Nummer 2. Donderdag 5 .Januari 1905. 28e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. TE VllR EN TE ZWAAHD. W4MIJIME BIIIIMY ANTOON TIELE BEDRIEGERS BEDROGEN Uitgeveb: Winkeliers, die U andere zeepsoorten Heeren Correspon denten worden verzocht ten spoedigste hunne vol' ledige nota, ook indien zij nog iets van vroeger te vorderen hebben, in te zenden. FEÜILLEIOiW BUITENLAND. Rusland en Japan. IN DE HANDEN STOPPEN, ALS U SuNLIGHT"- ZEEP VRAAGT, BEDRIEGEN ZICHZELF, WANT ZIJ VERLIEZEN HUN DEBIET. U WENSCHT DE ZOO GUNSTIG BEKENDE SUNLIGHT. DE EENIGE BESTE ZEEP, GEEN ANDERE. LET DUS OP HET WOORD „SUNLIGHT" OP IEDER STUK ZEEP. Ziekteverzekering. De val van Port Arthur. aam BS*,; De Echo van het Zuiden, Wailvjjksfhe en Laiij^straatsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond b o n n e m e n t s p r ij s per 3 maanden f ü."5. franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden Uitgever. den WAALWIJK. Advjcrtkntibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden Ümaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciple zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames. 15 cent per regel. DE ADMINISTRATIE. De principiëele oppositie van den Heer Fabius tegen 't ontwerp van wet omtrent de ziekteverzekering heeft enkele groote liberale bladen aanleiding gegeven tot beschouwingen' Opmerkelijk is hierbij het ve.schijnsel, dat juist de behoudsgezinde redactie's zicb gehaast hebben, te verklaren, dat zij, hoewel in 't algemeen tegen uitgebreide staatszorg zijnde, toch in dezen niet met den heer Fabius konden medegaan, zoo de N. Crt zoo ook laatst nog de N. Rott. Crt. Lezende, wat dit laatste blad hieromtrent aanmerkte, hebben we ons geërgerd over een uitdrukking, waaruit bleek, dat genoemd orgaan in de ziekteverzekering een vorm armenveizorging ziet. Ons lijkt dit een geheel verkeerd en voor de betrokkenen ook een zeer vernederd standpunt. Immers bij, die zich tegen iets verzekerdheeft recht op uitkeering. Hier mag dus allerminst van cene gunst, nog minder van armenver- Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ voor De Echo van het Zuidenvertaald door 11. EERSTE BOEK. HOOFDSTUK XII. 25) En Waarom? Omdat Tchaplinski u beroofd en in zijn dronkenschap bedreigd heeft Neen! Niet de hulp van God, maar van Satan moet gij inroepen en de hel, alleen de hel kan u bijstaan 1 Chmielwigki slaagde er in, zijn toorn te beheerschen. De dronkenschap had zijn zinnen nog niet verward. Misschien ondervond hij een geheime onrust misschien hoorde hij een inwendige stem hem toeroepen «Halt Het is nog tijd Keer terug op üw schreden!" Wees voorzichtig, zeide hij, dat uw stoutmoedigheid mijn geduld niet uitput. Gij dreigt mij mot de hel, gij beschuldigt mij van persoonlijk belang en verraad. Wie heeft u gezegd, dat ik alleen mijn eigen beleedigingen wilde wreken Als dat zoo was, zou ik dan een leger gevonden hebben, gereed om op mijn bevel op te staan Zie, wat er in de Ukraine gebeurt. Er is nog slechts plaats voor mannen als Wisniowiegki en PotoQki.. voor een handvol grooten. Aan hun de Btarosties, de waardigheden, aan hun het geluk, de vrijheid, terwijl het volk smeekend ae handen ten hemel heft. Wat hebben de Znporogen ontvangen in dank voor de bewe zen diensten en het gestorte bloed in oorlo gen? Waar zijn de voorrechten der Kozak keu De koning heeft ze gewaarborgd de adel heeft ze ons weder ontnomen. Nalewaiko stierf aan den paal, Pawluk werd geroosterd in een ijzereD ton. En zoovele martelaars, verbrand, gewurgd, aan den paal geregen zorging gesproken worden. Als wij ons met vergissen, zal volgens 't ontwerp de werkman toch in hoofdzaak zelf zijn premie moeten betalen. De patroon kan deze wel