A()iuiai> i.* augustus i;hj;>
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
TE HIK mi ZWAAR».
aal
m
ANTOON TIELEI,
Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN.
Eerste Blad.
Pittige Lectuur.
LANDBOUW
Miner ö-J
T3o,
BEDRIEGERS BEDROGEN
[■EVILLU! on.
üitgrvkr:
Winkeliers, die U andere zeepsoorten
Of het Waar is
IN DE HANDEN STOPPEN, ALS U SuNLIGHT=
=ZEEP VRAAGT, BEDRIEGEN ZICHZELF, WANT
ZIJ VERLIEZEN HUN DEBIET. U WENSCHT DE
ZOO GUNSTIG BEKENDE SUNLIGHT.
DE EEN1GE BESTE ZEEP, GEEN ANDERE
LET DUS OP HET WOORD „SUNLIGHT
OP IEDER STUK ZEEP.
Mededeelingen van eeD landbower
over de bemesting der
stoppelvruchten.
ri Laip
L)it Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 0."5.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advertentibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden specific zeer Yoordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
zijn maar van verbijsterende juistheid tevens,
opmerkingen, waarmede de liberalen zeker
hun voordeel zouden kunnen doen, wanneer
zij niet eenvoudig en voor alles vijandig
stonden tegen den christelijke» godsdienst,
in welken vorm dan ook.
De ruimte laat ons niet toe er stukken
uit over te nemen thans, het zou ook het
geheel schaden, maar wij raden eenieder aan
te lezen wat deze wetenschappelijke
man zijne mede-liberalen onder 't oog
brengi, hoe hij hen als 't ware dwingt ware
liberalen te zijn, hoe hij de schoolwetstrijd,
de laatste verkiezingsactie, het samengaan
met de socialisten hekelt.
Een waardig besluit votmthet geloof
aan den triumf van het goede in ons Ne
derland.
Hiermede bedoelen we de bekende en
veelbesproken vlugschriften van den liberalen
professor Dr. A. M. J. Holwerda te Leiden,
thans vereenigd uitgegeven voor de luttele
som van 25 cent door den uitgever E. J.
Drill te Leiden. Voor verspreiding zijn ze
verkrijgbaar 100 exemplaren A 12.50. Dit
laatste voegen we er hoofdzakelijk aan toe,
omdat wij ineenen dat èu volksbibliotheek,
èn katholieke actio èu tedeieen die daartoe
in de gelegenheid is, een goed werk zou
doen, de verspreiding daarvan in de hand
te werken.
Zij zijn getiteld Wie zijn we zelf"t een
woord tot zijn mede-intellectueelen, ei.
Kunnen xoij niet anders worden"een woord
tot zijne liberale landgenooten.
Het ware te wenscben dat velen dit
boekje in handen kregen, om deze lezens
waardige uitgave in zijn geheel en terdege
eens te lezen vooral de liberalen en die
zijn er tegenwoordig zoowat overal, (velen
meenen het tenmiuste te zijn), moesten eens
een tijdje op hun gemak dit werkje bestu-
deeren eu eens goed nadenken over hetgeen
deze geleerde mede-liberaal, die uit de grond
van zijn gemoed en opgrond zijner ervaring
spreekt, zooal tot hen zegt. Ongelukkig is het
Heldenroman van HENRYK SIENKIEW1CZ
voor De Echo van het Zuidenvertaald
door II
DERDE BOEK.
