li iiiner o
•onclerdag
«laaigang
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
tb \\m e?i te mm.
ASTOON TIELEN,
BEDRIEGERS BEDROGEN
Brieven uit Suriname.
Winkeliers, die U andere zeepsoorten
LET DUS OP HET WOORD „SUNLIGHT"
OP IEDER STUK ZEEP.
FEVILLETOS.
u ™et-
I T G E y E R
IN DE HANDEN STOPPEN, ALS U SuNLIGHT=
ZEEP VRAAGT, BEDRIEGEN ZICHZELF, WANT
ZIJ VERLIEZEN HUN DEBIET, U WENSCHT DE
ZOO GUNSTIG BEKENDE SUNLIGHT.
DE EENIGE BESTE ZEEP, GEEN ANDERE.
(C.)
sz>GSMa«E5ïï3ïSB32£3SK3
iiisslrsilsrkr
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n ra entsprijs per 3 maanden f 0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advkrtkntib.n 17 regels f O.GO daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden Smaal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels eu
advertenties bij abonnement worden spcciplo zeer voordrelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
Eene waarschuwing.
Het jong liberaal orgaan Land en Volk
wil de verantwoordelijkheid erkennen, welke
thans op de linkerzijde is gelegd, om de
regeering te aanvaarden.
Het coalitie-program van Liberale Unie
en Vrijzinnig-democratischen Bond behoort
thans te worden uitgevoerd meent het blad.
En het verklaart heel consequent: Dien
weg moet het op 1
Maar de Nieuwe Courant is daarvan ge
weldig geschrokken en roept met hevige
ontsteltenis Neen dien weg moet het niet
op Geen sprake kan daarvan zijn
En dan vervolgt het blad
Niet slechts omdat dan onze geestver
wanten den politieleen zelfmoord zouden
begaan, die zij bij de in den jongsten winter
gevoerde en afgebroken onderhandelingen
tut«chen de vrijzinnige Kamergroepen wei
gerden te plegen. Niet slechts omdat een
regeeringscoalitie tusschen liberaal en sociaal
democraat een politieke onzedelijkheid is en
de uiterste heterogeniteit. Maar ook wijl
een Kabinet, op dien grondslag gevormd,
indien het al één begrooting doorkwam, de
uitvoering van zijn eeisfe balangrijke pro
grampunt niet zou overleven, en dus met
den dood in de schoenen het binnenhof in
treden zou. Maar ook wijl er geen zekerder
middel denkbaar ware om de coalitie, die
we gisteren verslagen hebben, over of binnen
vier jaar weer aan het bewind te brengen
dan al de booze voorspellingen waar te
maken, welke zij heeft gebruikt als verkie
zingswapen //tegen de linkerzij.*
Duidelijker kan het al niet.
We zullen nu inaar niet in den broede
gaan betoogpn, hoe onzedelijk de taktiek
der liberalen was, die met hun tegenstanders,
de sociaal-democraten, een stembus-coalitie
aangingen.
Het bovenstaande bevestigt volkomen wat
wij tal van malen véór de verkiezingen
hebben gezegd, dat de bondgenooten van
Links elkander na den strijd terstond in het
haar zouden vliegen.
En het bewijst ook, dat wij den liberalen
geen grooteren dienst zouden kunnen be
wijzen, dan nu met een deel der hunuen
gemeene zaak te maken aan de legeerings-
tafel.
Maar dan ook geen grooteren ondienst aan
ons zeiven.
Het stukje der N. Crt. bevat oneer dit
opzicht een zeer ernstige waarschuwing!
XVII.
Van de week had ik de eer bij den heer
Bueno Bibaz op bezoek te zijn en natuurlijk
liep het gesprek ook ook over het goud en
de goud-industrie en wel voornaamlijk over
die twee placers waarvan ZEd. en zijn broer
consessionarissen zijn n.l, aan de boven
Suriname bij Boschland. Vroeger toen ik
zelf nog naar de goudvelden opging had ik
meermalen met aeu ouderen broeder tot
Boschland te zamen gereisd en toen reeds had
ZEd. mij medegedeeld dat hij stellig meen
de dat zijn concessieterrein niet alleen goud
maar ook diamant moest bevatten. De
steenen destijds tot onderzoek naar Europa
gezonden bleken evenwel vrij waardeloos
e zijn. Dit nam niet weg dat de heer
3ibaz toch niet naliet zoo nu en dan eenige
steenen of steentjes tot onderzoek op te
zenden naar Europa en eindelijk is 't toch
wel degelijk gebh kin dat er echter xeer
zuivere diamant wordt aangetioffen of er
althans aanwezig is, want laat>t had ZEd.
