Niimmer 10. Donderdag 4 Februari 1904. 27e Jaargang. ut i Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Oe Echo van het Zuiden is dooi zijne uitgebieide coiiespondenties uit Waalwijk en Omstreken, Set meest gewildeblad der streek. AÜTOON TIELEN, Uitgever: HET SCHOENMAKERSVAK, FEUILLETON. IN EER HERSTELD OE GEHEIMZINNIGE BANDIET. w WAALWIJK. i. e Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan Uitgever. den Advertentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven, worden finaal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. In het steeds interessante Kaf-h. Sociaa Weekblad van Mr. Aalberse, treffen we 't volgende artikel, 'l welk om zijn belang rijkheid voor deze streek met de noten enz. enz. in zijn geheel gaarne overnemen. Een ambachtsman wordt hij genoemd, die de voortbrengselen der natuur geschikt of meer geschikt maakt voor het gebruik der menschen, hoofdzakelijk door middel van handenarbeid Zoo is de smid een ambachtsman, wijl hij het ijzer, uit den schoot der aarde ge dolven, door handenarbeid verwerkt tot voorwerpen vau dagelijksch gebruik. Zoo zijn ook de timmerman, die het hout be werkt, de looier, die de huid tot leder bereidt, en de schoenmaker, die het leder tot schoeisel maakt, ambachtslieden. Tot vóór korten tijd verkeerde het am bacht, het handwerk in grooten bloei en verschafte het aan eene uitgebreide klasse van menschen een goed en zelfstandig be- utaan. Tegenwoordig echter wordt het handwerk bijna in alle vakken ter zijde gestreefd en is het reeds voor een groot deel op bijna elk gebied verdrongen door de groote werktuignijverheid. Zoo goed als in alle ambachten doet de machine, gedreven door stoom of electriciteit, den nijveren handwerksman eene bijna doodelijke con currentie aan. De kunstwerktuigen leveren even zoo goed, misschien nog beter dan de handwerker. Zij brengen daarenboven in korteren tijd nog yeel meer voort en stellen den industrieel in staat, veel goedkooper werk te leveren. Bij deze groote werktuignijverheid komt nog als tweede oorzaak van het verval der ambachten de drijfkracht van het kapitaal. Wie over veel geld kan beschikken, hij kan ook zonder een handwerk te kennpn door zijn kapitaal eene menigte ambachtslui ruïueeren. Het kapitaal vormt maatschap pijen, vennootschappen, die in het groot produceeren onder directie van bezoldigde beambten. Reizigers, op vast salaris of tegen provisie, bezoeken de afnemers in de stad en op het platteland, waar zij door goedkoope en dikwijls nog meer sierlijke waar de klanten aan de ambachtslieden, vooral aan de kleinere, onttrekken. Wat blijft dan den eerzainen handwerks man o''er bij het te niet gaan van zijn stiel Hij ziet zich gedwongen, bij de industrie tegen loon te gaan arbeiden hij vervalt, tenminste langzamerhand, tot loon arbeider, tegen vast salaris, togen stuk- of uurloon, in dienst staande van groote werk gevers, die over bedrijfskapitaal beschikken, of van groote. maatschappijen op aandeelen, onder directie van eveneens bezoldigde op zichters en meesters. Deze productie op groote schaal, welke door het kapitaal en de machine gedreven wordt, vernietigt het ambacht en ontrooft aan een groot gedeelte van den nering doenden middenstand zijn zelfstandig ou zoo goed als onafhankelijk bestaan. Een van dh ambachten, welke ten ge volge van bovengenoemde oorzaken veel te lijden hebben, i.« het schoenmakershandwerk I)it vak, vooral gelijk het in stad en dorp door kleine bazen van ouds werd uitge oefend, is ten gevolge van de machinale schoenmakerij, zoodanig in verval geraakt, dat het er treurig mee uitziet. Wat ik als adviseur van een R. K. Schoenmakersgilde door meedeelingen van vakmannen omtrent dien achteruitgang ben te weten gekomen, wilde ik bier in kort meedeelen. Ik wilde in deze regelen den treurigen toestand van het schoenmakersambacht eens in 't licht stellen. Hierbij boude men echter in het oog, dut ik voornamelijk spreek over de kleinere schoenmakers in plaatsen, waar de machinale schoenmakerij bestaat en in grooten bloei is. Ofschoon het schoenmakershandwerk zich wel nergens in rocskleurigen toestand bevindt, wordt