zondag Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. jaaigaag. Eerste Blad. WiEEEiiiT TE Vi l li ES TE mm. ASTOOSf TIELEI, Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN, BEKENDMAKING LANDBOUW BEDRIEGERS BEDROGEN llgUStllS TJ i t o K v k n Winkeliers, die U andere zeepsoorten FEUILLETON gsasasftwi rarsastó-^. IN DE HANDEN STOPPEN, ALS U SuNLIGHT= =ZEEP VRAAGT, BEDRIEGEN ZICHZELF, WANT ZIJ VERLIEZEN HUN DEBIET, U WENSCHT DE ZOO GUNSTIG BEKENDE SUNLIGHT. II. oSlot.) t (82) Plantenvoeding. 5&> Z£ii£j2&ï.<X-3'yT - ^;JjsJSK^VAlBLje,-.^x.--x<T^- M*E*^asmzasaauzvr raag ii.wr.wi. -»—sixrxassc^asisr-^f u^^g>v;-;rr.«BW'-J - ^TO*s«aaHBBEMHHB£SHKflpBHH53HE? K^fi^T EJ33&Ü De Echo van het Zuiden, Wnalwijksclse en Ltsptrtetsrlf («irail, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond A b o n n o m e n t s p r ij s per 3 maanden f 0.~5. Franco per post door liet geheele rijk f Ü.9U. Brieveningebonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK. Ui Advertkntikn 17 regels f O.GÜ daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgeg.-vcn, worden Ümaal berekend. Voor plaatsing van een groet aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel De Burgemeester der gemeente Wnalwijk ter afkondiging ontvangen hebbend het Kohier voor de belasting op paarden en andere trekdieren (le kwartaal) over het dienstjaar 1905/1906 MAAKT BEKEND; dat genoemd kohier door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op den 17en dezer is exceutoir verklaard en heden gedurende acht dagen ter inzage is nedergelegd. Waalwijk den 22 Augustus 1905. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. Alvorens over de aan te wenden middelen ter verbetering te spreken, wenschen wij eerst nog een ander vraagstuk, dat in nauw verband met dit onderwerp staat, te behan delen. De lezer heeft wel eens gehoord van de ontvolking van het platteland. Welnu. Waardoor is deze ontvolking ontstaan Zon der overdrijving mag als hoofdoorzaak hier van gerust genoemd worden het lage loon, dat op het platteland wordt betaald. Als een flink boerenarbeider hoort of leest, dat hij in eene groote stad of in ecne fabrieksplaats of in Duitschl&nd veel meer kan verdienen Heldenroman van IIENRYK SIENKIEWICZ voor De Echo van het Zuiden, vertaald door II DERDEBOEK. HOOFDSTUK X Behalve de keurbende van hun strijdmacht voerden zij lakeien met zich mede in 'lurksche kleeding, heiduken, Janitsaren, heele troepen jacht- en hazewindhonden. Daarachter kwa men rijknechten met statiepaarden, die rijk- bewerkte schabrakken droegen. Vervolgens wagens, zwaar beladen met teuten, tapijten, wapeu9 en leeftocht. Militaire kapellen, groo- tendeels samengesteld uit stalianen, speelden lustige wijzen. Overal was er geharrewar, getwist om den voorrang want niemand wilde ruimte maken. Ieder oogenblik kwamen ruiters den stoet van den hertog nagereden, eischten dat plaats gemaakt werd voor dezen of genen hoogwaardigsheidsbekleeder en vroegen naar den rang van den gebieder. Doch op het antwoord „Zijn Hoogheid de palatijn der Ukraine renden zij spoorslags naar hun meesters terug en deze hieldeu zich op eerbiedigen afstand. De adel en de soldaten keken den roemrijksten krijgsman der Repu bliek nieuwsgierig na. Vivats weerklonken de hertog boog, dankte met zijne aangeboren gratie en trachte zoodoende harten en stem men te winnen voor prins Karei. Aller oogen richtten zich ook naar die dan in zijn eigen dorpje, wie zal het hem dan