Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. SPIJKERS te mil eu te mm. "landbouw IN ti is i ni er 58. Zondag 23 Juli L905, 28e Jaargang. Eerste Blad. AN TO ON T IEL EN, Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN, BEDRIEGERS BEDROGEN Winkeliers, die U andere zeepsoorten FEUILLETON. i T o K v I? r IN DE HANDEN STOPPEN, ALS U SuNUGHT= ZEEP VRAAGT, BEDRIEGEN ZICHZELF, WANT ZIJ VERLIEZEN HUN DEBIET. U WENSCHT DE ZOO GUNSTIG BEKENDE SUNLIGHT. De Echo van h iwow j» .t'XZ'zrr'-** 5 vr: en Lssptrtaixele t'oinil. Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o 11 n a 111 entsprijs per 8 maanden f U.~5. Franco per post door het geheele rijk f 0.91). Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden Uitgever. den WAALWIJK. Advkrtentibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden specific zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel met koppen slaan is iets, dat Mr. Aalberse •chijnt te gaden, schrijft Valuas in het Venl. Nieuwsbl. Het hamertje althans handt hem opperbest. In 't laatst verschenen nummer van Het Katholiek Sociaal Weekblad* komt hij op tegen wat hij noemt „negatieve actie." Onder ons-lui zijn er, die meenen, dat ons werken op maatschappelijk gebied uit sluitend ten doel heeft het afwenden van het socialistisch gevaar. Waaruit volgen zou dat men op plaatsen, waar het sociali.me het hoofd nog niet opsteekt, vooralsnog de hauden in den sehoot mag leggen. Och 1 wat blijken arbeidschuwe luidjes toch vlijtig eu bepaald vindingrijk in het opsporen van redenen, waarom zij viu uoch vinger behoeven te roeren I Zij chloroforraeeren gezond verstand en geweten, om zich niet behoeven te ge troosten de moeite en de offervaardigheid, aan vaak harden arbeid, en strijden en dulden verbonden. „Afkijkers" zijn 't. Eer nog kat-uit-den-boom-kijkers, voor wie men hopen moet, dat poeslief hen niet te pakken krijge. „Dat men zegt Mr. A. het volk voorlicht om*rent het doel en weze der sociaal-democratie en de taktiek der sociaal democraten uitstekend „Maar nimmer worde dat hoofddoel onzer actie. „De overwinning zal niet behaald worden, vooraleer de maatschappelijke misstanden zijn weggenomen. „Laat wat het voornaamste en noodigste en nuttigste is, ook, het voornaamste, het noodigste en het nuttigste blijven. „In wiens vochtige woning paddiVoden den vloer verteeren, wordt zeker iets gedaan, wanneer hij die houtvreters tracht weg te krabbrn, maar op den duur bereikt hij niet veei daarmee. „Ze komen steeds weer terug. „Den bodem moet hij uitgraven, dr.;og zand erin werpen en lucht erouder aan- birngen. „Niet het weghalen helpt, maar het ver beteren. „Als de vochtigheid uit het huis ver dwijnt, zullen de paddestoelen wegblijven. „Zoo verdwijnt ook de sociaal-democratie uiet eer, voordat de maatschappij is hervormd in Christus. In gelijken zin schrijft ook Pater Bruin „De sociale quae9tie bestaat niet in de vraag, hoe men het krachtdadigst het socialisme kan bestrijden. „De maatschappij zucht onder sociale en economische wanverhoudingen, die reik halzend doen uitzien naar verbeteringen. „De snelle uitbreiding van 't socialisme ware onmogelijk, zoo niet reed- de sociale quarstie bestond. „Dat is het goed uitwerksel van het socialisme dat het de maatschappij heeft doen opschrikken, door haar te uoen ge voelen op welke dwaalwegen zij zich be weegt." Zoo is het. Ook indien er geen socialisme ware ont staan, liadde men toch moeten handelen naar het ve.maan van L°o XIII„Er moet spoedig en afdoende, geholpen wordeu, wijl tenge.volge der wanverhoudingen ontelbare menschen een ellendig en onwaardig bestaan leiden." Die „ontelbare menschen" klagen met recht en reden. En die menschen zijn, naar Christus leer, onze bloeders. Ziedaar waarom hu:i de hand dient gereikt. En dit hulpbetoon bcschouwe men niet altoos als een liefdewerk, uit deernis ver richt, maar ook vprltijds als een werk door maatschappelijke gerechtigheden geboden. Immers, waar volgens 't