het toch voornamelijk en allermeest gedrukt en V( rdrongen daar, waar de machine in zijne onmiddellijke nabijheid staat opgesteld. Na dit te hebben uiteengezet, zal ik trachten eenige middelen aan te wijzen, die met bekwamen spoed door de handwerk- schoenmakers dienen te worden aangewend om den verderen achteruitgang van hun vak tegen te houden. Onlangs werd door eenige R. K. schoen makers te s Bosch eene oproeping gedaan aan alle vakgenooten, die voor eigen reke ning werken. In hunne circulaire werd de hachelijke toestand, waarin hun vak verkeert, OF Bewerkt voor „De Echo van het Zuiden," DOOR J. v. E. „Toen ik in Picardië was, wat omtrent dertig jaar geleden is, woonde er tegenover een kasteel van den graaf een sehoone, lieftallige jonkvrouw, Z j heet Louise, Haar vader, een arme edelman, was in 'skonings dienst gestorven. Louise bezat geen forturn, noch familie. Zij wenicht geen andere toekomst dan den sluier der bruiden vau Christus. Op zekeren avond kwam zij, op een paard geieten en van een knecht, welke vooruit reed, vergezeld, van een naburige stad terug. Een jonge ruiter ontmoette haar. Deze, haar alleen ziende, vroeg haar heur te mogen ver gezellen. Het meisje stond dit toe, omdat zij wist, dat die vreemdeling van goedeu huize was. Da ruiter had Louise bezien en haar zeer mooi gevonden; toen hij haar hoorde spreken, werd hij, door haar lieflijke taal en manieren nog meer bekoord. Wanneer hij aft-cbeid nam, had hij reeds eeue innige liefde voor het meisje *Die man, die tot dan toe nog nooit bemind had en sedert dien nooit meer beminnen aou, was ik. De Indiaan wachtte een poos en hernam dan Ongelukkig genoeg, moest ik den anderen dag reeds vertrekken. Ik verliet den graaf zonder hem iets van mijne ontmoeting van dien vorigen avond mede te deelen. Ia v. rwijderde mij, het hart met sombere voorgevoelens vervuld. Die voorgevoelens zouden dan ook helaas bewaarheid worden. Twee maanden nadien vernam ik dat eene ▼reeselijke romp mijne beminde, want als too- met aanwijzing der oorzaken van zijn verval en eenige middelen ter verbetering in 't kort uiteengezet. Vooral twee voorname oorzaken van achteruitgang worden opgenoemd. Allereerst: de doodeude concurrentie der fabrieken en ook der winkels, waar voor namelijk machinaal werk, ook van buiten ingevoerd, wordt verkocht. In die winkels is het machinale werk te koop tegen een prijs, waarvoor een handwerksman bij geen mogelijkheid werken kan. Het gevolg hiervan is, dat bijna geen schoenwerk meer wordt aangemeten. 't Is voor een niet deskundige zeker gewaagd, een antwoord te geven op de volgende vraag, of het machinale schoen werk nog in eeuig opzicht voor het hand werk moet onderdoen. Ik wil mij hier omtrent allerminst een oordeel aanmatigen. Maar toch durf ik vragen welke leek in 't vak was in staat om op de tentoonstelling der Lederindustrie, onlangs met zooveel succes te Waalwijk gehouden, het machine- fabrikaat van het handwerk te onderscheiden Welke niet-vakman kon zeggen, wat soort van werk het meest sierlijk en net van afwerking was? Nog moeilijker valt het den leek, eene vergelijking tusschen hand en machinewerk te maken met betrekking tot de deugdelijkheid van het schoeisel. Maar al zou de fabriekschoen ook van wat minder degelijke kwaliteit wezen en derhalve wat eerder versleten zijn, de veel lagere prijs stelt den kooper in staat om zich een keer te meer de weelde te veroorloven van nieuw schoeisel. Daarenboven vindt het koopend publiek in den winkel van machinaal schoenwerk tot zijn genot altijd overvloed van keus, wat model, patroon, nummer en prijs van het schoeisel betreft. De kooper behoeft niet te wachten op de uitvoering der be stellinghij behoeft niet bezorgd te zijn voor slecht passen, want hij zoekt eenvoudig het gemakkelijkste paar uit en neemt het aanstonds kant en klaar mee naar huis. Wijl dus onder menig opzicht het fabiieks- schoeisel zoo'n grooten voorsprong heeft is 't gemakkelijk te begrijpen, dat de hand werker bijna geen nieuw maatwerk meer besteld krijgt. En zou dit ook al eens ge beuren, dan zijn het de klanten zeiven, die de prijzen maken, zeggende „voor zooveel en zooveel kan ik ze elders koipen". En danig mocht ik haar reeds beschouwen, getroffen had. - Nog een ander dan ik was door de schoonheid van Louise verleid geworden maar die andera was een ellendeling, een bandiet van de ergste soort. De schurk wist maar al te goed, dat het edele meisje zjn vuigen drift, trotsch en met diepe verachting zou afwijzen. Daarom nam de lafaard zijn toevlucht tot list en geweld. Hij veinsde de streek te verlaten. Op zekeren nacht kwam hij, aan 'l hoofd van eenige zijner vrienden terug. Het huis van Louise werd slechts door knecht bewoond. De roovers braken er binnen staken het huis aan brand, schaakte het arme. diep te betreuren meisje, en vlucht» er mede weg. Louise was de prooi, de slavin, het slachtoffer van een bandiet geworden. Men hoorde nu niet meer van haar spieken. Mijn ijverigste opsporingen bleven vruchteloos. Ik kon niets anders dun den naam van de» eerloozeu schaker te weten komen. Die man heet le Chesnaye Mijne liefde welke zoo'n ongelukkig einde had, sloot ik als een geheimzorgvuldig in mijn hart op. Aan niemand, zelfs anu den graaf niet had ik er iets van medegedeeld. Ik was wanhopig en vertrok naar Hollai d. Eenige jaren daarna zond de graaf mij een bode. Hij kondigde mij aan dat hij gehuwd was en drong aan, dat ik hem zou komen bezoeken, evenals zijne bevallige echtgrcoote, wier natuur lijke begaafdheden en zedelijke hocdauigheden hij niet genoeg roemen kon. 'De bode meldde mij daarenboven, dat de graaf ongeduldig de geboorte van eenen stamhouder verwachtte. Luister, wat er tijdens mijne alwezigheid ge beurd was. De graaf wandelde zekeren dag op den oever eener iivier die nabij zijn kasteel lag. Eensklaps ziet hij op den onderen oever eene ontstelde vrouw komen aanloopen. Hare kleeren hingen in wanorde om bet lichaam en heur haar golfde verward dooreen. Die ongelukkige vrouw liep recht op de rivier af, waar zij, na gekomen te zijn, vlug in sprong. Van zijn paard springen, zijn kleeren uittrek ken en in het water te springen was het werk van een seconde. hij kan daar niets anders tegen doen dan daarop terugzeggen „ik kan ze daarvoor niet leveren" en zijn klant zien heen gaan. Terwijl den handwerker het nieuwe schoeisel dus zoo goed als heel en gansch ontgaat, blijft hein bijna niets meer over dan het Up- of reparatiewerk. Hieraan is voor somtnigeu nog wel wat te verdienen, dat is te zeggen, wel zoo veel, dat zij met een niet te groot gezin ervan leven kunnen, indien ze voortdurend werk aan den winkel hebben. Maar ook tot in het reparatiewerk doet het fabrikaat zijne concurrentie gevoelen. Neem b v. wat al mee tot het voor naamste reparatiewerk behoort het aan zetten van nieuwe vóórschoenen. Hier doet de gewone burger bijna niet meer aan, want «Is hij er eene kleinigheid bijlegt, koopt hij een paar fonkelnieuwe schoenen in den winkel. Voorts vindt de handwerker voor het doen van reparatiën nog een geduchten concurrent in den fabrieksarbeider. Ten minste in den Bosch heeft het thuis-werken van de ma chinale schoenmakers een kolossalen omvang aangenomen. Ofschoon, behoudens enkele uitzonderin gen, door den fubriekswerker in den regel een goed loon wordt verdiend, is hij er o zoo gretig op om na het uitgaan der fabriek 'n avonds nog wat herstelwerk te doen, soms zelfs nieuw maatwerk te maken. Bij da beoordeeling van deze handelwijze welke uil den aard der zaak door de hand werkers meestal in scherpe bewoordingen gelaakt wordt, diene men in 't oog te hou den, dat zetr vele fabrieksschoenmakers, vooral de ouderen onder hen, in vroeger tijd voor eigen rekening hebben gewerkt en door den enormen achteruitgang van het vak zijn gedwongen geworden naar de fabriek te gaan. Zij hebben meest allen hunne gereedschappen nog en velen hebben hunne klanten nog weten aan te houden Dit viel bun vrij gemakkelijk, wijl zij bijna altijd werken ver beneden den prijs, dien de handwerker bedingt. Begrijpelijkerwijze ziet de fabriek*patroon niet ongaarne, dat zijn werknemer thuis nog eenige bijverdiensten maakt, vooral zoo diens loon niet al te hoog of diens huishouden wat groot is. Vandaar dat de