kwalijk kunnen nemen, dat hij naar den vreemde trekt Maar wat is het gevolg van dezen voortdurenden irek van 'e platte landers naar de steden Dat de beste boe renwerkkrachten wegtrekken en er dus geen arbeiders of weinigen achterblijven, om den bodem op een behoorlijke eu rendureiule wijze te bewerken. Bodemverwaarloozing is en zal in de toe komst dus het onvernridelijk gevolg zijn van deze verhuizing. En wie zal hiervan onmiddellijk de nood lottige gevolgen ondervinden Natuurlijk de boerenwerkgevers, die van hun grond veel minder zullen gaan trekken dan vroeger en dus langzamerhand zullen v-rarmen. Hieruit volgt, dat het op de eerste plaats in 't belang van den werkgever is, dezen trek zooveel mogelijk te keeren. En dit laatste kan alleen, doo; hooger Iconen uit te keeren. Deze quae9tie heeft echter ook nog een zedelijken kant. Immeis, hoeveel van die „buitenlieden" in de steden verwaarloozen niet hunne godsdienstplichten en hoe licht worden de eenvoudige dienstmeisjes van buiten niet verblind en verleid En het zou bepaald een interessante statistiek geven, als men eei)9 naging, hoeveel oud-plattelanders onder de sociaal-democraten in de steden zijn. Het is dus geen wonder, dat veie zielen- beroemde Ukranische regimenten. De hertog had ze te Zamosc opnieuw uitgerust. Zij, die raidden in het land woonden, dachten dat deze roanneu met donker haar en zwarte vurige oogen van de uiterste grenzen der aarde kwamen. Duizenden wondere verhalen deden de ronde over de Steppen en de dichte bossohen, de geboorteplaats van dit soldatenras, wier gelaatskleur gebruind was door de warme winden der zwarte zee. Maar het middelpunt der algi raeene be - wondering bleven de hertog en Zigloba, wiens trolsche houding en wiens vervaarlijk oog eerbied en ontzag iuboezeinden. „Dat is zeker een der eerste krijgslieden v*n de Republiek/ fluisterde de menigte, ofwel „Wat moet d^e grimmige leeuw een vijanden naar de andere wereld gestuurd hebben Zagloba hoorde deze uitroepen eu legde er zich op toe, om onder eene krijgshaftige houding het genoegen te verbergen, waar door zijne eigenliefde geprikkeld werd. Hoe meer men de hoofdstad naderde, hoe dichter het gedrang werd van edellieden soldaten en dienaren. Nog nooit had een koningskeuze zooveel uienschen op de besn gebracht. Nochtans was de vastgestelde dag nog verre de Landdag was nauwelijks zijne beraadslagingen begonnen. Maar het was eene gewoonte, dat de kiesgerechtigden een of twee maanden te voren kwamen, oinern geschikt verblijf te zoeken, om zich bij hooggeplaatste- personen aan te bevelen voor eene betrekking, om te drinken en feest te vieren en om te genieten van het leven der hoofdstad. Eindelijk vertoonden zich aan den blau wen gezichtseinder d>? torenspitsen eu kerk- transen van Warschau. De hertog belastte een ordonnans-officier met bevelen voor Wolodowski, den leider van het escorte; deze laatste, die naast het portier van het herders met groote bezorgdheid deze volks verhuizing volgen. Ook als zedelijkheidsquaestie diene dus deze zaak ferm onder de oogen gezien te worden. En wat kan, wit moet er gedaan worden, èn om de economische positie van den boerenarbeider krachtiger te maken èu ora dien trek naar de sleden te doen ophouden Het eenige antwoord hierop is „De boeren arbeiders raoe.len zich vereenigen". Is het niet opmerkelijk, dit juist deze kUsse van tneuscheri, die als enkeling het zwakste van allen zijn, tot heden nog bijna in het