Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Vijfde Diocesane Katholiekendag Ti vuur n mm. ANTOON T I E L E N, RIEGERS BEDROGEN U iïgevïr: Winkeliers, die U andere zeepsoorten FEV1LLE1 ON. IN DE HANDEN STOPPEN, ALS U SuNLIGHT= ZEEP VRAAGT, BEDRIEGEN ZICHZELF, WANT ZIJ VERLIEZEN HUN DEBIET. LI WENSCHT DE ZOO GUNSTIG BEKENDE SUNLIGHT. en Lansslrislsrke Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag— en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 8 maanden f0."5. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. Advkrtentibn 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Adverteutiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden spcciele zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Een Vergelijking. De Zutphensche Courant trekt een parallel tusschen het nieuwe ministerie rn 't kabiuet Van Bosse-Fock, dat in 1868 optrad, toen de formateur Thorbecse, evenals Borgesius nu, meende niet aan het hoofd er van de leiding te moeten op zich nemen. Dit mi nisterie zoo zegt de Zutphensche werkte hard, leverde goed werk en bracht belangrijke hervormingen tot stand. Zeker, ais we den staat van dienst van geuoemd ministerie uagaan, dau zien ^e, dat er in de twee jaren van diens bestaans- tijd, heel wat gedaan is. We noemen: wij ziging in de armenwet, de afschaffing van de doodstraf, de afschaffing van het zegel recht op gedrukte stukken en adverteutiën in de nieuwsbladen op de z. g. Agrarische wet van den minister de Waal, waarbij de uitgifte van woeste gronden geregeld werd de rechten van de inlanders op hunne gron den gehandhaafd werden en hun bevoegdheid verleend werd om hunne velden voor zekere termijuen aan niet-inlanders te verhuren, die tot nadere regeling van de gouverne- ments-suikercultuur en de invoeriug van het uniform brief po» t. Men ziet een heel lijstje en 't pleit voor de Zutphensche, zoo vindingrijk te zijn, om dit ministerie naast hel tegenwoordige te plaatsen. Doch de ver gelijking gaat mank. Immers, bij het op treden van het liberale kabinet van Bosse- Fock was er nog één groote liberale partij, waarop de regeering steunen kon. Wel begon ook toen al die partij scheuren te vertoonen, maar men bleef toch nog bijeen. Boven dien, het ministerie Van Bosse-Fock stond in hoofdzaak op de lijn, die tusschen de geschilpunten der partijen in lag. En wat alles zegt, de rechterzijde beteekende toen niets. Nu echter is deze de sterkste partij in de Kamer en het ministerie De Meester- Rink of hoe liet dan ook genoemd moet word'ü heeft, in zuiver parlementairen zin genomen, slechts 35 leden achter zich. Daarbij staat het voor zeer moeilijke quaestie's, als b. v. de dubbeltjesgeschiedenis, en zijn het de ministers onderling over belangrijke zaken lang niet eens. Omtrent de wijze van verkiezing der Eerste Kamers staat zelfs Van Raalte contra Rink. Hoe jammer ook, wij moeten de Zutpensche de illusie dezer illustre parallel ontnemen. in het Bisdom van 's-Hertogenbosch, gehouden te Helmond op Zon dag 20 Augustus 1905. Na aankomst der treinen van Venlo en Eindhoven werden de talrijke deelnemers, allen met het insigne, hoog opkleurend op de borst, door de commissie van orde ont - vangen en werd op den Parallelweg een stoet gevormd om gezamentlijk zich te be. geven naar ds kerk van den H. Lamberlus. Doordat het weer niet meewerkte, was er een geschikte gelegenheid om te constateeren dat dergelijk schitterend, opwekkend vertoon niet grootendeels afhankelijk is van wat de natuur in den zin heeft. We spraken van vertoon, doelend op wat we uiterlijk zagen, maar het woord uiting zou beter zijn, juister weergeven, wat soo'u stoet eigenlijk is. Hij is de waarneembare vertolking van een eenheid, die heerscht, niettegenstaande de meest mogelijke ver scheidenheid. Allerlei ambachten vormden eeu eigen geheel, een afgeslotenheid, de middenstand was e<n afzonderlijk lichaam, werkgevers volgden hun eigen banipr. Het onderwijs was een lichaam in den stoet, de boerenstand was prat op haar organisatie, en de dranbestrijdiug had aan alle deelen iets onttrokken om zelf, met baniereu tetoonen, dat zij een eigen doel heeft, maar bewees door die recruteering uit andere ^dealen" tevens, üat haar actie een algemeeue moet