weder eenige kleine ste. utjes naar Antwerpen
gezonden en hij onderzoek bleek dat een
sleei.tje zuivere diamant was. Hel steentje
heb ik wel zelf gezirn doch dit zoude voor
mij niet veel waarde hebbm als ik niet ook
dun iiegeleiaendoi brief had gt lezen waarin
het rapport van onderzoek vit Antwerpen
werd medegedeeld en w*»rin ook de prijs
genoem.l werd, hoepel waarde dat steentje
in ongeslepen toestand had. Wel weder een
bewijs dat de Surinaarasche bodem niet al
leen goud maar ook diamant bevat. Hoewel
diamant op heden slrchts sporadisch voor
komt kan men toch veilig aanuemen dat er
meer moet zijn, als men maar eenmaal de
oorsprong weet, de hoofdbron waar die kleine
stukjes vandaan komen. Mogelijk dat dan
nog groote gevonden zullen worden. Jammer
weder is het dal in Europa het vertrouwen
zoo is geschokt in «Ie goud-ondernemingen
in Suriname. Want ook hier ontbreekt het
den heer Buenos Bibaz aan het noodige
bedrijfs-kapitaal om het flink naai behooren
in exploitatie te brengen. En vrij zeker i«
het dat hij zijn concessie zal veikoopen en
vrij zeker is het ook dat de een of andere
Engelschman of Amerikaan wel een combina
tie zal weten te vormen tot exploiteering
van de concessie van de gebroeders Bibaz,
ik zeg vrij zeker een of ander Engelschman
of Ameiika?n, waarom wel doodeenvoudig
om dat er in Nederland waarschijnlijk geen
geld voor te vindeu zal zijn. Daar immers
steken ze veel liever hun geld iu buiteu-
landsche sporen of wat ook dan dat ze het
in eigin koloniën wagen - wagen Ja
zeker als men dikwijls ziet hoe hot met het
beheer van sommige ondernemingen toegaat
dan is het een waag om er geld iu te ste
ken. En die teleurstelling reed9 zoo vaak
ondervonden is dan ook oorzaak dat voor
dergelijke zaken, welke alle kans van wel
slagen hebben, geen geld is te vinden iu
het Moederland. En zoo zal dan ook zeer
waarschijnlijk wel eerder een Engelschman
of Amerikaan met een redelijk aanbod bij
de herren Buenos Bibaz komen, dan een
Nederlander. Of evenwel al te veel vreemde
invloed in Suriname gewenscht is betwijfe
len wij, doch daarover later. Voorloopig
wil ik wel bekennen dat ik vnn harte hoop
dat Nederlanders en Ncderlmidsch kapitaal
daarvoor gevonden worden en zeer zeker iv
het dat in dit geval ook de heeren B. B.
wel willen mrdewerken en wanneer een
Combinatie lot stand kwam zij er zelf o\.k
wel aandeel in willen houden te meer om
dat het een veel beloovende concessie is,
gunstig gelegen met bijna geen transport
kosten wat andere placers meestal ten val
brengt. Immers tot Boschland kan men
uiet de stoomboot komen Eeu betrekkelijk
korten landweg voert dan aar 't placer
zoodat geen covjaal of canotransport over
groote watervallen of stroomversnellingen het
vervoer van arbeiders of materiaal en pro
viand bemoeilijken.
Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ
voor De Echo van het Zuiden, vertaald
door H
DERDE BOEK.
HOOFDSTUK IV
(71)
Dat is een schrale troostIn Krétnaki's
plaats zou ik honderd maal liever hebben, dat
zij dood was, dan in zijne handen.
Zagloba trok zenuwachtig aan zijn baard.
Eindelijk barstte hij uit
Dat de pest dit ellendig geslacht ver-
delge Dat de heidenen van hun darmen pezen
maken voor hunne bogen
Ik heb het lieve meisje niet gekend,
zuchtte Wolodowski, maar ik wilde, dat mij
het ongeluk getroffen had in plaats van haar.
