Nummer 41. Zondag 22 Mei 1904. 27e Jaargang. k Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. A NTOON TIELE Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. Bekendmaking-. FEUILLETON. IN EER HERSTELD DE GEHEIMZINNIGE BANDIET. Andermaal de Vakschool- plannen. U 1 T G E V EK: WAALWIJK. INSPECTIE VERLOFGANGERS. KIEZERSLIJST. LUL1I1Ü Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n n e 111 e n t s p r ij s per 3 maanden f 0.^5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieven ingezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt bekend, dat op Dinsdag 7 Juni aanstaande, de verkiezing zal plaats hebben van 3 leden der Provinciale Staten in het district Heusden ter vervulling van de plaatsen van hen, die met den eersten Dinsdag van Juli e.k. moeten aftreden. Op eerstgenoeinden dag kunnen candidaten lijsten worden ingelegerd, bij den Burgemeester der gemeente Heusden. Waalwijk, 20 Mei 1904. De Burgemeester voornoemd- K. DE VAN DER SC11UEREN. Burgemeester en Wethouders van Waalwijk maken bekend, dat het te houden onderzoen (inspectie) over de verlofgangers der Nationale Militie voor zooveel deze gemeente betreft zal plaats hebben op DONDERDAG 16 JUNI a.s. des voormiddags om 8 uur ten rwadhuize. Aan hel onderzoek moeten deelnemen zij die voor Januari van dit jaar in het genot van groot verlol zijn gesteld. Waalwijk 20 Mei 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, K, DE VAN DER SCHÜEUEN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk maken bekend dat de opden 22s^en Maait 1.1. vastgestelde kiezerslijst voor het jaar 1904/1905 *ooal8 deze thans luidt, van 15 Mei 1904 tot 15 Mei 1905 van kracht blijft, behoudens wijzigingen ten rechterlijke uitspraak en aanteekeningen omtrent schorsing. De genoemde lijst blijft voor een ieder op de secretarie der gemeente ter inzage nedergelegd en in afschrift of afdruk tegen betaling der kosten verkrijgbaar. Waalwijk, den 20 Mei 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretarie, F. W. VAN LIE MPT Evenals het menschelijk leven rustpunten heeft, waarop het een terugblik slaat op den afgelegden wegzoo heeft ook de Kerk haar mijlpalen op den weg der eeuwen, waarin Zij steeds rotsvast stond tusschen al het veranderende, wegkwijnende en ver- OF Bewerkt voor „De Echo van het Zuiden dook J. Y. E. 34) Gij vraagt maar naar de schoone Perinne, en dan moet gij haar maar zeggen, dat gij door den ouden Hector, sergeant in het regiment van Balagny, gestuurd rijt. «Zoo, ik dank u wel, mBar a pros po wat is dat voor een mooie wandelweg die ik daar aan den anderen kant der rivier zie? ,'tle de Pré—aux—Clercs, daar waar alles gebeurt, tot zelfs elkaar vermoorden voor een eoms heel nietig geschil. «Dan ga ik daar eerst eens kijkeD, zei de ruiter zijn paard daarheen voerend. «Zachtjes aan edele heer, zei de oude sergeant De boot werkt nog niet. 't Is nog to vroeg. Er is nu nog geen enkele overzecter bij de hand, .Dut is jammer, zei de ruiter hoofdschuddend. Ik bad mijn intrede te Parijs zoo gaarne willen beginnen met eau rit te maken in het Préaux Clercs. Och, zei de sergeant lachend, ge kunt (och wel aan de overzijde komen, als ge er maar over zwemt. «Daar zegt ge zoo iets. «Watl Gij gaat het toch zeker niet doen Wacht dan toch liever dat de boot uw over zet. Juist toen de sergeant zich zoo ongerust ging maken over den ruiter, die nu zijn raad ging volgen, kwamen er twee personen aanrijden op prachtige Spaansche paarden. Zij waren maar eenige stappen van de plaats