geheel niet georganiseerd is. Wij weten wel, dat organisatie op het platteland zeer moeilijk gaat men zie slechts naar het lange uit blijven der goede organisatie van de steen fabrieksarbeiders maar, waar dc recht vaardigheidszin eischt, dat juist de zwaksteu het eerst en het tueest moeten geholpen worden, daar mag deze organisatie uiet meer uitblijven hier kan werkelijk niet gewacht worden geen d»g en geen nacht. Lsten wij ons, die een algeineene Katho lieke Sociale Aclie rijk zijn, toch niet over troeven door eene zustervereniging, welke in deze reeds de hand aan den ploeg ge- slngen heeft. Patrimonium is n. 1. in deze richting al aan 't werk. De heer Huizinga is al op verschillende plaatsen opgetreden tot oprichting van afdeelingen voor veld- arbeiders. Welnu volgen wij spoedig Laat ons in daden omzetten, waartoe in motie's en conclusie'» reeds besloten is, o. a. op den Brcdaschen Katholiekendag en op 't Congres van den Boerenbond. Op den eersten toch werd algemeene ad- haesie gehecht aan de motie van den Wel- eerw. heer P. Hopmans, welke do wensche- lijkhe.id uiisprak, dat do Boerenbonden in het Bisdom Breda de behulpzame hand bie den om de boerenarbeiders te vercei igen, door hen zooveel mogelijk, of wel met de boeren in eenzelfdeu bond op te nemen, ot wel te organiseeren in afzonderlijke kath. verenigingen in verbinding met den boeren bond. Reeds in een vroeger artikel zetten wij uiteen, dat opslorping van de boerenarbei ders in de afdeelingen van den boerenbond ods niet verkieslijk voorkwam Wij be toogden toen, dat de arbeiders eigen, zelf standige verenigingen dienen te hebben, evenals de fabrieksarbeiders Bij deze laatsten zou het dwaas klinken, hen bij de patroonsvereenigingen in te lijven. Welnu, o. i. is het even ongemotiveerd, dit van de boerenarbeiders te vergen. Iedereen, die met het platteland en de verhoudingen daar bekend is, zal dit ten volle moeten beamen. Eigen, zelfstandige verenigingen dus van boerenarbeiders. En wenschen de bevoegde personen hieraan niet direct mede te werken, dan dienen de arbeiders zelf de hand uit de mouw te steken. Dit heeft natuurlijk wel zijn bezwaren, want over 't algemeen zien de boerenwerkgevers in dergelijke ver- eenigingen, nog zoo nieuw voor hen, eerder uiting van socialisme dan eene geoorloofde, echt christelijke poging tot zelfbehoud en verbetering van stoffelijke welvaart. Doch hier moeten de arbeidess zich niet aan storen. Als één man moeien zij zich aan sluiten en tegen een dergelijke massale kracht zal het voor den onweldenkenden werkgever moeilijk te ageeren zijn. Men versta ons echter hier niet -verkeerd. Wij bedoelen hiermede geenszins een onver standige doordraverij om hooger loon. De vereenigile boerenarbeiders moeten aanvankelijk bedaard, kalm en met be scheiden eischen optreden, maar dan ook daaraan vasthouden. Langzamerhand bur gert zich hunne organisatie dan in en komen zij, waar ze wezen moeten. En is eenmaal het allernoodigste verkregen, dan moeten deze vereenigingen het actueel vraagstuk der werkeloosheid trachten op te lossen, want ook deze is één der oorzaken van de outvolking van het platteland. Maar hiertoe moeten allen, zoowel hoog en laag, medewerken. Dit is niet anders dan christen plicht. Welaan dan, mannen, van sociale actie Gordt u aan tot organisatie van het platte— landStelt u hoven plattelandskleinheid, toont onafhankelijke mannen te zijn en het waarachtige belang te willen van die dui zenden