zich de kosten om werktuigen te installeeren en hot onder zoek voort te zetten. Dit moest evenwel 11a zijn dood gestaakt worden, omdat de erfgename,u die ook de concessie van dat De Echo van het Zuiden, ftiiliyksrhr te l.iBïslnitsrkf Courant, Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk brengen ter opeubare kennis dat bij hun besluit van 20 October 1903 aan de Firma Gebr. van Delft aldaar en hare rechtverkrijgenden vergunning is verleend tot het in werking bren gen van een gasmotor van 8 paardek nicht in nare looierij, staande ten Zuiden van de Groote straat kadastraal bekend, gemeente Waalwijk Sectie C no. 1205. Waalwijk, den 21 October 1903. De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretarie, F. W. VAN LIEMPT. Vrij naar het Duitsch bewerkt door J. M. S. (77) TWEE EN TWINGTIGSTE HOOFDSTUK. Vader en Z0011. Ik bedoel hiermede niet de bals en feesten het spreekt, dat uw papa als chef dezer reusach tige onderneming zich waardig moet kunnen presenteeren aan zijn tailooze cliënten. Ook wil ik nog niet spreken over liet zeer zeker over lollige dienstpersoneel van mevrouw de gravin vorstelijke personen maken op zooveel nog niet eens aanspraak. Doch, dat zijn bagatellen. Iets anders is het, dat uw papa ontzaglijk hooge sommen ter be schikking stelt van mevrouw de gravin. Ik heb mij in 't begin daarover verbaasd, later geergerd want mijnheer de graaf blijft hiermede doorgaan, ondanks mijn welgemeende raadgevingen. En nu weet zeer goed, tot welk doeleinde deze sommen moeton dienen. Mevrouw de gravin be kostigt uit haar kas het luxerieuse leven van uw neef, mijnheer von Baginsky." Onmogelijk zegt Ottilia. ,Toch niet I Ik t.al het u bewijzen. Mijnbeer de baron woont op 't oogenblik te Kroonebad. Waar■••au betaalt bi. de kosten zijne: dure levens wijze? llij l oudt een brik en een btdiende. Wie heeft zijn speelschulden betaald, zoodat de toe gang tot de club voor hem weder geopend is? Mevrouw uw stiefmoeder verschaft hem al de daardoor benoodigde gelden en mijnheer uw va der geeft in zijn grenzelooze naieviteit de mid delen daarvoor. Niettegenstaande ik hem de oogen geopend heb over de verhouding dezer beiden, ondanks ik hem met klem op de gevol gen van dit alles heb opmerkzaam gemaakt, het heeft niets geholpen, mijn woorden en waar schuwingen zijn te vergeefs geweest. Aanvan kelijk scheen het wel, dat zij indruk gemaakt hadden, want mijnheer de graaf ti ad energiek op en tegen uw neef en tegen zijn echtgcnoote, maar het was helaas maar tijdelijk. Het oude phlegma kreeg weer de overhand. Zijn mooie vrouw verstaat bovendien uitste kend de kunst, hem een blinddoek voor de oogen te binden en thans laat hij 't weer gaan, zooals het wil gaan. Ik zie geen anderen uitweg wil de afgewende catastrophe toch niet den een of anderen tijd losbreken dan uw papa het helt uit de handen te nemen. Hij is nu eenmaal in zijn handelingen een kind en kinderen moet men een voogd geven.1' Och God, mijnheer Willburg, hoe hard en onbarmhartig ie ook ui' Ottilia drukt kiampachtig Jhaar zijden zak doekje in haar hand, heur boezem gaat heftig op en neer; slechts met bovenmenschelijke in spanning houdt zij baar tranen in. Zij vermijdt liet, Willburg aan te zien. kijkt door het raam naar builen. Daar dwarrelen stofwolken omhoog, de wind is opgestoken en de lucht is bedekt met donkere wolken. Het onweder is lotgebarsten. Dof en rommelend klinkt de donder eu dikke regen droppels kletteren tegen de vensters van hel kantoor. Willburg