Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen. TH VUUR t\ Ti: ZWIiD. (Summer 55. Zondag 9 Juli 1905. 28e Jaargang. Kerste Blad. A N TOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN, BEDRIEGERS BEDROGEN Winkeliers, die U andere zeepsoorten Wat nu? FEUILLETON. Liberale tackti'k. Na de Herstemming. U I T (i K V K u WAALWIJK. IN DE HANDEN STOPPEN, ALS U SuNLIGHT= =ZEEP VRAAGT, BEDRIEGEN ZICHZELF, WANT ZIJ VERLIEZEN HUN DEBIET. U WENSCHT DE ZOO GUNSTIG BEKENDE SUNLIGHT. DE EENIGE BESTE ZEEP, GEEN ANDERE. LET DUS OP HET WOORD „SUNLIGHT" no icncp QTIILf 7 F CP igslraafsrlir Courant ru a Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 8 maanden fl)."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden san Uitgever. den Advkrtkntikn 17 regels f 0.1*0 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een g-oct aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciele zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel Dr. Nolens, geeft, den uitslag der verkiezing- besprekend, op bovengestelde vraag ten antwoord, dat de Linksche groepen, wijl ze bondgenooten waren in den verkiezingsstrijd, logisch eikaars bondgenooten moeten worden als re geringspartij. In de liberale pers wordt, zegt Dr. Nolens wel gesproken van drie minder heden, een clericale van 48, een vrijzin nige van 45 en een socialistische van 7 stemmen. Het komt mij echter voor dat deze groepeering niet voldoende is om de verantwoordelijkheid af te wentelen. De verantwoordelijkheid nl- die op hen rust die samen gewerkt hebben om eene Regeering onmogelijk te maken. Wanneer het uitbundig gejuich over den »val van Kuyper* eenigszins be daard zal zijn, zal men zich in verle genheid bevinden, zoo ongeveer als iemand die een olifant uit de loterij heeft. Wat moet hij er mee aanvangen? Wat moeten de linksche partijen met haar meerderheid doen De overwonnen rechtsche kunnen dit met belangstelling gadeslaan. Maar de voornaamste vraag is thans wat nu Immers wat hen bindt, bindt hen na als vóór de verkiezingen. Naar mijne meening moeten de groe pen van de anti-liberale coalitie zich vrijhouden van de smet, die hen door het, zonder voorafgaande afspraak en overeenkomst deelnemen aan en steunen van een cabinet-d'affaires4 zou bezoe delen. Dit vordert m. i. de politieke eerlijk heid. Maar ook vordert dit politiek inzicht. En dan kan niet ontkend worden dat door den uitslag der verkiezingen het land in groote moeielijkheid gebracht is, en dat er groote stilstand op wetge vend gebied te vreezen is. Zij, die geroepen worden om de Ko ningin te adviseeren bij de eventueele samenstelling van een nieuw Kabinet hebben geen gemakkelijke taak. De keuze ligt m. i. tusschen een Ka binet van de linksche meerderheid en een Cabinet d'affaires. Intusschen wordt het enorme voorbe- reidingswerk der sociale wetgeving te niet gedaan. Voor de verschillende partijen en groepen is de tijd gekomen om over de door hen aan te nemen houding na te denken. Het is verklaarbaar dat nu reeds wordt uitgezien naar de medewerking van sommige of alle groepen der anti liberale coalitie. Maar het komt mij voor dat er geen enkele reden bestaat voor de verschil lende deelen van het anti-liberaal bond genootschap om elkaar in den steek te laten Integendeel politieke eerlijkheid vor dert dat ze ook nu, en vooral nu, na de nederlaag aan elkaar gesloten blij ven. Heldenroman van HENRYK SIENKILW10Z voor De Echo van het Zuidenvertaald door H (71) DERDE BOEK. HOOFDSTUK IV Men schrijft uit Den Haag aan het Centrum In de liberale kringen is men erg verlegen met de overwinning De vraagwat nu wordt lastiger dan ooit. Men meent er nu het volgende op gevonden te hebben. In 't belang van 't land, zoo heet het nu, zullen er wel mannen van rechts te vinden