Nummer 13
Zondag 14 Februari 1904.
27e Jaargang.
Tweede Blad.
BUITENLAND.
Rusland en Japan.
BINNENLAND.
Provinciaal Nieuws.
van
WAALWIJK.
Soirée Amusante te geven door de Ope
rette- Vereeniging „T. A. V. E. N. U." van
Waalwijk en Beioijen, op Zondag 14, Fe
bruari 1904,, op de zaal Musis Sscrum."
Aanvang 71/» uur precies.
(Zie programma s.)
KAATSHEUVEL.
Buitengewone Uitvoering te geven door
de Tooneelvereeniging Utile Duci", af-
deeling van het Handboogschutters-Gezel
schap „Amcenitas" te Kaatsheuvel, op
Zondag 14, Februari 1904, in de zaal van
den heer Alph. Snoeren-Mombers, ten
voordeele der Armen van de Vereeniging
den H. Vincentius Paulo. Aanvang
van
'a avonds ten 71/s
ure precies.
(Zie programma's.)
We
hebben
ander
De oorlog is in vollen gang.
in ons vorig nummer al een en
medegedeeld over den aanval, o. i. eeu
verraderlijke aanval met torpedo's op de
Russische oorlogsschepen. De oorlog was
niet verklaard, toen die aanval plaats had.
Terwijl nu bekend wordt dat de Japansche
vloot al sinds 14 dagen bezig is geweest aan
het bcraraeu van haar aauslag tegen de
Russische schepen tc Port Arthur, willen de
Japanners het nog doen voorkomen, alsof
de Russen de eigenlijke oorzaak zijn geweest
van het beginnen der vijandelijkheden.
Uit Tokio wordt geseind, dat de Wariag
bij Tsjeraoelpo het eerste schot heeft gelost
op een Japansche torpedo.
Eenige uren later had de aanval bij Port
Arthur plaats.
Nadat de Japanners merken, dat dit
algemeen als een verraderlijke aanval wordt
aangezien, vinden ze uit, eenige dagen later,
dat een Russisch schip bij Tsjemoelpo het
eerste -CZ- hebben gelost.
Laat het waar zijo, wie gelooft er dan aan,
dat eenige uren na dat schot te Tsjemoelpo
een mijnaanval kon worden uitgevoerd te
Port Arthur?
Veel zullen we over deze kwestie, niet
meer zeggen, een feit is 't, de oorlog met
zijn vele verschrikkingen is er en voorhands
kunnen de Japanners op groote voordeden
wijzen.
De torpedo—aanval is gevolgd door een
slag bij Port Arthur en een bombardement
op deze stad, welke gevechten door een
ooggetuige als volgt worden beschreven
Het verhaal van een ooggetuige
Ik bevond mij in den nacht van Maandag
op Dinsdag in quarantaine aan boord van
het stoomschip «Columbia" vau de Indo—
Cbineesche stoomvaartmaatschappij, tusschen
den ingang van de haven van Port Arthur
en de zeer nabij ons gelegen Russische vloot.
Slechts één van de Russische oorlogschepen
werkte met de electrische zoeklichten en dan
nog zeer langzaam men had niet meer dan
drie torpedobooten ter bewaking van de vloot
uitgezetalle anderen bovouden zich binnen
in de haven.
Alles was rustig. Een Russisch officier
deelde ods mede, dat men de Japansche
vloot eerst over drie of vier uur verwachtte.
Het licht van den vuurtoren was reeds aan
gestoken lichtende boeien dreven in zee rond.
Tegen acht uur zoogen de Russische ma
trozen hun avondgebed.
Het was heerlijk weer, maar koud. De
hemel was helder een licht windje blies uit
het Zuiden aan den gezichtseinder hing een
nevel boven het water. Langen tijd bleef het
doodstil.
Toen ik mij tegen halftwaalf naar kooi wilde
begeven, weerklonken plotseling vlak na el
kaar drie verwijderde, doch zware kanon
schoten. Blijkbaar waren ze ouder water gelost
want de „Columbia" ondervond een hevigen
schok.
Een oogenblik daarna werd het vuur door
3 - en 12 ponders geopend. De electrische
zoeklichten begonnen te werken, maar zon
der veel resultaat. Ik aanschouwde het gevecht
lot middernacht, in den waan verkeereud,
dat het slechts manoeuvreeren was. Daarop
verminderde het vuren om drie uur in den
morgen hield het geheel op.