fabrikant dit thuiswerken niet alleen niet belet maar zeil begunstigt en in de hand werkt. Na een hardnekkigen en vreeselijken strijd met het element, dat zijn prooi niet wilde los laten, kon de graaf er in slagen het bijna leveu'looze lichaam der arme vrouw op den wal te brengen. De knechts, welke op het hulpgeroep waren gekomen, brachten de drenkelinge op het bevel van hun meester, naar het kasteel. Toen de vrouw nauwelijks tot haar bewustzijn was teruggekeerd, werd zij door een vreeselijke koorts aangetast. Verscheidene maanden bleef zij tusschen leven en dood zweven. Eindelijk kwam zij aan de beterende hund. Het gevaar was nu geweken. De graaf, welko niet onbekend was met de geneeskur.de, had heur tijdens hare gevaarvolle ziekte zijne beste zorgen toegediend. Elkeu dag bracht hij lange uren bij haar bed door. Naarmate het meisje beterde, werden har» magere trekken schooner en bevalliger. Eiken morgen vond de graaf «ijue patiënte lieftalliger en bekoorlijker, dau den dag te voren. Elk oogenblik ontdekte hij nieuwe hoedanigheden bij haar op en zonder het to begrijpen gevoelde hij zich meer en meer tot haar getrokken. Wat zal ik u zeggen? Hij had haar onuit sprekelijk lief gekregen, doch hij durfde haar sijne liefde bijna uiet bekonnen. Doch toen hij de schoone herstellende zijne bekentenis deej, begon deze te weenen en riep wanhopig uit: ,01 waarom hebt gij mij gered Waarom hebt gij mij niet laten sterven P* I mijn God, waarom beu ik ru nog hier op dit tranendal Do graaf had haar tot nu toe nog niet onder vraagd, omtrent do oorzaak, welke haar tot zelfmoord had aangezet. Doch nu kon hij zijne nieuwsgierigheid niet langer meer bedwingen en dwong hij haar hem de waarheid te zeggen. Het meisje vertelde hem nu harë droevige en smartelijke geschiedenis. Dat meisje was Louise. De graaf had haar voor de eerste maal gezien toen hij haar uit het water haalde. Zij maakte den graaf btkend met de schaking en liet geweld waaraan La Chesuaye zich eenige maanden te voren had schuldig gemaakt. Toeu zij ln handen van den eerloozen bandiet was, had aij al het mogelijke in het werk gesteld om het vreeselijke lot dat haar wachtt», te ontgaan. La Chernaye had haar in eene naburige plaats gebracht, waarvan hij zijn roovershol had ge maakt. Daar, in dat pesthui, waar het daglicht nooit binnendrong, bekende hij het arme meisje de liefde welke hij voor haar gevoelde en stelde h .ar voor zijn misdadig leven met hem tr deelen. Louise had het onedel, het lage gemeene voorstel van den roover met trotschheid aanhoord. La Chesnaye, die alleen zijn drift, zijne bedorven natuur volgde, had alle mogelijke verleidings middelen, alle listen in het werk gesteld omzijn doel te bereikeu, doch ondanks dat alles had Louise den moed alles te weerstaan. Zij had alles verstooten, alles getrotseerd, zoowel gebeden als beloften en bedreigingen. Een dolk, welke zij uit den gordel van den roover - bad ontrukt, diende haar om zich tegen dc geweldheden van den laffen schurk te ver dedigen. Daar zij vreesde dat men een strik spande om haar te dwingen, weigerde zij alle voedsel en drank. Zij verkoos liever den hongerdood te sterven, dan ln een eeuwigdurende schande te moeten leven. r l U Ilare krachten vielen af, haar geest begon reeds te dalen weldra gevoelde zij dan ook, dat zij Diet lang meer zou kunnen tegenworstelen. Gelukkig kwam een wonder der Voorzieuigheid haar redden. La Chesnaye was in woede ontstoken, omdat hij dien kranigen tegenstand niet kon overwinnen Hij veranderde daarom van handelwijze en gevoelens. Op de liefde welke hij voor Louise gevoelde, volgde een verschrikkelijke haat. Hij deed het arm meisje iu een donker en ongezond hol werpen, en liet haar aan de bewa king van den wreedsten en bloedgierigsten zijner roovers over. Zoo bleef zij dan twee maanden kwijnende. Zij verlangde te sterven, doch de dood kwam met. Op zekeren dag werd haar bewaker ziek. Gods wrekende hand had hem getroffen. Die man was door zijn buitensporig leven dat hij reeds jaren leidden door ailerlei ziekte ondermijnd. De ziekte maakte in enkele dagen enelle vorderingen en Dtrgelijke concurrentie