eu nog eens duizenden, die daar nog moeten lijden een onraenschwaarflig bestaan. Er is reeds genoeg gemotied en geconcludeerd. Er moet aangepakt worden. Waarachtige rechtvaardigheidszin zij voor u de drijfveer, opdat u later, als de roode vaan u wellicht zou dwingen niet kan ver weten worden, dat gij alleen handelt uit socialistenvrsrs. En de roode vaan ge looft ons vrij zij wappert reeds in de lichling van het platteland, zij zal u dwingen of a voor zijn en wee dan de nalatige organisatietors. rijtuig van Annette Krasienska reed, gaf zijn paard de sporen, om zijne troepen op te stellenMaar nauwelijks had hij zie een honderdtal passen verwijderd, of hij hoorde achter zich den hoefslag van een paard. Hij keerde zich om eu herkende den kapitein der troepen van den palatijn van Wilna, Charlauip, den verwoeden aanbidder van Annette. Wolodowski hield zijn paard in, want aanstonds begreep hij, dat er zware woorden zouden vallen, hetgeen den kleinen dragon der-officier steeds met vreugde vervulde. Spoedig had Charlamp hem ingehaald cenigen tijd reden zij naast elkaar, zonder een woord te spreken. De kapitein, wiens lange snorren zenuwachtig trilden, hijgde hoorbaar. Eindelijk zeide hij met zijn eigen aardig keelgeluid Goeden middag, mijnheer de dragonder Goeden middag, kameraad Hoe durf gij mij kameraad noemen, vroeg Charlamp woedend, mij een kapitein commandant Wolodowski begon zijn strijdhamer in de lucht ts gooien en te trachten dezen bij den steel op te vangen. Het leek wel, dat deze b zigheid al zijn gedachten in beslag nam, want hij antwoordde onverschillig. ik kón uw graad niet aan de knoopen zien. Gij beleedigt een heel escadron, waarin gij niet waardig zijt om te dienen. En waarom niet vroeg Wolodowski onnoozel, Omdat gij in een vreemd regiment dient. Blijf bedaard, mijnhepr't Is waar ik dien bij de.dragonders, maar tegelijkertijd ben ik ingelijfd bij de huzaren van Zijne Hoogheid, den palatijn der UkraineGij inoogt mij gerust aanspreken als uws gelijke, De plantenvoeding is cn blijft een der voornaamste Kwesties in den landbouw. Naast dc kali- en stikstofbrmesting is die met phosphorzuur van buitengewoon belang. Kalizouten staan ons vooreerst nog genoeg- ziam uit de Stassfiirter kalimijnen ter be schikking. Anders is het met stikstof. On derzoekingen naar den salpeterrijkdom der chilivelden hebben er reeds toe geleid, naar een anuere stikstofbron uit te zien. (Kalk- stikstof- stikstof der lucht.) Hoe staat het nu met het phosphorzuur Slechts zelden hoort men hierover spreken en toch is de zaak hier evenzoo gelegen als bij het sal peter. Tengevolge van het feit, dat tot he den de productie van het thomasphosphaat altijd voldoende i9 geweest, zijn wij gewoon den voorraad phosphorzuur als onuitputtelijk te beschouwen. Intusschen kan de thoraas- industrie haar productie in de eerste jaren niet meer verhoogen. In de laatste jaren, het laatst nog bij de ouiangs plaats gehad heb bende werkstaking in Rijnlaud, is er een zekere daling waar te nemen in de aan bieding van thomasslakkcn, welke vooreerst niet verminderen zal. Ook de grondstoffen voor het in water oplosbare phosphorzuur in su- perphosphaat staat niet iu zoo ruime raata tot onze beschikking Men heeft in de laat ste twintig jaren, door de uitputting dei lagen, aanhoudend van de eene grondstof naar de andere moeten grijpen. De verschil lende namen der vindplaatsen bewijzen dat. Sedert jaren is men reeds voor <le grond