voorschieten, maar mag ze natuurlijk van 't loon van zijn werkman afhouden. Welnu, waar 't voorstel zóó geformuleerd is, hoe kan men daar van armenverzorging spreken Behooren zij tot de bedeelden, die eene levensverzekering sluiten ^Uoch deze laatste is niet wettelijk geregeld*, zal men ons toevoegen. Jammer genoeg Iets anders is het, als men beweert, dat de verplichte ziektenverzekering de armenzorg zal verlichten. Dit zal iedereen ten volle beamen, doch daarom is de verzekering zelve nog geen armenzorg. Men moest zulke krenkende beschouwingen omtrent een sociale wet, als deze is, liever maar achterwege laten. Of ligt het in de lijn dezer behoudsgezinde organen, om, dergelijke, echte sociale her vormingen op een minder eervol platvorm te plaatsen Laat oas hopen, dat al der gelijk gedoe toch niet de ziekteverzekering op den achtergrond kan brengen. Met aandacht heb ik het request gelezen, door de Kamer van Koophandel en Fabrie ken alhier gezonden aan H. H. Gedepu teerde Staten over den treurigen toestand van 't Drongelsche veer. Voorop een wooid van dank aan de Kamer van Koophandel, Het bloed onzer wonden is nog niet gedroogd op onze ledematen. Als ik de geesel Gods moet zijn op deze aarde, dat de goddelijke wil dan geschiede Ik zal dien last op mijn schouders nemen. En hij strekte de handen voor zich uit hij beefde over geheel zijn lichaam. Als ge broken onder 't gewicht van het noodlot, liet hij zich op een bank neervallen. TuhayBey en de ataman snorkten steeds door: in een hoek het doordringend gepiep van een krekel. Met gebogen hoofd bleef Jan zitten Ein delijk zeide hij op treurigen, diepen toon Al waren uwe beschuldigingen ook al zwaar, wie zijt gij dan, hetmau, om u op te werpen als rechter en beul? Waarom laat gij het niet aan God over, te oordeeleu en te straften? Ik verdedig de misdadigers niet, ik keur de bedreven geweldenarijen afmaar, hetman, keer in u zeiven Gij beklaagt u over het juk der grooten gij zegt. dat zij niet gehoorzamen aan koning of wetten gij veroordeelt hun trots maar gij zelf, zijt gij vrij van trots Al sprekende verhief Jan zijne Btem. Ohmiel- wifki hield den blik onafgewend op de fleeck brandewijn gericht. Zijn gebalde vuisten rustten op tafel. Zwijgend scheen hij met zich zei ven in tweestrijd. En wie zijn die mannen, die gij vervolgt iiet uw haat? ging de luitenant verder,.. Komen zij uit Duitschland of van do oever? van den Bosphorus Is het niet het bloed van uw bloed, het vleesch van uw vleesch Is het niet de adel, waaruit gij u beroemt, zelf voortgesproten te zijn Wee u, hetman Gij wapent de jongsteu onzer broeders tegen de oudsten gij drijft het tot vadermoord. Gij vraagt mij, wat er geworden is van de voorrechten der Kozakken ik zal u aut woorden niet de grooten der Ukraine hebben u die ontroofd, maai dejLoboda's, de Wlasko's, de Nalewaiko's, de Pawluks, wier folteringen gij verzint, daar gij beter dan ieder ander weet, dat geen hunner ooit levend in een ijzeren ton is verbrand. Wie stookte den burgeroorlog aan Wie stelde voor den ongeloovige het land der Republiek open? Gij I en nog eens, gij En gy wilt, dat u die steeds een open oog beeft voor de be langen onzer gemeente en deze naar best vermogen behartigt. Met liet Drongelfche veer is het weder de oude geschiedenis, of liever een erger worden van de oude kwaal. Hoe goed een stoompont ook is, bet is altijd onvoldoende voor een veer als 't Drongelsche. Maar al zouden we ons dan ook al de ongemakke lijkheden getroosten, die een veer noodza kelijk meebrengt, de verbinding van het Westelijk gedeelte der Langstraat en het Land van Heusden en Altena is van te veel belang, dat we deze afhankelijk stellen var. stroom en tij en weersgestfldheid. Geen