ar Toegewijd aan Handel, Industri en ansen. Eerste Blad. i: vin1, ei tk mm. WAALWIJ! n AÏÏTOON T 11 iit nummer oestaat u jit TWEE BIABEN NIEUWJFRR. FEUILLETON. O -U 1TGÉYË IJ WAALWIJK. a X' r l I e Echo van het Zuiden, en liangstrantselie Courant, Dit Blad verschijnt Wo en sdag- en 1 b o n n ementspr ijs per 3 maand Franco per post door lit geheele rijk f Brieveningezonden slikken gelden Uitgever. Zaterdagavon d. en f U."5. 0.90. enz., franco te zenden aan den o>. 13 li <i Daar is het weer weggevleid het oude j ar met zijn lief en leed, iet zijn licht en schaduw, ons niets lateile dan her- 'nneringen, welke zich met nweerstaan- jaar geweld uit de schaduen van het nog schemerende verleden an ons op dringen. En gelijk bij het eiie van ieder aar doorsiddert ons de gedahte »Wan- neer zullen ook wij opgescreven staan .n het boek der tijden, waneer zal ook ove rns graf heenzweven dewitte wolk, o r opgestegen in de heldere ucht, maar nu verijlend en samensmeltid met het azige blauw van den oceaatler tijden Nieuwjaar O, ondoordrinpare sluier an het komende O, raaselachtige d Lax voor al wat leeft Doch neen, wat komen zi treft ons rt nog niet, wat is klinkt in om ziel. En r> dan zien we ook dit jaar wer sterven o ader kanongebulder, zien e ook nu eer in onze beschavingseeuw et »Recht v van den sterkste4 in al zijn geweldige ruwheid gehuldigd spreekt ï;t kanon n M-eer het hoogste woord. Ishet geen schlagende» ironie, dezelfde man in u ooilogsgeweld te zien, die d» Vredes- - inferentie bijeenriep Duizenen men- - :hen laten hun leven op mt bloed- J>. redrenkte slagvelden, alle pestelijke h ïergie wordt gescherpt, om og vree- dijker vernielingswerktuigen it te vin- sn, één van de bloedigste odogen is oe hoofdgebeurtenis van 1904*lat alzoo .s'.erft in een atmosfeer van kialijk rie- nde bloed- en lijkendampen.Waarlijk, t is om te versagen 1 Maar «desespereert niet!» i het ge- v 'eugelde woord van één onzer uderland- iie helden. Naast dit oorlogsgeweld taat een e uwende drang naar algemeenn vrede >rt eeft 1904 niet opgeleverd eeis nieuwe qe proep ter Vredesconferentie -.agen wij niet tal van arbitrage-verdragen sluiten tusschen volkeren, die nog kort te voren in gewapenden vrede tegenover elkander stonden Dat zijn goede teekenen. En al mogen dan de pessimisten lachen om deze «vredes-comedie», gelijk zij die teekenen noemen waren deze er niet, het zag er met de zaak des vredes nóg treuriger uit. Voor ons staat het vast, dat er eenmaal zal zijn, een algemeene volkerenrechtbank, waaraan alle geschil len tusschen twee natie's ter berechtiging zullen worden opgedragen. Wel is dit nog verie-toekomstmuziek. doch geluk kig zijn die tijden, die idealen dragen en deze opvoeren ter verwezenlijking. Een zwarte schaduw blijft echter die verschrikkelijke oorlog daar in 't Oosten. Moge 1905 spoedig zijn einde zien imeide rttr na, i ii'ildenroman van HENRYK SIENKIAWICZ voor De Echo van het Zuiden, veitaald door H. EERSTE BOEK. HOOFDSTUK XI. 24) a'j l orug, dronkaards venijnige adders 1 my mijn buit Ontroovec.j,. "Welnu, c'fl ïi', non ik" u irOdank voor r.u goedé Hujneiiigen.... ;loeg hij rond in den hoop en - i. a gevaardigaen onder de slagen schop hij hem in razende woedï, •=- Ou hoofden in bet stof, slaven, of ik zal leeren, en de Sitch met voeten tieden, •als ik het ondier hier doe - De bondgenoot toonde wat hij vagen •fde. f Vreemd verschijnsel.... Dertig duizend .i jakken stonden tegenover eenige duisende i,2 j' taren, achter welke, het is waar, zich de d- g ,iee!e geduchte macht van den Khan Ter Vi! Geen hunner durfde tusschen beide s --.o11t. 