Summer 68 Zondag 28 Augustus 1904 27e Jaargang. Tweede Blad. „DE ECHO VAN HEI ZUIOEN" Sociale Actie. Hoofd-artlhsls Abonneert u dos op dit blad, 6 cent per week. Landbouw binnenland"." HET blad van Waalwijk en Omstreken. als "Waalwijksch en Provinciaal Kieuws e. a, Rusland en Japan. Provinciaal Nieuws. Wijziging Ongevallewet. Staatscommissie Enquête Spoorweg personeel. De Echo van het Zuiden. IS en BLIJFT Men zie daarvoor alle rubrieken, zoowel van I. In een slotartikel over Tegen den aanval in verweer" beloofden wij eene rubriek 0-Sociale Actie" in onze kolommen Ie openen, waariu wij vooral aan 't woord wilden laten de practische sociologie. Om echter misverstand of onvervulde verwachtingen te voorkomen, voegden wij er onmiddellijk aan toe, dat deze nieuwe rubriek geen vaste wekelijksche kon worden. Vooreerst laat dit onze ruimte niet toe en bovendien, de sociologie der praktijk meenen wij alleen dan aan 't woord te moeten laten komen, als zij werkelijk iets te vertellen heeft. Welnu, deze eersteling diene, om aan onze belofte gevolg te geven en dus de rij der toegezegde artikelen te openen. Dat zij moge beantwoorden aan 't gestelde doel, is onze welgemeende wensch niet alleen, maar zal ook ons ernstig streven zijn. De belang stellende lezer doe er dus zijn voordeel mee „In het //Katholiek Sociaal Weekblad" van Zaterdag 13 en 20 Augustus 1.1. ver schenen van de hand van den Heer C. D. Wesseling uit 's-Gravenhage twee artikelen, behandelende //Waarom Arbeidsbeurzen Dit onderwerp, dat ook voor Waalwijk en omstreken zeer zeker hooge waarde heeft, werd in dit tweetal artikelen van verschil lende zijden bekeken. Zeer objectief werden de gezichtspunten op deze hoognoodige sociale instelling aangewezen en ten slotte samengevat in de volgende vijftal antwoorden Arbeidsbeurzen zijn er noodig, Ie. omdat aan de arbeidsmarkt bij onze huidige toestanden dringend behoefte bestaat aan een „intermediair" (een instelling, waar door de aanraking tusschen werkgever eu werknemer wordt vergemakkelijkt.) 2e. omdat informatie's omtrent werkne mer en werkgever alleen daar voldoende kunnen verstrekt worden, 3e. omdat zij een krachtig middel zijn tot bestrijding der werkloosheid, 4e. omdat zij de eenige betrouwbare bron kunnen worden tot het opmaken eener dringend noodzakelijke werkloosheidsstatis tiek, 5e. omdat zij ook op moreel gebied aan werkuemeis en werkgevers krachtig zullen ten goede komen. Zie daar, de noodzakelijkheid aangegeven van arbeidsbeurzen. Wij van onze zijde hebben hieraan niets meer toe te voegen. Immers, het resumé van des Heeren Wesseling's betoog spreekt genoeg voor zich zelve. Wel wenschen wij u in verband met bovenstaande binnen te voeren in een modelinrichting op dit gebied, n.l. de Ber- lijusche Arbeidsbeurs. Deze Berlijnsche stichting, welke zelfs de Parijzer „Bourse du Travail" (Parijzer arbeidsbeurs) in de schaduw stelt, heet in haar landstaal der Zentral- Verein fiir Ar- beits-Nachweis". Al dadelijk kan geconstateerd worden, dat deze Centrale Arbeidsbeurs voldoet aan de twee hoofdeischen, welke aan een derge lijke inrichting, wil zij voor eene groote stad goed werken, moeten gesteld worden, n.l. Ie dat zij zooveel mogelijk in het midden der stad gelegen is en 2e. gel-gen heid tot wachten aanbiedt. Na een twintigtal jaren in nissen onder de stadsspoorbaan gevestigd te zijn geweest, is zij in 1902 overgegaan in speciaal voor dat doel geconstrueerde gebouwen, staande in het centrum van Berlijn, in de Godmann