Een uur later stoomden ons twee slagsche
pen voorbij, waarschijnlijk de „Cesarevitsj"
en de „Peresviet, gevolgd door een giooten
k uiser. l)e schepen zetten koers naar den
ingang van de haven. De beide slagschepen
liggen op het oogeublik vlak bij elkaar aan
croud zij versperren den ingang niet, be
halve voor vaartuigen met grooten diepgang
Ds «Cesarevitsj" is aan het stuur beschadigd
de „Peresviet" heeft aan de pompen averij
gekregen.
De kruiser, die eveneens buiten gevecht
gesteld werd, ligt even buiten de haven en
is ook door de torpedo's beschadigd.
Even over halfdrie kwamen de Russische
marir.e-officiereu aan boord van de Columbia.
Zij waren zeer opgewonden en zeiden, dat
de onderkoning ons bevolen had, niet te
trachten verder te stoomen. Hun bedoeling
was klaarblijkelijk ons te verhinderen den
Japanners van de belangrijkheid der hun
aangebrachte schade te onderrichteu.
Tot op dat oogenblik verkeerden wij nog
in de meening dat er slechts sprake was ge
weest van een kleine schermutseling. Nu
begonnen wij echter den ernst van de gebeur
tenissen te vermoeden vooral toen wij de beide
buiten gevecht gestelde slagschepen zagen.
Wij vermoedden, dat een hevige strijd had
plaats gehad- Weldra bevestigde men men ons
dat beide pantserschepen en de kruiser in
derdaad door de torpedo's onklaar gemaakt
waren. Dit scheen vreemd daar niettegen
staande het aanhoudend werken met de
zoeklichten, na 3 uur niets van een strijd
gemerkt was- De maan scheen helder ner
gens was een vijandelijk schip te bekennen.
Vuurrood kwam dc zon op en bij dat licht
ontdekten we drie paar schoorstcenen van
kruisers, op welker masten wij reeds de Ja
pansche vlag hadden opgemerkt.
Stoutmoedig kwamen zij opzetten, daarop
bleven zij onbeweeglijk liggen op den noo—
digen afstand van de haven.
Bij het aanbreken van den dag scheen
een groote zorgeloosheid over de Russen te
komen. Zoo kon men van het dek vau de
Columbia" zien, dat de matrozeu de anker
kettingen, die juist naar binnen gehaald
werden, rustig schoonmaakten.
Nog langen tijd nadat de ankers gelicht
waren scheen geen enkel Russisch schip van
plan te zijn, de Japanners na te zetten, noch
een eukel schot te lossen. Eerst om acht
uur vertrokken de Japansche kruisers, door
de Russische vloot in de richtiog van Dandy
gevolgd, daarop keerden de Russen terug,
zonder dat iets blijk gaf, dat een gevecht
had plaats gehad.
Op het oogenblik liggen buiten de haven
van Port Arthur vijf Russische slagsschepeu,
vijf kruisers, een vrijwillige kruiser, een
oefeningsschip, 17 torpedobooten en torpe
dojagers.
Het zal o geveer 11 uur in den morgen
geweest zijn, toen 16 Japansche schepen,
waaronder 5 slagschepen, aan den gezichts
einder verschenen. Zij naderden in uitmun
tende orde. Een half uur later flikkerde de
eerste losbranding aan boord van een der
Japansche schepen. Het schot was buiten
gewoon juist gericht.
De Russische kruiser „Novik" verdedigde
zich met groote dapperheid. Het vuur werd
echter te hevig, zoodat de kruiser zich moest
terugtrekken.
Overigens schenen de Russische schepen
in slechte orde te vechten zij verwijderden
zich niet verder dan een mijl van de kust
en bleveu ouder bescherming van de forten,
die over hen heen op de Japansche vaar
tuigen schoteu, doch zonder veel resultaat.
Telkens, wanneer de zware projectielen
van de kustbatterijen boven onze hoofden
voortsnorden trilde de lucht hevig en klonk
een doordringend gefluit om ons heen. Voor
het gevecht merkten wij op, dat de Russische
matrozen hun bedden en verdere verplaats
bare bezittingen door de geschutspoorten
in zee gooiden, waarop de Chineezen aan
de kust pogingen iD het werk stelden om ze
op te visschen.
Het beschieten vau de forten hield aan
tot kwart voor twaalf in den voormiddag.