waar zich de ser geant en de jonge ruiter bevonden, en waar de boot va8tgemeerd lag. De sergeant greep opnieuw de teugels van het paard dat maar twee stappen van het wator vloeiende, dat onmeedoogend zijn graf gevonden heeft en zal vinden in den wijden schoot der tijden. De. herdenking van het eerste ^Pinkster- feest" is ontegenzeggelijk zulk een mijlpaal. Ruim 1900 jaren zijn vcrloopen dat in de opperzaal van Jeruzalem Christus de stichting Zijner Kerk voltooide, door over de mannen van Galilea te zenden den Trooster door Hem beloofd, den Brenger van licht en warmte en leven in de geesten en harten dier treurenden en veilatenen. De herdenking dezer gebeurtenis is het blijde Pinksteifeest, zoo treffend samenval lend met het lichtend on verwarmend en begeesterend opleven, der nature, zoo hoog- stemmend tot ver boven het lage stof dezer aarde. En toch, hoe juist teekent de mystiek van dit feest den strijd tusschen den geest en het stof! Terwijl wij de handen en harten opheffen ten hemel, om God te dan ken voor de gaven van den Geest der waarheid blijven wij toch met beide voeten nog vast op deze aarde staan. De geest los, het lichaam nog saamgegroeid met het stof. Is het dan te verwonderen, dat velen, wier geest, aan zich zeiven zijn overgelaten, ten gronde gaan en een reddelooze prooi worden van het laag-bij-de-grondsche mate rialisme, dat als een verstijvende stormwind over de wereld waait Is liet te verwonderen dat zelfs door den H. Geest verlichten toch nog gevangen blijven in den slaap der zin nelijkheid Waar de schrille tegenstellingen in onze hedendaagsche maatschappij de neerdruk kende kluisters van het stof zoo sterk doen voelen, daar kan het geen bevreemding baren, dat er gekomen is een sociaal-econo mische beweging, welke lacht met dat bovennatuurlijke leven, dat volgens dat stelsel geen brood en welstand brengt. Waar het welzijn der massa soms overgeleverd was aan een harteloos kapitalis me, daar moest een stelsel van wijsbegeerte en staatsweten schap ontstaan, dat met andere middelen die vaak schreiende harteloosheid trachtte te verdrijven. Doch die stelsels verwarden en be vredigden niet. Zij leidden tot doffe wan hoop en moede vertwijfeling des geestes. En naast haar stond op de door Leo XIII z.g. vernieuwde katholieke sociale beweging, welke met en ouder het licht van den H. Geest de kleinen tracht op te heffen, zoowel stoffelijk als geestelijk. En opnieuw toonde de Kerk, dat Zij is van alle tijden en alle eeuwen dat in Haar is die onuitputtelijke bron, waaruit voort- meer stond en zei «Niet waar heereD, is hel niet zeer diep hier en zou het geen levensgevaarlijk werk zijn hier over te zwemmen. #01 maar dat gaat niet, het is veel te diep en dan, de stroom is veel te sterk, Doch wij gaan de overzetters wekken en als men dan dubbel betaalt, zetten ze je gaarne over. Een der hceren wekten de overzetters en deze deden na zich gekleed te hebben de boot aan den kant doen. Nadat de drie heeren met hun paarden hadden plaais genomen, begon de over, zetter krachtig aan het koord, dat v^n der. eeuen tot den anderen oever der rivier gespannen wus te trekken zoodBt de boot spoedig bijna in liet midden der rivier was. «Mijdunke, dat u er toch wel eens berouw van gekregen zoudt hebben als ge uw plan had uitgevoerd, zei een der hceieu tot den vreemden reiziger. «Neen, mijne heereD, spijt hebben, neen hoor, en daar ik wil dat gij aan mijn woord nooit twijfelen zal en daar ik blijf volhouden, dal ik mijn plan zonder spijt zou