Donderdag
15 December 1904.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
TE VUUR M TE mm.
ang
IÉGERS BEDROGEN
BEKENDMAKING-
AN TOON TIELE]
U 111 III ei
Winkeliers, die U andere zeepsoorten
FEUILLETON.
KUITEN LAND.
Rusland en Japan.
e
IN DE HANDEN STOPPEN, ALS U SuNLIGHT=
=ZEEP VRAAGT, BEDRIEGEN ZICHZELF, WANT
ZIJ VERLIEZEN HUN DEBIET. U WENSCHT DE
ZOO GUNSTIG BEKENDE SUNLIGHT.
DE EENIGE BESTE ZEEP, GEEN ANDERE.
LET DUS OP HET WOORD „SUNLIGHT"
OP IEDER STUK ZEEP.
Aangifte ter inschrijving voor de
Militie
Ingeslagen.
Het Kiesrechtvraagstuk.
UrroBVEK:
De Algemeene Politiek™"
Es&stFMr.
Waahvpscle en Ijifslraalsrle Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Z a t e r <1 a g a v o 11 iL
A b o 1111 0 in entsprijs per 3 maanden f 0."5.
Franco per post door hei geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
a~x-r.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
brengen ter openbare kennis, dat gedurende da
maand Januari 1905 dagelijks behalve op Zon
en feestdagen de Secretarie dezer gemeente gele
genheid bestaat om zich voor de Nationale Militie
te doen inschrijven.
Waalwijk 11 December 1904.
M. DE VAN DER. SCHÜEREN.
De Secretaris.
F. W. VAN LIEMPT.
Het was ons eene ware verrassing, in de
jongste zitting van onzen ltaad den Heer
Klijberg naar aanleiding van ons artikel te
hooren voorstellen, een schoolarts aan te
stellen. Bewust artikel had dus ingeslagen.
Nu begrijpen we dat B. en W. zoo maar niet
dadelijk op dit betrekkelijk nieuwe deukbeeld
kan ingaan. Wij vleien ons echter met de
hoop, dat de uitslag van 't onderzoek gun
stig is. Maastricht stelde laatst nog school
artsen aan en overal, waar het instituut
bestaat, werkt het goed.
Meu denke dan echter aan hetgeen in ons
tweede artikel geschreven staat, 't Was
bepaald succesvol, als Waalwijk eens voor
ging met het instituut zoo te regelen, dat
de fouten elders begaau vermeden werden.
Inmiddels ons ijverig raadslid, reeds lang
als de man van de daad bekend, ons eere-
saluut voor zijn actueel optredeu.
In dit verband zij ook uog gememoreerd
zijn succes met zijn voorstel, om een me-
Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ
voor De Echo van het Zuiden, vertaald
door H.
EERSTE BOEK.
HOOFDSTUK IX.
(19)
Maar niettemin bleef de rivier de slagader
welke de Sitch verbond met de bewoonde
streken vooral bij hoog water was er de
scheepvaart zeer levendig dan waren zelfs de
watervallen bevaarbaar voor de schepen, die
stroomafwaarts gingen. Tegen den avond werd
de tocht bezwaarlijker. Zwermen insekten
zweefden boven de oppervlakten van het
water Sommigen waren zoo dik als een vin
ger en hun steken waren zoo nijdig, dat een
streepje bloed aanstonds de gewonde plek
aanwees. Eindelijk, toen de nacht reeds was
aangebroken, bereikten de reizigers een der
talrijke eilanden van den stroom. Aanstonds
kwamen eenige visschers aanloopen hun
hemden, handen, zelfs hun gezichten waren
ingesmeerd met pek, om zich te vrijwaren
tegen de muskieten. Het waren ruwe men-
schen die nog in een staat van barbaarschheid
leefden telken jare bij het terugkeeren dei-
lente, lieten zij zich in deze streken neer om
visch te vangen en te rooken, welk# zij daarna
verkochten in de steden langs de oevers van
Dniepr, te Tchórine, Tcherkass, Péréïaslaw,
Kieuw.
De visschers wisten, dat er een veldtocht
tegen de Lakhs werd voorbereid en alle Zapo-
rogen uit die streken naar de Sitch trokken
zij deelden den officier rondweg mede, wat zij
wisten. Angstig vroeg Jan zich af, of zijue
reis niet vruchteloos waB. Voordat hij in de
Sitch aankwam, zouden de vijandige regimen
ten misschien reeds optrekken in noordelijke
moriepost op de begroeiing te brengen voor
een vakschool. Hoe krachtig werd hij hierin
bijgestaan door den heer Timmermans van
Turenhout Ook het voorstel Verwie], be
tredende onze markten, was een goede daad.