'den, Tuhay-Bey nam zijn toevlucht tot ïenj eenige middel, dat in staat was hen te 'j?.. jrtuigen want de hulp der Tartaien was misbaar voor de Zaporogen. De afgezanten tonnden naar buiten om uitleg te geven aan f menigte.... «Men zou hun den geiangene t uitleveren, hij behoorde aan Tuhay-Bey jsj vu Tuhay-Bey was boos geworden.... Tuhay- 17y had hun deu baard uitgerukt." Yanstonds herhaaldeu meerdere stemmen het plein «Tuhay-Bey is boos geworden nayBey is woedend iondom een der vuren verhief zich een oei koor Hé Hé TuhayBey iu of Wat het sociale leven betreft, gaf het afgeloopen jaar groote reden tot tevre denheid het zag toch de katholieke sociale actie geboren worden. Reeds ontplooit zich deze over 't geheele land ook in onze gemeente is een loot van dien socialen levensboom geplant. Dat hij moge groeien en gedijen, tot hij het geheele Katholieke Nederland onder zijn beschermende kroon verzameld heeft, is zeker de wensch van allen, in wie het warme, sociale Chrisdendom het harte ancller doet kloppen. Natuurlijk zaten ook de revolutionnai- ren niet stil. Wel hebben zij zich nog niet geheel kunnen herstellen van den gevoeligen slag welke hun 1903 toebracht wel vinden zij voornamelijk in ons land, een regeering tegenover zich, die hen staat, doch hun veroveringstocht moge dan een poos gestuit zijn, zij blijven met veel misbaar en woeste, hartstochtelijke woorden de massa bewerken ook hier in 't Zuiden- Het komende jaar pantsere nog meer onze broeders tegen de mo kerslagen dier haatverkondigers men zette zich nog vaster in den zadel en werke met kracht mede, om de christe- lijke-sociale, de katholieke-democratische beweging met nog- sneller tempo te doen voortmarcheeren. Het sterfjaar van onzen grooten Paus Werd zoo razend boos. HéHé Tuhay-Bey 1 En het koor groeide aan en zwol tot een machtigen geluidsstroom. «He Hé Tuhay- Bey zoo ontstonden die liederen, welke vervolgens door de welluidende snaren der luiten over de geheele Ukraine werden ver 6preid. Eensklaps verstomde het lied..., Door de poort \an Wassau Pacha kwam een detache ment in galop het plein opgereden «Plaats Plaats l« en wendde zich naar de vergader zaal. Een brief voer den hetmau Waar komt gij vaudaan Van Tcherine. Wij hebben dag en nacht doorgereden. Chmielwigki nam den brief.,. Hij las. Daarna zeide hij op pleehti- gen toon. Atamannen, de groothetman zendt ons zijn zoon met een leger tegemoet. Dat is 't begin van den oorlog Een dof gemompel ging door de zaal... Uitingen van vreugde?.,, van angst? Chmiel was midden in de zaal getreden Hij zei te de handen in de zijden en riep met fonkelen de oogen en op bevelenden toon De kapiteins bij hun compagniën Laat kanonschoten lossen op het plein en tounen brandewijn aansteken Morgen bij 't aan breken van den dag, op marsch Van toen af aan was het uit met de ge meen8chappelijke beraadslagiugen, met de macht der atamannen. Chmiel werd heer en meester. Nauwelijks eenige minuten geleden nam hij nog zijn toevlucht tot list om de dreigende eischen der Compagnie te ver ijdelen nu besliste hij met een eukel woord over leven en dood. Dat was een oud ge bruik zoodra het eerste •orlogsgcschal weerklonk, oefende de hetmau het opperste gezag uit. Op de wallen daverden de kanon— nen, schuddend de houten gebouwen en hun vreeselijke echos de steppen inrollend, als eeu voorteeken van het bloedbad. Eeu nieuw