uitgevoerd hebben, geef ik er u oogenblikkelijk het bewijs van. En voordat La Guiche of d'Herbaut zijn voornemen zelfs raden kon, dreef de jonge rei ziger de sporen in den buik van het paard en deed het 't kille water in springen. De onversaagde ruiter en zijn paaid verdwenen eerst onder een wolk van schuim, door den val hunner lichamen in het wuter veroorzaakt. Maar weldra kon men hun weer zien. Hel paard zwom krachtig en werd door een kundige hand ondersteund. He jongeling zat recht in den zadel, kalm en lachend, alsof hij niet het minste gevaar had te Vreezen. «Hij is zinneloos 1 riep d'Herbaut. «Hij is bijzonder dapper, antwoordde La Guiche. Die jongeheer staat mij bijzonder aan. 't Is een kranige kerel. «Ae, jongeheer 1 riep de Herbaut, wij twijfelen niet meer aan u. ötijg terug op de pleit. Gij kunt u paard dan op sleeptouw nemen. «Dankje wel antwoordde de reiziger. Wees maar niet bang ik zal net zoo vlug aan wal zijn als u. Ridder de La Guiche stapte toe van het paard trad aan den boord van den pleit die nu in het midden der rivier gekomen was, nam zijn hotd durend vloeit en blijft vloeien die levens- wekkende wateren, waarop steeds, met vaste hand bestuurd, zal blijven varen //het scheepje van Peterus" te midden van de niets tegen dit eeuwenoude scheepje vermo gende pantserschepen en gewapende kruisers van het ongeloof- Veni Creator Spiritus Ziedaar, de plechtige smeekzatig van dezen Pinksteitijd. De harmonie tusschen de onstoffelijke ziel van den mensch en het stoffelijk lichaam, te herstellen, ziedaar de beteekenis van dezen schoonen herdenkingsdag Wel zal er altijd strijd zijn tusschen die twee, wel zal het woord van den goddelijken zender van den Voltooier Zijner stichting waar blijveu Mijn geest zal niet voor altoos blijven in den mensch, omdat hij vlee8ch is; doch nu zoo krachtig op den voorgrond treed de katholiek-sociale bewe ging, om ook het lichaam meer te geven wat des lichaams is, nu kunnen ook opgeheven worden de neerdrukkende invloe den van armoede pu ellende en kan zich de geest eeu breeder vlucht veroorloven naar het bovennatuurlijke, waarin ten slotte toch alle heil te vinden is. Dit Pinksterfeest luide dan ook in een nieuwe aera vau onze sociale beweging, zoo meesterlijk belichaamd in het grootsche plan zoo pas door het Doorluchtig Episcopaat goedgekeurd. Moge de Geest van licht ook hen verlichten die zich nog niet meenen te moeten plaatsin in de rijen van hen, die zich onder de hooge leiding van onze kerkelijke autoriteit zullen opmaken, om ons te brengen daar, waar we moeten komeu een algeheele vast aaneengesloten katholieke, sociale actie, o n ook op publiek terrein te doen doordringen den kooger al begeesterende» Geest der Waarheid en des Lichts I In de op 10 April 1.1. gehouden ver gadering der Commissie voor de Vakschool is men een kleine schreden voorwaarts gekomen. Het officieel verslag, dat daarvan is ge geven, is helaas niet uitvoerig genoeg om na te kunnen gaan, welke richting de Com missie uit wil. Zoodoende is niet op te maken, of de Commissie zich een vakschool voor handwerk voor machinaal werk ot voor beide voorstelt. Het plan, ingediend floor den heer Klij- af eu zei tot den zwemmer «Mijnheer ik heb de eer u M. den markies RaoulAunibal d'Herbiut voor te stellen, en ik ben den ridder Charles Philippe de La Guiche. Wij zijn verrukt u te hebben ontmoet en het zal van u afhangen of wij boezemvrienden zullen worden, De jongeling naderde de pleit, slak den rechter arm uit en drukte de