Met z/ilks minnen in den Raad kan
Waalwijk geru-t zijn over het behartigen
van zijne belangen. Kort en bondig zijne
meening gezegd en niet al te lang te wach
ten met besluiten, zie daar de weg, die tot
verbetering en opheffing leidt.
Het kiesrechtvraagstuk dringt zich naar
\oren. Hoe gaarne men het voor 't oogen-
blik wilde negeeren, werkelijk het zal
m. eilijk langer meer gaan, altijd in dier
voege, dat men het in studie neemt, vooral
de rechterzijde. Deze heeft zich n.l. nog
niet over dit vraagstuk uitgesproken, of
het zouden dm de anti-revolutionnairen
zijn, welke huismanskiesrecht vooropstellen.
Doch nu verklaarde De Standaard dezer
dagen, dat het denkbeeld van een organisch
kiesrecht, hetwelk het huisraanskiesrecht
tegenover het individueele stelsel zeer zeker
een is, in de anti-revol. partij zelve nog
weinig doorgedacht en uitgewerkt is, ja
zelfs nog niet op aller instemming kan
rekenen.
Ook daar dus lang nog geen klaarheid.
Het blad erkent echter, dat de tijd nadert,
waarop de anti-revolutionnairen ten aanzien
van dit punt tot meer afdoend beleid en
meer alzijdig overleg moeten komen.
Juist, die tijd nadert ras of is er eigen
lijk al. Reeds wees eeuigen tijd geleden
WAALWIJK.
IIel Huisgezin ri op, dat ook onzerzijds
Het kiesrechtvraagstuk in studie zou ge
nomen worden. Ook wij wezen er toen op.
Het Centrum sprak zich reeds uit voor een
zeer uitgebreid kiesrecht, kon zelfs met al
gemeen kiesrecht wel meegaan. Het wordt
dus werkelijk tijd, dat over deze quaestie
„meer .-lzijdig overleg" wordt gepleegd.
Immers, blijft de rechterzijde meerderheid
wat wij natuurlijk van ganscher halte
wenschen dan komt zij in de nieuwe
wettelijke période tegenover het vraagstuk
te staan en wel als regeeringsmeerderheiw,
wst wil zeggen, dat zij als meerderheid
moet zorgen eenzelfde grondslag te hebben
tot regeling van het kiesrechtvraagstuk.
Nu staan de anti- rev. met hun huisinans-
kiesrecht laat, dit denkbeeld dar. nog
niet geheel doorgewerkt hebben wel
tegenover de mannen van liet Centrum.
En dit laatste zal wel de volgers van De
Tijd tegenover ich hebben. Wij zagen het
bij de campagne Tak. Doch er is nog tijd
tot overleg en ook nog vruchtharen bodem.
De rechterzijde toch heeft omtrent dit
electoraal punt nog geen gevestigde opinie,
de anti-rev. zooals wij zagen en ook de
katholieken denken zeker niet eenstemmig.
Nu komt het ons voor, dat juist deze.
toestand het metst geschikt is, om, wat de
hoofdzaken betreft, in één schuitje te komen,
wij konden dan onze leuze tegenover het
„blanke artikel 80" zetten. Men versta
ons hier nu niet verkeerd. Wij willen
hiermede niet zeggen, dat wij onvoorwaar
delijk tegen het „blanco artikel 80" zijn,
ook niet tegen het algemeen kiesrecht, wat
hieruit kan voortvloeien, wij wenschen er
alleen maar den nadruk op te leggen, dat
het hoog tijd wordt, dat er omtrent het
kiesrechtvraagstuk gemeen overleg wordt
gepleegd, om met een vast plan te kunnen
aankomen. Het gaat toch niet aan, om
maar steeds te blijven zwijgen. Onze voor
mannen plegen dus overleg, opdat wij te
noodiger tijd klaar zijn.
De miuister van Binnenlandsche Zaken
heeft in zijn rede van Zaterdag weer duide
lijk ia 't licht gesteld, hoe gezocht en
gewild de aanvalleu zijn op het regeerings-
Deleid.
Men legt aan het Kabinet ten laste, dat
er zoo weinig groote wetten in het Staats-
richting. Maar hij had zijne hevelen te vol
brengen gehoorzaamheid vóór alles.
Bij 't aai. breken van den dageraad zetten
de luitenant en zijn manschappen den tocht
voort. Weldra waren zij voorbij de baai van
Taren, den Gouden Hoorn van den Dnie
per den Kalen Berg en het Faardenfort,
berucht door de moerassen er omheen, die
wemelden van slangen en ongedierte. Einde
lijk vertoonde zich aan de horizon de toren
der citadel van Koudak.... Jan had zijn taak
ten halve volbracht.