tijdperk brak voor twee volken aan, maar noch de dronken Zaporogen, noch de hetman zelf waren het zich bewust HOOFDSTUK XII. Chmielwigki, TuhayBey en hun gevangeue gingen den nacht doorbrengen bij den ataman. De Tartaar behandelde Jan met de onder scheiding, verschuldigd aan een krijgsgevan gene. van wien hij een hoog loBgeld hoopte te ontvangen. De oude ataman veranderde eveneens van gedrag met hart en ziel aan Chmiel ver knocht, had hij gedurende de beraadslagingen der vergadering aanstonds gemerkt, dat de opperbevelhebber voornemens was, den officier te redden maar groot was zijne verwonde ring, toen hij den hetman tot den Tartaar hoorde zeggen TuhayBey, wat vraagt gij voor dien gevangene De Tartaar zag Krétuski aan. Gij hebt mij verzekerd, dat hij een persoon van gewicht is, antwoordde hij. Ik weet ook, dat hij een gezant is van den ge duchten hertog, en dat de hertog gehecht is aan hen, die hem dienen. Bismillah hij zal betalen en gij van uw kant ook. Hij dacht een oogenblik na en ging toen verder Gij moogt hem hebben voor tweeduizend kronen. Tweeduizend kronen Dat meent gij niet TuhayBey zweeg, hij zag den hetman aandachtig aan. Gij zult er drieduizend geven, zei hij eindelijk. Drie ?--. En zoo juist zsgt gij twee Omdat gij er waarde aan hecht, als gij den gevangene wilt hebben en wanneer gij er waarde aan hecht, geeft gij er gaarne drieduizend voor. Hij heeft mij het leven gered. Bij Allah 1... Daarom is hij nog duizend meer waard 1 Jan verbrak de onderhandelingen. TubayBey, zeide hij, van de zijde des hertogs kan ik u niets beloven maar ik zal de drieduizend kronen betalen. Ik heb deze som ter beschikking bij Zijne Hoogheid en wil mijn leven en mijne vrijheid niet te dan ken hebben aan dezen hetman. ra naar plaatsjuimu cn 2 maal berekend* ent liet ons voor 1904 en de tijden zijn beroemde zendt waarin hij de banen der c. democratie zegende en effend: de maatschappij ten zegen zal met 't groot aantal krijgers, die schiep en nog voortdurend in get d toenemen, de wereld hervormen gelukkiger geheel. Daarom de revolutionaire vulkaan spuwt, hoe hij ook het gezc cc n tracht te vergiftigen, niet ver- nieuwe jaar doe ieder in zij) voornemen vormen, zich naa> de natc zijner krachten te geven aan de -- volksbeweging. Overal, in Duitschland, in Oostenrijk, in Spanje, en niet het in ons eigen vaderland schrijdt zij mc' vasten tred voorwaaits. Ondanks c. heftigste aanvallen en de grofste ver dachtmakingen bloeit zij. Ed waar we in ons land leven onder de schutse van eene christelijke regeering, kan het niet anders, of zij kan hier met hoog op geheven banier den strijd met hare tegenstanders aanbinden, om op te bouwen, wat goed en opbouwbaar is, om te verbeteren en te zuiveren, om te verheffen en te veredelen het so ciale leven, dat helaas vaak nog zulke scherpe kanten vertoont, dat in vele phasen, vooral die der arbeiders, roept en schreeuwt om verbetering. L^tcn wii riot* o o !c ti acliten in 190o, dit op politiek en staatkundig gebied zoo belangrijke jaar, het tegenwoordige regime te handhaven. Doen we toch niet mee of trachten we te voorkomen versnippering van de krachten die er zoo hoog noodig zullen zijn, want weet wel, dat het een hopelooze verwarring zou geven, indien de regeering met haar meerderheid vallen moest. Wat na jaren van noesten vlijt en onmeetbaar arbeidsvermogen is verkregen, lag dan tegen den grond. Het nieuwe jaar doe ons dus met nieuwe kracht bezielen, om te behouden, wat we hebben, om de christelijke