pauselijk woord „tengevolge van wanverhouding#!) ontelbare menschen een ellendig en on waardig brstaan leiden" en „enkele bezitters van onmetelijke, schatten de groote menigte opleggen een juk, dat slechts weinig van dat der slaven verschilt" daar wordt met plompeu voet ook recht vertreden. Niet enktl dus, zelfs niet hoofdzakelijk om 't socialisme te keeren, moeten wij ons wijden aan 't reddingswerk, maar wel en rechtstreeks om in Christus te herstellen wat door den Chrislus-hatenden tijdgeest werd bedorven. „Als de vochtigheid uit het huis ver dwijnt zullen (vanzelf) de paddestoelen wegblijven. Verbetering moet er komen onder veler lei opzichten. Daar meet een einde gemaakt aan wan verhoudingen. En, naar 's pausen woord „spoedig en afdoende. „Bouwt goede arbeiderswoningen, richt arbeidsbeurzen op en bevordert de ontwik- Heldenroman van HENRYK SIENKIEWICZ voor De Echo van het Zuiden, vertaald door H DERDE BOEK. HOOFDSTUK VI (73) Luide met dt tong klappend, proefde hij van den drank. Zijn gelaat teekende ver bazing, daarna verontwaardiging. God almachtig! zeide hij.... in welke tijden leven wij... Die schavuiten drinken een hydrommel, den hemel waardig.Gij ziet het, Heer, en spaart Uwe bliksems Met één teug ledigde hij den beker. Nu omringde hem de geheele stoet en smeekte hem het feest uiet te storen. Vlak bij hem stond Xenia, de mooie bruid, bevend van argst, huilend, maar bekoorlijk.... Zij vouwde de handen voor haar hijgende borst... „Genade, edele heerl".... Zagloba voelde zijn oud hart verteerderen. Hij gespte zijn ceintuur los, zocht in zijn zakken en haalde den laatsteu dukaat te voorschijn, die hem nog restte van de edel moedigheid van Yaréma. Dédrl zeide hij ea gaf hem aan Xenia... God zegen je en je onschuld erbij. De ontroering belette hem verdpr te spre ken, want dat mooie meisje, slank als een hinde, met de sierlijke, zwarte wenkbrauwen deed hem denkeu aan Helène, die hij zoo innig liefhad. Waar is zij nu, het arme kind dacht hij. De hydrommel had hem weekhartig ge maakt hij zou al die menschen wel aau zijn hart hebben kunnen drukken. Toen kende de geestdrift van den bruid stoet geen grenzen meerzij juichten hem toe, zongen, en verdrongen zich roudem hem ieder wilde een pand van zijn mantel kussen „Leve de Lakh Hij is edel en goed jubelde de menigte .'„hij geeft dukaten aan de armen Eere zij hem hij leve ge lukkig De vioolspeler streek razend over de snaren de oogen van den pijper dreig den uit hun kassen te springen de tam boerijnen ratelden. De vader der bruid, die zich voorzichiig op een afstand g> houden had, naderde nu, met de rechterhand zijn vrouw en met de linker de moe Ier van den bruidegom vasthoudend. Zij bogen diep en noodigden hem uit, deel te nemen aan liet feestmaal. Xenia en haar echtgenoot, de gasten, de getuigen, allen drongen er op aan. Zij woon den niet ver weg de edrle heer behoefde geen omweg te maken op zijn reis nergens dronk men betere hydrommel Hij wierp een vragende blik op zijn s ldaten bij de gedachte aan de verschillende lekkernijen, die hun wachten, watertandden zij reeds zij durfden echter hun verlangen niet uit t«* drukkeu de tucht verbood het. Maar de commandant had medelijden inet hun kwel ling Eenige oogenblikken later trok de geheele stoet met de soldateu, als beste vrienden, naar het huis der bruid. De vader, eeu welgesteld pachter, hirld niet van halve maatregelen: wijn, hydrommel, brandewijn, vloeiden bij stroomen. Zagbba leidde het feest Er hadden eigenaardige plechtigheden plaats. De oudere vrouwen brachten Xenia naar haar kamer en bleven daar lang bij haar. Eindelijk kwamen zij terug met de boodschap, dat de bruid naar keling door sociale curcussen. „Sterkt de arbeidsvercenigingen, steunt rechtvaardige werkstakingen, strijd voor deugdelijke sociale wetgeving „Helpt mee aan voorzorgskassen, voorzorgs kassen voor ziektegeval en werkeloosheid, bestudeert wezen en diepte der sociale vra gen, leer van 't buiten- en binnenland wat alom practisch reeds is geschied.. „Steunt hen, die strijden voor collectieve arbeidscontracten, voor normalen arbeidsdag en behoorlijk loon. „Bevordert het vakonderwijs, verspreid grzonde denkbeelden bij patroon eu arbeider, brengt onder het volk goede geschriften over de vragen van den dag. „Werkt op gelijke wijzen voor den mid denstand, trekt u het lot der landarbeiders aan, strijdt voor Zondagsrust, tegen nacht arbeid. „Doet dit alles, en.... hebt gij bij dit alles nog tijd om de valsche leer van het socialisme aan het volk duidelijk te uiaken, des te beter.