De Japanners schoten met verbazingwekkende
juistheid. Twee kogels vielen op den top van
een fort een andere verbrijzelde een deel
van de wallen.
Al deze projectielen waren van groot ka
liber zij ontploften zoodra zij het water of
den grond raakten. Uit enkele steeg een
geelachtige rook op, uit de meeste echter
een zwarte rookkolom.
De «Sevastopol" werd onder de waterlijn
door eeu groot projectiel getroffen.
Het was mij niet mogelijk met juistheid
de veroorzaakte schade te melden. De beide
vloten lagen op 3 mijlen afstand van elkaar.
Het schijnt, dat aan geen van beide zijden
een schip geheel in den grond geboord werd.
Voor en ongeveer gelijktijdig met deze
gebeurtenissen stoomden een 60 tal trans
portschepen, door een flink eskader bege
leid naar Korea om troepen te lauden, en
dit is geschied. Toen zij voor de haven
van Tsjemoelpo kwamen, lagen daar twee
Rus ische oorlogsschepen, de Wariag, een
der beste kruisers en de Koriets. De Ja
pansche commandant liet hen aanzeggen
buiten te komen, anders zou hij heu in de
haven aanvallen. Zij wilden zich niet over
geven en gingen builen den strijd tegen de
overmacht aan.
Het ongelijke gevecht eindigde natuurlijk
met de vernieling der Russische schepen. De
commandai.t van de Wariag bleef aan boord,
toen het volk zich vau het gehavende schip
redde, en als een Van Spijk stak hij er den
brand in. De praentige kruiser, de snelste
van de Russische vloot, outplofte en zonk.
De Koriets moest zich reeds vroeger
overgeven, na zijn bemanning op 't Frausche
oorlogsschip Pascal te hebben overgebracht.
De Japanneezen zijn toen in vollen spoed
met de landing begonnen wat steeds wordt
voortgezet.
De helft der Russische oorlogsschepen is
thaus ongeveer beschadigd.
Zij zijn du9 nog steeds in 't voordeel,
hoewel er wel geruchten loopeo van 't
vernielen van Japansche schepen, een over
winning der Russen, maar nog niets officieels.
Een treffen te land zal nu echter niet
lang kunnen uitblijven.
Post wet.
Volgens de „Avondpost* zal eerlang een
herziening der Postwet worden aanbangig
gemaakt met het doel de verzending per
post van pornografische producteu tegen te
gaan.
Ook is in voorbereiding een wijziging en
aanvulling van dc wet op de Rijkspost-
spa trbank.
Ie Rang schoenmaker.
Sollicitanten naar de betrekking van be
diende bij den arbeid van lste rang-schoen
maker aan do strafgevangenis te Breda
worden uitgenoodigd zich voor 28 Febr.
e.k. per gezegeld eigenhandig geschreven en
onderteekend adres te wenden tot der. mi
nister van justitie, onder overlegging van
geboorte -akte, bewijs van goed gedrag,
geneeskundig attest van goede gezondheid
en van getuigschriften en verdere stukken
die tot aanbeveling kunnen strekken. (Zio
verder de Staatsct. No. 86.)
Ned Neutruliteit.
Naar wij vernemen, heeft de Minster van
Koloniën een telegram afgezonden aan den
gouverneur-generaal van Ned.Indië met
verzoek om in Indië af te kondigen een
proclamatie van neutraliteit in den oorlog
tusschen Rusland en Japan.
De tekst der proclamatie is in het tele
gram in hoofdzaak aangegeven.
De iugezotenen van Ned.Indië wordt
daarin verzocht geenerlei handeling te ple
gen, die de neutraliteit zou kunnen schen
den. De beslissing in twijfelachtige geval
len wordt overgelaten aan de plaatselijke
autoriteiten.
Zoo zal o.a. over het al of niet verschaf
fen van kolen aan oorlogsschepen van een
der beiden partijen in de Sabangbaai de
gouverneur van Atjeh hebben te beslissen.
Vad.
Generaal Van Heulz en de heer Grevers
van Steden zijn Donderdagnacht zoo wordt
uit Batavia aait het H b 1. geseind naar
Sabang vertrokken, in verband met onze
neutraliteit.
Het Russische eskader kan elk oogenblik
te Sabang worden verwacht.
4e diocesanen Katholieken dag.