en de Rückerstrasse. De overgang kostte reusachtige sommen. Alleen voor de aan elkaar grenzende ter reinen werden toch pl. in. 500 000 Marken betaald, terwijl voor rioleering en bouw 650,000 Marken uitgegeven werden. Al deze gelden werden verstrekt door de Rijks verzekering Landesversïcherungsanstali" te gen een rente van 21/a°/0. De Berlijnsche Arbeidsbeurs heeft dus enorme financiëele verplichtingen en toch zijn hare inkomsten ruim voldoende, om hieraan te voldoen. De gemeente Berlijn, aanvankelijk eene subsidie van 20,000 Marken gevende, draagt in de laatste jaren 30000 M. bij, terwijl de ontvangsten voor inschrijving der werkzoekers 20 Pfennings (12 c.) per persoon, in het laatste jaar 12000 M. bedroegen. Ook wordt er een aanzienlijke som ont vangen aan vrijwillige bijdragen van patroons- vereenigingen en particulieren en ook nog aan cantinewinst. Dit alles levert het bewijs, dat deze cen trale naar waarde geschat en benut wordt, zoowel van de zijde der patroons als van die der werklieden. Vooral de laatsten maken er veel gebruik van, bewijzen de 12000 M. aan inschrijvingsoutvangsten, wat een aantal van 60000 werkzoekers per jaar beteekent. Hoe armzalig steekt bij dit alles af de Amsterdamsche centrale in de Mainixstraat 148, boven een politiebureau. Deze gaat men voorbij, zonder dat men ze opmerkt, terwijl onze hoofdstad zijne Arbeidsbeurs steunt met een lokaal, gratis telephoonaan- sluiting en eene subsidie van f 850. Naar evenredigheid van Berlijn moet dit minstens f4000 zijn. Laat ons nu even in de gebouwen e n kijkj' nemen. Het grootste slaat met het voorfront na«.r de Gottmannstrasse en is be stemd voor werklieden zonder vakkennis. In de vestibule vindt man het bureau voor aanmelding. Zeer practisch, de werk zoeker behoeft dan daarnaar niet lang uit te zien. Gaat men nu verder, dan komt men in eene groote zaal, dienende als nacht lokaal voor rbeiders boven de 16 jaar. 1400 personen kunnen hier op lange rijen banken, welke met het gezicht naar liet middenpad zijn gesteld, plaats nem n. Van 's morgens 7 tot 's namiddags 4 vindt men hier vele werkzoekenden, die hun tijd kunnen doorbrengen met lezen, want er liggen zeker een 25tal kranten, terwijl er tevens een volksbibliotlieekje is, waaruit zij voor hun inschrijvingskaart boeken ter leen kunnen krijgen. Dit laatste is zeer verstandig ingericht, want zoodoende raken er nooit boeken weg. Die kaart vertegenwoordigt immers voor den arbeider eene waarde van 20 pf.hij wil ze dus gaarne weer terug hebben. Als er nu een aanvrage van patroons om werklieden komt, dan wordt deze aanvrage in de wachtzaal door den administrateur voorgelezen. Deze kiest dan uit de zich aanmeldenden eeüigen uit, waarbij hij let of 't al of niet lang ingeschreven zijn ge weest en 't al of niet gehuwd zijn. Na inlevering van hun bewijs van inschrijving, gaan ze gezamenlijk naar den werkgever deze doet gewoonlijk dc aanvrage per tele foon en.... de werkgever doet eene keuze uit de aspiranten. Wie niet gelukkig is geweest en dus nog zonder werk blijft, moet zich binnen 24 uur weer aanmelden en krijgt dan zijn in schrijvingskaart weer terug, wat hem 3 maanden recht geeft zich in de wachtzaal op te houden. Dit kaarlenstelsel werkt goed, want wie geen kaart heeft, moet zich verwijderen en bovendien is de werkiug zeer eenvoudig; zoodat op de 6000 werkzoekenden één ambtenaar noodig is, die 8 uur per dag bezig is. Naast deze groote zaal vindt iren de reeds genoemde bibliotheek, verder een