* Aldus Mr. Aalberse. Doch al hetgeen hij daar opsomde, dient allereerst beredderd. En wanneer derwijs de maatschappij ste vig op christelijk grondslag hervormd is, dan eerst make men front tegen de valsche leer van het socialisme. Voorloopig is er dus nog werk genoeg aau den winkel. Werk te over en spoedeischend ook. „Onverwijld sla inen de hand aan 't werk, opdat het herstel van 't kwaad, zoo ontzaglijk reeds in zijn verhoudingen, niet door verzuim nog meer bemoeilijkt worde." En niemand zegge, wat meestal tot vergoelijking van nietsdoen geschiedt dat's pausen oproep ten arbeid gericht is tot deze of gene. Heusch niet. De geestelijke vader van alle geloovigen spreekt tot uilen, van wat stand of land ook en niemand aohte zich ontslagen van de verplichting, minstens eens ernstig te onder zoeken of er in de sfeer, waar hij invloed heeft, geen verbetering dient aangebracht. Van voren af zeggen: „'t is hier niet noo- dig," lijkt wel makkelijk, doch blijkt veeltijds niets meer dan wat Pius IX z.g. schand merkte als un oreiller puur la paresse, ofte wel een vrijbrief tot botvieren van gemak zucht. Men onderzoeke, doch meenens en on bevooroordeeld, en tot zijn verbazing zal menigeen bevinden, dat alles alével niet zoo in den haak is, als hij 't zich verbeelde. Waar /oo honge belangen op 'i spel staan, -chtte inen zelfpaaiing en voortdora- melen in valsche gerustheid niet enkel uit den dwaze, maar ook uit der. booze. In ons Limburg en zeker ook in ons Noord-Brabant heete het dan ook spreek woordelijk trouw aan ouden godsdienst en voorvaderlijke zede is veel, zeer veel „niet in den haak.* In onze steden en vlekken, in onze dor pen en gehuchten zijn er toestanden, die dringend verbetering behoeven. Verbetering op allerlei gebied. Verbetering van 't geen na verloop van tijd niet meer beantwoordt aan dt eischen van een tegenwoordige!). Afschaffing van misstand en wanvcihoudinp. Oprichting van wat het geestelijk en stof- lijk welvaren des volks en dit in al zijn geledingen kan bevorderen. En vooral die aan het hoofd staan van pei.igc gemcenïchap, boedauige ook, moeten beseffen, dat zij onverantwoordelijk lichtzin nig plicht verzaken, zoo zij den pratnenden uood des lijds niet begiijpen. Nu achtereenvolgens pausen en bisschoppen en ter zake kundigen onophoudelijk aan dringen en onverwijld toetasten, kan niemand meer voorwi ndrn dat hij niet is gi waarschuwd, haar overtuiging blank was als een duif en rein als een lelie. De vreugde was algemeen „Eere! Geluk!* De vrouwen juichten „Nu, heb ik het niet gezegd?* herhaalden zij Vervolgens werd Dmitri uitgenoodigd zich naar de kamer van Xenia te begeven. Daar de bruidegom geen vader meer hal, speelde Zagloba die rol. Hij volgde de ou ders der bruid en de moeder van Dmitri naar de kamer. De zaal werd ledigde soldaten waren naar buiten gegaan en boot sten lachend de keelgeluiden der Tartaren na „Allah Allah I" tegelijkertijd schoten zij hun gewerei; af. Maar liet leest bereikte eerst zijn toppunt toen de ouders der bruid in de zaal waren teruggekeerd. De mannen groeten de moeder met eene kniebuiging: de vrouwm prezen haar: zij had haar dochter kunnen bewaren als haar oogappel, als een kuische duif, als een blanke lelie. Daarna opende Zagloba met haar den dans de gasten volgden hun oorbeeld. De paren zweefden door de zaal en ook buiten werd gedanst; jongens, meisjes, soidaten. I)# vader