Nummer 13 Zondag 14 Februari 1904. 27e Jaargang. Tweede Blad. BUITENLAND. Rusland en Japan. BINNENLAND. Provinciaal Nieuws. van WAALWIJK. Soirée Amusante te geven door de Ope rette- Vereeniging „T. A. V. E. N. U." van Waalwijk en Beioijen, op Zondag 14, Fe bruari 1904,, op de zaal Musis Sscrum." Aanvang 71/» uur precies. (Zie programma s.) KAATSHEUVEL. Buitengewone Uitvoering te geven door de Tooneelvereeniging Utile Duci", af- deeling van het Handboogschutters-Gezel schap „Amcenitas" te Kaatsheuvel, op Zondag 14, Februari 1904, in de zaal van den heer Alph. Snoeren-Mombers, ten voordeele der Armen van de Vereeniging den H. Vincentius Paulo. Aanvang van 'a avonds ten 71/s ure precies. (Zie programma's.) We hebben ander De oorlog is in vollen gang. in ons vorig nummer al een en medegedeeld over den aanval, o. i. eeu verraderlijke aanval met torpedo's op de Russische oorlogsschepen. De oorlog was niet verklaard, toen die aanval plaats had. Terwijl nu bekend wordt dat de Japansche vloot al sinds 14 dagen bezig is geweest aan het bcraraeu van haar aauslag tegen de Russische schepen tc Port Arthur, willen de Japanners het nog doen voorkomen, alsof de Russen de eigenlijke oorzaak zijn geweest van het beginnen der vijandelijkheden. Uit Tokio wordt geseind, dat de Wariag bij Tsjeraoelpo het eerste schot heeft gelost op een Japansche torpedo. Eenige uren later had de aanval bij Port Arthur plaats. Nadat de Japanners merken, dat dit algemeen als een verraderlijke aanval wordt aangezien, vinden ze uit, eenige dagen later, dat een Russisch schip bij Tsjemoelpo het eerste -CZ- hebben gelost. Laat het waar zijo, wie gelooft er dan aan, dat eenige uren na dat schot te Tsjemoelpo een mijnaanval kon worden uitgevoerd te Port Arthur? Veel zullen we over deze kwestie, niet meer zeggen, een feit is 't, de oorlog met zijn vele verschrikkingen is er en voorhands kunnen de Japanners op groote voordeden wijzen. De torpedo—aanval is gevolgd door een slag bij Port Arthur en een bombardement op deze stad, welke gevechten door een ooggetuige als volgt worden beschreven Het verhaal van een ooggetuige Ik bevond mij in den nacht van Maandag op Dinsdag in quarantaine aan boord van het stoomschip «Columbia" vau de Indo— Cbineesche stoomvaartmaatschappij, tusschen den ingang van de haven van Port Arthur en de zeer nabij ons gelegen Russische vloot. Slechts één van de Russische oorlogschepen werkte met de electrische zoeklichten en dan nog zeer langzaam men had niet meer dan drie torpedobooten ter bewaking van de vloot uitgezetalle anderen bovouden zich binnen in de haven. Alles was rustig. Een Russisch officier deelde ods mede, dat men de Japansche vloot eerst over drie of vier uur verwachtte. Het licht van den vuurtoren was reeds aan gestoken lichtende boeien dreven in zee rond. Tegen acht uur zoogen de Russische ma trozen hun avondgebed. Het was heerlijk weer, maar koud. De hemel was helder een licht windje blies uit het Zuiden aan den gezichtseinder hing een nevel boven het water. Langen tijd bleef het doodstil. Toen ik mij tegen halftwaalf naar kooi wilde begeven, weerklonken plotseling vlak na el kaar drie verwijderde, doch zware kanon schoten. Blijkbaar waren ze ouder water gelost want de „Columbia" ondervond een hevigen schok. Een oogenblik daarna werd het vuur door 3 - en 12 ponders geopend. De electrische zoeklichten begonnen te werken, maar zon der veel resultaat. Ik aanschouwde het gevecht lot middernacht, in den waan verkeereud, dat het slechts manoeuvreeren was. Daarop verminderde het vuren om drie uur in den morgen hield het geheel op. Een uur later stoomden ons twee slagsche pen voorbij, waarschijnlijk de „Cesarevitsj" en de „Peresviet, gevolgd door een giooten k uiser. l)e schepen zetten koers naar den ingang van de haven. De beide slagschepen liggen op het oogeublik vlak bij elkaar aan croud zij versperren den ingang niet, be halve voor vaartuigen met grooten diepgang Ds «Cesarevitsj" is aan het stuur beschadigd de „Peresviet" heeft aan de pompen averij gekregen. De kruiser, die eveneens buiten gevecht gesteld werd, ligt even buiten de haven en is ook door de torpedo's beschadigd. Even over halfdrie kwamen de Russische marir.e-officiereu aan boord van de Columbia. Zij waren zeer opgewonden en zeiden, dat de onderkoning ons bevolen had, niet te trachten verder te stoomen. Hun bedoeling was klaarblijkelijk ons te verhinderen den Japanners van de belangrijkheid der hun aangebrachte schade te onderrichteu. Tot op dat oogenblik verkeerden wij nog in de meening dat er slechts sprake was ge weest van een kleine schermutseling. Nu begonnen wij echter den ernst van de gebeur tenissen te vermoeden vooral toen wij de beide buiten gevecht gestelde slagschepen zagen. Wij vermoedden, dat een hevige strijd had plaats gehad- Weldra bevestigde men men ons dat beide pantserschepen en de kruiser in derdaad door de torpedo's onklaar gemaakt waren. Dit scheen vreemd daar niettegen staande het aanhoudend werken met de zoeklichten, na 3 uur niets van een strijd gemerkt was- De maan scheen helder ner gens was een vijandelijk schip te bekennen. Vuurrood kwam dc zon op en bij dat licht ontdekten we drie paar schoorstcenen van kruisers, op welker masten wij reeds de Ja pansche vlag hadden opgemerkt. Stoutmoedig kwamen zij opzetten, daarop bleven zij onbeweeglijk liggen op den noo— digen afstand van de haven. Bij het aanbreken van den dag scheen een groote zorgeloosheid over de Russen te komen. Zoo kon men van het dek vau de Columbia" zien, dat de matrozeu de anker kettingen, die juist naar binnen gehaald werden, rustig schoonmaakten. Nog langen tijd nadat de ankers gelicht waren scheen geen enkel Russisch schip van plan te zijn, de Japanners na te zetten, noch een eukel schot te lossen. Eerst om acht uur vertrokken de Japansche kruisers, door de Russische vloot in de richtiog van Dandy gevolgd, daarop keerden de Russen terug, zonder dat iets blijk gaf, dat een gevecht had plaats gehad. Op het oogenblik liggen buiten de haven van Port Arthur vijf Russische slagsschepeu, vijf kruisers, een vrijwillige kruiser, een oefeningsschip, 17 torpedobooten en torpe dojagers. Het zal o geveer 11 uur in den morgen geweest zijn, toen 16 Japansche schepen, waaronder 5 slagschepen, aan den gezichts einder verschenen. Zij naderden in uitmun tende orde. Een half uur later flikkerde de eerste losbranding aan boord van een der Japansche schepen. Het schot was buiten gewoon juist gericht. De Russische kruiser „Novik" verdedigde zich met groote dapperheid. Het vuur werd echter te hevig, zoodat de kruiser zich moest terugtrekken. Overigens schenen de Russische schepen in slechte orde te vechten zij verwijderden zich niet verder dan een mijl van de kust en bleveu ouder bescherming van de forten, die over hen heen op de Japansche vaar tuigen schoteu, doch zonder veel resultaat. Telkens, wanneer de zware projectielen van de kustbatterijen boven onze hoofden voortsnorden trilde de lucht hevig en klonk een doordringend gefluit om ons heen. Voor het gevecht merkten wij op, dat de Russische matrozen hun bedden en verdere verplaats bare bezittingen door de geschutspoorten in zee gooiden, waarop de Chineezen aan de kust pogingen iD het werk stelden om ze op te visschen. Het beschieten vau de forten hield aan tot kwart voor twaalf in den voormiddag. De Japanners schoten met verbazingwekkende