ziju. Al die kleuren, uitstralend van vlaggen en banieren kronkelden door de nationale vlaggen van het keurig getooide Helmond, een aanblik, die deed vergeten, dat het plaveisel van Helmond, niet met den tijd is meegegaan. Vooral de vlag der Hanze, in Belgischen trant, eerst dien morgen door dr. Nouwens gewijd, trok de algemeeue aandacht, niet het minst om het duidelijk leesbare devies Eerlijk in handel, Christelijk in wandel". Verschillende harmonieën luisterden mee den optocht vau leeken en vele geestelijken °P- Zoo trokken we naar die mooie ruime St. Lambertuskerk, waar Z. D. H. Mgr. W. vau de Ven, bisschop van 's Hertogenbosch, door de talrijke geestelijkheid en bruidjes werd opgewacht. Het was er vol, overvol, en met ware godsvrucht werd de door Z. 1). H. opgedragen H. Mis bijgewoond. Vandaar gingen de deelnemers onder hun ne banier en muziek naar de vergaderlokalen der seclies, om den eigenlijken arbeid te beginnen. We doelden reeds op practischeu zin. Deze is te vinden hierin, dat op alle secties n.l. Drankbestrijding, Boerenstand, Werklieden, Onderwijs, Werkgevers, Mid denstand, hetzelfde onderwerp werd behan deld, n.l. de R.K. Patronaten. Daarover ging het, van verschillend standpunt be zien. In de eerste afdeeling, die der drankbe strijding, welke afdeeling met recht, zoo zeide dr. Vullings later, de eerste was, werd het onderwerp ingeleid door P. fr. Jesualdus, die kwam tot de overweging, Helden roman van HENRYK SIENKIEWICZ voor De Echo van het Zuidenvertaald door H DERDEBOEK. HOOFDSTUK X (81) De hertogin sprak den krijgsman met vleiende woorden toe en veroorloofde hem den handkus. De held maakte een diepe buiging, verschool zich achter zijne beschei denheid, maar reeds het volgende oogenblik verviel hij in zijne gewone grootspraak, snoefde en wierp de hofdames uitdagende blikken toe. Tevergeefs zag olodowski overal rond nergens bemerkte hij prinses Barbara.... De vermoeienissen van den oorlog, het strijdgewoel, de schermutselingen en tochteu hadden hem zijn ongeluk wel doen vergetenmaar de aanblik van de elegante stoet hofdames bracht hem pijnlijk de scboone dagen van Lubnië in herinnering. Eindelijk ontfermde Annette Krasienska zich over hem. Vroeger hadden tij de ge woonte, met elkcar twist te zoeken, maar de kleine krijgsman had recht op eenigen troost. Voetje voor voetje naderde zij hem: ten slotte zei ze: Ik heet u van harte welkom: het is zeer lang geleden, dat wij elkaar gezien hebben 1 Achl mejuffrouw Annette, hernam Michel mismoedig, onze rangen zijn gedund Helaas hoeveel dapperen zijn sr op het veld van eer gebleven 1 Annette zuchtte en ging voor Ook wij, jonge meisjes, zijn niet meer voltallig... Prinses Barbara, bij voorbeeld, is bij het gevolg der hertogin van Wilna ge bleven. En zij gaat zeker trouwen Neen ik geloof niet, dat zij er aan denkt.... Maar waarom vraagt gij dit zoo? De ondeugende Annette kneep hare zwarte oogen half dicht en wierp een steelscheu blik op den edelman. Uit belangstelling voor haar familie, antwoorde Michel. Dat is heel lief van U, hernam An nette, want prinses Barbara is u zeer genegen. Hoe dikwijls heeft zij mij gevraagd #Waar mag toch mijnheer Michel zijn, die op het laatsfe tournooi van Lubnie zooveel Turksche tulbanden aan mijne voeten wierp en zoo doende mijn sjerp verdiende Leeft hij nog en zou hij ons niet vergeten hebben Micbel zag Annette aan en vonn„ dat zij bijzonder mooi geworden was. Is 't waarlijk waar, dat prinses Bar bara, zich mijner herinuerde -1 Zoo waar, als gij mij hier vóór u ziet.... En zij herinnerde nog een auder voorval: op een goeden dag gebeurde het, dat gij te paard over een sloot wildet springen, en in het water viel. En waar is nu de hertogin van Wil na? Zij heeft eenigen tijd te Brest Litevski doorgebracht en is toen naar Warschau vertrokken. Wolodowski kon zich niet langer inhouden. Ik merk, juffrouw Annette, dat gij gezworen hebt, mij te verblinden door den glans uwer schoonheid. Mijnheer Michel, gij wilt met uw complimenten mijn gunst vtrwerven Ik heb het eens gehooptja, God is dat, ook wanneer de opvoeding en het on derwijs in huisgezin, school en catechismus in den geest der drankbestrijding geleid is, er toch bij het verlaten vau school en