zijn, die met gematigde liberalen een kabinet zullen willen vormen, vooral men maar bijtijds herhaaldelijk zegt, dat dï Koningin 't gaarne zou zien. Voor Justitie zou Loeff goed zijn. De man was te zelfstandig om onder Kuyper te staan. Hij had zich als Kamerlid voer Waalwijk doen kiezen. Ware Kuyper gebleven, dan zou hij als minister bedankt hebben, dat weten de liberalen hier precies. Als Loeff niet wil, dan zal van Idsinga wel bereid gevonden worden. Dat is juist de man dien wij noodig hebben voor de regeling van de administratieve rechtspraak. Voor Oorlog zal altijd wel een katho liek te vinden zijn. Trouwens dit departe ment is, zooals je weet, zei onze liberale zegsman, altijd het zwakke punt der liberalen geweest. Ellis zal wel minister van Marine willen worden. Zoo hebben de heeren 't graag 1 Maar waarom mannen van rechts 't Is duidelijk. 't Zou alleen zijn om de rechtsche coalitie voor goed te breken. Alle andere redenen: wensch van de Koningin, landsbelang enz., zijn maar voor de leus. Maar de tijd der leuzen is nu voorbij. De heeren zullen zeiven moeten aan pakken. Willen zij knappe mannen? Volgens hunne organen zijn een tal van rechtsche sukkels vervangen door knappe linKsche bollen. Willen zij gematigden Zij hebben oud-liberalen genoeg om daarmee een ministerie tc kunnen vor men. Wenschen zij een allegaartje Dan kunnen zij terecht bij de nu ge kozen meerderheid, te kust en te keur zelfs. Maar van rechts krijgen zij niemand. Een kunnen zij terecht bij de nu ge kozen meerderheid, te kust en te keuren zelfs. Maar van rechts krijgen Staalman, die hoort toch bij hen thuis. Maar op den keper beschouwd, is het wel aardig bedacht van de liberalen. Als Justitie, Oorlog en Marine aan zoogenaamd gematigden van rechts werden gegeven, dan konden de bond genooten, de socialisten naar hartelust schelden op klasse-justitie en dan kon b.v. Hugenholtz van zijn recht als volksvertegenwoordiger gebruik blijven maken om van de Kamer uit het leger en de vloot te desorganiseeren. De slagen der socialisten vielen dan neer op mannen van rechts en de heeren liberalen leden van het kabinet gingen dan vrij uit. Bovendien, als een der leden van de rechterzijde zich liet vinden, om de libe ralen in den nood te helpen, al geschiedde het dan ook zoogenaamd in 's lands be lang, dan zouden de kiezers, die zoo trouw voor de Rechterzijde gestreden hebben, zoo iets onbegrijpelijk vinden. En 't zou onbegrijpelijk zijn, ook. Ga uws weegs, mijnheer riep Zawi- la met donderende stem. Lasz was buiten zichzelven. Hal Schurken! Lafaards! Huurlin gen gij durft mij bedreigen... Trekt de sabels l schreeuwde hij tot zijn volgelingen. Hij zelf vloog op Jan aan. lu een oog wenk pareerde de officier en de sabel van den intendant snorde door de lucht. Door de vaart, die hij had, viel Lasz languit op deu grond. Krétusxi, bleek als een doode, spaarde zijn ontwapenden tegenstander, fir ont stond eeu vreeselijk rumoer. De volgelingen van den intendant en de dragonders van Wolodowski werden handgemeen Gelukkig dat de eersten intijds bemerk ten, dat de. partij van Krétuski hoe langer hoe sterker werd en met Lasz in hun mid den aftrokken. Kuchel, de adjudant van dienst, stormde de raadzaal binnen, waar Yaréma nog in gesprek was met den palatijn van Kieuw en graaf Denko. Hoogheid riep hij, een schandaal De soldaten vechten onder elkaar Tegelijkertijd verscheen op den drempel de intendant van de Kroon, ontnuchterd, u aar razend van woede. •r— Laat mij recht wedervaren 1 schreeuwde hij. Het gaat hier als in het kamp van Chraielnifki. Rang en waardigheid worden met voeten getreden. Een ondergeschikt officier heeft zijn sabel durven opheffen tegen mijl als Uwe Hoogheid den schuldigeniet Straft, zal ik mijn eigen recht zoeken De. hert' g