heeft deze bij 't uitbreken v*n hst onweder gesloten. Ottilia zou het liefste heengegaan zijn, het is haar zoo vreemd, zoo zwaar te moede, als nog nooit in haar leveD. Maar het snelle opkomen van het 01 weer en de regen houden haar hier; zij moet wachten in de tegenwoordigheid van den m n, die haar met zijn onbesuisde open hartigheid reeds zoo dikwijls pijn tieeft aange- di au. '.'ij bijt bijna haar lippen ten bloede, maar 1 «armed 3 luut zich haar zielesmurt niet stillen. Willburg staat op en begeeft zich lijn voe lend als hij is bij n! zijn schijnbare onbarmhar tige rondheid naar een der tegenoverliggende vensters, om de gravin stil te laten uitweenen, want hij, de goede opmerker, heeft zeer goed gezieD, dat het ongelukkige meisje tot schreiens toe bewogen it. Zij ♦En hoe aal bet plan van mijn broeder tot uitvoering komen, mijnheer Willburg?' vraagt eindelijk Ottilia weer. Onmiddellijk wendt de gevraagde zich om eu neemt naast de gravin plaats. »U neemt de zaak veel te tragisch op, gravin in den grond der zaak overkomt uw papa niets verschrikkelijks. Als u zoo vriendelijk wilt wezen, mij nog eenige oogenblikken uwe opmerkzaamheid te schenken, zal ik u de zaak helder uiteenzetten. Toen ik hier bij uw papa kwam, was hij zoo goed als geruineerd. Het bankroet was onver mijdelijk, waren de operatie'e niet gelukt. Uw papa bezat niets meer vergeef mij, dat ik spreek, zooals ik spreken moet, wil ik u den toestand volkomen duidelijk maken ik leende uw papa het noodige kapitaal, om de onderne ming weer vlot te maken. De onder voogdij stellling van uw vader zou voor hem en voor u «llen een groot voordeel opleveren. Immers, daardoor zou eindelijk eens paal en perk gesteld kunnen worden aan de onredelijke verkwisting van uw stiefmoeder. Verder zo* op die wijze het vermogen, dat de onderneming in de toe komst zeker zal afwerpen, u en uwen broeder, benevens uw zuster Denise ten goede komen. De bedoeling van mijnheer uw broeder is natuurlijk, eene onterving te voorkomen, door uw papa on toerekenbaar te laten verklaren, zoodat deze zelfstandig geen testament meer kon laten maken. Een ander voordeel heeft hij voorloopig van dezen stap niet te wachten. En dat de toestand van uw papa tot bezorgdheid gaande moet maken, behoeft na al het voorgaande, dat ik u zei, geen beloog meer. Ik ben geen arts, gena dige gravin, maar zoover kan ik toch wel den geestelijken toestand van iemand beoordeelen, dat ik durf te constateeren, dat'dien van mijnheer uw papa geen normale meer is.' „O, GodI* Ottilia kreunt dit als 't ware smartelijk getioffen uit. Helaas, gravin, ik kan u de wuarheid niet langer verhelen. Wat ik nu zeg, is mijn innigste overtuiging. Bedenk u eens hoe verkeerd liet van uw papa zou zijn, u aan huwelijksgift te geven een som, zoo hoog, dat elk verstandig mensch ze onzinnig moet noemen. Nauwelijks i9 de onderneming weer opgang, of uw vader disponeert als een croesus over kapitalen, die hem, goed beschouwd, nog Diet eens toebehooren. Dat is geen goedhartigheid meer, zooals u dat noemt, maar dat is een totaal gebrek aan geeste lijke energie.' Weer ziet Ottilia naar buiten, waar nog steeds het onweder woedt. Gelijk haar hart, zoo is ook de natuur uit haar evenwicht, slag op 6lag volgt en flikkerend schiet de eene bliksemstraal na de andere door 't luchtruim. Het jonge meisje huivert; zij denkt plotseling aan een nacht, waarin een weer was als nu en waarin de Russische zonderling baar een nieuw raadsel ter oplossing had