ca techismus nog van geen gevestigde over tuiging ia deze bij het kind sprake kan zijn dat in de jaren volgende op dit tijd perk het gevaar voor drankverleiding zeer groot is en dat bij de jeugd van 14 tot 18 jaar de opvoeding in den geest der katho lieke drankbestrijding niet tot haar recht komt. Naar aanleiding van deze overweging werd o.a. de wensen uitgesproken en door de vergadering beaamd, dat in alle parochiën van het Bisdom het onderricht en de vor ming van de jeugd na het verlaten van school en catechismus met bizondere zorg worde bevorderd en voortgezet in de rich ting der katholieke drankbestrijding dat aan de bestaande of op te richten draukbe- strijdings- vereenigiugen vóórafdeelingeu voor jongere leden zouden toegevoegd wor den, en dat bestaande of op te richten R.K. Patronaten, Jong< nsvereenigingen, Zondags- en huishoudscholen of dergelijke instellingen voor de ]eugd dienstbaar zouden gemaakt worden aan de katholieke drankbestrijding. Daar de tweede afdeeling, waarin de be langen van den Boerenbond meer naar voren kwamen, van oordeol was dat aan de godsdieustige, zedelijke en maatschappelijke vorming der jeugd ten plattelande, tusschen het verlaten der lagere school en den vol wassen leeftijd, de hand moet worden ge houden en dat R. K. Patronaten moeten beschouwd worden als zeer geschikt voor godsdienstige, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling der jeugd, werd daar op voor stel van, den eerw. heer L. v. Aken O. Praem, de wensch geuit, dat alle afdeelingeu van den N. C. B. aan bestaande R. K. Patronaten haar financieelen en zedelijken steun zouden schenken en waar zulke niet bestaan tot dezer oprichting het initiatief werd genomen, desnoods in overleg met andere vereanigingen. In de derde afdeeling, die der werklieden werd de zaak het meest principieel bespro ken, er was druk, opgewekt maar daarom niet minder zaakkundig debat. Natuurlijk werd in de daar uitgesproken overwegingen en wenschen meer de maatschnppelijke en vakkundige vorming op den voorgrond ge steld. De heer A. v. Rijen, uit Tilburg mijn getuige, dat ik het gehoopt heb nu rest mij niets meer, dan mijn vriend Longi- nus succes t« wenschen. Moge hij geluk kiger zijn, dan ik Hoe gaat het met Longinus vroeg AnDette met neergeslagen oogen en zachte stem. Uitstekend hij is met Krétuski te Zamose geblevenhij is tegenwoordig lui tenant.... O als hij eens geweten had, wie hem hier wachtte, hij zou wel verlof hebben weteu te krijgeu. Het is een trouw cavalier, in alle opzichte een zoo zoete hooge gunst waardig Is hem in den oorlog niets overko men Ik zie, dat ook u de drie hoofden in den weg zitten Ik geloof niet, dat hij ooit zijn gelofte zal kunnen vervallen. Vertrouw op hem met zeldzamen ijver zoekt hij er de gelegenheid voor. Ik twijfel niet, of ééns zal hij er in slagen, die hoofden tegelijk af te slaan. Moge iedereen op deze wereld ééns vinden, wat hij zoektzuchtte Annette. Michel slaakte eveneens een zuchtver volgens keek hij verwonderd naar een der hoeken van de kamer. Een onbekend gelaat wierp hem woedende blikken toe. Dit gelaat was gesierd met een vervaarlijken neus en dwars er over heen liep een ontzettende snor, waarvan de punten toornig trilden. Die oogen, die neus en de snor zagen er er inderdaad vijandig uit. Maar Wolodowski liet zich niet zoo gemakkelijk schrik aan- jagen. Wat is dat voor een gek gezicht, vroeg hij aan Aunette, dat mij daar in dien hoek zoo zit aan te kijken Dat? antwoordde zij, terwijl ze een leidde het onderwerp in, en kwam om de leemte die thans bestaat tusschen school en vakvereeniging, tot de conclusie dat de op richting van patronaten noodzakelijk is óók voor meisjes, en dat de patronateu er tevens naar zouden streven, te treden in de katholie ke vakorganisatie. Uit de debatten en voorgestelde a-r,ende meuten bleek, dat men het over den aard der patronaten nog niets eens was, doch steeds duidelijk werd de uitspraak, vooral door deelueming aan het debat van pater Coeleslinus en pastoor Prinsen, dat de be staarde congregaties niet voldoende voorzien in de opvoeding en ontwikkeling derj'-ugd. Uitgesproken werd ook, dat de R. K. Werklieden vereenigingru de bestaande of op te richten R. K. jongens en