(78)
HOOFDSTUK VIII
Mijneheeren, begon Wiercbul weder,
de Antichrist is gekomen ik heb de ver
schrikkelijkste dingeu gezien. Deze veldtocht
begon onder de guns'igste voorteekens de
hertog had den intendant van de Kroon
recht laten wedervarenhij had zich ver-
roend met prins Dominicus Zaslawski, die
door de statpu tot opperbevelhebber was
b noeind..... Wij allen verheugen ons over
deze samenwerkingNogmaals had de
Hertog den vijand eene bloedige nederlaag
toegebracht te Konstanlinow en de stad
stormenderhand iugenoraen Wij trokken
vandaar naar Pilawiecmaar reeds onder
mijnden geheime komplotten zijne plannen
in den krijgsraad luisterde men niet naar
zijn stem men verspreidde willekeurig onze
divisie, zoodat de hertog slecht een regiment
huzaren, dat van Zawila, twee regimenten
dragonders en de helft van mijne Tartaren
te zijner beschikking had. En dat alles
wegens naijver op zijn roem. Met eigen
ooren heb ik de partijgenooten van prins
Zaslawski hooren zeggen#Nu zal men
toch niet meer kunnen beweren, dat de
overwinning overal zijne vaandels volgt
De rotm van Wisniowieski zou hebben
teruggeslraald op prins Karei, onzen candi-
echter als men de groote liberale bladen leest,
dat zij of de brochure gewoonweg negeeren èf
den schrijver gewoon als niet meer tot de
partij behoorendc, uit hun midden verban
nen omdat, ja omdat de man volgens zijne
vaste overtuiging, als man van ondervinding,
als man die de zaken nauwkeurig heeft
bezien en overwogen, als wetenschappelijk
man, de waarheid durft zeggen.
Zijn onze vooruitstreveuden, onze libe
ralen, dan zoo liberaal dat zij iemand, die
volgens zijne meening de waarheid durft
zeggen, die niet. geheel naar den zin Ier
andere heereu is, onmiddellijk uit de partij
zetten zonder dat zijne ernstige, woorden en
waarschuwingen eens worden gewikt en ge-
gewogen of er misschien iets waars inzit.
Daarbij komt., dat niemand in het alge
meen gaarne de waarheid verneemt, wanneer
die voor deu loegesp.-okene onaangenaam en
beschamend klinkt en te minder staat dit
aan, naarmate men hooger dunk heeft van
zich zelf.
En daarom hebben de liberale bladm
professor Holwerda verketterden buiten
de partij gezet, wat intusschen een der
schandepuntcn weer is van het vrijzinnig
oppositie- en obstructiespel gedurende de
jaren 1901—1905.
Er staau in die twee boekjes van professor
Holwerda opmerkingen, die vlijmend scherp
Haaten zij willen Johan Ca9imir op den
troon zien..,. Men redetwistte in het kamp
als op een Landdag; dis meuschen dachten
overal aan, behalve aan den oorlog. En als
ik u die feesten moet beschrijven, die
weelde, en die pracht gij zoudt mij niet
gelooven. De legers van Darius waren niets
in vergelijking van deze regimenten, scbifc -
terend van goud eu edelstoeuen. Tweehon
derd duizend knechten, mijneheeren de
vrachtpaarden bezweken onder den last van
kostbare stoffen fluweel, goudLken, zijdeu
tentenheele wagens waren b-laden met
zilverwerk. Gij hadt moeten zien, hoe die
krijgslieden met hun rijzwepen zwaaiden
^Hiermee zullen wij de vagebonden tot
reden brengen Wij, de oudere soldaten,
zagen het onheil aankomen. Voortdurend
was er ruzie. Men koos partij voor of tegen
den palatijn Kisiel, een verrader volgens de
eenen, de waardigste der Senatoren volgens
de anderen. Ieder handelde, zooals hem
goeddacht, ging waar hij wilde en had
slechts zijne persoonlijke, belangen en voor
deden op liet oog. Het was een carnaval
en geen veldtochteen carnaval, waar men
danste, speelde, zong en waar men het heil
der republiek met voeten trad.
Maar wij, wij leren nog 1 riep Wolo-
dowski.
En er is nog een God voegde Jan
erbij.
Wiercbul ging verder.
Wanneer de generaals vastberaden
legen Chmielni^ki waren opgetrokken, dan
zouden ze hem verpletterd hebben, ondanks
de wanorde, de tuchteloosheid en het gebrek
aan opperste leiding. De opstandelingen
dachten er reeds aan, ons Chmiel en de
andere hoofden in handen te 1- veren, om
op vergeving te kunnen rekenen hij, van
het gevaar bewust, stond op het punt om
Meermalen hebben we erop gewezen, met
welk een misbaar, een aplomb svmtijds door de
liberalen organen der thans aftre 'ende re
geering partijdigheid bij benoemingen werd
verweten en dan konden we er dadelijk aai.
toevoegen dat men gerust de kalmte
mocht bewaren en e°ns in stilte overpeinzen,
hoe men eerst eens in eigen boezem kon
gaan zisn voor men andere met verwijten,
meestal geheel onrechtvaardig, treft.