gegeveD, toen zij n.l. in de kamer harer stiefmoeder verdween. Nog ziet ze de door den bliksem hel verlichte gestalte voor zich. Tot heden is voor haar dat raadsel nog niet opgelost en zal het ook wel ooit tot een opheldering komen? Manr zij wil het ver schrikkelijkste niet hooren, zij wil ziende blind blijveD. Kunt u liet mij vergeven, gravin, dat ik aan de zijde van uw broeder moet staan?' Willburg ziet haar met een zachten oogopslag in de oogen hij hoopte een vriendelijke tinteling in deze te vinden. Do lippen van het afgetobde meisje trillen nerveus, zij kan niet zoo dadelijk antwoorden. ♦Als u eens aau de zijde van uw echtgenoot recht gelukkig zijt, zult u zeker toch nog wel eens aan mij de* ken als aan een ouderen vriend, Diet waar? Thans kan Ottilia zich niet meer inhouden; zij drukt haar zakdoek tegen haar mond, opdat zij het luid uitsnikte. »U is niet gelukkig, Ottilia 1 Een gelukkige bruid ziet er anders uit. Kon ik toch maar het rechte woord vinden, om u als een oprechte vriend »on goeden raad en troost te geven. Hoewel ik me er niet toe in staat acht, wil ik het toch beproeven. U bemint den zanger niet!' Ottilia's hand beeft in de zijne, docli hij houdt haar vast met een innigen diuk. ,Het is zoo, als ik zeg, gravin. U is een trotsch, eigenzinnig kind I Om een ander te straffen, die u niets aandeedt dan dat hij in één seconde van 'zalig geluk venied, wat in zijn hart woonde, wilt u een man uw hand schenken, die u niets is en nooit voor u iets zijn zal. Waarom moet dat zijn, Ottilia? Kan dat ongeduldig kloppende hart zijn slagen niet meer temperen Moet men aan de wraakzucht zooveel speling geven, dat men er zich zeiven aan ten offer brengt? Had ik gazien, dat u werkelijk iets voor den zanger gevoeld had, dat u slechts eenige sympathie voor hepa hadt, mijn mond hadde dit onderwerp nooit aangeroerd. Met een bloedend hart haa ik u, zonder door een blik zelfs te verraden, hoe smartelijk mij deze stap van u aandeed, naar het altaar zien gaan. Maar nu ik er van overtuigd ben, dat niet liefde, maar alleen het streven, een ander doodelijk te treffen, u in de armen van den zanger gevoerd heeft, nu kan noch mag ik langer zwijgend toezien, hoe ge u zelren vernietigen wilt. Het doet mij tot in de ziel leed, voor een zoo edel, schoon menschen- kind als u. Waarom zoudt u nog niet een» gelukkig kunnen worden P Wacht, u is nog jong genoeg. Hoe velen hebben bittere teleurstellingen ondervonden en hebben gemeend, dat voor hen de bloem van 't geluk nooit meer zou opbloeien I En zie, op een ouverwachten dag bracht toch een heldere zonnestraal hun geluksbloem toch weer tot bloei I Waarom zou ook voor u niet een gelukkig lot zijn weggelegd? Niemand, die het hart op de rechte plaats en eeD edel en vast karakter heeft, gaat aan een ongelukkige lielde te gronde. Geloof u me, ik spreek uit ervaring. Ook ik heb eeus een vrouw bemind, waanzinnig, onuitspre kelijk bemind. Ik dacht toen ook, dat ik haar verlies r.ooit zou te boven komen en toch heb ik het overleefd.* Hij strijkt zuchtend langs zijn voorhoofd. Ottilia zit nog altijd met opcengeperste lippen naast hem haar hand trilt nerveus in die van Willburg, die ze nog altijd omklemd houdt. ,Óok u zal eenmaal vergeten, Ottilia I U zult ook tot de overtuiging komen, dat degenen die u, naar u nu meert, zooveel pijr. heeft aangedaan niet anders kon handelen, wilde hij niet van de weg vun eer en plicht afwijken. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1903 | | pagina 1