Ik voor mij heb ze maar eens gezien, en
als ik aan haar denk dreigt mijn hart te
scheuren, verklaarde Longiuus
En ik dan? riep Zagloba, ik, die haar
als een dochter liefhad, die haar reeds een
maal van den dood heb gered.
Als ons geen hoop rest, zei Wolodowski,
dan is het onze plicht, haar te wreken.
Hoe eerder er gevochten wordt, hoe
liever: hernam Longinus.
Naar men zegt, zijn de Tartaren reeds de
rivier overgetrokken en kampeeren zij in de
ateppen
Zagloba viel hem vastberaden in de rede
Wij mogen het kind niet aan haar lot
overlaten Ik heb dienstjaren genoeg om
aanspraak te mnken op wat rust En toch,
om haar terug te vinden, zon ik tot Stamboul
doordringen, zoo waar als gij mij hier voor
Uw schranderheid zal u misschien wel
eenig middel aan de hand doen, vei Longinus.
In één der beneden-localen van de Loge
^Concordia* in de Gravenstraat waren wij
in de gelegenheid een tentoonstelling te
bezien van geboetseerde Surinaamsche vruch
ten, welke prachtvol, de natuur getronw
nagebootst, waren vervaardigd door den
artist Arrias. Het was eeu werkelijk
prachtig en kunstvol vervaardigde collectie
«n zoowel suikerriet als boomvruchten waren
zoo getrouw nagemaakt dat men bijna ge
neigd zou zijn een mangoof, bacoba er at te
nemen om er in te bijten. Of de kunst
in Suriuame evenwel betaald woidt, betwijfel
ik sterk want naar ik hoor zal de artist
deze geheelen hoeveelheid trachten te ver
loten en alsdan zal het pl.m. f175 op
brengen. Wat mij echtei meer uog dan
dit interesseerde is een groote zilveren ge
denkpenning waarvan ik een paar photo-
grafische beelden naar Europa zsl zenden.
Deze zeldzame penning is een waar
kunststuk en is behalve de kunst nog zeld
zaam omdat slechts enkelen zijn geslagen
en uitgereikt ter herinnering aan. het
eerherstel van Johan Dirk van der
Cspclleu, heer van den Poll, Appeltern enz.
geboren in 1741 te Tiel. De geschiedenis
aan den gedenkpenning verbonden is eren-
wel te breedvoerig om hier iti 't kort te
vertelleu van daar dat ik mij voorstelde om
in een volgenden brief hierop terug te komen.
'k Z-d dan ook zien aan den uitgever te Waal
wijk twee Photo's er van te zenden met beleefd
verzoek die aan belanghebbenden, of zoo
geen fam. of belanghebbenden dan soms
aan belangstellenden, te laten zien of er een
reproductie van op tc nemen iu de Echo
want zeker is het, dat als er soms nog fa
milieleden mochten bestaan van genoemden
Cspellen het dezen niet onverschillig
zoude zijn tc weten dat nog een van dis
waarde vuile gedenkpenningen is ?e vinden bij
een liefhebber die vr zeer zeker trotsch op
is dien te bezitten doch voor wien die pen
ning nooit die waarde kan hebben welke
er door afstammelingen van Capellen aan
gehecht zoude worden.
Naar ik u met zekerheid kan inededeelen
is dat op 't oogenblik vrij veel goud ge
vonden wordt op Granplacer dat gisteren
hier 37> KGr. goud van dit placer ia bin
nen gekomen waaronder -een heel groote
pepite welke naar m*n zegt een waarde van
pl.m* f 2000 moet vertegenwoordigen.
't la waar, het ontbreekt mij niet aan
vernuft, ging Zaglsba verder Meer dan
eens heb ik met Jan over dat alles willen
spreken maar hij is zoo dicht als een pot
de Bmart verteert hem, erger dan eene ziekte
Laat eens hooren, wat uw voorstel is
hernam Wolodowski.
Op de allereerste plaats moeten wij te
weten zien te komen, of de prinses nog in
leven is Daartoe hebben wi] twee midde
len ten eerste, ouder de Kozakken van
Yaréma vertrouwde mannen te viDden, die
zich zullen verstaan met de vrienden van
Bohun
Ik heb eenige Ukraniers onder mijn
dragonders, viel Wolodowski hem in de rede
dio kunnen w ij gebruiken
Geduld ik ben nog niet klaar
ten tweede, de krijgsgevangenen, die deelge
nomen hebben aan de plundering vau Bar, met
geweld tot sprekeu te brengen- Bohun is huu
aller afgod zij kennen al zijne handelingen.