stond kwaad op Wat is er gebeurd Wie heeft u aangevallen Een Uwe." o Beieren, Krétuski! Yaréma zette een verbaasd gezicht: Krétuski herhaalde hij. De deur ging open en weer trad Zawila binnen. Hoogheid, zeide hij, ik ben getuige geweest van het voorval. Ik kom niet om verklaring te vragen, maar om straf te eisctien vervolgde de intendant trotsch De hertog keerde zich om en zijn blik op Lasz vestigend, zeide hij Bedaard Bedaard als ik u bidde- U18R 1 Zijn blik was zoo verpletterend, zijn stem zoo dreigend, dit de intendant zweeg, on danks al zijn brutaliteit. Ik luister, hernam Yaréma, zich tot Zawila wendend. De oude krijgsman ver- baalde, hoe Lasz uit kwaadwilligheid of spotzucht, beleedigend gezinspeeld had op de smart van den jongen officierhoe hij het eerst zijn sabel had getrokkenhoe Jan, blijk gevend van eene zeldzame ge- matigheid, zich er toe bepaald b^d, zijn tegenstander te ontwapenen. De grijsaard besloot Uwe Hoogheid kent mij. Ik ben zeventig jaar oud, en nooit is een leugen over mijne lippen gekomen. Welnu, ik zal geen woord aau mijn verhaal veranderen, al moest ik het onder eed berestigen. De hertog antwoordde niet: hij ging aan de tafel zitten en begon te schrijven. Toen hij gereed was, sprak hij, zijn blik op den intendant vestigend U zal recht wedervaren 1 Lasz stamelde eenige onverstaanbare woorden. Hij boog en verliet met opge heven hoofd de zaal. Zeienski, zei de hertog tot zijn pasre, breng dezen brief aan luitenant Kréiuski. De page begaf zich aanstonds op weg en bracht het schrijven van den hertog opzijn bestemming. Jan vouwde den brief open, las h-m vluchtig en gaf hem daarna aan Wolodows ki Lees De kleine dragonderofficier kon een uit roep van blijde verbazing niet weerhouden Uw benoeming tot luitenant—kolone der Huziren Het opperbevel »au het regiment was een der hoogste militaire raugen. Jan werd een der hoofdofficieren in het leger van den palatijn der Ukraine. Zijn vrienden wenschten hem uitbuil lig geluk. Hij echter bleef er onverschillig onder: geen bevordering, geen waardigheid was iu staat, hem zijn leed te doen vergelen. Aanstonds begaf hij zich naar zijn chef, om hem te bedanken, terwijl Wolodowski zenuwachtig het vertrek op en neer liep en in zijn handen wreef. Hm Hm Luitenant-kolonel der Huzaren En nog zoo jong 't Is mooi G^d schenke hem ook zijn geluk terug 1 voegde Zagloba er bij Maar wie zal in zijn plaats luitenant worden vroegeu de officiers. Hier en daar is het denkbeeld geop perd om enkele van de demissionnaire ministers in het nieuwe Kabinet op te nemen De Standaard ziet daarin een teeken, dat de oppositie een onverant woordelijk spel heeft gedreven en nu voor de gebakken peren zit. <Onze mannen» schrijft dit blad mogen zich echter niet leencn tot hetgeen van hen gevergd wordt. Nu zelfs mannen als Rocll en Van Karnebeek op het schild der socialisten in de Kamer zijn gedragen, is er na tuurlijk geen flauwe hoop zelfs, dat zij zich onder een verflauwde Christelijke banier zouden scharen. Neen, onze mannen zouden zich moeten scharen onder een verwaterde liberale banier. Onzerzijds zou men moeten mede werken, om alle beginselvastheid weer uit onze politiek tc verbannen en de wa teren melk-politiek uit de dagen van Heemskerk senior zou nogmaals haar intocht doen. Zoo liep het vroeger, toen we ker kelijke mannen als graaf Van Zuylen, nu. van der Brugghen, en later een graaf Van Lynden van Saddtnburg in soortgelijke kabinetten zagen optreden en niet te zeggen is het, wat inspan ning het heeft gekost, om de noodlot- tige gevolgen van die politieke fout weer te boven te komen. Eerst door het kabinet-Mackay, dat de fussie-idce buiten sloot, en nu weer door dit kabinet dat op gelijke coalitie als dat van 1888 steunde, zijn onze be ginselen