Dien zelfden avond ging hij 'net fort niet
binnen. Reeds was de taptoe geblazen en de
commandant liet niemand meer in of uit. Al
had de koning in persoon voor de poorten
der citadel gestaan, dan nog zou hij, ais ie lei-
ander, den nacht hebben moeten doorbrengen
te Sloboda, een ellendig gehucht, dat aan den
voet der wallen lag.
De luitenant voegde zich naar den alge-
meenen regel. Hun nachtverblijf was alles
behalve gemakkelijk, liet gehucht bestond
uit eenige hutten op drassigeu grond en z,oo
laag, dat men bukken moest om er iu te gaan.
In die krotten woonden Polen, Ukromiers,
Walachijers, Hongaren, nfisdadigers uit alle
landen, van alle godsdiensten Niemand be
kommerde zich om hunne herkomst of om hun
geloof. Den grond bebouwden zij niet, daar
zij in voortdurenden angst voor invallen dei-
Tartaren leefden. Zij voedden zich met visch
en wild en leschten hun dorst, met gegiste
maiszij leenden zich voor den zwaarsten
arbeid.
Zoodra de trompetten den volgenden morgen
de reveille geblazen hadden, liet de luitenant
zich aandienen. Grodek, bij wien het bezoek
van den hertog r.og versch in het geheugen
lag, stelde er prijs op, diens gezant tegemoet
te gaan. Hij was een man van omstreeks
vijftig jaren, geschonden door de pokken en
doorkerfd met sneden en lidteekens één oog
missend, geleek hij een breedgeschouderde,
geduchte cycloop. Als eenzame gezagvoerder
op de uiterste grenzen der bekende wereld
omkleed met onbegrensde macht, had hij een
onverbiddelijke, barbaarsche gestrengheid tot
gedragslijn gekozen. Dikwijls stond hij's nachts
op, ging geheel de wallen rond en wee den
schildwacht, die op nalatigheid betrapt werd
dG minste overtreding der tucht werd met
deu dood gestraft En toch was er niemand,
die beter dan hij de Kozakkeu begreep. Als
er aanleiding voor bestond was hij hulpvaardig
en mild in tijden van nood deelde hij graan
uit. Zij van hun kant achten hem zeer hoog.
Dus gij waagt u tot in den Sitch vroeg
hij, toen hij zijn gast in het kasteel geleiden
hem op zijn gemak gezet had.
Ja, commandant.... En welk nieuws kunt
gij mij mededeelen
Wij krijgen oorlog: onvermijdelijk en
spoedig. De ataman verzamelt zijn Kozakken
uit de geheele Ukraine stroomen zij naar hem
toe ik alleen kan de stroom niet keeren.
Reeds meer dan dertig duizend manschappen
heeft hij onder zijn bevelen. Als de geregelde
Kozakken zich bij hen aansluiten, zal dat getal
stijgen tot honderdduizend.
En Chmielwigki
-• Hij wordt alle dagen verwacht met Tar
taarsche horden uit de Krim. Misschien is
hij reeds teruggekeerd. In vertrouwen ge -
sproken, ik denk, dat gij in Sitch niet veel
meer zult kunnen uitrichten. Weldra zullen
de Kozakken hier zijn: zij kunnen het fort
niet ontwijken en het ook niet achter zich
laten.
Kunt. gij u verdedigen
Grodek wierp een mistroostigen blik op
deu jongen officier, daarna antwoordde hij op
bedaarden, maar vasten toon
Neen
Hoe dat
Ik heb geen kruit meer. Misschien heeft
de vijand zich meester gemnakt van de zen
dingenOals voldoende amunitie had,
liet ik Koudak en mij zelf erbij in de lucht
vliegen, voordat een enkele Kozak er een voet
op zetten kan. Ik heb bevel gekregen hier
te waken als een hond.... ik waak; te tanden
te laten zienik laat ze zien welnu I als
het moet, zal ik weten te sterven
Gij geeft ons het voorbeeld, wij zullen
het volgen.
Helaas Denk niet, dat gij daarginds
feestelijk onthaal zult vinden.... Uw hoeda
nigheid van gezant des hertogs zal u niet
beschermen voor hun woedde.... Zij ver
Advjertentibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per rog.l, gro«te
letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgog.v.n,
worden Zmaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal rege)# ©n
advertenties bij abonnement worden speciale zeer Yoordeelige eontraetea
gesloten. Reclames 15 cent per regel
blad zijn verschenen.