edellieden een haud. «Deze voorstelling is beter dan een andere want in zulke omstandigheden gedaan, vergeet men het niet zoo gauw. «Zou het niet te vrij zijn, als wij u uw naam vragen vroeg de Markies. De jongeli g bloosde bij die natuurlijke vraag Doch kort daarna hief hij het hoofd op, alsof hij over die eerste beweging van verwarring be schaamd geweest en dwong het arme dier tegen de boot te zwemmen. «De naam en titel die ik draag, hooren mij niet toe, zei hij kortweg. Mijn ware naam eu li tel werden mij ontstolen, toen ik nog in de wieg lag. Dit is een familie geschiedenis, die ik u den een of anderen dag nog wel eens vertellen zal, heeren. Ik ben naar Parijs gekomen om er de ont knooping van te voleinden. Men noemt mij in afwachting baron de Gran- dair. Ik zal geen anderen naam drugen zoolang ik den naam en titel mijner voorouders niet hernomen en het bloed van dengene die ze ge stolen heeft, afgewasschen zal hebben. «Baron de Grandairl herhaalde d'Heraud glimlachende, uw uitzicht doet uw naam niet liegen, mijnheer. «Maar mijn fortuin doet hem ongelukkig ge noeg ook niet liegen, mijnheer de markies want mijne baronie is maar een baronie van rook Maar hoe het ook zij, ik ben een goed edelman heeren. Gij kunt mij gerust de hand geven zonder u te onteeren. Daaraan twijfen wij z^o weinig, zei La Guiche dat wij u vanaf het eerste oogenblik als een onzer beste vriend beschouwden. Do boot bereikte den linker oevet der seine toen het paaid van den baron de G-andair ook de helling beklom. Toen het dier op het droge was gekomen, schudde het zich en wierp een fijnen reg-n van zich. Advkrtentikn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, greoto letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3tuaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regtaL en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracien gesloten. Reclames 15 cent per regel. berg, is gebaseerd op de onderstelling, dat de school uitsluitend handwerkers vormen zal. Of dit ook het idee der overige com missieleden is, moet gegist worden, want het #voor en tegen van een dergelijke vakschool" werd wel langdnrig besproken, maar inliet verslag niet nader uitgeweikt, zoodat we geheel in het donker tasten. Moeten we aannemen, dat de plannen van den heer KI ij berg in principe door de Commissie aanvaard zijn Dan is het idee, om eerst te Waalwijk en verder op verschillende plaatsen een vakschool voor handwerk op te richten, waar theoretisch en practisch onderwijs wordt gegeven in onder werken zetten en patronen maken. Later zou dan kunnen worden overgegaau tot uitbreiding van het leerplan, en tot stichting van een hoogere vakschool te Waalwijk. Het uitgewerkte plan Klijbcrg is een iu hoofdzaak welgeslaagd ontwerp voor een aan bescheiden eischen beantwoordende inrich ting voor schoenmakersvakonderwijs, maar waarvan naast kleinere o. i. een groot ge brek kleeft. Wij vreezen flat de bepaling in art 5, dat de 1 erlingen van den werkgever werk en leesten iroeten meebrengen, om dit voor rekening van den werkgever, onder toezicht en met behulp van den onderwijzer te maken, bezwaren mede brengt, die den gang van het onderwijs schaden. Het kan niet gunstig werken, dat de onderwijzer in de vrije keuze van de leerstof beperkt is, en naast zich den werkgever heeft, die den leerling het maken van zeker werkstuk opdraagt en hom de fournituren daarvoor verschaft. Uit zul* een regeling voorzien wij storingen in het onderwijs en wrijvingen tusschen onderwijzend personeel