Het Dag. Bestuur van den 4<e diocesanen
Katholiekendag betreurt ten zeirste de ver
traging ontstaan bij het verschijnen van het
officieel verslag. Verschillende omstandig
heden hebben daartoe medegewerkt, doch
zal het werk thans tegen 1 Maart gereed
zijn.
De St.-Janskerk te 's Bosch.
In eene lezing, gehouden door den Eerw.
heer Xtvier Smits te Leuven voor den R K.
Bond van Patroons te 's-Bósch, werd de
St -Janskerk als onderwerp behandeld.
Uit het gesprokene stippen wij even aan,
hetgeen mogelijk niet algemeen bekend is
dat voor genoemde kathedraal de eerste
grondslag werd gelegd in 1280 en zij in
1517 geheel was voltooid; dat hft gebouw
in hoofdzaak is opgetrokken uit natuurlijken
zandsteen, behalve de toren die uit baksteen
bestaat en dat de grondslag geheel is aan
gelegd op gezouten huiden, waardoor eene
gelijkmatige verzakking kan worden verkre-
8en'
Van de verdere bijzonderheden, die het
geheel zeer interessant maakte, deelt het
blad, waaraan wij dit outleenen, niets mede
zoodat ook wij ons hiertoe moeten bepalen.
Bossche Carnaval.
Men schrijft uit Den Bosch
Reeds vele dagen zijn we hier in de weer
om de Carnavalsfeesten voor te bereiden, en
we zijn met dien heerlijken arbeid, heerlijk
althans voor ieder Bosschenaar, zoo goed
als gereed. Zondag a.s., na de vesper,
begint de eigenlijke pret, al zal daaraan ook
reeds, als groote voorpret, de blijde intocht
van Prins Carnaval ziju voorafgegaan. Deze
komt tegen half een op dien dag per extra
trein (zooals de Bossche jeugd beweert) aan
en zal, zooals van zelf spreekt, met de
noodige eerbewijzen aar, het station worden
opgewacht. „Peer van den Muggenheuvel",
de burgerraojer van Oeteldonk, diens
„assessor*, de „Raod ran Elf*, (dat is het
bestuur der „Oeteldonksche Club*), „üriek
Pakaou*, de geminte-veldwaachter, eu een
aantal andere autoriteiten en grootwaardig-
heidibekleeders zullen op het perron aan
wezig zijn, terwijl Oeteldonk's „herremenie",
onder de zinspreuk „Piep- en Blaoslust",
en onder aanvoering van „Hannes Krassert*,
de plechtigheid van het oogenblik zal ver-
hoogen door de uitvoering van de„Kwaok-
kwaok-marsch". Deze raarsch, behoorende
tot de lievelingsmuziek van „Prins Amadero
Ricosti di Carnavallo*, zal zeker ook dan
weer een overweldigenden invloed op de
Oeteldonkers uitoefenen.
Na zich aan de wederzijdsche aandoenin
gen van het eerste wederzien te hebben
onlworsteld, zullen de Prins en zijn getrou
wen koers zetten naar het Casino, dat, in
feestkleed gestoken, den Heer en Meester
van Oeteldonk, „met klimmend ongeduld
verwacht." De Oeteldonksche adel wil, dat
iu die sociëteit „cour" wordt gehouden en
dat de Prins ook binnen hare muren de
„Troonrede" uitspreekt. Deze rede, door
het ministerie van Z K.H. want het
eksain Oeteldonk is een coustitutioueele
staat voor die gelegenheid samengesteld,
heeft echter met andere troonreden alleen
den vorm gemeen want, zonder van die
andere troonreden ook maar in 't minste
of geringste eenig kwaad te willen zeggen,
het kan toch bezwaarlijk worden ontkend,
dat die van prins Carnaval het van hare
zusteren wint wat betreft het pakkende van
den inbond ervan daarvoor zorgt zijn
ministerie wel. Met vermijding van al
wat zou kunnen kwetsen of beleedigeu,
weten die raadslui der kroon Z.K.H. woor
den in den mond te leggen, maer kostelijk
voor eeu Oeteldonksch hart, dan wel stree-
lend voor Oeteldonksche autoriteiten en
toestanden, aan wie bij zulk een gelegen
heid critiek zij 't dan ook critiek van
goedaardig karakter allesbehalve wordt
gespaard en wie er prijs op «telt eens een
duizend of wat goedlzchsche menschen bij
elkaar te zien, kome naar 't Bossche car
naval en ete met de Bosschenaren van de
„vnrkensooren in 't zuur", die, als echte
carnavalskost, dan in groote hoeveelheden
aloin in Oeteldonk staan opgedi«cht.