Maar volgt daaruit, dat er niet gewerkt
is en dat daarover een grief het ministerie
treft
Heeft een regeering geen tijd van voor
bereiding noodig Eischten de verschillende
belangrijke wetsontwerpen, die zijn ingediend
of binnenkort bij de Kamer zullen worden
aanhangig gemaakt, niet eeu grondig onder
zoek
Moesten er geen uitgebreide enquêtes
worden ingesteld P En heeft het Kabinet niet
met geheel ongewone moeilijkheden te kam
pen gehad
Het verwijt, dat de regeering niet met
vrucht gewerkt heeft, is even dwaas als
onrechlvaaidig.
De feiten weerspreken deze onzinnige be
wering.
Want een gansche stapel arbeid ligt thans
gereed, om te worden afgedaan.
Wanneer, het der oppositie ernst was met
haar verlangen naar socialen arbeid, dan
moest zij het ministerie thans alleen zakelijk
bestrijden en niet op grond van partij-over
wegingen.
Want noch de heer Goeman Borgesius,
noch deheeiTreub, néch de heer Troelstra kan
ook maar de geringste hoop koesteren, dut
een van hen in staat zou zijn een vrucht
baar ministerie en een werkzame meerderheid
te vormen. C.
Klaarblijkelijk is niet het geheele Port-
Arthur—eskader aan de vernieling prijsge
geven. De kruiser «Sebasiopol" en eenige
torpedobooten moeten nog intact gebleven
zijn, wat zij te danken hebben aan het
wijzigen vau ligplaats.
Waar intusschen de Japanners mei hun
vuur het slagschip niet hebben kunnen be
reiken werd door hen langs anderen weg
getracht het pantserschip te vernielen. Op 9
dezer zou een poging gedaan zijn urn het
te torpedtereo, wat echter niet gelukt is,
daar de belege aars anders niet zouden ge
aarzeld hebben zulks ten spoedigste ter al
gemeene kennis te brengen.
De torpedobooteu liggen blijkbaar op de
buitenreede verscholen en ook wordt beweerd
dat een aantal kleine booten zich in de
nabijheid bevindt van de hospitaalschepen
wat den Japanners aanleiding zal geven
moorden reeds hun eigen atamannen... Gij
zult sterven, als de anderen.
Best mogelijk maar toch ga ik
Op het gelaat van Grodek veiBcheen eene
uitdrukking van bijna vaderlijke bezorgdheid.
Wakkere kerel I
Daarna voegde hij er bij
Ik zie wel, dat gij de waardigheid van
den hertog en uw eigen waardigheid als
edelman zult weten te doen eerbiedigen Mor
gen zal ik u lichtere jonken leenen met
uw zware booten komt gij nooit over de
watervallen... Eu als gij het benedengedeelte
van den stroom bereikt hebt, verdubbel dan
uwo waakzaamheid.Denk er om, dat lood
en ijzer welsprekender z:jn dan mooie woorden
Daarginds ontziet men alleen den stoutmoe
dige... Wakkere kerel 1
Vervolgens vertelde Grodek aan zijn jeug
digen makker van zijn leven in de citadel.
Er gaat geen week voorbij, zeide hij,
dat er geen alarm geslagen wordt de
Tartaren zijn als troepen wolven bij dui
zenden stormen zij aan wij schieten in deu
hoop.... Dikwijls gebeurt het ook, dat de
schildwachten in de duisternis troepen wilde
paarden voor den vijand aan zien.
En verveelt dat leven u niet, altijd
alleen, in die wildernis vroeg Jan.
Ik zou mijn post niet willen ruilen
tegen de vertrekkeu «es kouiugs. Ik heb hier
een ruimer uitzicht, dan de koning, onze
geëeide gebieder, uit de vensters van zijn
paleis te Warschau
Werkelijk overzag meu vanaf de wallen de
eindelooze uitgestrektheid der steppen, een
zee van groen.
Toen Jan zich des avonds naar zijne ver
trekken begeven had, dacht hij er niet eens
aan, zich te ontkleeden. Hij dacht aan den
dood. die hem aangrijnsde, daarginds in het
hartje van de Sitch, dat bloedige hol vol
hinderlagen. Het leven lachte hem toe dat
leven zou hij hebben doorgebracht met de
aangebedene zijns harten... Maar hooger dan
het leven stelde hij eer en roem.... Hij dacht
ook aan de verschrikkingen van den oorlog,
welke Hélène voor haar oogen zien zou, niet
alleen overgeleverd aan de vervolgingen van
Bohun, maar aan al de buitensporigheden der
generaal S ossel mede to deelen, dat zij,
indien daarin geen verandering gebracht
wordt, het Roode Kruis niet kunnen sparen.