hulp- verbandplaats, een buffetzaaltje en eeue werkplaats voor een kleer- en schoenmaker. Deze laatsten verrichten voor 10 Pf. (6 ets.) eenvoudige reparatiën aan schoenen en kleeren, zoodat de arbeiders ook hiertoe gelegenheid hebben. In de zaal zelve, die een eenvoudigen, doch vriendt lijken indruk maakt, bevinden zich waterkranen met drinkbekers, terwijl op deze verdieping nog de noödige privaten alsmede vier wasch- lokalen zijn. De verwarming eu luchtverversching, 20000 M8 per uur, hebben volgens de nieuwste methode op dit gebied plaats. Zeiden we te veel, toen we in begin gewaagden van een modelinrichting. Maar er is nog meer. In bet sousterrain vindt men nog lange rijen badkamertjes, waar voor 5 pf- (3 ets.) een bad kan genomen worden, met inbegrip van handdoek eu zeep. Een vijftigtal werk zoekenden maken hiervan dagelijks gebruik. Boven, op de eerste verdieping, m^t een afzonderlijken ingang van de straat uit, is eene zaal voor joügens onder de 15 jaar, die geen vakkennis bezitten. De inschrijving is op dezelfde wijze ge regeld als bij de oudere werkzoekenden. Terwijl aan de voorzijde van deze verdieping nog zijn de woningen van het va?te per soneel, het archief en de vergaderzaal voor het bestuur, ziet de achterzijde op een tuin uit, waardoor men het tweede gebouw kan bereiken, dat zijn voorfront naar de Rücken- strasse heeft. Dit gebouw is uitsluitend bestemd voor werkzoekende vrouwen en voor ambachts lieden, dus voor hen, die een vak verstaan en tot de eene of andere organisatie be- hooren. Meeu nu echter niet, dat elke organisatie de hulp der Centrale inroept toch wordt, het beter, al meer en meer begint men in te zien, dat de Arbeidsbeurs de bemiddeling levert tusschen de werkgevers en werknemers, dat zij met vertrouwen de belangen van hun vak in de handen der Centrale kunnen leggen, want daar wordt met zorg ieders belang behartigd. Merkwaardig is wel, dat de werklieden wel hun vertrouwen stellen in de Centrale, maar menige patroon nog niet. Toch is er reeds voldoende samenwerking. Voor elk vak vindt men nl. een z. g. „Kuratorium", dat samengesteld is uit 4 patroons en 4 werklieden en dat gepresi deerd wordt door een lid ran den gemeen teraad of door een der ambachtsrechters, zooals men die volgens de arbeidswet in Duittfchland kent. Voor ieder ambacht is er eene afzonder lijke wachtkamer en daaraan grenzend bureau voor de administrateurs. De cantine is in dit gebouw wat mooier ingericht dan in het andere; deze werkzoekers zijn dan ook feitelijk in betere conditie dan die zooder vakkennis. De centrale voor vrouwen vindt men in de benedenverdieping van dit gebouw, waai plaats is voor 400 werkzoekenden. De vrouwelijke werkzoekers zijn winkeljuffrouwen boekbindsters, type-wutera enz. Met dienst boden laat de centrale zich nog niet in. Als men nu ten slotte nog weet, dat de cantines, welke er alle zindelijk uitzien, 't verloopen jaar o m. hebben verkocht 14619 L. lager bier, 300 flesschen bruin bier, lOOüO koppen koffie, 7000 koppen melk, voor 700 M. aan worst, 22000 cigaretten, 10000 sigaren van 3 ets. het stuk en 11000 sigaren van 2 ets het stuk, dan ziet men, dat nog niet alle werk- loozen, vooral de vakmannen, geldeloos zijn. Zie daar, waartoe men ook in Amsterdam moet komen Het moge clan niet op zoo'n grootsche schaal zijn (Berlijn toch telt 2 mill, inwoners en Arasterdam l/ü mill.) doch iets dergelijks moet het streven zijn. En kleinere plaatsen, zooals Waalwijk te midden eener nijvere streek, stichten