Het is over het algemeen onbeschaamd
van da liberalen om van partijdigheid bij
benoemingen t3 gewagen, want hun bestuur
is altijd één doorloopende partijdigheid op
het punt vau benoemingen geweest. In alle.
takken van staatsdienst kregen de liberalen
de vette kluitjes, werden de niet-vrijzinnigen
achteruitgehouden en dat niettegenstaande
toch de meerderheid van onze bevolking de
christelijke beginselen is toegedaan.
Maar laten we daarover maar voortaan
zwijgen, dat is van genoegzame bekendheid;
onbeschaamd is toch wel de heftige toon,
welke die pers aanslaat over de benoeming
van een auti-revolutionnair tot districts
schoolopziener in het district Winschoten.
Er zijn op 't oogrnblik van de 20 school
opzieners benoorden den Moerdijk, 3 die
niet tot de vrijzinnigen behooren; neemt
men de stemverhoudingen in dat gedeelte
van ons land in aanmerking, dan moesten
er minstens 9 van de 20 zijn.
Was deze benoeming nu werkelijk dan 't
toppunt van partijdigheid De lezer oordeele.
Zooals enkelen van jullie zeer goed weten
heb ik wel wat te kleine stal voor het land,
dat ik onder den ploeg heb. Ik heb dus
zeer zuinig te zijn m-t den stalmest dien ik
maak en ik moet alles goed uitrekenen,
wil ik geregeld overal eens komen, ik denk,
dat dit bij U allen ook wel ongeveer het
zelfde zal zijn. Eeu gevolg hiervan is, dat
ik liefst geen stalmest geef aan mijn stop-
pelgroen en spurrie. Vooreerst heb ik i:i
dien tijd niet heel veel stalmest en daaren
boven moet ik bewaren voor de rogge cn
voor mijn zwaardere prrceelen, waarop ik
natuurlijk zooveel mogelijk stalmest breng.
Toch waag ik het er maar niet op, om af
te wachten, of het ook niet zonder mest
gaan zal. Dat nooit. Ik wil den grond
dwingen, zooveel mogelijk op te leveren. Ik
heb in het eerste jaar een proefveld aange
legd, dat ii drie gelijke veldjes verdeeld
Wu8.
Het middelste van mijn drie veldjes liet
ik onbemrst, een der twee andere gaf ik
twee baaltjes super (per Hectare of Bunder)
daar mijn veldjes maar klein waren, elk een
paar are, had ik niet zoo heel veel noodig.
Dit zelfde veldje kreeg ook nog in bet ge
heel (ik zaaide het in 2 keer uit) een baal
tje chili per Hectare. Dit tweede veldje
kreeg dus fosforzuur en stikstof, maar geen
kali En nu het derde veldje. Dit gaf ik
deuzelfden me9t en ook nog patentkali. Dit
kreeg du9 een volledige bemesting met kali.
Ziehier den uitslag. Ie veld, kunstmest
zonder kali, 31,250 K.G. knollen 2e veld,
onbemest, 22,950 K.G. knollen3e veld,
kunstmest met kali, 41,5 0 K.G. knollen.
Is deze bemesting voordeelig vroeg ik me af.
Het eerste veldje kostte me 3 maal f 2,30
en nog f 16,60. Daarvoor had ik 11300 K.
G. knollen. Voor eiken cent, dien ik aan
bemesting had uitgegeven, kreeg ik du9 67a
K.G. knolleu, ongerekend het groen, want
ik had de knollen zonder het blad gewogen.
Het derde veldje, dat met de volledige be
mesting, kostte me 2 maal f 6 meer, dus
f 23.60. Daarvoor had ik 21,550 K.G.
knollen meer.