enkel veer sal daarom hier ooit kunnen voldoen. Ik wil nu niet meer teiug- komen op de vroegere slof partij, waardoor Waalwijk zich door Heusden de schoonste verbinding liet wegkapen. Heusden had volkomen gelijk en kan zich nu in 't bezit van eene prach'ige brug verheugen, die wel is waar daar zoo dringend niet noodig was, maar waarmee toch alle bewoners zeer iu hun schik zijn. Maar dit alles brengt 0119 niet verder. Wij zitten hier nu met onvoldoende ver binding en moeten trachten deze alsnog zooveel mogelijk te verbeteren. De Kamer ran Koophandel heeft reeds een sterke sleepboot aangevraagd, welke naar we hopen de overtocht meer geregeld zal raasen. Op den duur echter zal ook dit niet helpen. Wat we hier noodig hebben is een brug. En ieder die slechts even begrijpt van hoe veel belang deze questie is voor Waalwijk in 't bijzonder en voor het Westelijk deel van de de Langstraat iu het algemeen en daarbij ook iets opheeft met Waalwijk en zijn omgeving moet bereid zijn alles te doen ora hier nog eeue brug te krijgen, Wanneer men uit het Land van Altena aan 't vI)bd. van N." schrijft om eene brug te Keizersveer, daar kunnen wij met eene kleine wijziging hetzelfde schrijven. «Het land van Altena en de Waal- wijksche markten en veehandel wachten slechts op eene brug bij Drongelen om tot welstand te komen. Met die brug was de geheele streek afdoende geholpen. De mid delen waardoor men thans in de behoeften van het verkeer tracht te voorzien, zijn volstrekt onvoldoende. Mochter. de komende verkiezingen einde- uwe voorrechten worden teruggeschonken als belooning voor uwe misdaden Zie, daar rust uw bondgenoot. Hij is de onverzoenlijke vijand van het vaderland, de vijand van het kruis, van het christendom, geen landheer der Ukraine, maar een aanvoerder der Tar taren. Met hem hebt gij uw eigen schepen verbrand, uw eigen broeders veroordeeld Maar in 't vervolg, zal hij ook heerschen, en gij zult zijn stijgbeugel vasthouden. Chinielwigki dronk neg een glas. Toen de oude Barrabas en ik eertijds in de tegenwoordigheid van den koning, onzen geeerbiedigden meester, werden toegelaten, zei hij treurig, en toen wij geweend hadden tegenover hem, geweend over onze ellende en onze slavernij, toen sprak de koning tot ons nHoe Hebt gij dan uw sabels en uw geweren niet En als gij verschijnen zult voor den koning der koningen, zult gij hem hooren vragen „Chmiel, hebt gij uw vijanden ver geven, zooals ik deed Ik wil den oorlog niet met de Repu bliek I Maar gij zet haar het mes op de keel Ik moet de Kozakken van hun boeien bevrijden. En beu beladen met de ketens der Tartaren. Ons geloof verdedigen. Met behulp van den ongeloovige. Ga weg, gij zijt de stem van mijn ge weten niet. Ga weg, zeg ik Het vergoten bloed zal neerkomen op uw hoofd, de gestorte tranen zullen u aan klagen, de dood loert op u en het oordeel Gods wacht u Ongeluksvogel riep Chmielwigki en zijn dolk flikkerde. Stoot toe zei Jan. Wederom was 't stilwederom hoorde men het gesnork der slapenden en het een— toouige geluid van den krekel. Een oogenblik hield Chmielwi^ki den arm dreigend omhoog. Maar eensklaps sidderde hij de dolk viel hem uit de handen. Hij greep de flesch bran dewijn, zette ze aan zijn mond en dronk ze achtereen leeg».. Toen viel hij weer op d« lijk eens een man in de Kamer brengen, die het Land van Altena en Waalwijk aan eeue brug wist te helpen." Dit is zeker, dat we deze zaak niet op nieuw mogen versloffen, opdat later, wan neer de weg geheel en al dood zou zijn, de regeering het niet meer de moeite waard zou achten om hier nog eene biug te «laan. Tot slot een woord van dank aan de ga8commi39ie, die zoo spoedig in het on voldoende onzer straatverlichting