in miniatuur een Centrale Arbeidsbeurs i oor de environs, waar 't goede en doelmatige van Berlijn in 't heel kleine nagevolgd wordt. Moge deze eerste studie tot eindresultaat hebben, dat hare idieëen practisch omgezet warden in feitelijkheden. Voorloopig zijn we echter tevreden, als ze slechts tot nadenken eu onderlinge besprekingen leidt. Het Thomasslakkenmeel en wintergranen. Het is van algemeene bekendheid, dat de verschillende granen, zooals tarwe, rogge en gerst in hunne korrels een betrekkelijk groote hoeveelheid phosphorzuur bevatten. Om die reden moet dus de bodem, waarop da wintergranen gezaaid worden, op de een of andere manier een voorraad phosphorzuur ontvangen. De stalmest, wij hebben het onlangs gezegd, is arm aan phosphorzuur. Er is dus geen andere weg dan dat de boer in het najaar gebruik maakt van kunstmest. Ik geloof niet, dat hierop zoo sterk behoeft te worden aangedrongen, want ik meen, dat het vrij wel in de meeste streken gewoonte geworden is, de wintergranen de een of an dere phosphorzuurhoudende kunstmest bij den stalmest te geven. Wel dient er een woord gezegd over de rol, die het thomasslakken meel in de bemesting van de wintergranen moet spelen. Het wordt vrijwel algemeen aangenomen, dat het Thomasslakkenmeel op zand- en veengronden de aangewezen meststof is. Een meer dan twintigjarige ervaring heeft dat geleerd en nog dagelijks bewijzen de uit komsten, dat het kan opwegen tegen de beste andere phosphorzuurhoudende kunst meststoffen. Bij de meeste proeven, die men doet, komt men tot het resultaat, dat half stalmest om half kunstmest, (4 h 600 K.G. 8lakkenmeel) bij rogge op zandgrond de beste resultaten geeft. Doch er is geen enkele reden om te beweren, dat het Tho masslakkenmeel als herfstbemesting niet goed zou //ijn, ook op andere b.v. op kleigronden. Er is integendeel wel een reden, waarom het er zeer goed te gebruiken is. Behalve de ongeveer 17 pCt phosphorzuur, die het bevat, houdt het ook een belangrijke hoe veelheid Kalk (pl. m. 50 pCt.) in Juist de conbinatie, die op de klei noodig is. De eenigzius stijve structuur van den bodem en de neiging om zuurachtig van aard te wor den, maken, dat op dezen grond elke kali- rijke meststof reeds als zoodanig welkom is. Proeven op tarwe en gerstland te nemen, zouden van het principe moeten uitgaan, dat, om vergelijking met andere phosphate» mo gelijk te maken de hoeveelheid thomas- phosphaat grooter moet genomen worden, naarmate de kleigrond zwaarder is en in elk geval niet meer (doch in den beginne, ook niet minder) behoeft Ie kosten dan de andere phosphorzuunnesstoffen. Verder is het gewensebt ook de tijd van zaaiing der meststoffen in het oog te houden en b.v. het thomasphosphaat in zijn resultaten te onderzoeken, ook als het zoo vroeg mogelijk gezaaid wordt. Het is toch een zaak van het meeste gewicht te onderzoeken in hoe verre superphosphaat enz. te vervangen is door slakkenmeel, daar het laatste goedkoo- per is en gemakkelijker te behandelen en daarenboven eenige eigenschappen heeft, die noodzakelijk op kleiboderas en andere zwaar dere gronden zeer gunstig moeten werken. Het beleg van Port Arthur. De lampions, om den val van Port Arthur te vieren, liggen in de hoofdstad van den mikado al gereed, zoo zeker is men daar van de overwinning binnen kotten termijn. Voor de zooveelste maal wordt de „laat ste" stormaanval op de vesting verwacht, Dat de Japanners het niettemin ernstig meenen, blijkt uit de verschillende berichten, die