Voor eiken cent, dien ik aan be bemes
ting uitgaf, kreeg ik hier dus ongeveer 77a
K.Ö. knollen.
Maar er was nog meer voordeel. De bodem
was door de bemesting met super en patent
kali in heel wat betere conditie dan het
naastliggende onbemeste perceel. Dat be
merkte ik het volgende jaar aan de haver,
d;e er toen op groeide. Het was toch niet
toevallig, dat juist op de plaats, waar per
ceel III had gelegeu, de plaats dus, waar
ik de kalibemesting had gegeven, de haver
aanmerkelijk beter stond, dan op het overige
deel van den akker, veel langer uitgroeide,
eu in 't geheel niet onderhevig was aau
legeren. Dat kon niet anders toegeschreven
worden dan aan het gebruik van het kalizout.
Dat ik dus op uien weg voort moest gaan,
was voor mij een uitgemaakte zaak.
Het volgende jaar nam ik op een ande
ren akker weer drie proefvt ldjes en verdub
belde de hoeveelheid kali. Wel had ik ook
nu uitstekende uitkomsten en groeiuen de
knollen, dat het een lust was, maar naar
evenredigheid wa9 mijn zuivere winst minder.
Wel kon ik het volgende jaar zien, dat er
toch niets verloren was. De rogge op het
perceel stond prachtig. Waar andere rogge
omwaaide en zwak stroo had, 9tond deze
rogge als een bosch omhoog, rechtop, zonder
een aartje te laten vallen.
Iuiusschen berekende ik, dat ik toch de
grens van de hoeveelhrid kunstmest voor
mijn grond overschreden had cn verleden
j iar nam ik twee akkers naast elkander, elk
25 aren groot.
Drie had ik er niet meer noodig, want
ik had al lang gezien, dat zonder kunst
mest de opbrengst zoo gering was, dat ik
die schade niet me-r wilde hebben. Daar ik
uit de proeven, die ik genomen had, ook
de overtuiging bad gekregen, dat in elk
geval kali een onontbeerlijk bestanddeel van
(len knollenmest was, besloot ik alleen een
proef te nemen, om de hoeveelheid patent-
kali te bepalen, die op de knollen de groot
ste wiust gaf.
Ie Veld.
Groot 25 aren of 175 rooden.
Bemest met
50 K.G. patentkali.
te vluchten. En onze hertogHij ging
van de eene tent naar de andere, bad,
smeekte en dreigde. //Laat ons den aanval
wagen voordat de Tartaren komen in Gods
naam, laat ons aanvallen In zijne wan
hoop rukte hij zich de haren uit het hoofd.
De anderen keken elkaar aan, schudden
met het hoofd en begonnen weder te drinken
en te redetwisten. Daar wordt de tijding
gebracht, dat de Khan iu aantocht is met
tweehonderd duizend paarden en zij blijven
maar steeds beraadslagen. De hertog verliet
nu zijne tent niet meer. Volgen9 sommigen
had de groot-kanselier prins Zaslawski ver
boden, slag te leveren andereu zeiden dat
er onderhandelingen gevoerd werden. Van
den eersten dag afaau begounen wij den
strijdonze hertog, kolonel Osinski met
zijne huurtroepen, Lasz, de iutendant van
de kroon, die zich als voorbeeldig soldaat
gedroegwij sloegen de horden terug,
doodden er een mas-a en toen
WierchuFs stem stokte in zijn keel.
En wat toen? vroeg Zagloba hijgend.