Als hij de prinses heeft ontvoerd, dan sta ik
er voor in, dat zij het weten.
Wij kunnen beide middelen tegelijk toe
passen, merkte Longinus op.
Gij epieekt als eeu wijsgeer. Blijkt het,
dat de prinses iu leven is, dan moot gij u,
teiwille van Krétuski, ouder mijne bevel.u
stellen, daar ik het meeste ondervinding heb.
Als boeren verkleed, zullen wij trachten te
weten te komen, waar de schurk haar ver
borgen houdt. Weten wij dftt eenmaal, dan
heet ik geen Zagloba meer, als wij haar niet
verlossen Krétuski en ik moeten vooral
oppassen als Bohuu ons herkende, zonden
onze eigen moeders ons gauw niet meer her
kennen. U beiden heeft hij nooit gezien.
Eéns heeft hij mij gezien, zei Longinus,
maar dat is minder 1
God zal hem ons in handen leveren riep
de kleino Wolodowski uit.
Ik voor mij, zie hem liever heelemaal
nietMaar ik heb een voorstel Lat ons
niemand uitsturen, maar zelf nog dezen nacht
vermomd op reis gaau
Onmogelijk 1 antwoordde Wolodowski.
W aarom
Op den vooravond van een gevecht mag
geen enkel soldaat er aan denkeu zijn vaandel
te verlaten, al was het, dat zijn vader en
moeder op sterven lagen. Krétuski, wiens hart
gebroken is, zou er nooit verlof voor vragen
Krétuski is een Romein zou geen
uwer den hertog eens een woordje iu het oor
kuuneu fluisteren?
Do hertog draagt de zorg voor de ge
heele Republiek. Het lot van een volk staat
op het spelen hij zou zich met particuliere
aangelegenheden inlaten Bovendien, ook al
konden wij zijne toestemming krijgen, zou
geen onzer het kamp verlaten onze eerste
plicht is de verdediging van het \aderland.
Ik ben te lang soldaat, om die plichten
niet te kennen.
Dat raiddel is in mij opgekomen, maar ik
geef het gaarne voor heter. Laat ons er niet
meer over spreken.
Als de hertog opperbevelhebber was, zou
den wij reeds overwonnen hebben Maar prins
Znslnwski denkt bij iedere dagreis slechts aan
goed eten en drinken.
Hij wordt binnen drie dagen hier ver
wacht.
God geve, dat hij spoedig komo
Op hetzelfde oogenblik ging de deur open
eu trad Krétuski binnen- Zijn gelaat Btond
strak (le glimlach was weggestorven nit zijn
oogeu de zwarte baard, hier en daar reeds
met grijs doorweven, reikte hem tot halver
wege de borst. Nooit sprak hij met iemand
over zijn smart. Hij wijdde zich geheel aan
ziju 8oldateDplichten en scheen zich flechts
bezig te houden met den dreigenden veldslag.
Wij spraken over uw ongeluk, dat ook
het onze is. zeide Zagloba. God is onze ge
tuige, dat wij ontroostbaar zijn.
Wij ziju dan ook vast besloten, wanneer de
prinses nog in leven is. ons leven te wagen,
om haar te redden uit de handen van dien
booswicht.
God loone u voor uwe goede bedoelin
gen antwoordde Krétuski-
Wij zullen met U doordringen tot in d«
tent van Ohraielriep Wolodowski.
God loone U herhaalde Jan en liet zich
op eeu stoel neervallen.
De kleine Wolodowski trad op zijn makker
toe
Waar komt gij vandaan
Verder is liet een verblijdend vooruit
zicht dat de ziekte in de cacao minder wordt
en zonder te kunnen zeggen dat men de
crisis geheel te boven is kan men toch
verzekeren dat vooral in de Saramakka de
krulloten veel verminderen eu de cacao
opbrengst reeds veel grooter wordt dan
geweest is.
De Surinaarasche Houtaankap en Handels
onderneming heeft domicilie gekozen in het
huis van den Heer Abarbsnel aan de
Graveustraat, prachtig gelegen eu een zeer
geschikt huis voor kantoor en woning. De
heer Riedé is nog in onderhandeling over
een perceel grond achter dat huis en door-
i oo pende tot de Sommels lijksche kreek
welk terrein voor opslagplaats en voor
vruchtendrogerij zeer gunstig gelegen is. Dat
de S H en H O een goede toekomst heeft
wordt hier algemeen grloofd en de voor
bereidende werkzaamheden wijzen daar wel
op. MARIPA.
