Zondag 22 Januari 1905. 8e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. DE LIBERALE CONCENTRATIE, ii m i\ te mm. If' NimiHstr 1. Bit nummer bestaat uit TWEE BLADES' AITO OW TÏELE N, BEDRIEGERS BEDROGEN Winkeliers, die U andere zeepsoorten FETJILLEI OS. iiMiiiiiiiMiTinnMMniiiiiwMmni4 ÜITGEVKK WAALWIJ K. IN DE HANDEN STOPPEN, ALS U $UNLIGHT= =ZEEP VRAAGT, BEDRIEGEN ZICHZELF, WANT ZIJ VERLIEZEN HUN DEBIET, U WENSCHT DE ZOO GUNSTIG BEKENDE SUNLIGHT. DE EENIGE BESTE ZEEP, GEEN ANDERE. LET DUS OP HET WOORD „SUNLIGHT OP IEDER STUK ZEEP. li. W IWBBS3B7S! a De Echo van het Zuiden, Waalwliksche en Langstraatsclie Courant, *azs vrvn--I.Im■■»ifWW.^«WW«ciijiHJJjraS i)it Blad verschijnt VY e 11 s it a g- .en Zate r dagavo 11 d A b o n u o m e 11 t s p r ij s per 3 maanden f 0.~5. Franco per post door liet geheele rijk t 0.90. Brieven ingezonden stukken gelden enz., franco te zenden Uitgever. aan den &BB8SS& ra» Advketkntibn 17 regels f 0.00 daarboven B cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel (slot) Ter voorziening in de financieele beboet ten, ook ter verkrijging van eene betere verhouding tuaschen de geldmiddelen van Rijk en Gemeente zoo heet het dan verder in de eerste plaats, bezuiniging op militaire en andere uitgaven. Nu, die bezuiniging op militaire uitgaven zagen we reeds onder de oogen en andere bezuinigingen heel diplomatisch worden zij niet bij name genoemd. Men kan er dus van maken, wat men feitelijk wil. Het begrip toch is heel rekbaar. Deze toezegging geett dus in zijn algemeenheid al heel weinig. Aantrekkelijker klinkt voorziening in de financieele behoeften ook ter verkrijging van eene betere verhou ding tusschen de geldmiddelen van Rijk en Gemeente. Immers, ontkend kan niet worden, dat op 't oogenblik genoemde verhouding wel wat te wenschen overlaat. Verschillende groote steden vooral de hoofdstad des Rijks staan toch voor financieele moeilijkheden, juist doordat 't Rijk aan de gemeenten steeds hooger eischen gaat stellen. Men denke in dat verband aan de onderwijswet en aan de nieuwe wellen-, woning- en ge- 'r-Tyrar™i^,'iJiu."w-■««■■■'■ra.w-■."■■al'-'j'v.r' zondheidswet. Doch, hoe willen de heeren liberalen nu deze quaestie oplossen Zoo'n algemeenheid daar neer te zetten is gemak kelijk genoeg, maar het# juiste middel aan te geven, is moeilijker. Nu weten we wel, dat in een program niet alles gedetailleerd kan worden, en vooral dergelijk ingewikkeld fiinancieei vrangstuk niet, doch/t geldt hier niet een algemeen program, geen program van beginselen. Wat hier geboden wordt, is een program van actie voor één wettelijke periods en daarin bad men, neen moest men meer dan algemeenheden gegeven hebben. Te meer klemt dit, als men bedenkt, dat deze proeve van een concentratieprogram, levert het 't gewenschte resultaat op, zoo goed sis een rege.eringsprogram beteekent. En dan vlagen weWat hebben we aan dergelijke zwevende beloften Men heeft er eenvoudig geen houvast aan, zoodat ook dit gedeelte ons tot waarschuwing mag dienen, om niet op die waarschijnlijkheden in te gaan, maar eenvoudig trachten te behouden wat wij hebben. Wij kennen immers het regeeringsprogram dezer regeering. Zij heeft dit iu haar eerste troonrede neergelegd en er in de bijna afgeloopen legielatieve periode hard aangewerkt. Het meeste is reeds klaar ot in 't laatste voorbereidingsstadium. Daar om, de echt practische volksspreuk toege- p.sl: „Zoek geen mik, als ge brood bezit'' En nu de overige belastinghervormingen eene meer rationeele regeling van de directe belastingen, door welke, zij het ook in ge- splitsten vorm, de inkomsten worden getrof fen, alsmede uil bereiding der progressie- Al dadelijk merkt men op, dat liet denkbeeld van den lieer JV ub één inkomstenbe— last in l', dus geen vermogens- en brdrijls'oe- lasling afzondeilijk nicer, in overweging is geweest. Doch uim is voorzichtig genoeg neer te schrijven zij hei ook in gesplitï-tcn vorm. Zit, z o vangt men unie-liberalen en vrijzinnig-democraten onder één hoedje. ja. de