van de benarde stad via Chifoe of door Chineezen tot ons komen. Het „Berl. Tagebl." ontving een parti culier telegram, waarin wordt medegedeeld, dat de belegerden in een zeer ongunstigen toestand verkeeren. üe vaste forten om hei oostelijk front worden sedert 11 dezer voort durend beschoten door batterijen, die zich bevinden op de Takoechanheuvels. Ieder oogenblik wordt de stormaanval op de oostelijke forten tegemoet gezien, De Japanners z;lf laten nu ook wat van hun stilzwijgendheid los en hierin zou men het beste bewijs kunnen zien, dat de bele gering op het eind loopt. Officieel wordt medegedeeld, dat een deel van admiraal Togo's vloot er in geslaagd is het vuur van twee forten op den Gouden Heuvel tot zwijgen te brengen. Vermoedelijk is hiervan de reden de be klagenswaardige toestand, waarin 2ich het res'je van de Port Arthur vloot bevindt, dat door de laatste hevige klappen wel zoo goed als verlamd zal ziju. Kan aldus de vloot samenwerken met de landmacht, dar. is het pleit spoedig beslecht. Maar in Japan wordt ook erkend, dat de val van Pon Arthur gepaard zal gaan met een verschrikkelijk bloedbad. Hoe dapper de yesting verdedigd wordt, blijkt wel uit de verliezeu door de beleger den geleden. In deze maaud moet dat cijfer niet minder dan 6000 bedragen, dus meer dan een vijfde vau het garnizoen. De verliezen der Japanners zijn hiernaar in evenredigheid, eu het kan daarom geen verwondering baren, dat de agent te Moek den van het Russische ministerie van fioan tien seinr, dat de belegeraars bij de ver schillende aanvallen meer dan 50.000 man verloren. En een berichtgever te Liaojang vertelt als tolk van den goeden moed De Japanners offeren bij duizenden hun leven, in de hoop, den moed der verdedigers te verzwakken. Generaal Fock verklaart met het volste vertrouwen, dat de vesting niet genomen kan worden, of dat het geheele japansche leger vernietigd zou zijn op de verschansingen jndieu het zoover kwam. Op den Groenen berg, den 26en Juli, wierpen de Japanners, nadat zij hun laatste aanval gedaan hadden, hun geweren, patro nen en zelfs hun schoenen weg, om gemak kelijker te kunnen vluchten. De aanval van 30 Juli werd in een zeer donkeren nacht gedaan in de hoop, de Rus sen te verrassen. Zestigduizend Japanners stormden tegen de 13,000 verdedigers, maar werden keer op keer met de bajonnet terug gedreven. Het was een herhaling van de gevechten in den Sjipka—pas. De hellingen waren bedekt met dooden en stervenden, en het bloed stroomde er langs. Het 13e regiment werd uit zijn stelling gedreven, maar het 14e regiment verdreef de Japanners met de bajonet, terwijl zij reeds victorie riepen op de hoogten. Voor zooveel na te gaan is, kostte deze aanval den Ja panners 10,000 man. Huu verliezen sedert den aanvang van het beleg worden op 28,000 dooden en gewonden geschat. Bij het spiiugen van een mijn werden 500 Japanners in stukken gescheurd. Het was een vreeselijk gezicht, als een uit barsting van een vulkaan van steenen en menschelijke ledematen. De lucht zag rood van den gloed, de leemen muren van de Chioeezeti dorpen werden door den schok omgeworpen. Na den slag brachten dc Rus sen 2U.000 Japansche geweren binnen. De bezetting, Aan de „Voss. Ztg.» wordt geschreven, dat de stemming onder de Russische be zetting van Port Arthur uitstekend blijft. De officieren en soldaten storen zich volstrekt niet aan de granaten die in de stad «allen. Kort geleden viel een bom in den Chi neeschen schouwburg en een gehee'e rij