juistheid. Twee kogels vielen op den top van een fort een andere verbrijzelde een deel van de wallen. Al deze projectielen waren van groot ka liber zij ontploften zoodra zij het water of den grond raakten. Uit enkele steeg een geelachtige rook op, uit de meeste echter een zwarte rookkolom. De «Sevastopol" werd onder de waterlijn door eeu groot projectiel getroffen. Het was mij niet mogelijk met juistheid de veroorzaakte schade te melden. De beide vloten lagen op 3 mijlen afstand van elkaar. Het schijnt, dat aan geen van beide zijden een schip geheel in den grond geboord werd. Voor en ongeveer gelijktijdig met deze gebeurtenissen stoomden een 60 tal trans portschepen, door een flink eskader bege leid naar Korea om troepen te lauden, en dit is geschied. Toen zij voor de haven van Tsjemoelpo kwamen, lagen daar twee Rus ische oorlogsschepen, de Wariag, een der beste kruisers en de Koriets. De Ja pansche commandant liet hen aanzeggen buiten te komen, anders zou hij heu in de haven aanvallen. Zij wilden zich niet over geven en gingen builen den strijd tegen de overmacht aan. Het ongelijke gevecht eindigde natuurlijk met de vernieling der Russische schepen. De commandai.t van de Wariag bleef aan boord, toen het volk zich vau het gehavende schip redde, en als een Van Spijk stak hij er den brand in. De praentige kruiser, de snelste van de Russische vloot, outplofte en zonk. De Koriets moest zich reeds vroeger overgeven, na zijn bemanning op 't Frausche oorlogsschip Pascal te hebben overgebracht. De Japanneezen zijn toen in vollen spoed met de landing begonnen wat steeds wordt voortgezet. De helft der Russische oorlogsschepen is thaus ongeveer beschadigd. Zij zijn du9 nog steeds in 't voordeel, hoewel er wel geruchten loopeo van 't vernielen van Japansche schepen, een over winning der Russen, maar nog niets officieels. Een treffen te land zal nu echter niet lang kunnen uitblijven. Post wet. Volgens de „Avondpost* zal eerlang een herziening der Postwet worden aanbangig gemaakt met het doel de verzending per post van pornografische producteu tegen te gaan. Ook is in voorbereiding een wijziging en aanvulling van dc wet op de Rijkspost- spa trbank. Ie Rang schoenmaker. Sollicitanten naar de betrekking van be diende bij den arbeid van lste rang-schoen maker aan do strafgevangenis te Breda worden uitgenoodigd zich voor 28 Febr. e.k. per gezegeld eigenhandig geschreven en onderteekend adres te wenden tot der. mi nister van justitie, onder overlegging van geboorte -akte, bewijs van goed gedrag, geneeskundig attest van goede gezondheid en van getuigschriften en verdere stukken die tot aanbeveling kunnen strekken. (Zio verder de Staatsct. No. 86.) Ned Neutruliteit. Naar wij vernemen, heeft de Minster van Koloniën een telegram afgezonden aan den gouverneur-generaal van Ned.Indië met verzoek om in Indië af te kondigen een proclamatie van neutraliteit in den oorlog tusschen Rusland en Japan. De tekst der proclamatie is in het tele gram in hoofdzaak aangegeven. De iugezotenen van Ned.Indië wordt daarin verzocht geenerlei handeling te ple gen, die de neutraliteit zou kunnen schen den. De beslissing in twijfelachtige geval len wordt overgelaten aan de plaatselijke autoriteiten. Zoo zal o.a. over het al of niet verschaf fen van kolen aan oorlogsschepen van een der beiden partijen in de Sabangbaai de gouverneur van Atjeh hebben te beslissen. Vad. Generaal Van Heulz en de heer Grevers van Steden zijn Donderdagnacht zoo wordt uit Batavia aait het H b 1. geseind naar Sabang vertrokken, in verband met onze neutraliteit. Het Russische eskader kan elk oogenblik te Sabang worden verwacht. 