stoffen van hoog gehalte uitsluitend beperkt tot Florida. De zich daar bevindende mijnen zijn echter evenmin onuitputtelijk. Een om hooggaan der prijzen van het ruwmateriaal is het gevolg geweest en de prijzen zullen nog meer stijgen. Voor het altijd toenemende gebruik, hebben wij, evenals bij het salpeter een plaatsvervanger noodig voor het thoraas- raeel, een nieuwe phosphorzuurbron. Zoowel wetenschappelijke als pracktische onderzoe kingen hebben sedert eenigen tijd er ons toegebracht, gebruik te maken van de na tuurlijke, niet gekristaliseerde (amorphe) rnwe zoo niei als Uw meerdere. Charlamp zag onmiddellijk in, dat hij met den eersten, den besten niet te doen had. De koelbloedigheid van zijn tegenstander maakte zijn toorn gaande en h.j hernam dreigend Ik zou U aanraden, mij niet in den weg te treden. Hézei Wolodowski, ik merk dat gij twist zoekt. t Misschien (en Charlamp boog zich aan het oor van Michel)... Ik zal U beide oorsn afsnijden, als gij doorgaat Annette Krasiens ka het hof te maken. De kleine officier gooide nog steeds met ziju hamer""en even behendig, alsof hij niets beters te doen had... Eerst na eenige oogenblikken antwoordde hij op smeekenden toon Ach, irijnheer, spsar mij en laat me nog een beetje v an dit leven genieten Neen I Gij zult mij niet ontsnappen, hernam Charlamp, terwijl hij den dragonder bij den mouw vastgreep. Lk tracht U ook niet te ontsnappen, zeide Michel nog steeds bedaard maar ik heb dienst. Ik moet aan mijna troepen dringende bevelen overbrengen..! ses voorzichtig, of met één 9lag van dezen hamer sla ik U en Uw paard tegen den grond 1 En de stem van Wolodowski, in den aanvang geheel en al zachtheid, siste nu zóó dreigend, dat de kapitein verwonderd den mouw losliet. Om het even zeide hij... Maar ik zal U te Wcrschau wel terugvinden... Gij zult mij niet ontsnappen l lk houd er heelemaal niet van om mij te verbergen... Maar mag men in een groote stad duelleeren Als eenvoudig en ruw soldaat ben ik er nooit geweest, doch ik heb wel eens hooren spreken van recht banken, welke de doodstraf uitspreken over hen, die vechten in de stad, waar de koning of de tusschcn-regeering verblijf houd. Uit alles blijkt, dat gij weinig op voeding genoten hebt, Gij schijnt niet te weten, dat tijdens de tusschen- regeering rechtgesproken wordt door rechtbanken van edellieden, die heel wat toegevender zijn dan die des konings. Datik U voor de lesMaar ik wilde U nog iets vragen in mijne jeugd heb ik slecht lalijn geleerdik kan bijna geen zelfstandig naamwoord van een bijvoegelijk naamwooord onderscheiden... Als ik (I nu eens voor dwaas wilde uitmaken, wat zou ik dan moeten zeggenStultus, Stulta of Slultum Wederom speelde Wolodowski onverschil lig met zijn hamer... Charlamp stond het eerste oogenblik stom van verbazing daarop kleurde een hevig rood zijne wangen en woidend trok hij zijn sabel. In minder dan geen tijd had de kleine officiei den hamer onder zijn knie gestoken en zijn zwaard getrokken, waarvan hij het blank in de zon liet schitteren. Een paar seconden lang stonden zij zoo dreigend tegenover elkaar, maar Charlamp bedacht zich het eerst. Een officier te dooden, die belast was met bevelen van Yaréma, dat was de huid slaan aan Yaréma zelf. Langzaam stak hij zijn sabel weer in de schede, Ik zal u terugvinden, kereltje grijns de hij. Gij zult me vinden dikke papzak antwoordde Wolodowski. (Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1905 | | pagina 1