toeschouwers werd gedood en gewond. De burgers hebben toestemming gekregen de bomvrije kazematten te verlateD, zoodra het geschutvuur voor cenigen tijd gestaakt •vordt, doch dit komt hoogst zelden voor. Ieder inwoner is in spanning en ziel met /org het verloop van de belegering tegemoet. Bij de verschillende bestormingen is een verbazend groo. aantal jonge officieren om gekomen. Dit moet voor een deel worden toegeschreven aan de gevaarlijke posten, die hun worden opgedragen, maar ook aan hun groote zorgeloosheid en waaghalzerij. De hospitalen en Chineesche huizen zijn volgegropt met Russische gewonden. De schepen in de haven van Shangai en ook de „Diana" zullen worden ontwapend. Op persoonlijk beval van den Czaar, die geen quaestles wil. *1111II JM I ■■■lij JIJ l -"m jl HI I THriilllll WW III Naar de N. C. van betrouwbare zijde verneemt, is de Regeering voornemens eenige wijzigingen in de Ongevallenwet voor te stellen, waardoor onder anderen de be- voegdgoid van buitenlandsche maatschappijen tot overneming van het risico van werkge vers geheel onbetwistbaar zal worden. Ter voldoening aan de hem door H. M. de Koningin verleende machtiging, heeft de minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid aan den voorzitter, de leden, den secretaris en den adjunct-secretaris, le den der Staatcouimissie van Enquête omtrent het Spoorwegpersoneel, Hoogstderzelver bi - zondere erkentelijkheid overgebracht voorde wijze waarop zij de hun opgedragen taak hebben opgevat en voltooid. „Gewetenlooze bende". Mr. Troelstra bespreekt in een hoofdartikel in liet Volk de houding van eenige bladen Hij komt op tegen de beschrijving der uit- terlijkheden van het congres. Maar op het zakelijke gaat hij niet in. Bij gebrek aan beter vaart hij nog eens uit over de Aprilbeweging, zeer kalm en zakelijk, ziet maar En van de internationale tribune, door dit congres gevormd, werd de Nederlandsche bourgeoisie, werd hare huichelachtige „chris telijke" regeeriug, werd aan de gansche gewetenlooze bende, die zich verleden jaar aan die minne wraakoefening op overwonnen strijders voor hun recht heeft vermeid, hare „gemeene laagheid" in het gelaat geslingerd Dat woord vloog de wereld over een vuist slag in uw gelaat, „sterke man van Nederland sche bourgeoissie die of het schandsluk hebt bedreven, of het hebt toegejuicht, of het zwijgend hebt zien begaan. Zoo gaat het nog een poosje verder. Tot aan het slot te lezen staat Want niet wij gij zijt de aangeklaagden in zake de Aprilbeweging van verleden jaar „Wat nu?" Moeten we lachen om dien onzin, of medelijden hebben. Eigen schuld Troelstra c. s. WAALWIJK, 27 Augustus. Examen. Met genoegen vernemen we dat de heeren A. Eroklage en J. A. J. de Bree alhier, met gunstig gevolg te 's-Gravenhage het examen Pransch 1. o. aflegden. Den geslaagden onze felicitaties. Onder hen, die deze week de akte Eransch behaalden, behooren ook de heeren A. Eroklage en J. de Bree, onderwijzers aan onze openbare school. Ons onderwijzend personeel legt wel groote vlijt aan den dag. Met inbegrip van het hoofd der school zijn thans zes on derwijzers in het bezit der hoofdacte en .een of meer taalacten aan onze school verbon den. Men zal ons dus niet van over drijving beschuldigen, wanneer wij onze school als een der besten uit den geheelen omtrek durven roemen. Tevens past het ons hier een woord van lof te brengea aan heeren onderwijzers, die zoo hun best doen

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1904 | | pagina 5