4e diocesanen Katholieken dag. Het Dag. Bestuur van den 4<e diocesanen Katholiekendag betreurt ten zeirste de ver traging ontstaan bij het verschijnen van het officieel verslag. Verschillende omstandig heden hebben daartoe medegewerkt, doch zal het werk thans tegen 1 Maart gereed zijn. De St.-Janskerk te 's Bosch. In eene lezing, gehouden door den Eerw. heer Xtvier Smits te Leuven voor den R K. Bond van Patroons te 's-Bósch, werd de St -Janskerk als onderwerp behandeld. Uit het gesprokene stippen wij even aan, hetgeen mogelijk niet algemeen bekend is dat voor genoemde kathedraal de eerste grondslag werd gelegd in 1280 en zij in 1517 geheel was voltooid; dat hft gebouw in hoofdzaak is opgetrokken uit natuurlijken zandsteen, behalve de toren die uit baksteen bestaat en dat de grondslag geheel is aan gelegd op gezouten huiden, waardoor eene gelijkmatige verzakking kan worden verkre- 8en' Van de verdere bijzonderheden, die het geheel zeer interessant maakte, deelt het blad, waaraan wij dit outleenen, niets mede zoodat ook wij ons hiertoe moeten bepalen. Bossche Carnaval. Men schrijft uit Den Bosch Reeds vele dagen zijn we hier in de weer om de Carnavalsfeesten voor te bereiden, en we zijn met dien heerlijken arbeid, heerlijk althans voor ieder Bosschenaar, zoo goed als gereed. Zondag a.s., na de vesper, begint de eigenlijke pret, al zal daaraan ook reeds, als groote voorpret, de blijde intocht van Prins Carnaval ziju voorafgegaan. Deze komt tegen half een op dien dag per extra trein (zooals de Bossche jeugd beweert) aan en zal, zooals van zelf spreekt, met de noodige eerbewijzen aar, het station worden opgewacht. „Peer van den Muggenheuvel", de burgerraojer van Oeteldonk, diens „assessor*, de „Raod ran Elf*, (dat is het bestuur der „Oeteldonksche Club*), „üriek Pakaou*, de geminte-veldwaachter, eu een aantal andere autoriteiten en grootwaardig- heidibekleeders zullen op het perron aan wezig zijn, terwijl Oeteldonk's „herremenie", onder de zinspreuk „Piep- en Blaoslust", en onder aanvoering van „Hannes Krassert*, de plechtigheid van het oogenblik zal ver- hoogen door de uitvoering van de„Kwaok- kwaok-marsch". Deze raarsch, behoorende tot de lievelingsmuziek van „Prins Amadero Ricosti di Carnavallo*, zal zeker ook dan weer een overweldigenden invloed op de Oeteldonkers uitoefenen. Na zich aan de wederzijdsche aandoenin gen van het eerste wederzien te hebben onlworsteld, zullen de Prins en zijn getrou wen koers zetten naar het Casino, dat, in feestkleed gestoken, den Heer en Meester van Oeteldonk, „met klimmend ongeduld verwacht." De Oeteldonksche adel wil, dat iu die sociëteit „cour" wordt gehouden en dat de Prins ook binnen hare muren de „Troonrede" uitspreekt. Deze rede, door het ministerie van Z K.H. want het eksain Oeteldonk is een coustitutioueele staat voor die gelegenheid samengesteld, heeft echter met andere troonreden alleen den vorm gemeen want, zonder van die andere troonreden ook maar in 't minste of geringste eenig kwaad te willen zeggen, het kan toch bezwaarlijk worden ontkend, dat die van prins Carnaval het van hare zusteren wint wat betreft het pakkende van den inbond ervan daarvoor zorgt zijn ministerie wel. Met vermijding van al wat zou kunnen kwetsen of beleedigeu, weten die raadslui der kroon Z.K.H. woor den in den mond te leggen, maer kostelijk voor eeu Oeteldonksch hart, dan wel stree- lend voor Oeteldonksche autoriteiten en toestanden, aan wie bij zulk een gelegen heid critiek zij 't dan ook critiek van goedaardig karakter allesbehalve wordt gespaard en wie er prijs op «telt eens een duizend of wat goedlzchsche menschen bij elkaar te zien, kome naar 't Bossche car naval en ete met de Bosschenaren van de „vnrkensooren in 't zuur", die, als echte carnavalskost, dan