moge men du al op zijn zachtst beoordeelen, 't is zeker, dat de gevallen niet zeldzaam zijn, waarin deze mededinging wel degelijk als oneerlijk moet worden gebrandmerkt. Heel vaak toch ge beurt het, dat de fabrieksarbeider voor zijue aangehouden klanten nieuw schoeisel aan meet en, in plaats van handwerk te leveren, eenvoudig naar het fabrieksmagazijn gaat. Daar kan hij, meestal door tusschenkomst van den bevrienden meesterknecht of maga zijnmeester, dames-, heeren- of kinder schoeisel krijgen volgens de genomen maat en het gewenschte nummer schoeisel, dat geheel en al fabriekswerk is en door den arbeider ook tegen fabrieksprijs wordt be taald. Zijn klant echter, die meent hand werk te ontvangen, betaalt hem 1 A 2 gld. boven fabrieksprijs, ofschoon de prijs, waar voor hij koopt, natuurlijk nog lager blijft dan de prijs van den handwerksman. Waar aldus concurrentie wordt aangedaan, is deze beslist oneerlijk, omdat er klaarblijkelijk bedrog en misleiding in 't spel komt. Hierbij wil ik nog zwijgen over sommige oneerlijke praktijken van enkele fabrieks- werkers ten opzichte van hunnen werkgever; onrechtvaardigheden, die hem m de in slaat stellen beneden handwerkersprijs te leveren. Daarenboven is tegenwoordig alle leder, zoolleer zoowel als elk soort overleer, zeer duurook leestklaar werk staat zeer hoog. Slechts enkele handwerkschoenmakers bezit ten zoo groote koopkracht of genieten zoo veel krediet, dat zij de grondstoffen en be- noodipdheden voor de uitoefening van hun vak in 't groot kunnen inslaan. De meesten werken ofwel alleen ofwel hoogstens met één leerjongen en moeten hunnen voorraad leder en fournituren doorgaans in zeer kleine hoeveelheid betrekken uit de tweede of "derde hand. Zij komen dan terecht bij de z.g. „uitsnijders", die, na tuurlijk met behoorlijke winst, telkens slechts zoo veel van de heele huid afsnijden als zij voor een patroontje of voor eene of andere reparatie noodig hebben. Behalve door deze misstanden, meer spe ciaal het vak eigen, wordt de handwerk- schoenmaker ook gedrukt door de misbrui ken, die in 't algemeen aan ieder verblijf ambacht of nering schade doen, zooals oneerlijke conenrrentie van vakgenooten, slechte betaling, kwade posten, enz. Bij het aannemen en bestudeeren van nam een ernstige houding aan. La Chesnaye wa9 met de lijnen ver vandaar op rooftocht. De onmensehclijke gevangenbewaker voelde de dood naderen. Ongetwijfeld was hij bevreesd alleen te sterven, hij opende daarom het hol van Louise en smeekt haar kwaad met goed te vergelden, hem iu zijn laatste oogen- blikken bij te staan en hem zijne misdaden te vergeven. Het edele meisje begreep, dat God haar ge kozen had om die ziel, welke onder des duivels klauwen lag, af te koopen. Zij kon gemakkelijk vluchten doch deed het niet. Integendeel, aij verzorgde hem die haar eerit gefolterd had. De dood was nabij, hij kon niet meer gered woiden. Door de edelmoedige toewijding van Louise was hij, de ellendige gevangenbewaarder diep getroffen. Hij smeekte haar uu om oogen- blikkclijk te vluehten. Hij vertelde haar, dat La Chernaye haar bij zijne terugkomst zou dooden. Op die wijze wilde hij vergelden wat hij had misdaan. Louise kon das vluchten, maar zij wilde den stervende niet verlaten. De dood had ton laatste zijn werk volbracht. Het meisje stond bij het lijk van haar gevangen bewaarder. Nu kon zij vluchten, haar plicht hield haar hier niet langer meer. Maar waarheen moest lij gaan? Waar was aij? Had men haar buiten de provincie gebracht? Zij wist het niet. Eenige oogonblikken dacht zij na, wat haar te doen stODd. Ze beefde van angst. De vele folteringen, welke zij doorstaan had, hadden haar zeer verzwakt. Toen zij in gebed lag verzonken, hoorde zij het naderend geluid der bandieteD vvelke van hun rooftocht huiswaarts keerden. Nu aarzelde zij niet langer s') O 'S*n raampje, hetwelk den pas gestorven d bewaarder had geopend, en hetwelk uitzuft op een veld, sprong zij. Een dicht begroeid bosch lag in hare nabijheid. Zij liep er in zonder te weten waar zij heen giDg, (Wordt vsrvolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1904 | | pagina 1