hoed van wijlen den lieer Ilafroans komt toch altijd rog om zijn hoekje kijken Men ziet, de lie mi hebben van wijlen dezen kslh ilieken afgevaardigde aardig de hoe- d nm.iuoi uvre afgekeken. Schei ts echter Ier zijde, ir.cn wil dan een meer rationeele rege ling van dc directe belastingen, door welke, de. inkomsten worden getroffen, derhalve t-ene zuivere inkomstenbelasting. Arme ambte naren zouden wij zeggen, van wie liet in komen op een cent na geteld kan worden maar neen, die uitroep is te voorbarig, immers onmiddellijk daarop volgt, dat men uitbreiding der progressie voorstaat. Een inkomstenbelasting dus naar evenredigheid van het inkomen, zoodat de meest verdienende ook het meest betaalt. Heel mooi, maar hoe dit alles? Zullen we dit soms vernemen in de a. s. vergaderingen in Amsterdam De Nieuwe Courant een der hoofdorganen der oud- liberale fractie, sprak hiertoe reeds de verwach ting uit. Naar aanleiding van de optimisti sche meening van Land en Volk, dat ook de oud-liberale fractie geen bezwaar zal hebben zich met dit program te vereenigen. merkte dit blad op: Dit vertrouwen berust nog allerminst op vasten grond, aangezien natuurlijk aan de vaststelling van de genoemde punten onderhandelingen met die fractie zijn voorafgegaan en deze niet tot overeen stemming, maar tot de bekende verklaring van den Heer Tijdeman in de Twede Kamer hebben geleid (dat n. 1. de oud-libe ralen in geen geval kunnen meegaan met het blanco artikel 80) Hiermede is echter zoo gaat het conservatieve orgaan verder niet gezegd, waartoe die fractie, en hare aanhangers hun medewerking zouden verleenen. In de ver gaderingen te Amsterdam zal echter omtrent de wijzewaarop men zich de nadere uitwer king van die punten denktongetwijfeld liet Ileldenromau van HENRYK S1ENKIEWICZ voor De Echo van het Zuidenvertaald door H. EERSTE BOEK. HOOFDSTUK XV. 30) Des Maandags, bij 't krieken van den dag, werd het gevecht over de geheele 'inie hervat. Eerst volgde Krétuski de kansen vol verti ouwen Wederom Btelden de Poolsche regimenten zich buiten de verschansingen op maar zij traden niet meer aanvallend op, en bepaalden er zich toe, den vijand terug te slaan. De steppen waren doorweekt. De zware cavalerie was niet in staat, zich te ontplooien, en dit gaf een voordeel aan de lichte regimenten Kozakken en Tartaren. Langzamerhand stierf de glim lach weg van Jan's lippen. De ontzettende overmacht der aanvallers dreigde de enkele regimenten der koninklijke legers te bedelven. Nog een poging, en zij zouden teruggedrongen worden en de vijand zou het kamp bestormen. Men zag niet meer dien vurigen strijdlust van den vorigen dag, die onweerstaanbare kracht welke de huzaren tot den aanval dreef. Het Poolsche leger verdedigde zich hardnekkig, maar het bracht de eerste slagen niet toe, bet Bloeg de regimenten der Kozakken niet uiteen, het joeg ze niet voor zich uit, als een wervel wind. De drassige grond doofde hun strijd— vuur, belemmerde onder de wallen de bewegingen der cavalerie, welke met een onstuimige uit val de overwinning zouden hebben beslist. Chmielnigk' voerde steeds nieuwe regimenten iu het vuur. Hij was alom tegeuwoordig, sto mde ten aanval aan het hoofd zijner eskadrons en week eerst terug vlak voor de vijandelijke sabels Zijn strijdlust deelde zich mede aan alle soldaten. Ofschoon de grond bezaait was met lijken, drongen de Zaporogen onder luid geschreeuw op 't Poolsche kamp aan. Zij stieten op die gepnutseide bor sten vielen bij tientallen ouder't staal der lansen, maar keerden niet te min tot den aanval terug Onder de steeds stijgende golven dier menschen- zee, begonnen de Poolsche banieren te wijken. Nog had de zon haar hoogtepunt niet bereikt, of het geheele Kozakkenleger was iu den stryd gemengd. Tusschen de vechtenden verhief zich een nieuwen wal, gevormd door lijken van soldaten en paarden. Telkens vluchtte groepen Kozakken bebloed en overdekt met slijk achter de verschansingen, maar een blij lied klonk van hun lippen, hun oogen straalden van vreugde over de zekere overwinning, en zij zakten reeds ineen, toen liUu laatste kreet nog door de lucht galmde „Ter dood ter dood Jan staarde somber voor zich uit De hu zaren weken terug achter de wallen. Zij konden geen weerHand meer bieden aan dien eindeloozen menscnen stroom. Hun terug tocht kenmerkte zich door koortsachtigeu h.