Merkwaardig is het intusschen, dat uit
Tokio critick wordt uitgeoefend op de wijze
waarop in den laatsten tijd de verdediging
van Port Arthur wordt gevoerd. Vooral
vei baas', men er zich over, dat het eskader
geheel werkeloos is gebleven toen het als
doelwit van het Japansche vuur diende.
Juist met het oog op het naderen van de
Baltische vloot zou men verwacht hebben
een wanhopige» uitval on aan de vijandelijke
vloot zooveel mogelijk schade toe te brengen
en haar zooveel mogelijk te verzwakken.
Hoe het zij niet deze critiek het komt
ons voor, dat na de zoo heldhafiige verd:
digir.g en het uitnemend beleid door gene
raai Von Siossel getoond, het niet op den
weg der Japanners ligt, c.itiek op de hele
gerden te gaan uitoefenen, vojral waar zij
nog altijd buiten de vesting staan.
De Japausch verliezen voor Port Arthur:
Uit Tientsin wordt aan de „Daily Tele
graph" gemeld Volgens ambtelijke opgaven
van Japausche zijde bedragen de verliezen,
door de Japansche belege-ingsiroépen voor
Port Arthur geleden, in het laatste deel van
October 3000 man gesneuveld en 10.000
gewond; de verliezen bij den jongsteu aanval
zouden nog veel grooter geweest zijn
De aanval op Nauchro, die bij he beleg
vau Port Ar hu als de bloedig3:e gold, is,
volgens nadere berichten van correspon
dentcn, verre overtroffen door den aanval
op deu Hoogen Heuvel. Daarbij toch
sueavelden, om zich slechts tot de otBc eren
te bepalen, aan Japansche zijde een lu te
nantkolonel, een majoor, drie kapieins
acht eerste— veertieu tweedeluitenants en
negen officieren. Daarenboven wareu er nog
58 officieren gewond, onder wie vier majoors.
Men kan nagaan welke reusachtige ver
liezen aan gesneuvelde en gewonde soldaten
de aanvallende 1ste Japansche divisie hier
heeft moeten lijden.
De Baltische vloot
Sedert 8 December liggen drie Duilsche
kolenschepen, waarvan twee van de Hansa
S-oomvaart—Maatschappij, bij Shark—eiland
in de Angra Pequena Baai op de groo e
schepen der Baltische vloot te wachten.
Eerst ankerden de schepen in de binnen
haven, maar de Duitsche autoriteiten bevelen
den schepen naar Shark—eiland te gaan dat
Engelsche bezitting is. De schepen be
vatten elk 10.000 tou steenkool. Men ver
wachtte gisteren het Russisch eskader bij
Simoustowu, teneinde water en voorraden
in te nemen.
menigte. De wegen waren droog zij had
reeds een tolvlucht kunnen vinden in Lubnié,
en hij had haar aangeraden zijn terugkomst
af te wachten.
Wat nu te doen Zenuwachtig liep hij
heeu en weer en wrong de handen zamen.
De taptoe werd geblazen en hij meende dat
het de horen van Bohun was... Zijn tanden
klapperden, hij trok zijn sabel. O Groote
God I waarom had hij zich belast met deze
zending I
Op den drempel stond de trouwe Rendiane
en sloeg hem gade. Hij wakkerde het vuur
aan der toortsen, die met ijzeren ringen aan
den muur zaten, hopende aldus de aandacht
van zijn meester te trekken
Met wilde oogen, als na een vreeselijken
droom, wendde Jan zich eindelijk tot hem.
Rendiane, vroeg hij, vreest gij den dood?
Wat zegt gij, meester? Waarom spreokt
gij van den dood
Al wie zich in de Sitch waagt, vindt er
den dood I
Maar waarom gaat gij er dan heen
Ik heb er bevel toe gekregen.... maar
ik heb medelijden met u-.. Gij zijt nog
jong... Gakeer terug naar Tchérine en
vandaar naar Lulnié...
Rendiane krabde zich achter de ooren.
Meester, het is zeker, dat ik den dood
vrees, even goed als ik den goeden God
vreesmaar, daar gij vrijwillig den dood
tegemoet gaat, komt die zonde op uw geweten,
niet op 't mijne.... Ik verlaat u daarom niet I
Maai gij moet mij gehoorzamen I... Welnu,
ik beveel u, te vertrekken.
Gij raoogt mij dooden, als gij wilt... ik
ga niet. Ben ik dan een Judas om u te
verraden, om u alleen den dood tegemoet te
laten gaan
Wordt vervolgd.