volksbeweging nog hooger vlucht te doen toenemen. En dan, ja dan zal 1905 voor ons zijn een jaar van de overwinning van de partijen van Christus, dan kan ons met vertrouwen tcuwiaar hristelijke ren banaal cent per gtwrc e plaatsing ong*«ev»n, 1 groot fc&ntal nn r voGrrïMhce oontrMven IfSsrar ïpMHBMEBWHK"'SC ons bestaan, r.air> ">ns ;i.iH scnoem werken waar ze ook van AO voortdure :>nze gemeente ga* flv- - ;onóer belangwtfvkc.ide ge- c Hanoei rijveiheid m goed jaar, onze hoofd ndu.st geregeld druk weik, hoe lensten niet groot waren akerij kon geiegeld flink dc maar de prijzen zijn nog wezen moeten, wat voc de leerlooierij kan won neer dakt-4^* ntieftpr; n op lit. e n \oor' at ooi iepen, :rland r van o :ht 'Si S hoor hepen en nog- steed 'in van stijgen. Bij beide Lakkt n van industrie k-uit y tu toont zich nog steeds oen ondcrnem'mgs ;j ,r, geest, de energ' iv.r t b-ikan'.en. die j ruimte J-ige kosten noch m< keil sp-uen, om huaiic i \r. v;, <,--c inrichtingen geheel naar alle eischen j ver vlot lie en te richten en hunne artikelen steeds in v meer te perfectionneeren, zoo zeife dat j oor;pc het een gewild artikel in 't buitenland d»* grwolgfu r \an »!,v '.e 'lietenissen in :iju aaunmigest .net gebeurteuisrMi »ui»tige tijdruimten. ikeld er va?» fat jaar theurt, daarvan is de seeker ui tie vorige jaren en wordt en de export voortdurend toeneemt ja zelfs voor velen de hoofdzaak wordt. De landbouw had in onze streken geen slecht jaar, terwijl de veeteelt niet zeer loonend was. Voor ons blad en onze drukkerij was 1904 een gewichtig jaar. Door uitbreiding onzer zaken, voortdurende toename onzer clientèle waren we genoodzaakt onze drukkerij en magazijnen aanmerkelijk uit te breiden. Eene nieuwe en flinke fa briek, ingericht naar alle eischen des tijds werd daargesteld, machines en materi eel zoodanig aangevuld, dat we onze clientèle vlug en degelijk konden bedie nen. Ons blad nam een groote vlucht, abonne's en advertentién kwamen meer en meer in, en dank zij dien steun, konden we aan al onze rubrieken, alsook aan ons blad meer uitbreiding geven, en daardoor den geheelen inhoud aan waarde doen stijgen, we konden ons van medewerkers op alle gebied voor zien, die wij voor hunne onvermoeide pogingen bij deze dank zeggen. We kunnen 't gerust verklaren geen Eu hoe kuut gij mijue bedoelingen kennen vroeg Chmielwigki. Ter zelfder tijd wendde hij zich tot Tuhay-Bey. De oorlog gaat beginnen, zeide hij. Voordat uw gezant terugkeert met het los geld, dat gij van den hertog hoopt te krijgen, zal er nog heel wat water door den Dniepr loopen.... terwijl ik u het geld morgen ter hand laat stellen. Geef vierduizend kronen en gij hebt den Lakh, gromde TuhayBey. Vierduizend, volgens uw laatste woord. Heer, zei de ataman, wilt ^ij, dat ik de som uittel Het geld ligt daar, in den muur. Breng het geld morgen naar het Tar taarsche kamp te Bazawluk, beval Chmiel wigki. Tuhay-Bey rekte zich uit en gaapte. Ik wil gaan slapen, zeide hij... Morgen bij 't aanbreken van den dag keer ik terug naar Bazawluk. Waar is mijn bed De ataman wees hem een hoop schapen vachten aan langs den muur. Hij strekte er zich op uit. Eenige oogenblikken later snorkte hij. Toen liep de hetman gejaagd het nauwe vertrek op en neer. De slaap ontvlucht mij, zeide hij-Ataman, geef mij te drinken. Wijn of brandewijn? Brandewijn, anders kan ik niet in slaap komen. Het begint reeds licht te worden. Ja, 't is laat. Ga rusten, ouder... maar drink eerst een glas met mij. Op