-.ast Op dat gezicht steeg een juichkreet op uit meer dan twintigduizend monden. De Zapo rogen stormden aun op de Kozakken van Potegki's regiment, die den aftocht moesten dekken Een regen van kogels en schroot wierp hen terug... De strijd werd gestaakt Iu het Poolsche kamp klonk trompetgeschal Men wilde onderhandelen. Maar Chinielnigki wilde van geen onderhandelen weten... Twaalf eskadrons Kozakken sprongen uit het zadel en begonnen met de infanterie en de Tartaren de bestorming der verschansingen. Op 't be slissend oogenblik moest Krézonski, aan het hoofd eeuer keurbende van drieduizend man, hen helpen. Bekkens, trammen, trompetten lieten een donderend geraas weerklinken, waar door het geschreeuw en geweervuur werd overstemd. Jan zag hoe de dichte gelederen dier on vergelijkelijke infanterie der Zaporogen losstormden op de verschansingen en deze in steeds nauwereu kring i nisloleu. De kogels groeven voren in de rangen der aanvallers Het scheen alsof die krioelende meuschen- massa, ja ziender oogen slonk, alsof zij zich wrong iu krampachtige stuiptrekkingen men zou gezegd hebben een monsterachtige slang, licht gegeven worden, dat het thans gepu- bliceeriie belicht nog achterwege houdt. Werkelijk, ook wij zijn verlangend, die nadere uitwerking, vooral van die mooie progressieve inkomstenbelasting, te verne men, Ook omtrent het verder volgende billijker regeling en verhooging der successie belasting en belastingen op vooiwerpen yau weelde. Dat zullen dan werkelijk leerrijke vergaderingen worden Heel het land zal wel dien (lag in verklaarbare nieuwsgierig heid verkeeren. Immers, de ontwikkeling te vernemen van zulke mooie, en billijke be lasting hervormingen, welke belas tingbeta- ende Nederlander zag niet gaarne „dien steen der wijzen" gevonden Edoch, wij vreezen met groote vreeze, dal het alweder „de melkpot van Pierrette" zal zijn en de uitwerking eenvoudig wederom u t algemeen heden zal bestaan. Bovendien ontbreekt o.i. aan deze voorgestelde, belastingbervonningeu een groote schakel. Waar blijven de indirecte belastingen Wij zien deze in dit program niet aangeroerd. En toch zijn deze één der groote steenen des aanstoots van een deel der hulptroepen der toekomstige regeering de sociaal-democraten. Mr. Meudels zij laatst nog in een vergaderingDe belastingen zijn direct of indirect of eerlijk en oneerlijk (sic.) De laatste, de oneerlijke, zijn de ac-- cijnsen en invoerrechten, die je betaalt zonder dat je 't merkt, doch die toch heel wat bedragen". Zoo denken die heeren over de indirecte belastingen. Nif zijn wij ook aller- minst bewonderaars der indirecte belastingen, zij drukken werkelijk te onevenredig op den kleinen man, maar wij zouden toch de laatsten zijn, ciie ze als oneerlijk zouden willen betitelen. Echter, te begrijpen is nu toch voor een ieder, dat een program, waarin verbetering van dezen vorm van belasting heffing in 't geheel niet aangeroerd is, in geen geval den steun van deze zoo hoog noodige hulptroepen zal kunnen erlangen. En hier mogen de heeren bij de a. s. ver kiezingen toch wel rekening mede houden, want zonder de raedehulpe der sociaal-demo craten veroveren ze in geen geval het zoo vurig gewenschte regeeriugskasleel. Nu kan men ons tegenvoeren Dat is toch hun zaak. Wat behoeven wij ons daar zoo druk over te maken!" O zeker, waarde opponenten dat is hun zaak, maar het is onze zaak de kansen der concentratie van links goed onder de oogen te zien, opdat wij onzen vijand doodelijk gewond maar steeds verder en verder kruipt die slang voort Reeds nadert zij de verschansingen, reeds kunnen de ka nonnen geen dienst meer doen,... Mismoedig sloot Jan de oogen. Als hij ze weer opent, zal