en werk gevers. Niet te ontkennen is daarentegen, dat zulk een regeling bezwaren van andereu aard weder ondervangt. De vakschool heeft dan namelijk geen aanschaffingen van ma teriaal ie doen noch afzet voor gemaakt werk te zoeken, wat haar risico natuurlijk belangrijk vermindert. Deze overweging mag evenwel niet den doorslag geven de vraag wat eischt het onderwijs, is de eenige die gesteld moet worden, en dan gelooven wij dat de vakschool resp. de onderwijzer niet afhankelijk moet zijn van uiteenloopende inzichten van verschillende werkgevers, die in geen andere betrekking tot de vakschoo staan, dan dat zich onder hunne werkne mers vakschoolleerlingen bevinden. Is het niet gezonder, dat de vakschool de te verwerken goederen zelve inslaat en zelve als werkgeefster optreedt, dit laatste niet om in de eerste plaats winst uit de fabri- De oude sergeant had dit tooneel angstig gade geslagen, doch toen hij zag, dat de ruiter op het droge was gekomen riep hij luide; «O, ja, de meester had gelijk, zijn vader was ook zoo, 0 1 hij is het ja, hij is het. Arme jonge nog zoo jong en nu reeds zooveel geleden. «O, goede God, ik kan niet zeggen hoe ge lukkig ik nu ben, nu ik den armen jongeu zoo vol leven en gezondheid na zoo vele jaren terug zie. De drie edellieden huilden eenige stappen spra keloos doorgereden, toen La Guiche zei «Gaat met ons mede naar het café «La Branche de Saule. Eeu goed haardvuur zal u goed doen en ge kunt u dun tevens wat drogen zoodat je binnen een kwartier van niets meer weten zal «Ja, heel gaarne antwoordde de baron en alle drie lieden naar het aangewezen café. Op bevel vnn den ridder werd er een goed haardvuur aangelegd, waarvoor de baron zijn nat geworden kleercn wat droogde. «Halftien al, zei d'Herbaut. «Wij hebben nog een half uur tijd, antwooi dde La Guiche, tot wieu de markies zich wendde. «Dat is waar, maar d'Arcourt is te laat. Gij heb; hem toch laten weten dat hij om negen uur hier moest zijn. Zeker, ik heb het vanmorgen no gcschievcn. Maar zeg me eens, weet ge ook wie Henri voor zijn getuigen zal nemen „Ja, want hij heelt het mij gisterenavond nog gezegd. Benzeville en d'Oruay. «Nou, dat kan ecu zeer mooie maar cok etn zeer gevaarlijke partij worden. «Verschoon ons, waarde vriend, zei d'Herbaut wij spreken over zuken die u weinig belang inboezemen. Straks zullen wij verplicht zijn u eenige oogenblikken alleen te laten, want wij moeten gaan duelleeren. Wij wachlen al op onzen vriend 'dArcourt die mij met d'Herbaut tot getuige dient, zei Lu Guiche. «Ik betreur het ten zeerste, dat gij reeds twee getuigen hebt, waarde ridder. Het zou mij een waar genoegen geweest zijn ter uwer eer den degen te trekken om onze nieuwe vriendschap beter te bevestigen. «Dal zal voor een volgenden keer zijn, baron ik onthoud uw woord. «En hoe heel uwe tegenpartij, als ik niet al te onbescheiden ben dezen vraag te stellen. StBBBROSBEèJSXS catie te behalen, maar om zoo langs gelei delijken weg de leerlingen tot bekwame werkkrachten te vormen Daarom behoeft de school nog niet direct een concurente van een fabrikant te zijn zij zou h. v. voor een Ie bepalen prijs orders van fabri kanten kunnen aannemen, liefst per dozijn paren van één artikel, die de onderwijzer onder de (stel 12) leerlingen verdeelt. Bij gebrek aan orders op een bepaald artikel, dat de. onderwijzer wenscht te laten maken, zou hij dan, onder goedvinden van den voorzitter van het bestuur of den raad van toezicht, die voor rekening van de vakschool onder handen