WAALWIJK, 13 Feb. 1904
liet WilhelmiDa-Kanaul.
Gelijk onze lezers hebben gezien en wellicht
rt eds lang vermoed hebben, is in de jongste
zitting der Prov. Staten, de subsidie voor
het Wilhelmina-kanaal met een zeer groote
meerderheid van stemmen, n.l. 45 tegen 14,
aangenomen.
Een aanzienlijk deel van Noord-Brabant,
waaronder in de eerste plaats het industrieele
Tilburg en de gemeenten Dongen en Oostér-
hout, welke laatste tot lieden zelfs van een
spoorwegverbinding verstoken bleven, ziet
hierdoor zijne sinds circa een halve eeuw
zoo vurig gekoesterde wenschen, in eerste
instantie, in vervulling gaan. Hoe men ook
over dit kanaal iu betrekking tot de be
langen onzer streek denke, sinds geruimen
tijd stond het bij ons onomstootelijk vast
dat de nieuwe waterweg komen zon en de
tijden er thans rijp voor waren.
Het kanaal nog langer, zij het ook uit eigen
belang, tegen re werken »ou o.i. een dwaze
minstens een ijdele, misschien zelfs een ge
vaarlijke poging geweest, zijn, die daarenboven
niet van grootsche opvatting getuigen zou.
Kleinere belangen moeten voor grootere
wijken, hieraan valten gelukkig ook, op
den duur niet te tornen.
Intusschen doet ons 't genoegen, dat het
Statenlid, de heer Timmermans alhier, in
genoemde zitting ook krachtig de belangen
van ons district bepleit heeft en het goed
recht van Waalwijk in zake de schutsluistn
de verbetering der havenook door andere
afgevaardigden volmondig werd erkend. Dit
doet ons met reden hopen, dat alle kans
op de tot standkoraing dier werken in onze
gemeente nog niet verloren is, maar dat doot
eendrachtige samenwerking van alle partijen nog
eenmaal datgene verkregen zal worden,
waaraan Waalwijk zoozeer behoefte heeften
waarop het alle aanspraak maken mag.
Wij van onzen kant verklaren ons als
altijd volgaarne bereid tot krachtige mede
werking ter bereiking van gemeld doel.
Ten slotte volgen hier de woorden, zooals
die door genoemden afgevaardigde gespro
ken zijn:
„Het lid Timmermans geeft te kennen,
„dat hij met veel belangstelling de ver
schillende stukken enz. betreffende het
„Wilheltnina—Kanaal en vooral het zaakrijk
„rapport der commissie heeft bestudeerd en
„de beraadslaging gevolgd. Een en ander
„heeft hem tot de overtuiging geleid, dat
„hij vóór het kanaal moet stemmen, omdat
„ook hij dit werk onmiskenbaar beschouwt
„aL van groot en vrij Igemeen provinciaal
„belang. Hij zou het kanaal alzoo gaarne
„tot stand zien komen en wel in dan geest
„van hot ontwerp van Ged, Staten en het
„rapport der commissie daar hij vreest, dat
„indien het voorstel van Eindhoren of van
„Mr. Loeff wordt aangenomen de zaak op de
„lange baan word geschoven en uitstel zou
„wel eens afstel kunnen worden. Hij heeft
„echter ook zijne grieven, de pécuniaire
„kwestie wordt wel wat al te optimistisch
„beschouwd en hij betreurt het, dat tenge
volge van de enorme bijdrage die de pro
vincie zich zal hebben te getroosten er
„vooreert geen subsidie zal kunnen worden
„verleend aan andere min of meer groote
„en nuttige werken. Tot dezulke beschouwt
„hij o. a. de uitdieping en de verbreeding
„der Waalwijksche Haven en de daarstelling
„eener schutsluis in de monding dier haven
„in verband met de werken van den Nieuwen
„Maasmond, waarvoor vroeger door de Staten
„financieelen steun is geweigerd, ondanks
„de krachtige adressen der gemeenten Waal-
„wijk on omstreken en van Tilburg en der
„Kamers van Koophandel van Tilburg en
„Waalwijk. Daarin toch werd met overtuiging
„betoogd, dat de Waalwijksche haven de
„waterweg bij uitnemendheid is voor Tilburg
„en voor een groot gedeelte der nijvere
„Langstraat. Maar 't is thans de tijd niet
„die grieven omtrent dit puntjnader te mo-
„tiveeren, daarop hoopt hij dus later terug
„te kunnen koineD, maar hij wil een offer
„brengen zooals reeds gezegd, door zijne
„stem aan het kanaal te geven in de hoop
„dat de Staten, dan ook later bij gelegenheid
„als de afgevaardigden van zijn district
„aankloppen, die belangen niet uit het oog
„zullen verliezen, want dit werk, dat een
„paar miilioen aan de provincie gaat kosten
„levert èn voor 't Land van H-msden en
„Altena èn voor de Langstraat niet alleen
„geen voordeel op maar, o. a. in den vorm
„van belastingverhooging, niet anders dan
„nadeel.*
Bisschop Hamer.