uw roem Op uw gelnk 1 De ataman wischte zich den mond af met zijn mouw, gaf Chmielwigki de hand en wendde zich toen naar den anderen hoek der kamer, waar hij zich dicht in do vachten hulde. De ouderdom had *ijn bloed koud gemaakt. Zijn gesnork paarde zich weldra aan dat van Tuhay-Bey. Chmielwigki was gaan zitten, in gedachten verzonken. Luitenant, gij zijt vrjj, zeide bij. Dank u, hetman der Zaporogen, ofschoon ik liever gehad had, dat ik mijne vrijheid -11»* bespeuren sijn m ue komende }<irei Maar de gcc ip.eij.se 1 te regelen zoekt naai tsu .1 :v? wisseling der dingen, om deze te kunnen overzien til te beoordeelcn. Bij een begin van een jaar zien we om naar wat bet oude ons gegeven heeft en ons heeft ont nomen we zien om naar wat in stof en vergetenheid is erzonken, wc richten het oog op wat als voortdurende herinnering blijft en op wat als kiem voor de toekom»t verschijnt. En de hoofd stemming, die na deze revue ons vervult is meestal eene blijde, want al mag dan ook al de wrevel in om op rijzen over zooveel teleurstellingen, over zooveel tegenwerking en onwil, toch behaalt dj dankbaarheid voor het verkregene met de hoop op 't toekomstige aldra de over hand. We gevoelen ons allen in eene zekere prettige stemming op Nieuwjaarsdag. Zij; wien het oude jaar alle wenschen ver vuld heeft, gaan vol blijdschap het nieuwe in met het vaste geloof, dat dit hun even gunstig gezind zal wezen en wie slechts tegenspoed en tegenwerking in het afge loopen jaar ondervonden, zijn o, zoo blij verschuldigd was aan ieder ander, dan aan u. Ik ontsla u van uwe dankbetuigingen. Gij hebt mijn leven gered,, ik vergeld u dit... Maar nog een woord ik kan u slechts laten vertrekken op voorwaarde, dat gij mij hij uw eer zweert, aan niemand onze voor bereidselen, onze sterkte te verraden, noch iets van hetgeen gij in de Sitsch gezien mocht hehbe Ik kan u dien eed niet zweren, zonder te handelen als een verrader. Het heil van heel Zaporegenleger staat op het spel. Alvorens u los te laten, moet ik mij in veiligheid gevoelen. Ik weet hoezeer de macht, waartegen ik ga vechten, te duch ten is, als al de Kozakken, die onderdrukt zijn in hun geloof, iu hun geweten en hun geweten en hunne vrijheden, als al die som ijere massas, die scharen van ougelukkigen, mijne gelederen hebben aangevuld, dan hoop ik, den vijand hpt hoofd te kunnen bieden. Maar mijn grootste vertrouwen stel ik in God, die getnige is van de geweldenarijen, welke wij eeuwenlang hebben verdragen, en van mijne onschuld. Chmielwigki nam een tweede glas brande wijn en liep mot groote passen op en neer. Jan volgde hem met den blik. Laster zoo niet, hetman der Zaporogen, zeide hij op ernstigen toon roept den naam van God riet in en zijne almachtige hulp gij zondt slechts den toorn en de straffeu des hemels over u neerhalen. Hebt gij het recht een beroep te doen op de rechtvaardigheid van den Allerhoogste gij, die om per sooulijke beleedigingen te wreken, niet aar zelt, een burgeroorlog te ontsteken en de heidenen en ougeloovigen te wapenen tegen* de Christenen Als overwinnaar of als overwonnene, zult gij stroomen bloed vergo ten hebben zult gij een vloed van tranen verwekken gij zult ons land verwoest heb ben, overgeleverd aan de slavernij van den Islam, de Republiek geschokt tot in hare grondvesten gij zult een schendende hand naar de majesteit des koLÏngs opgeheven en de altaren bezoedeld hebben. (Wordt vervolgd),

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1905 | | pagina 1