mrisjespatrona- ten krachtig zullen steunen en bevorderen. Kapelaan Boer maakte tweo rake opmer kingen, welke bijzondere vermelding waard zijn. Vooreerst, dat de patronaten in onze dagen noodig zouden zijn, is niet geheel juist, ze zijn altijd noodig geweest, en had m"-n ze vroeger gehad, dan zou het er nu met de R. K. Werklieden-vereenigingen anders en beter uitzien. Vervolgens, dat, als de patronaatsleden niet vanzelf overgaan tot 'e R. K. vakorganisaties, dit bewijst, dat of deze organisaties niet deugen, of de di recteur van het patronaat zijn taak niet begrepen hoeft. Dat in de patronaten bijzonder veel aan vakonderricht en sociologische opleiding, vooral door de leiders der vakbeweging :noet gedaan worden, werd met warmte verdedigd en ten slotte overgenomen. Nog een ander punt kwam in deze af deeling ter sprake nl. dat een samenbrengen in eenzelfde patronaat van alle jongens niet goed is. De jongens uit huishoudens,- waar alle orde en godsdienst ontbreekt, d- pauper en verwaarloosden, moeten afzonderlijk wor den ondergebracht op straffe .van mislukking. Meer in den breede werd dit behaudeld in de Ve afdeeling, werkgevers, waar de heer K. v. d. Steen uit 's Hertogenbosch, na de inleiding van den eerw. heer J. Koenen, verdedigde, dat deze scheiding noodzakelijk is, maar de beschermende hand het eerst en het meest moet worden uitgestoken over de minstbedeelden. Hier is voor de St. Vincen- tianen een breed arbeidsveld open, meende de heer r. d. Steen, die een treffend voor beeld gaf, van wat deze arbeid vermag, door dubbele rij kleine, witte tanden toonden, dat is mijnheer Charlamp Waar komt dat gedrocht vandaan üat is volstrekt geeu gedrocht het is de kapitein der lichte cavalerie van den hertog van Wilna.... Hij escorteert ons naar Warschau, waar hij de aankon st van zijn bevelhebber moet afwachten.- Waarom zit hij mij zoo nijdig aan te gapen Omdat.... En Annette begon zachtjes te lachen. Omdat Omdat hij verliefd is op uw dienares. Hij heeft mij verklaard, dat hij iedereen, die Annette Kraaienska durfde naderen,in stuk- ken hakken zou. Natuurlijk, gij kunt nergens verschijnen, of iedereen wordt verliefd op u Wat zal ik zeggen P men moet zich in zijn lot schikken, antwoordde Annette met zedig neergeslagen blik. Maar wat zal Longir.us daarvan zeggen Kan ik het htlpen, dat Charlamp mij naloopt Ik voor mij, vind hem onuitstaan baar Pas op, dat er geen bloed stroomt.... Longinus is goed als een schaap; maar, op het stuk van liefde kent hij geen scherts. Ik mocht lijden, dat hij hem de beide ooren afsneed! Na deze woorden begaf Annette zich naar de andere zijde van het vertrek. Daar begon zij een vertrouwelijk gesprek met signor Carboni, den lijfarts der hertogin. Zagloba naderde den kleinen dragonder- officier en knipte ondeugend met het ééne oog, dat hij nog tot zijne beschikking had. Michel, vroeg hij, wie is dat lief kind J Mejuffrouw Annette Krasienska, eere dame der hertogin. Sapristieen mooi meisje schitterende en teedere oogen een mond als een kers. Lang niet kwaad, hè Ik maak je mijn compliment, vriend Gij vergist u. Mejuffrouw Kra sienska is de verloofde van Longinus.... of ten minste het scheelt niet veel..-. Van Longinus Wat zegt ge En wat een verschil van taille! 't I? vreemd. Och jal de schoonheid verovert de harten. Kijk bij voorbeeld dien kapitein eens, die mij zoo woedend aankijkt. De liefde heeft hem zeker van zijn zinnen beroofd. Maar wie is die kraai, met wien zij nu staat te praten Een Italiaan Carboni de lijfarts der hertogin, Ohet ziet er slecht uit voor Longi nus! Ik heb er verstand van.... Wilt gij eens een paar van mijne liefdesavonturen hooren Maar het oogenblik van vertrek naderde. Het hof van den hertog en zijn gevolg begaven zich op weg naar Warschau, langs Sienmica en Min^k en door een streek, waar het militair geleide alleen een paraderol vervulde. Op den heirweg was het zoo druk dat men slechts langzaam vorderde: de ge heele adel der provinciën was op weg naar de verkiezing, en magnaten, waardigheids bekleders, edellieden, allen wedijverden, om elkaar te verblinden, met de weelde van hun gevolg en den rijkdom van hun krijgs toerusting. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1905 | | pagina 1