Donderdag heeft te Nijmegen dc opvoering
van het drama „Bisschop Hamer" piaats
gehad.
Reeds veel hebben wij over dit werk van
onzen Eerw. stadgenoot, den Eerw. heer A.
Suijs, geschreven, toodat het slachts eene in
herhalingtreding zijn zou, wanneer wij den
inhoud van dit grootsche werk nog eens
zouden weergeven.
Zooals men uit de uittreksels der Nijmeeg-
sche bladen zal zien, is de opvoering aldaar
een groot succes geweest. De belangstelling
was een enorm, de opvoering uitstekend,
zoodat de dichter zijne groote ingenomenheid
betuigde. Wij laten nu even de bladen aan
't woord
„De Gelderlander" van 12 dezer sohreef
over de opvoering o. m. het volgende
„Wel moet de belangstelling der Nijmege
naars groot zijn iu hot treurspel ter huldiging
van onzen edelen medeburger, den Bisschop
martelaar dat na vier drukbezochte opvoe
ringen in de St. Jozefsgezellenvereeniging. de
vertooning, gisterenavond door de tooneelclub
van het Kruisverbond gegeven, weer een
stampvolle zaal van toeschouwers kan trekken.
De ruime zaal der vereeniging was lang
voor den aanvang tot op de galarijen en in
de uiterste boeken dicht gevuld, Het moet
gezegd worden, dat de omstreken van onze
stad een ruim aandeel hadden in dezen buiten
gewonen toevloed. De extra-trams, die na
afloop in de verschillende richtingen vertrokken
waren inderdaad niet overbodig.
Doet de talrijke opkomst ons genoegen, wyl
wij ze mogen beschouwen als een hulde aan
onzen grooten stadgenoot, wat ons nog meer
verheugt is dat de houderden hoorders inder
daad werden geroerd en gesticht door het
treffende drama, dat niet anders dan de ver
heffendste, godBdienstigste gevoelens kan
wekken. In menig oog zag men tranen blinken
bij de aangrijpendste passages, en dat het
talrijke gehoor zichtbaar onder den indruk was
van de lijdensgeschiedenis des martelaars ia
het bewijs voor hot uitnemend spel der ver
tolkers van het drama."
„De Provinciale Geldersche en Nijmeeg-
sche Courant" over de opvoering sprekends,
zegt o. m.
„Voor een meer dan stampvolle zaal is gis
terenavond door de Nijmeegsche afdeeling van
't Kruisverbond het drama van den priester
dichter, den WelEerw. heer A. Suijs, opge
voerd en zijn door de wakkere tooneelisten
der vereeniging het lijden, het angstig ver
wachten, de martelingen van bisschop Hamer
tijdens de gruwelijke Boksers onlusten in
China in het jaar 1900 ten tooneele vertoond"
Na het drama op den voet gevolgd te
hebben, zegt genoemd blad verder
„Als geheel maakte de voorstelling een#
uitnemenden indruk en gaf zij een goede ver
tolking van het drama, dat met blijkbare
voorliefde was ingestudeerd in dit opzicht
was het voor de vertoouers een niet geringe
voldoening, dat de schrijver, die bij de op
voering tegenwoordig waB, zich ten zeerste
over het geziene voldaan betoonde."
Als van zelf komen ons de woorden uit
de penzou er hier geen R. K. ver
eeniging of eene commissie gevormd kuunen
worden, die de tooneelvereeniging van 't
Kruisverbond uit Nijmegen eens engageerde,
teneinde dit grootsche werk van onzen