liet voorzien. X. Y. Het pleit is beslecht. Na een verdediging waarvan de wederga moeilijk in de historie te vinden is, heeft Port—Arthur, het Sebasto- pol van het Oosten, moeten capituleeren door uitputting, gebrek aan manschappen en ammunitie, het hoofd moeten buigen voor Japansche overmacht. Lang hebben de Russen den kamp vol gehouden, het optimisme met betrekking tot den spoedigen val, dat bij elk succesje van Japansche zijde uitgekraamd weri ten spijt eu nog, oudanks den geweldigen tegenspoed der laatste weken, moet men zich verwon deren, dat Von Stossel niet eerder het hoofd gebogen heeft. Want geweldig waren de slagen, die der verzwakte bezetiiug werden toegebracht. Dat de Russen zich met heldenmoed ver dedigd hebben, daarvan spreekt niet alleen r.et enorm Verlies aan menschenlevens aan Japansche zijde, doch ook de herhaalde pogingen om verloren stellingen te herwiunen zijn bewijzen te over voor de offervaardige dapperheid van de verdediger?. Daarom doet het goed te lezen, dat de eerste gedachie van den mikado is geweest, na de overgave hulde te brengen aan Von Stössel en zijn dapperen. De beteekenis van de val voor het verdere verloop van den krijg is nog niette overzien Eene basis is aan de op weg zijnde Baltische vloot ontnomen, maar hierop werd niet me.r gerekend zelfs in Rusland niet. Van meer belang is voor de Japanners, dat nu een deel van Nogi's leger vrij komt en, na de noodige rust, die het na de ontzettend zware taak niet mag onthouden worden, kan op trekken ter versterking van Oyama's strijd bank. Ik kan hem niet dooden, fluisterde hij, Ik kan niet Het is laat... Is dat reeds de dag De brandewijn steeg hem naar het hoofd. Hij verloor de gave des ouderscheids. Welk oordeel? Wat De Khan heeft mij versterkingen beloofd I Tuhay-Bey ligt daar te slapen Morgen gaan mijn soldaten op marsch. De aartsengel Michaël is met ons 1 En.... en als hij ons in den steek liet Ik heb u gered uit de handen vau Tuhay-Bc ij Bedenk. gij zult zeggen.... O de wreede kwaal, waaraan ik lijd Des te erger Ik zal niet terugwijken Welk oordeel?.... de dood Eensklaps richtte hij zich op met openge sperde oogen. Wie daar? riep hij. Wie daar vroeg de ataman, half slapend. Maar Chmielwi^ki liet het hoofd op de borst zinken zijn bovenlijf waggelde hij stamelde eenige onverstaanbare woorden en viel in slaap. Jan, bleek van ontroering en uitgeput door het bloedverlies, voelde zich der onmacht nabij en begon te bidden. HOOFDSTUK XIII. Den volgenden dag, bij zonsopgang, zette het leger der Kozakken, infanterie en cavalerie zich in beweging. De oorlog begon. In de nabijheid van Bazawluk wachtte de Tartaarsche horde, onder de wapens. Zesduizend soldaten, gekozen uit de beste troepen, vormden de legerafdeeling, die de Khan van de Krim ter beschikking stelde van Chmielwi^ki en de Zaparogeu. Toen zij hen gewaar werden, wierpen de Kozakken hnn mutsen in de lucht; geweren en musketten knalden. Heinde en ver weer klonk het geschreeuw der Kozakken en het rAllah Allah!" der Tartaren. Schmielwigki en Tuhay—Bey, beiden onder een standaard van paardenstaarten, reden elkaar te gemoet en groetten elkander plechtig. Met de snelheid, de Kozakken en de Tartaren eigen, stelde men zich in slagorde het geheele leger rukte op. De Tartaren op de beide krachten. Het is niet te zeggen hoe groot het be— legeringskorps van Port Arthur was, maar men rekent wel een 50.0H0 man beschikbaar te krijgen. L)e val van Port Arthui is ontegenzeglijk vsn groot nadeel voor de Russen daar uu geen Jipansch leger voo" de vesting wordt vastgehouden en de Japansche vloot vrij is om de Baltische vloot te gaan verwelkomen. Over de ouderhandelingeu betreffende de overgave wordt het volgende