hij dan nog de Poolsche lansen op de wallen zien?,,. Doch wat beduidt dat ontzettend geschreeuw dat helsche lawaai?.. Wat gebeurt er? Het geschreeuw weerklonk uit het Poolsche kamp! O! Groote God?.. Wat is er? Hij had de oogen geopend, en in plaats van den gouden koninklijken standaard, zag hij op de ver 8chansiugen de roode banier met het beeld van den aartsengel wapperen. Het Poolsche kamp was in de macht van den vijand- Des avonds vernam hij de bijzonderheden van Zakhar. Tuhay-Bey had Chinielnigki niet ten onrechte een adder genoemd. Op t beslissende oogenblik van den strijd, waren de Dragonders van Balaban, door hem aan gestookt, overgeloopeu naar de Kozakken zij vielen de Poolsche macht van terzijde aan, en voltooiden hun nederlaag. Jan zag de krijgsgevangenen hij was tegenwoordig bij den dood van den jongen Potogki. Zijn bals was met een pijl doorboord en hij overleefde zijn nederlaag maar eenige uren. „Zeg aan mijn vader" zei hij stervend «dat «ik gevallen... ben... als Hij kon niet uitspreken. Zijn ziel vlood lieen. Geruimeu tijd herinnerde Jan zicli dat bleeke gelaat, die heldere blauwe oogen. En op 't nog warme lijk zwoer Czarniegki, de toekomstige hetmau, zich te wreken. Geen traan ver toonde zich op zijn streng gelaat want hij was een krijgsman dien roemrijke daden onderscheidden Verre van zich ontmoedigd te betoonen, sprak hij Jan die geheel ter neergeslagen was door den ramp moed in „Dit is niet de eerste tegenspoed" zeide hij „dien de Republiek heeft moeten ondervinden „zij heeft ontembare krachten in zich en de si- gen van meerdere vereenigde vijanden „weerstaan zij kan niet vallen voor een me- „nigte oproerige boereu. Wie is vandasg „overwonnen De hetmaunen in persoon „de koninklijke legex-s? Neen! Die handvol kennen. En wanneer wij nu dit alles in 't licht der feiten observeeren, dan behoeven wij ons allerminst bevreesd te maken voor de groote(?kracht links. En kunnen we met volle moed onze kracht er tegenover plaatsen. Krachtbewusi ten strijde gaan, is reeds voor een groot gedeelte de strijd ge wonnen. En nn ten slotte de aap, die uit den mouw komt kijken. Daarnevens zoo luidt de slotparagraaf van het besproken program worde, zon der dal andere weigerende arbeid hierbij be hoeft achter te staan, wijziging van de Grondw t, in dien zin, dat aan den gewonen wetgever volkomen vrijheid bij de regeling van het kiesrecht wordt toegekend ter hand genomen, terwijl het vertrouwen wordt uitgesproken, dat deze zoodanig worde voor bereid, dat vóór het einde van het vierjarig tijdvak de eerste beslissing o\er een daartoe strekkend voorstel kan genomen worden. Dat is nog eens diplomatie Voor zulke staatsmanswijsheid den hoed af„Geer. dag en geen nacht!" zei de heer van Rialte in de Tweede Kamer „kan er gewacht worden op de invoering van het algemeen kiesrecht," „Zonder dat kiesrecht is er geen goede sociale wetgeving mogelijk roept een ander vrijzinnig-democraat uit. En nu kan aan 't einde der vierjarige periode, het Kiesrechtvraagstuk korr en Ra, ra wat is dat? „Neen," z gt 't sociaal Weekblad, „eerst de heeren afvragen hoe ze over 't algemeen kiesrecht denken, na het verkregen blanco art. 80. Wie dan niet voor onmiddelijke invoering is kunnen we niet gebruiken Ziedaar, de liberale concentratie Het cement is er nog niet, ondanks het mooie program. Zul 21 Januari het brengen? Laat ons afwachten wij willen geen profeten zijn Maar wat wij wel weten, program of niet, concentratie of niet, allen wie ook, zullen van links aan de stembus auti-crericaal en anti-Kuyper ziju, dat is het cement 1 Doch die leuze kennen we 1 Zij is hel cement onzer partijen. En daarom met moed de toekomst tegemoetAl dit dubbelzinnig politiek gedoe schrikt ons niet af. Met onze werkelijk geconcentreerde krachten ten strijde „soldaten onder bevel van Potogki vormde „slechts een voorhoede van verkenners. Wie „meende, dat de eerste do beste watacha der „Kozakken, gesteund door een Tartaarsche „mirza, de Republiek in gevaar kon brengen, „gaf blijk