Van den hertog.
Welk nieuws?
Ik ga vannacht op verkenning.
Ver?
Als de weg vrij is, ga ik tot Yarraoliue
Wolodowski wisselde een blik vau verstand
houding met Zagloba zij hadden elkaar be
grepen.
Dat is de weg naar Bar zei de oude
edelman.
Wij gaan mee
Gaarneals de hertog het goed vindt.
Laten wij gezamelijk naar hem toegaan.
Zij verwijderden zich. Het kwartier van
den hertog lag aan het uiteinde der stad
Zij moesten lang wachten, voordat zij hij hun
chef werden toegelaten, want talrijke officieren
van alle wapens verdrongen zich nau de deur
Hun verzoek werd spoedig ingewilligd. Een
paar Ukraniers, geaozen uit de dragonders,
zouden zich uitgeven voor deserteurs zij
moesten zich trachten te verstaan met de
manschappen van Bohun en zoodoende te
weten komen wat er van llélejae was.
Waakt over uw vriend, voegde de her
tog er zacht bij. Hij gaat gehukt ouder de
smart
Zij maakten een eerbiedige buiging eu
verlieten het vertrek. Bij het kamp der drag
onders van Wolodowski gekomen, outmoetten
zij een troep dronken edellieden, met Lasz,
den intentm t van de Kroon, arm het hoofd
Zagloba zuchtte; bij had veel sympathie voor
den intendant. Lasz, een echto vuurvreter
en de schrik der ongeloovigen, was een rust
verstoorder van de eerste soort. Meermalen
was hij reeds veroordeeld en in ieder ander
land zou zijn hoofd ïeeds twintig keer onder
het bijl zijn gevallen maar zelfs in vredestijd
lachte hij om wetten en verordeningen. Hoe
veel te meer dan in oorlogstijd, als het gezag
der civiele rechtbanken aanmerkelijk ver
minderde
Te Konatantinow had hij den hertog uit
stekende diensten bewezen maar door de ge
dwongen rust in het kamp te Zbaraz was hij
weer in zijn onde kwaal vervallen. lederen
dag was het ruzie en vechtpartijen.
Met Zagloba had hij ontelbare Lekers ge
ledigd- Doch sinds den val van Bar, was de
oude edelman ernstig geworden en had hy
den omgang met Lasz vermeden, D,i inten
dant was zelfs in de meeuiDg, dat zijn vroo-
lijke kameraad het leger verlaten had gro;>t
was dan ook zijn vreugde, toen hij hem
terugzag.
Bonjour I Bonjour! riep hij met uitge
strekte armen. Hoe maakt gij het toch
Waarom zie ik u nooit meer 1
Ik vergezel Krétuski, antwoordde Zag
loba somber. De intendant was geen vriend
van Jnu, hij noemde hem spottend een klui
zenaar.
Ofschoon hij wist, hoe diep ongelukkig Jan
was,, dacht hij er in zijn droukeuschap niet
aan, medelijden met hem te hebben. Hij nam
hem vast bij een der kuoopen van zijn
umf<rm en vroeg sarrend.
Zeg, treurt gij nog altijd over dat
meisje?... een schoonheid, is niet?
Laat mij, als je blieft, met rustzeido
Krétuski.
Drommels, wat een haast 1 Een oogen
blik... eeu oogenblik.. wacht even.l.
Ik heb dienst; voor uw pleizier kan ik
niet wachten...
Een oogenblik... herhaalde Lasz... Gij
hebt dienstmaar ik niet... Ik behoef hier
vau niemand hevelen af te wachten l— Een
schoonheid, is niet, zeg
Jan froiste de wenkbrauwen.
Het zou edeler van u ziju. den vinger
niet op die woud te leggen.
Den vinger er niet opleggen.. I Wees
niet ongerust 1 Als ae mooi is, z»l er wel
voor haar gezorgd worden
De jonge officier verbleekte maar het ge
lukte hem zich in te houden.
Mijnheer, zeide hij, dwing mij niet te
vergeten tot wien ik spreek
Lasz zetto groote oog<*n op
WatGij durft mij bedreigen... mij...
En dat voor eeu meisje...
(Wordt vervolgd.)