in groote hoeveelheden aloin in Oeteldonk staan opgedi«cht. WAALWIJK, 13 Feb. 1904 liet WilhelmiDa-Kanaul. Gelijk onze lezers hebben gezien en wellicht rt eds lang vermoed hebben, is in de jongste zitting der Prov. Staten, de subsidie voor het Wilhelmina-kanaal met een zeer groote meerderheid van stemmen, n.l. 45 tegen 14, aangenomen. Een aanzienlijk deel van Noord-Brabant, waaronder in de eerste plaats het industrieele Tilburg en de gemeenten Dongen en Oostér- hout, welke laatste tot lieden zelfs van een spoorwegverbinding verstoken bleven, ziet hierdoor zijne sinds circa een halve eeuw zoo vurig gekoesterde wenschen, in eerste instantie, in vervulling gaan. Hoe men ook over dit kanaal iu betrekking tot de be langen onzer streek denke, sinds geruimen tijd stond het bij ons onomstootelijk vast dat de nieuwe waterweg komen zon en de tijden er thans rijp voor waren. Het kanaal nog langer, zij het ook uit eigen belang, tegen re werken »ou o.i. een dwaze minstens een ijdele, misschien zelfs een ge vaarlijke poging geweest, zijn, die daarenboven niet van grootsche opvatting getuigen zou. Kleinere belangen moeten voor grootere wijken, hieraan valten gelukkig ook, op den duur niet te tornen. Intusschen doet ons 't genoegen, dat het Statenlid, de heer Timmermans alhier, in genoemde zitting ook krachtig de belangen van ons district bepleit heeft en het goed recht van Waalwijk in zake de schutsluistn de verbetering der havenook door andere afgevaardigden volmondig werd erkend. Dit doet ons met reden hopen, dat alle kans op de tot standkoraing dier werken in onze gemeente nog niet verloren is, maar dat doot eendrachtige samenwerking van alle partijen nog eenmaal datgene verkregen zal worden, waaraan Waalwijk zoozeer behoefte heeften waarop het alle aanspraak maken mag. Wij van onzen kant verklaren ons als altijd volgaarne bereid tot krachtige mede werking ter bereiking van gemeld doel. Ten slotte volgen hier de woorden, zooals die door genoemden afgevaardigde gespro ken zijn: „Het lid Timmermans geeft te kennen, „dat hij met veel belangstelling de ver schillende stukken enz. betreffende het „Wilheltnina—Kanaal en vooral het zaakrijk „rapport der commissie heeft bestudeerd en „de beraadslaging gevolgd. Een en ander „heeft hem tot de overtuiging geleid, dat „hij vóór het kanaal moet stemmen, omdat „ook hij dit werk onmiskenbaar beschouwt „aL van groot en vrij Igemeen provinciaal „belang. Hij zou het kanaal alzoo gaarne „tot stand zien komen en wel in dan geest „van hot ontwerp van Ged, Staten en het „rapport der commissie daar hij vreest, dat „indien het voorstel van Eindhoren of van „Mr. Loeff wordt aangenomen de zaak op de „lange baan word geschoven en uitstel zou „wel eens afstel kunnen worden. Hij heeft „echter ook zijne grieven, de pécuniaire „kwestie wordt wel wat al te optimistisch „beschouwd en hij betreurt het, dat tenge volge van de enorme bijdrage die de pro vincie zich zal hebben te getroosten er „vooreert geen subsidie zal kunnen worden „verleend aan andere min of meer groote „en nuttige werken. Tot dezulke beschouwt „hij o. a. de uitdieping en de verbreeding „der Waalwijksche Haven en de daarstelling „eener schutsluis in de monding dier haven „in verband met de werken van den Nieuwen „Maasmond, waarvoor vroeger door de Staten „financieelen steun is geweigerd, ondanks „de krachtige adressen der gemeenten Waal- „wijk on omstreken en van Tilburg en der „Kamers van Koophandel van Tilburg en „Waalwijk. Daarin toch werd met overtuiging „betoogd, dat de Waalwijksche haven de „waterweg bij uitnemendheid is voor Tilburg „en voor een groot gedeelte der nijvere „Langstraat. Maar 't is thans de tijd niet „die grieven