der bruid stak nieuwe tonnen aan vreugde vuren verdreven de duisternis van den nacht. Men dronk om er bij neer te vallen. Zagloba wist van geen uur of tijd meer. Waar bevond hij zich? Wat deed hij? Hij zeg de gezichten der gasten als in een dichte nevel, maar al had men hem doodgeslaan, hij zou niet kunnen zeggen, wie die gasten waren. Hij was op een bruiloftmaar welke bruiloft? Die van Krétuski en prin ses Helène, misschien 1 Hij liet dit aange name denkbeeld niet meer los en was er zoo uitgelaten over, dat bij begon te schreeu wen „Vivat VivatBroeders laat ons vrienden zijn Hij dronk glas op glas. „op uw gezondheid, edele herren riep hij zich tot de jongens wendend. „Op de ge zondheid van zijne Hoogheid, den Hertog Mogen de rampen, die ons dierbaar vader land treffeu, voorbijgaan zonder sporen achter te laten Toen begon hij te weenen en viel tegen een ton. Maar bij iaderen stap nieuwe hin dernissen de vloer lag vol dronken man nen. „Groote God riep Zagloba „welk een verval! alleen Zagloba en Lasx kunnen nog drinken!" Hij hief zijn betraaude oogen ten hemel, maar toen had hij eene gewaar wording of alle sterrebeelden uit hun ver band gerukt werden en of de maan een willekeurige zigzaglijn beschreef langs het ui'spansel, spoedig daarop viel de held in zijne volle lengte op den grond. Hij had een benauwden droom. Het was als of een monster zijn borst indrukte, en aan armen en beenen bond. Tegelijkertijd weerklonk hevig vuren aan zijn ooreen verblindend licht drong door zijn oogleden heen. Hij wilde wakker worden, maar kon niet. Het scheen dat men hem wegdroig hij stikte bijna van angst. Nog eenmaal trachtte hij zich op te richten, «nar te ^erget's 1 Doch door deze laatste poging werd hij wak kerhij opende de oogen. Toen ontmoette zijn blik een andere twee oogen, zwart als kool en dreigend. Eensklaps liep een ijskoude rilling hem over alle leden en beefde hij van het hoofd tot de voeten. Hij had Bohun herkend HOOFDSTUK VIII. Zagloba lag zwaar geboeid in de feestzaal zijn sabel was aan zijn lichaam vastgebonden. Bij hem zat Bohun op een voetbank en vermaakte zich met zijn angst. Goeden avond, edele heer 1 zei hij spottend zoodra zijh slachtoffer de oogen opende. Yun het graan, dat legert. Hebt gij het gezien Hier, daar, overal graan, dat legert. De rogge ligt bij plekken zooals de boeren bij ons zeggen plat op den grond. Op de klei is het met de tarwe en de gerat al juist hetzelfde. De beste, dat wil zeggen de zwaarste tarwe, ligt het meest. Er is haast niets onaange- natners, niets verdrietigers dan het legeren van het graanmen heeft alle moeite eu kosten gedaan om het land te hestellen te bewerken, te bemesten en te bezaaien men heeft zich verheugd over de goede opkomst, over het gunstige weer, over den goeden stand na den winter, over dm Zagloba, eenklaps nuchter geworden, ant woordde niet. Onverstoorbaar kalm herhaalde de Kozak. Goeden avond, edele heer Brrdacht Zaglobaik zou liever zien, dat hij woedend was! Herkent ge me niet, waarde vriend? Goeden avond! Hoe gaat het met de gezondheid Dat kon erger.... Wat uw gezondheid aangaat, daar zal ik mij wel eens mee be lasten. In Gods naam Vroeger hebt gij mij eens verpleegd: ik ben uw dankbaarheid schuldig. Wij zijn oude vrienden.... Weet gij nog, dat gij mij te Rozkghi zoo warm ingepakt hebt.... hé? De oogen van Bohun schoten vuur en zijn lange snorren krulden onder een vreese- selijken glimlach. Of ik dat nog weet? vroeg Zagloba... Ik had u toen mijn dolk in de keel kunnen steken..., maar ik heb het niet gedaan. En ik.heb ik u ooit ergens mijn dolk laten voelen? Uw leven is mij te dierbaar! Ik zal op u passen, als op den appel van mijn oog! Hij is zeker hiel wat met me van plan ducht Zagloba. Vreemd, ging Bohun ve.der, hoe men elkaar naar lang zoeken terug vinden kan. Om u de waaiheid te zeggenik zocht u heelemaal niet (Wordt vervolgd-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1905 | | pagina 1