En toen gebeurde er iu den nacht
iets verschrikkelijks onverklaarbaars. Ik
stond met mijne mannen op wacht langs
de rivier. Eensklaps hoorde ik in het kamp
der Kozakken de kanonnen vreugdeschoten
lossen ja, hun zegevierend gejuich drong
lot mij door. Wat beteekent dat? Zijn
het de Tartaren en de Khan, die zij zoo
begroeten En ziet ook onder ons verspreidt
zich het lawaai. Ik spoed mij heen met
eenige ruitersik vraag van alle kanten
wordt mij toegeschreeuwd: #De Koninklij
ken zijn gevlucht Ik storm naar prins
Zaslawskigeen Zaslawski meer Groote
God de soldaten dwalen bij hoopen rond
en roepen *Waar ziju de Koninklijken
de Koninklijken Anderen schreeuwen
fTe paard te paard weer anderen
Vlucht, vlucht! Wij zijn verraden!# Zij
hieven de handen ten hemel, hun gezichten
teekenden angst, hun oogen stonden dreigend
en strak. Zij trappen elkaar onder de voeten
werpen zich op het eerste paard het beste,
vluchteu blindelings weg, zonder wapens
zonder doel. Om beter te kunneu vluchten
worden, helmen, kurassen, lansen, sabels,
weggesmeten de tenten bezwijken onder
den aandrang. Daar verschijnt de hertog
aan het hoofd van zijn huzaren #Mijne-
heeren, ik blijfSchaart u aan mijne zijde!"
Tevergeefs zij hooren of zien hem niet.
Heel de radelooze bende werpt zich op de
huzaren gooien ruiters en paarden omver.
Ternauwernood konden wij den hertog redden.
De vuren waren vertreden en uitgedoofd.
In den doukeren nacht stormt het leger in
wilde wanorde uit het kamp en verspreidt
zich als een bandelooze stroom. Er is geen
leger, geen bevelhebber, geen Republitk
meer! Er is niets meer, dan onuitwischbare
schande
Wierchul gaf zijn pcard de sporen ineen
aanval van woeste wanhoopdeze deelde
zich aan zijn gezellen mede en in den nacht
onder voortdurende» regen galloppecrdeu zij
voort.
Zagloba hernam
Zonder strijd! Herinnert gij u hun
snoeverijen in het kamp van Zbaraz ,J... Zij
zouden Chmielm^ki vermorzelen 1.O die
lalaards
Nog ergerriep Wierchul. Zij zijn
gevlucht, nadat zij den eersten slag hadden
gewonnen, een slag, waar zelfs gewone sol
daten vochten als leeuwen 1
't Is onbegrijpelijk, zei Krétuski.
Als de troepen nog den moed verlo
ren hadden, riep Wolodowski... dat kan
ieder leger overkomen maar dat de aan
voerders het voorbeeld geven I... Gunden zij
(200
50
(300
85
(100
per Hectare.)
superfosfaat,
per Hectare.)
chilisalpeter
per Hectare).
dan den vijand de overwinning
Dat is het juist, wat beweerd wordt,
antw..ordle Wierchulmen zegt, dat zij
handelden naar een vooraf beraamd plan.
Een vooraf beraamd planBij de
wonden van Christus, dat is onmogelijk 1
Toch wordt hel algemeen aangeno
men... Maai waarom, mijn God, waarom P
Dat de graven boven hun hoofden
instorten, dat hun nageslacht uitsterve en
eu een eeuwige schande hun nagedachtenis
bevlekke 1 besloot Zagloba.
Amen zeiden de anderen tegelijk.
Er is slechts één persoon meer, die
het vaderlaud nog kan redden, één enkele.
Noch het leger, noch de adel zullen van
een anderen bevelhebber willen hooren.
De hertog sprak Krétuski.
Ja, de hertog
M»t hem zuilen wij alles doorstaan,
met hem zullen wij sterren! Leve \aréma
Wisniowiryki 1 schreeuwde Zigloba.
Leve Yarómaherhaalden talrijke
stemmen achter hem.
De dageraad brak aan. In de wazige
verten rezen de muren van Tarnapol op.
HOOFDSTUK IX.
Den 26 September bereikten de eerste
overblijfselen van deu ramp bij Pilawice
Léopol. Aanstonds verspreidde zich het
treurige nieuws door de stad. De inwoners
besloten, zich wanhopig te verdedigen. Jan
kwam pas den tweeden dag met zijn troepen
Een menigte vluchtelingen, soldaten
a in.
en edellieden, gewapende buig'-rs vulden de
oude vesting.
(Wordt vervolgd.)