weer in eere gaan komen heett men weer geloofd aan onzen ernst, en er weer serieuse kracht van ons uitge gaan. En nu acht men ons van links dwaas genoeg om weer te vervallen in de zelfde fout, waarvan de naweeën ons van '57 tot "88 machteloos gemaakt hebben. Natuurlijk speculeeren onze tegen standers daarop, zij zetten de val op. Dan waren ze voorgoed meester in het land althans voor twintig jaren. Doch dit durven we wel voor vast zeggen van de antirevolutionnaire- partij zal niemand in die val gevangen wor den. En ook de andere partijen der coalitie zullen er zich wel niet toe laten vinden. In denzelfden geest als hierboven, ook als wij in ons vorig nummer schre ven, spreken ook de Limber v Koe rier en andere katholieke bladen De Tijd schrijft over dez.: kwestie Allerminst verlangen wij, t. en "f Krétuski bracht hun het antwoord. Zijne Hoogheid heeft mij opgedragen zeide hij, zich tot Longiuus PodbipieU wendend, U uw bevret vau luitenant, te geven. O 1 God 1 riep de Lithuanier, de han den vouwend «ls voor eeu g« bed Hij had evengoed zijn Erabischen hongst tot luitenant kunueu benoemen, spotte Zagloba. En wat is er nu van de verkenning r vroeg Wolodowski. Wij gaan zoo gauw mogelijk op weg, antwoordde Jau. Hoeveel manschappen nemen wij mee Een half detachement Kozakken en evenveel Walachijers. Alles «ameu vijfhon derd man. Dat lijkt ineer op een expeditie dan op een verkenning. kom laat ons g»an Laat ons ga-iu I herhaalde Zagloba... Er. dat God ons geleide 1 Twee uren later, met zonsondergang, verwijderden de vier vrienden zich iu de richting van Bar. Van zijn kant verliet ook de intendant va'i de Kroon met zijn gevolg Zbaraz men vertelde, dat de hertog hem had weggestuurd. De officieren ver drongen zich om Kuchel, die nauwelijks alle vragen kon beantwoorden. Ja, zeide hii, ik heb hem het bevel van Zijne Hoogheid overgebracht. Geloof mij, mijueheeren, dat was eene gevaarlijke boodschap. Toen hij te tijding gelezen had, begon bij te razen als een stier. Een oogenblik dacht ik, d .t hij mij te l.jf wilde maar hij zag door het venster, dat de huur troepen van Kory9ki en mijne d.agonders met getrokken sabel zijn woning omring den. Op dat gezicht werd hij bedaarder, „'l Is goed, ik zal gaan, omdat is wegge jaagd wordt. Prins Domiuicus zal mij met open armen ontvangen. Matt ik zal u wreken* schreeuwde hij. u\ zal j f; zoowaar als mijn navm Lasz is I )ie #c .u.* zal mij voldoening geven 1" k Huurt erg op mijn gemak ove.i het it v.«n n..e vriend Jan. De intendant is hwieragend en daarbij dapper. Bovendien een nuog- waardigheidsbekleetler... Oudtriusschen reed de nieuwe kolom-.!, onkundig van de wraakplannr i ?a.i L*sx in galop aan het hoofd van zijn troep. Reeds lageu er meerdere m i tassen hem eu het kamp ofschoon hm rwiU Sep tember was, was het een zo. V nacht Opgewekt reed de troep verb tru: de luitenant-kolonel met o1 y Gi.; loba, Longinus en een detach ment rt twintig paarden. Kijk eens, zei de dikVedelman, hoe helder de maan op dien tau-el schijnt men zou zeggen, dat het r. iaariichte dag was. In tijd van oorlog ijn (lc nachten altijd zoo helder: wanneer zielen de li chamen verlaten, moeten v zich ne t aan de stammen der boomen kun: en stouten De paarden hinnikten en de ui nnen tracht ten ze tut bedaren te brengen. De oude sol-laten zeggen, Lil het hinniken der paarden een goed otitc-ken is, zei Wolodowski B heb ik het dikwijls hooren herhalen. Ik heb zoo'n voorgevoel, t onze moeite zal beloond worde: i« y ui i er bij. Moge de Almach ige - ne ko.one vertroosting zenden zuohlt-' o uni Zijl gij het niet met i ij ee s, wi Z'globa tot den Lithuanier dat «der de°liefde geen leed op dfee aarde zou be staan (W rdt ver1

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1905 | | pagina 1