nog uit Tokiu geseind In zijn brief aan generaal Nogi verzoch generaal Von Stössel den Japanschen be velhebber co amissarissen te benoemen voor het bespreken van de voorwaarden van over gave vau de vesting. Generaal Nogi antwoordde dat hij generaal Tjichi met eenige andere officieren aaugewezen heeft om des middags samen te komen met de commissarissen van generaal Stossel op voorwaarde dat dc commissarissen van beide partijen gemachtigd zouden worden de voorwaarde van overgave te onderteekenen en deze dadelijk in werking zouden treden zonder nadere bekrachtiging. De samenkomst der commissaiissen eindigde Maandag te halfvijf, Er werden schikkingen getroffen voor de onderteekening van de definitieve akt an overgaven. Meu verzeke vdat de Russen de door de Japanners 1de voorwaarden hebben aangenomen. Een telegram van Nogi, Diusdagmiddag oi.tvaDgen, geeft deu tekst der voorwaarden van overgaaf van Port Arthur. Ze luiden als volgt Art. 1. Alle Russische soldaten, zeelieden eD vrijwilligers, ook de ambtenaren van het garnizoen wordeu krijgsgevangen gemaakt. Art. 2. Alle forten, batterijen, ooilogs schepen, andere schepen en booten de wapens, schietvoorraad, paarden, al het materieel, alle regeermgsgebouwen en aan de overheid toebehoorende zaken worden aan liet Japansche leger overgegeven in den staat waarin zij thans verkeeren. Art. 3. Indieu de twee voorafgaande voorwaarden aanvaard worden; zullen als waarborg de bezettingen der forten en bat terijen vau Itze—sjan en de beide Antse sjan's en van de hoogtenreeks ten zuidoosten daarvan op den 3eu dezer, 's middags, binnen de Japansche liniën worden overge bracht. Art. 4. Mochten de Russische soldaten of zeelieden geacht worden, voorwerpen in art. 2 genoemd, vernietigd, of op eenigerlei wijze in anderen staat gebracht te hebben vleugels, in het centrum Chraielwi$ki me't zijne cavalerie en de geduchte infanterie der Kozak ken daarop vol .;den de kanonniers met hun stukken, de kruitwagens, de voertuigen, het personeel, de previiie en eindelijk, gedreven door herders, de onafzienbare kudden ter proviaudeering. Toen zij het bosch van Bazawluk waren doorgetrokken, lagen de onmetelijke steppen voor hen. De dag ging heerlijk op geen wolk aan 't blauwe uitspansel. De harten der Kozakken klopten blijde. De groote, roode banier, waarop de gouden aartsengel - prijkte, werd meermalen heen en weer gezwaaid om den geboortegrond te groeien dit voor beeld werd gevolgd door de ouderscheidings teekens van ieder regiment en de standaarden De escadrons spreidden zich uit tamboerijnen, bekkens, luiten weerklonken, begeleid door een koor, dat uit duizenden borsten galmde O, vruchtbaar land de steppen. Als de eilanden der zee Voorop, onder de golvende plooien der roode banier, reed Chmielwi^ki, gekleed in een purperen gewaad en gezeten op een schimmel. Achter hem, rolden zijne ontelbare benden als golven aan zij overdekten de dalen, de heuvels, de geheele wildernis. En van Tchérine, de noordelijke grens dezer eindelooze eenzaamheid, trokken andere meuscheugolveu deze zee tegemoet het koninklijke leger onder bevel van den jongen Stephanüs Potogki. Het was a'sof Kozakken en Tartaren zich met een lied op de lippen naar een feestmaal begaven. Daarginds reden de huzaren iu sombere stilte voort zij gingen een worsteling zonder roem te gemoet. llier ouder ("ie roode banier, zwaaide een ervaren aanvoerder zijn het manstaf, zeker van de overwinning, zeker van de wraak. Daar ginds reed een jongeling in de gedachten verzonken, die een voorgevoel scheen te hebben van zijn wreed lot. Nog scheidden lien de onafzienbare steppen. (Wordt vervolgd),

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1905 | | pagina 1