kunnen laten ut men. Bij toe passing hiervan is de directe invloed van de werkgevers op de leerlingen verdwenen de leerling staat niet halt, maar geheel onder den onderwijzer en deze kan gelijksoortig werk aan zijne leerlingen eigenhandig en zelfstandig uitreiken. Dat de fabrikant, die aan de vakschool laat werken zelf voor de leesten zorgt, licht voor de hand. Het is zeer goed gezien vnn den heer Klijberg, om tusschen de werkgevers en de ouders of voogden der leerlingen een leer lingcontract te doen sluiten een zelfde leerovereenkomst zouden wij ook willen handhaven in bovenbedoeld systeem, inet dien verstande natuurlijk, dat de vakschool zelve als werkgeefster zoodanig leerovereen komst met de ouders afsluit, zoodat de leerlingen de school niet zoo maar verlaten kunnen. Verder missen wij in het plan Klijberg een verantwoordelijk hoofd, een directeur- leeraar of hoe men hem noemen wil. Daar uit de toch al lage salarissen op de hegrooting ook niet blijkt, dat op een hoofd der vak school gerekend is, raeeneu wij hierop even te moeten wijzen. De Commissie heeft intusschen besloten om eerst nog eens door een sub-commissie vnn drie leden een onderzoek in het bui tenland te doen instellen, die daarna een uitgebreid rapport zal uitbrengen met een uitgewerkt plan. Zooals uit achterstaand (vroeger door ons medegedeeld Red,E. v. h.Z.) bericht blijkt, is deze sub-commissie voor nemens na Pinksteren een bezoek te bren gen aan de vakscholen te Erfurrt, Siebenlelm en Wermelskirchen. Vergissen wij ons niet dan is de school te Siebenlelm (directeur H. Köber) meer bepaal delijk voor maatwerkers, doch dan in elk geval eene, die op modernen voet is ingericht, want ook machinale inrichtingen bezit zij. Die te Wermelskirchen (directeur J. Kügler) is, zooals raer. weet, uitsluitend «Het is graaf de Bernac. Toen den baron, die nog altijd bij liet haard vuur stond, die naam boorde noemen, maakte hij een plotselingen beweging, zoodat hij in het vuur trapte eii daardoor de vonkonrondom hein heen vlogen. «Post er op, anders zal ge je verbrui den, riep de markief. «Da graaf de Bernac, herhaalde de baron, alsof hij de opmerking van d'Herbaut niet ge boord bad. «Kent gij hem vroeg Lu Guiche, De baron antwoordde niet. Hij was ineens doodsbleek geworden. Dan werd zijn gelaat door de plotselinge tegen werking van het bloed, dut de aderen van zijn voorhoofd deed zwellen, purperrood. .«Kent gij heiu herhaalde de lidder. «Neen, zei de boron, die ui zijne koelbloedig beid weer iiad herwonnen. Wie is die graaf de Bernac. «Een edelman van een zeer geachte familie uit Pieoidië, doch van Bretoensche afkomst. -En woont hij al lang in Parijs Sedert e niec jaren geloof ik. Wij ziju samen goed bevriend. Dan zult gij mij aan htm wel willen voor stellen «Ja, dat wil zeggen, als hij mij dezen morgen niet doodt, of ols ik hem ni-t dood. «Ik zou hem doodguarne loeren kennen, sprak de baron die 'zichtbaar zijn eigen gedachten be antwoordde en de woorden van La Guiche niet gehoord had. «Welnu, zei de markies, indien hij La Guiehe doodt, zal ik u aan hem voorstellen, ik beloof het u. «Maar verduiveld, onderbrak de ridder onge duldig, liet is bijna tien uur en nu is d'Arcourt er nog niet. «Hij zal niet kunnen komen. «Dan zou hij het mij toch wel hebben 'aten weten. ,Oi ze Icgenparlij wacht ons, markies. Wij moeten beleefd zijn en hen tegemoet gaan. De duivel haie dien vent, zei d'Herbaut op den grond stampend. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1904 | | pagina 1