van weinig vertrouwen en weinig „moed..." Wij gingen dezen strijd tegemoet met een minachtend zelfvertrouwen" besloot „Czarniegki en ofschoon wij gezwicht zijn voor „de meerderheid, ben ik to<sh van oordeel dat de betmannen dezen opstand zullen kastijden „niet met het zwaard maar met de zweep En het. scheen, dat hij, die zoo sprak, geen krijgsgevangenen, geen overwonnen soldaat was, maar een aanvoerder, vertrouwend op de overwinning. Dit geloof in de macht der Republiek was een balsem in het gefolterde hart van Jan. „Czarniegkie moet gelijk heb ben. De legers der twee hetmmannen hebben nog geen deelgenomen aan den strijd achter de overwonnenen van heden bevinden zich nog de Republiek, do heilige rechten van het ge zag en de goddelijke wil..." Bemoedigd, bijna opgeruimd raadde Krétuski zijn chef, met Chmielnigki in onderhandeling te treden Ik beschouw mij als gevangene van Tub ay1Bey aan hem zal ik mijn losgeld betalen, antwoordde Czarniegki, Wat den andere aangaat, God verhoede, dat ik in onderhandeling treed met dien schurk, die de galg verdient. Zakhar, die het onderhoud van Jan met den gevangene had mogelijk gemrakt, en nu den iongen officier terugbracht naar zijn wagen, sprak hem op zijne beurt moed in ,,Met den joDgen Potogki 'had men niet veel moeite gehad Het zou heel wat anders zijn met de twee hetmannen af te rekenen. En gij, kleine, treur niet, want gij zult de vrijheid terugkrijgen, gij zult terugkeeren naar de Uwen terwijl de oude Kozak alleen en ver laten zuchten zal. Ja I Ja men moet nog afrekenen met de twee hetmunneu Inderdaad besliste deze eerste tegenspoed nog geenszins over de toekomst. Om zijn zoon te wreken, zou de grootbetman mededoogeuloos de opstande lingen vervolgen- Vroeger hield een zekere ijverzucht, welke nauwelijks door de vormen vau het hof verborgen werd, hem van hertog Wisniowie-gki gescheiden. Nu zou hij de eerste zijn om den roemrijken krijgsman de hand te reiken. Terecht oordeelde Chmiel nigki, dat hij hun vereenigde krachten niet k< n weerstaan. Daarom besloot hij, door te dringen in de Ukraine en zich onverwachts op de twee betmannen te werpen, voordat zij zich met den hertog konden vereenigen. Den volgenden dag in den vroegen morgen rukte hij op hij trok zoo snel voort, dat zijn tocht een vlucht geleek. Door de vlakten, de rivieren, door het kreupelhout bewogen zich de meuschengolven voort, onophoudelijk aangroeiend door de massa's, die uit de geheele Ukraine toestroomden: landlieden ontevredenen vluchtelingen, plunderaars. Deze menigte bracht tijdingen van de twee hetmannen, maar onzeker e, tegenstrijdige- Volgens de eenen was de hertog den Dniepr nog niet over getrokken volgens anderen had hij zich met de koninklijke legers vereenigdallen kwamen hierin overeen de Ukraine stond in vuur en vlam... De landlieden bepaakleu er zich niet toe Chmielnigki te volgen zij staken steden en dorpen in brand, vermoorden hun heeren. Gedurende veertien dagen leverde het konink lijke leger schermutseling op schermutseling. Overal kozen de Kozakkeu openlijk de partij van den opstand of wachten slechte op 't teeken daartoe. Craielnigki, overtuigd dat zijne eerste overwinning hem een goede ontvangst zou bereiden, haastte zich nog meer. Eindelijk hield hij halt op dc grens der Ukraine. Tchérine opende hem haar poorten het garnizoen schaarde zich onder zijn vaan del het huis van den slorost Tchaplinski werd vernield de menigte vermoordde de udelijken, die een toevlucht in de stad hadden gezocht. Men kwam eindelijk te weten, dat de hertog zijn diensten vel aan de beide betmannen had aangeboden, maar dat zijn strijdmacht zich noch niet met het leger had vereenigd. Chmielnigki herademde. Hij verliet Tchérine en trok verder midden door den opstand, het bloedbad de vlammen... Lijken en puinhoopeu teekeuden zijn weg. Voor leven achter hem dood. Het bloed hem, stroomde hield hij halt met het onder zijn schreden. Te Tcherkass os zijner troepen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1905 | | pagina 1