omtrent dit puntjnader te mo- „tiveeren, daarop hoopt hij dus later terug „te kunnen koineD, maar hij wil een offer „brengen zooals reeds gezegd, door zijne „stem aan het kanaal te geven in de hoop „dat de Staten, dan ook later bij gelegenheid „als de afgevaardigden van zijn district „aankloppen, die belangen niet uit het oog „zullen verliezen, want dit werk, dat een „paar miilioen aan de provincie gaat kosten „levert èn voor 't Land van H-msden en „Altena èn voor de Langstraat niet alleen „geen voordeel op maar, o. a. in den vorm „van belastingverhooging, niet anders dan „nadeel.* Bisschop Hamer. Donderdag heeft te Nijmegen dc opvoering van het drama „Bisschop Hamer" piaats gehad. Reeds veel hebben wij over dit werk van onzen Eerw. stadgenoot, den Eerw. heer A. Suijs, geschreven, toodat het slachts eene in herhalingtreding zijn zou, wanneer wij den inhoud van dit grootsche werk nog eens zouden weergeven. Zooals men uit de uittreksels der Nijmeeg- sche bladen zal zien, is de opvoering aldaar een groot succes geweest. De belangstelling was een enorm, de opvoering uitstekend, zoodat de dichter zijne groote ingenomenheid betuigde. Wij laten nu even de bladen aan 't woord „De Gelderlander" van 12 dezer sohreef over de opvoering o. m. het volgende „Wel moet de belangstelling der Nijmege naars groot zijn iu hot treurspel ter huldiging van onzen edelen medeburger, den Bisschop martelaar dat na vier drukbezochte opvoe ringen in de St. Jozefsgezellenvereeniging. de vertooning, gisterenavond door de tooneelclub van het Kruisverbond gegeven, weer een stampvolle zaal van toeschouwers kan trekken. De ruime zaal der vereeniging was lang voor den aanvang tot op de galarijen en in de uiterste boeken dicht gevuld, Het moet gezegd worden, dat de omstreken van onze stad een ruim aandeel hadden in dezen buiten gewonen toevloed. De extra-trams, die na afloop in de verschillende richtingen vertrokken waren inderdaad niet overbodig. Doet de talrijke opkomst ons genoegen, wyl wij ze mogen beschouwen als een hulde aan onzen grooten stadgenoot, wat ons nog meer verheugt is dat de houderden hoorders inder daad werden geroerd en gesticht door het treffende drama, dat niet anders dan de ver heffendste, godBdienstigste gevoelens kan wekken. In menig oog zag men tranen blinken bij de aangrijpendste passages, en dat het talrijke gehoor zichtbaar onder den indruk was van de lijdensgeschiedenis des martelaars ia het bewijs voor hot uitnemend spel der ver tolkers van het drama." „De Provinciale Geldersche en Nijmeeg- sche Courant" over de opvoering sprekends, zegt o. m. „Voor een meer dan stampvolle zaal is gis terenavond door de Nijmeegsche afdeeling van 't Kruisverbond het drama van den priester dichter, den WelEerw. heer A. Suijs, opge voerd en zijn door de wakkere tooneelisten der vereeniging het lijden, het angstig ver wachten, de martelingen van bisschop Hamer tijdens de gruwelijke Boksers onlusten in China in het jaar 1900 ten tooneele vertoond" Na het drama op den voet gevolgd te hebben, zegt genoemd blad verder „Als geheel maakte de voorstelling een# uitnemenden indruk en gaf zij een goede ver tolking van het drama, dat met blijkbare voorliefde was ingestudeerd in dit opzicht was het voor de vertoouers een niet geringe voldoening, dat de schrijver, die bij de op voering tegenwoordig waB, zich ten zeerste over het geziene voldaan betoonde." Als van zelf komen ons de woorden uit de penzou er hier geen R. K. ver eeniging of eene commissie gevormd kuunen worden, die de tooneelvereeniging van 't Kruisverbond uit Nijmegen eens engageerde, teneinde dit grootsche werk van onzen

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1904 | | pagina 5